Competitie 2022 – 2023 – Negende ronde

André van der Kwartel

Het achttal lijkt er in deze competitie een gewoonte van te maken om bizarre wedstrijden te spelen. Zo ook in de negende ronde. De wedstrijd eindigde in een 7-9 nederlaag, maar de uitslag had evengoed 9-7 of 8-8 kunnen zijn. Onder andere doordat aan het eerste bord een onreglementaire zet werd gespeeld. Als deze was gesignaleerd; als de tegenstander van Dick den Ouden beter had opgelet, als ……. Zo waren er over en weer meerdere ‘alsen’ aan te geven. Laten we ons beperken tot één belangrijk gegeven: LDG moest in deze wedstrijd met maar liefst vier invallers aantreden. Ondanks de hoge kwaliteit van de invallers was dat toch een aderlating.

De score werd geopend door Peter van den Berg. Hij verraste zijn tegenstander met een vrijwel direct winnende damzet.

negen1

Peter van den Berg – Paul Lohuis

Stand na de 33e zet van wit.

(14-20?), 30-25 (10-14A), 34-30 (23×34), 37-31 (27×36), 47-41 (36×47), 33-29 (47×24), 30×6. Enkele zetten later gaf zwart op.

De vraag is: had zwart zich bij A) kunnen verdedigen tegen deze afwikkeling? Het lijkt erop: (9-14), 34-30 (23×34), 37-31 (27×36), 47-41B (36×47), 33-29 (47×24), 30×6 en nu beschikt zwart over: (3-8), 39×30 (7-11), 6×17 (18-22), 17×28 (20-24), 30×19 (14×32) met remise.

Maar dat wil wit natuurlijk niet en dus speelt hij bij B): 33-29 (34×23), 30-24 (20×29), 47-41 (36×47), 35-30 (47×33), 39×6 en wit heeft het weer voor elkaar.

Helaas maakte ikzelf de voorsprong ongedaan. In een zeer nadelige, zo niet verloren, stand werd ik getroffen door een zeldzame damblindheid die mij een schijf kostte en de partij.

Teamcaptain Jack van der Plas speelde remise tegen Jan Pieter Drost. Een fraai resultaat, maar het tevreden gevoel werd wat overschaduwd door de constatering achteraf dat Jack een verrassende winst had gemist.

negen2

Jan Pieter Drost – Jack van der Plas

Stand na de 49e zet van wit.

Zwart speelde (50-6), dreigend met (27-32). Wit offerde 37-32 en na 19-14 werd remise overeengekomen.

In de diagramstand kan zwart echter winnen door: (27-31), 37×26 (50-28), 19-13 (28-22), 13-8 (12×3), 26-21 (3-8), 34-29 (8-12), 29-23 (22-13!).

Invaller Hans Kolfoort speelde remise, maar heeft in zijn partij één kans op winst gehad.

negen3

Gerrit Tigchelaar – Hans Kolfoort

Stand na de 40e zet van zwart.

Het lijkt misschien een onschuldige stand, maar wit heeft maar één zet om binnen de remisemarges te blijven: 27-22. Wit speelde echter 36-31? (12-18?). Zwart mist de winnende zet (13-18!). Met bijvoorbeeld een vervolg als: 31-26 (6-11). En hoe moet wit verder? Op 27-21 volgt (11-16). Op 39-34 volgt (3-9) en wit loopt dood of moet allerlei schijven offeren.

Na een rustige remise van Hans Tangelder bracht ook invaller Dick den Ouden een punt binnen, en daar mochten we blij mee zijn.

negen4

Laura Ratniece – Dick den Ouden

Stand na de 48e zet van wit.

Toen ik zag dat Dick kon doorbreken naar dam, had ik nog een flauwe hoop op een overwinning, maar Kingsrow geeft nergens suggesties voor verbeteringen. Het had in de diagramstand zelfs nog vreselijk fout kunnen gaan. Dick speelde (49-40??) en gelukkig zag wit niet dat zij op slag kon winnen: 38-32! (40×18), 32-27×27.

