Archive for Casper Remeijer

Het Rotterdams Open van André

(verslag van André van der Kwartel)

Van zondag 16 tot zaterdag 22 juli werd het eerste Rotterdams Open toernooi verspeeld. Hans Tangelder heeft de resultaten van de vier deelnemende Leidse Damgenoten al eerder op deze website vermeld.
Hieronder een aantal fragmenten uit mijn wedstrijden.

In de eerste ronde mocht ik met zwart aantreden tegen Aleksei Domchev. Ik was er niet zo blij mee om het toernooi te moeten beginnen tegen een tegenstander die normaal gesproken voor mij toch vele maatjes te groot zou moeten zijn. Uiteindelijk kwam er toch een heel aardige partij op het bord vanuit een opening die ik nog maar enkele weken eerder tegen Evert Bronstring op het bord had gehad. Het ging voor mij pas fout op de 45e zet, ongetwijfeld vanwege de langdurige druk waaraan je toch bloot staat in combinatie met een klok die onherroepelijk naar het einde tikt. Zie diagram 1.

Aleksei Domchev – André van der Kwartel

Diagram 1

Dit is de stand na de 45e zet van wit. Ondanks de witte hekstelling is de stand nog in evenwicht. Ik speel echter twee zwakke zetten: (8-13?), 33-29 (14-20?), 30-24! en na (20-25) en 34-30 verloor ik snel.
In de diagramstand had ik de stand echter gemakkelijk gelijk kunnen houden met (14-19), 38-32 (8-12), 30-25 (19-24) en de computer komt nu niet verder dan 34-30, 33-29, 32-28 en 17-21, waarna de stand toch echt wel remise is.
In het partijverloop had na 33-29 (13-19) alsnog tot remise kunnen leiden. Er waren dus echt twee zwakke zetten nodig om deze stand te verliezen.

Op maandag 17 juli zouden twee rondes worden gespeeld. In de ochtendronde speelde ik tegen Ratan Ganeshie, een van de mede-organisatoren van dit toernooi. Misschien kwam het door zijn drukke bezigheden buiten het dambord, maar hij kreeg het voor elkaar ruzie te krijgen met de hoofdarbiter. Dat leidde eerst tot een ‘officiële waarschuwing’, waarna de ruzie buiten de speelzaal kennelijk nog even doorging. Wie schetst mijn verbazing toen de arbiter naar mij toekwam en verklaarde dat ik de wedstrijd reglementair had gewonnen? Het was in ieder geval geen prettige ervaring. Op het moment van deze beslissing had ik een licht voordelige stand op het bord.

In de middagronde was clubgenoot Henk Meester mijn tegenstander. In een gelijkwaardige stand overzag Henk een eenvoudige damzet. Zie diagram 2.

André van der Kwartel – Henk Meester

Diagram 2

Henk speelde hier (12-18??). Dit kost hem een schijf of de partij: 31-27! (21-26), 34-29 (23×34), 40×20 (15×24), 27-22 (18×27), 32×21 (26×17), 28-23 (19×28), 33×2 en Henk gaf op.
Onthoud dit zetje voor mijn partij uit de zevende ronde …

Op dinsdag 18 juli was er weer een enkele ronde. Mijn tegenstander was Peter van der Stap. Het was van mijn kant een matige partij, waarin ik met zwart constant achter de feiten aan liep. De definitieve fout maakte ik op mijn 47e zet. Zie diagram 3.

Peter van der Stap – André van der Kwartel

Diagram 3

Ik speelde hier (27-31?) en kwam er na 26-21 (31×42), 38×47 niet meer aan te pas. Zwart had zich nog taai kunnen verdedigen met (12-17), 37-32 (17-21), 26×17 (27-31). Met alle witte schijven midden op het bord en de zwarte allemaal aan de rand lijkt zwart een goede kans te hebben de partij remise te kunnen houden.

Woensdag 19 juli was weer een dubbelrondige speeldag. In de ochtend speelde ik met zwart tegen Harold Jagram. Ik dacht dat ik tegen deze tegenstander wel een kans had, maar mocht blij zijn dat ik niet snel met een nul naar huis werd gestuurd. Zie diagram 4.

Harold Jagram – André van der Kwartel

Diagram 4

We hebben allemaal wel eens onze slordige momenten. Ik speelde hier (19-23??) en wit antwoordde vrijwel meteen met 40-35. Als wij allebei iets scherper waren geweest, hadden we natuurlijk wel gezien dat wit met 25-20! een schijf winst dan wel een dam had kunnen halen.
Ik dacht dat ik uiteindelijk wel beter kwam te staan, maar dat viel tegen. Zie diagram 5.

Harold Jagram – André van der Kwartel

Diagram 5

Wit ruilde hier 31-27 (22×31), 36×27. Zwart heeft geen enkel positioneel voordeel meer, maar nog wel een zetje: (30-34), 39×19 (29-33), 38×29 (18-22), 27×18 (12×45), 35-30. Zie diagram 6.

Harold Jagram – André van der Kwartel

Diagram 6

Ik heb voor zwart in deze stand geen winnende strategie kunnen ontdekken. Uiteindelijk heb ik in de partij gekozen voor (20-25) in de hoop dat wit zich zou laten verleiden tot 19-14 (25×34), 14-10 en met twee zwarte dammen op het bord zag ik nog wel kansen. Wit speelde echter 30-24, waarna het partijverloop was: (45-50), 42-38 (50-22), 21-17 (22×11), 19-14 (11-22), 14-10 (22-36) en remise gegeven. Misschien had ik met 22-13 nog wat verder moeten hengelen, maar ik had er niet veel vertrouwen in.

In de middagronde speelde ik tegen Pertap Malahé. Deze had in de ochtendronde een partij van ruim meer dan vijf uur gespeeld. Dus toen hij in de opening de ene ruil na de andere nam, bekroop mij de onjuiste gedachte dat Malahé er een gemakkelijke partij van wilde maken. Toen hij in een sterk uitgedunde stand alsnog tijd begon te investeren, moest ik even omschakelen. Inmiddels begrijp ik dat Malahé de opening wel vaker zo behandelt. Het aardigste moment in deze partij deed zich voor na de 39e zet van wit (Malahé). Zie diagram 7.

Pertap Malahé – André van der Kwartel

Diagram 7

Het was verstandiger geweest om eerst 8-12 te spelen, maar ik speelde hier direct 6-11!? Malahé meende nu groot voordeel te forceren met: 21-17 (11×22), 43-38, maar op die actie had ik een aardige weerlegging: 22-28 (33×22), 9-14! Zwart dreigt nu met (24-30) en (23-29). Partijverloop: 42-37 (7-11), 32-27 (24-30), 25×34 (23-29), 34×23 (19×17) en na nog vijf zetten werd de partij remise gegeven.

Op donderdag, de zevende ronde, speelde ik met wit tegen Nico Leemberg. Ik heb die partij gewonnen, maar had daarbij niet over geluk te klagen. Zie diagram 8.

André van der Kwartel – Nico Leemberg

Diagram 8

34-29 (25-30), 43-39 (3-8) [Zwart mist de kans op groot zo niet winnend voordeel na (21-26), 28-22 (19-23), enz.] 48-42 (8-12), 42-37 (21-26), 28-22 (12-17??), 22×11 (16×7), 32-28??? [We overzien allebei: 27-22 (18×27), 32×21 (26×17), 29-23 (19×28), 33×2. Let wel: dezelfde combinatie die ik drie dagen eerder had uitgevoerd tegen Henk Meester!] (7-11), 38-32 (20-25), 29×20 (15×24??). Hierna loopt de partij snel gewonnen voor mij na 45-40 enz. Als zwart (25×14), 35×24 (19×30) had geslagen, was de partij waarschijnlijk in remise geëindigd. Het positioneel sterke 33-29 is immers verhinderd door (18-22).

In de achtste ronde speelde ik met zwart tegen Mehmet Yöney. Het hoogtepunt van de partij deed zich voor na de 28e zet van zwart. Zie diagram 9.

Mehmet Yöney – André van der Kwartel

Diagram 9.

30-24 (19×30), 35×24! [Wit activeert twee dreigingen tegelijk: 34-30 (23×32), 37×10 en 36-31 (27×47), 49-44 (47×33), 39×28. Deze laatste dreiging werkt ook na (23-28): 37-32 (28×37), 21×41 (16×27), 36-31 (27×36), 46-41 (36×47), 49-44 (47×33), 39×10 (15×4). Hetzelfde principe geldt na (22-28), alleen gaat de slag nu naar veld 6. Ik heb gelukkig nog één zet:] (12-17), 37-32 (16-21), [Veel sterker is (7-12), 32×21 (17×26)] 40-35 (14-20) [Lijkt sterk, maar zwart geeft hiermee het initiatief uit handen.] 25×14 (9×20), 36-31 (27×47), 49-44 (47×33), 39×8 (3×12), 44-40. Zie diagram 10.

Mehmet Yöney – André van der Kwartel

Diagram 10

Deze stand heb ik dus nog weten te verliezen. Zwart lijkt ineens slecht te staan, maar er blijken nog meerdere wegen naar remise te zijn. Na lang rekenen besloot ik tot de volgende variant: (21-26), 35-30 (20-25), 24-19 (18-23), 29×27 (17-22), 27×18 (12×14). Na 30-24 heeft wit groot, waarschijnlijk winnend voordeel. In ieder geval wist ik de partij niet meer remise te houden.

In de negende ronde mocht ik met wit spelen tegen de kampioen van Gabon, Ghislain Mounanga Amateba. Een speler die in een hoog tempo zijn zetten speelde, daarbij regelmatig de klok mishandelde en de schijven soms verplaatste alsof hij aan het sjoelen was. Het maakte niet echt veel indruk. Dankzij een consequente aanval van mij op de korte vleugel van mijn tegenstander, ben ik de gehele partij geen moment in gevaar geweest.

Tweede plaats in het Amsterdams Paastoernooi en opnieuw mijn studententitel geprolongeerd

Het is al een maand geleden dat ik in het Paastoernooi te Amsterdam heb gespeeld, maar een paar mooie fragmenten wil ik jullie niet onthouden. Hans Tangelder heeft al de prachtige combinatie van Hans Jansen tegen Edwin de Jager in de eerste ronde op donderdag 13 april laten zien, maar dat was niet de enige combinatie van die ronde. Ik wist Bé Eggens te verschalken met een ‘gouwe ouwe’: het zetje van De Heer. In onderstaand diagram heb ik als laatste zet 31. 37-31 gespeeld en daarmee lok ik 21-26? uit. Bé wilde 31-26 niet toestaan, waarmee ik zijn bewegingsvrijheid op de korte vleugel zou inperken, en Bé speelde inderdaad 31. … 21-26?

Casper Remeijer – Bé Eggens 2-0

Hier haalde ik het verrassende, naar Aris de Heer vernoemde zetje uit met 32. 49-43 26×37 33. 48-42 37×48 34. 28-22 17×28 35. 33×22 24×42 36. 22-18 13×22 37. 43-38 42×33 38. 39×6 48×30 39. 35×4 en vijf zetten later gaf Bé op.

Ook Micha van Tol won in de eerste ronde op een aardige manier door goed gebruik te maken van de dam van zijn tegenstander Frank Pasman. Frank heeft in onderstaande stand als laatste zet 36. … 20-25 gespeeld. Micha speelt hier het sterke 37. 30-24. Als zwart deze voorpost aan gaat vallen, breekt wit op de andere vleugel door en gaat dankzij de belangrijke sluitpost op 50 makkelijk winnen en als zwart op zijn korte vleugel gaat spelen gaat wit dankzij de ijzersterke schijf op 24 ook winnen. In de partij ging het als volgt: 37. … 9-14 38. 32-27 8-12(?) 39. 47-41! 36×47 40. 24-19 47×44 41. 19×17 44×11 42. 16×7 en zwart gaf op. In plaats van 38. … 8-12 kan zwart 14-19 spelen, maar dan loopt wit met 27 naar 17 en daarna gaat schijf 16 lopen, waar zwart geef afdoende verweer tegen heeft. Ook 38. … 23-28 helpt niet, omdat op 24 lopen niet mogelijk blijft: 23-28 27-21 8-12 39-34 13-18 48-42 6-11 16×7 12×1 21-17 en zwart kan geen kant meer op.

Micha van Tol – Frank Pasman 2-0

Leopold Sekongo, Hans Jansen en ik hebben om de titel gestreden, een strijd die Leopold uiteindelijk gewonnen heeft door in de laatste ronde als enige van dit drietal koplopers te winnen en daarmee op 11 uit 7 te komen. Leopold was dit toernooi buitengewoon productief (vijf overwinningen), maar ook Hans (vier overwinningen) was productiever dan ik was (drie overwinningen). Daar staat tegenover dat ik als enige van ons drieën niet verloren heb. Opgemerkt dient te worden dat Leopold wel het lichtste programma heeft gehad met o.a. drie 1100-spelers. In de tweede ronde op vrijdagmiddag won Leopold van Rob van Westerloo die een zelfmoordcombinatie nam, terwijl Hans en ik remiseerden met Andrew Tjon A Ong respectievelijk Micha van Tol. Ik bereikte na een goede klassieke partij een kansrijk eindspel, maar wist in het ingewikkelde eindspel geen concrete winstkansen te creëren.

In het Paastoernooi in Amsterdam zijn altijd twee prijzen voor de grootste opwaartse overwinningen op spelers met een hogere rating. Guido van den Berg won een van deze prijzen door Bas Messemaker in de tweede ronde met de volgende combinatie te verrassen:

Guido van den Berg – Bas Messemaker 2-0

Bas had hier met 28. … 11-17 even niet op zetjes gelet en Guido strafte dat af met 29. 28-23 18×29 30. 32-27 en Bas liet zich 30. … 21×34 31. 44-40 29×38 32. 40×7 niet meer bewijzen.

Op vrijdag waren er twee rondes en in ronde drie op vrijdagavond wist ik absoluut niks te bereiken tegen het droge ambitieloze spel van Edwin de Jager. Hans Jansen speelt in een 9-om-9-positie met acht tempi voorsprong op sublieme wijze tegenstander Micha van Tol helemaal zoek en Leopold Sekongo wint met simpel drukspel tegen de op een vreemde manier schutterende Guido van den Berg. Na drie rondes staat Leopold met de volle zes punten op kop met daarachter met vijf punten Hans en ik voer een peloton achtervolgers met vier punten aan.

In ronde vier op zaterdagmiddag volgt het eerste toptreffen tussen Leopold en Hans. Hans lijkt de buit na vijftig zetten binnen te hebben, want Leopold moet offeren en na enige verwikkelingen waarbij een dam op het bord komt en weer gevangen wordt, bereikt Leopold een stand van twee schijven tegen drie schijven. Hans kan ook nog eerder dam halen, maar verzuimt de toch niet heel moeilijke winst te vinden en geeft Leopold dus een tweede kans om een punt te pakken. Echter ook bij Leopold speelt de tijdsdruk een rol en in onderstaande stand gaat hij alsnog de fout in:

Leopold Sekongo – Hans Jansen 0-2

Met aan het einde van de wedstrijd nog zeventien minuten op de klok is het eigenlijk onbegrijpelijk dat Leopold hier 68. 44-39? speelt. Blijkbaar moegestreden ziet hij het offer met een standaardeindspel over het hoofd: na 68. … 12-18 69. 13×22 14-37 gaf wit op, want in alle varianten kan de zwarte dam de witte schijven van achteren aanvallen en stoppen, bijvoorbeeld 22-18 37-48 39-33 48-42 33-28 42-37 28-22 37-31 22-17 31×13 17-11 13-18 11-6 18-1. Na 68. 44-40 kan zwart wel op dam komen en daarmee de remisehaven bereiken.

Zelf speelde ik een theoretische opening tegen Rob Geurtsen en hij besloot mij een bepaalde variant te laten bewijzen en dat deed ik met alle plezier. In onderstaande stand is 19. 30-25 de meest gespeelde zet, waarna 18-23 34-30 23×32 33-29 24×33 39×37 volgt met een spannende flankaanval.

Rob Geurtsen – Casper Remeijer 0-2

Rob besloot hier om 19. 45-40 18-23 20. 42-37 23×32 21. 37×28 te spelen. Ik heb geen keuze en speel 21. … 12-18. Hier moet wit afhaken en 38-32 27×29 34×21 16×27 28×17 11×22 spelen met een licht nadelige stand, maar Rob besloot mij te laten bewijzen wat de zwarte stand na 22. 48-42 waard is. Het zwarte spel luistert nauw en ik moet hier wel op een combinatie aansturen, maar die is gewoon heel goed voor mij. Na 22. … 16-21 23. 30-25 18-23 24. 42-37 23×32 25. 37×28 is de volgende stand bereikt:

Rob Geurtsen – Casper Remeijer 0-2

Als ik de volgende combinatie niet neem, sta ik heel slecht, maar het is een bekend combinatie-idee in de Roozenburgaanval dus ik zag de combinatie ruim van tevoren aankomen: 25. … 14-20 26. 25×5 4-10 27. 5×23 24-29 28. 33×24 22×42 29. 31×22 17×30 30. 26×17 11×22 31. 35×24 42-48. Deze combinatie is bekender zonder schijf op 39, want dan gaat zwart direct naar dam. Ik wist echter relatief eenvoudig te winnen.

Na vier ronden stond Hans Jansen dankzij zijn overwinning op Leopold Sekongo ongedeeld eerste met 7 uit 4, gevolgd door Leopold en mij met 6 uit 4. In de vijfde ronde boekte ik de mooiste overwinning van mijn damcarrière door grootmeester Hans Jansen met sterk aanvalsspel van het bord te spelen! Doordat Leopold ook won, wisselden wij Hans af als koploper. In onderstaande stand heeft Hans als laatste zet 37. … 2-8 gespeeld. Ik speelde redelijk snel 38. 30-24 19×30 39. 35×24 en zette zo een weldadige aanval met drie voorposten op. We blijken allebei het simpele 38. 22-17 12×21 23-18 13×22 28×17 21×12 29-24 20×29 33×2 w+ gemist te hebben.

Casper Remeijer – Hans Jansen 2-0

Hans bracht combinaties in de stand met 39. … 5-10, maar ik trapte er niet in en speelde 40. 41-36. Op 41-37 of 38-32 was 12-17 22×11 1-7 11×2 8-12 2×19 12-18 gevolgd met remise respectievelijk zelfs winst voor zwart. Over deze stand na 40. 41-36 merkte Hans op “Mijn stand was net niet passief genoeg.” Als Hans nu had mogen passen, had hij na elke zet van mij een combinatie gehad!

In ronde zes, wederom de tweede ronde op een dag, mocht ik aantreden tegen Leopold. Een kansrijke klassieke positie met een sterke Ghestemdoorstoot was net niet genoeg voor mij om te winnen, omdat Leopold sterk verdedigde. Hans Jansen won op typisch onnavolgbare wijze van Mari van Ballegooijen en zodoende gingen we gedrieën met 9 uit 6 de slotronde in.

Er waren ook drie spelers met 8 uit 6 en in de slotronde werden de koplopers elk aan een speler met acht punten gekoppeld. Hans Jansen leek een goede stand in het middenspel te hebben tegen Krijn ter Braake, maar die speelde verder goed en behaalde uiteindelijk zonder problemen een gelijkspel. Mijn tegenstander Guido van den Berg leek halverwege de partij een heel goede klassieke positie te hebben, maar ik wist een oplossing te vinden waarbij Guido moeite moest doen om remise te maken. Hij liet zich echter niet van de wijs brengen en dus werd ook deze partij remise. Leopold Sekongo wist als enige wel te winnen, van Andrew Tjon A Ong, omdat Andrew niet voor de eerste keer dit toernooi in het late middenspel onhandig aan het doen was en zelf voor een onevenwichtige schijvenverdeling zorgde, waar Leopold gretig gebruik van maakte. Uiteindelijk legde Leopold dankzij deze overwinning beslag op de eerste plek met 11 uit 7 en moesten Hans en ik met 10 uit 7 genoegen nemen met plekken twee en drie. We hadden evenveel weerstandspunten, maar met drie SB-punten meer ben ik op de tweede plek geëindigd. Deze tweede plek was uiteraard ruim voldoende om eerste te worden in het studentenklassement.

Onze Steven den Hollander deed ook mee in het Paastoernooi, maar qua damprestaties was het geen heel succesvol weekend voor Steven. Vier rondes lang fungeerde hij als rondeteller, wel met drie knappe remises tegen 1300-spelers, maar door twee nederlagen in de tweede helft van het toernooi (en één overwinning) eindigde Steven op plek 21 met 6 uit 7.

Dubbele Partie Bonnard beslist halve finale bekercompetitie

In beide halvefinalewedstrijden van de bekercompetitie op 11 mei werd op het scherpst van de snede gespeeld doordat Evert Bronstring en Steven den Hollander zich op lieten sluiten in een Partie Bonnard. Dit leverde twee zeer spannende partijen op, maar niet het door Evert en Steven gewenste resultaat.

Evert verkreeg tegen Jan van der Star in de opening een