In de partij speelde wit 29-23 (40×18), 15-10 en de partij liep later remise. Ik vroeg mij af of wit niet nog meer op winst had kunnen spelen. In plaats van 15-10 alsnog 38-32. Als zwart zijn dam nu terugtrekt naar 45 volgt weer 28-23 en 32-27 met winst. Maar zwart heeft een ontsnapping: (18-34). Wit moet nu alsnog maar proberen met remise weg te komen door 15-10, want als hij zijn schijf in veiligheid brengt, komt hij in grote moeilijkheden: 43-38? (13-19), 15-10 (34-40). Wit kan geen dam halen. Op 10-5 volgt (40-35) en (12-18) en op 10-4 volgt (40-35) met altijd damvangst.

Invaller Edwin van Hofwegen verloor na een matige partij, waarin hij eigenlijk alleen maar kon verdedigen. Maar ook in deze partij werd weer eens getoond hoe moeilijk het is een gewonnen stand te winnen. Zonder er uitgebreid op in te gaan geeft KR de volgende momenten waarop Edwin met wit remise had kunnen maken nadat zwart licht voordeel had gekregen.

negen5

Edwin van Hofwegen – Bert Bakhuis

We pakken de partij op bij de 47e zet van wit.

35×44? Dit verliest. 45×34 lijkt mij ook veel meer voor de hand liggen. KR geeft als reactie (28-32) en (11-16) en kondigt remise aan. In het partijverloop gebeurt hetzelfde.

(28-32), 38×27 (11-16), 44-39 (23-29?) Deze zet ziet er logisch uit, maar had tot remise moeten leiden. Winst is (23-28!) maar wit profiteert niet.

45-40? Helaas. Wit staat weer verloren. Remise was geweest: 31-26 en nu bijvoorbeeld: (19-23), 39-34 (29×40), 45×34 (13-19), 36-31. Zwart doet niets meer tegen 21-17 en 31-27X17 met remise.

(19-23), 31-26 (23-28), 39-34 (29-33) Nog één keer biedt zwart aan wit de gelegenheid om remise te maken. Met (28-33) zou zwart achter elkaar gewonnen hebben.

36-31? Wit maakt geen gebruik van de geboden kans. Volgens KR is het nog remise na 34-30 en – bij wijze van voorbeeld – (13-19), 40-35 (33-38), 30-24×24 (38-42), 27-22 [Op 24-20 volgt (42-47) en (28-32)] (16×18), 24-20 en met al die zwarte schijven midden op het bord ziet KR remise voor wit.

(33-38) en hierna is wit reddeloos verloren.

Bij de stand 6-8 lag het wedstrijdpunt in de handen van Rudi van Velzen. In een bizar eindspelfragment liet hij de partij remise lopen, terwijl hij juist op dat moment had moeten winnen.

negen6

Rudi van Velzen – Huub Kroes

Siand na de 59e zet van wit.

Gezegd moet worden dat beide spelers al geruime tijd speelden onder de tirannie van één minuut per zet. Sommigen noemen dat geen tijdnood, maar de druk op de spelers kan wel groot zijn.

(30-34??) Zwart maakt een ernstige fout. (30-35) zou remise zijn geweest. 4-15 wordt immers weerlegd door (26-31). 23-19! De winnende zet. De dreiging 19-14 is dodelijk. (8-13), 19×8??? Wit slaat onreglementair. Hij had natuurlijk 4×45 moeten slaan. Nu liep de partij remise.

Als toeschouwer blijf ik met de vraag zitten: waren beide spelers ten prooi gevallen aan wederzijdse damblindheid? Dat komt voor. Zeker onder spanning kunnen beide spelers in een tunnelvisie verstrikt raken, waarin voor beiden nog maar één variant bestaat. Maar het is ook mogelijk dat de zwartspeler speculeerde op de tijdnood van de witspeler en “een gokje nam”. Er bestaat geen regel die dat verbiedt. Ik heb dat zelf ook wel eens mogen meemaken: ik speelde een zet waarmee ik remise forceerde. Mijn tegenstander stond op slag en daarna zou ik terugslaan met remise. In plaats van te slaan speelde mijn tegenstander à tempo met een harde klap op de klok een zet die mij verlokte verkeerd te slaan, waarna ik verloren zou hebben. Ik was meer verbaasd dan verontwaardigd. Verontwaardiging kwam pas later.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *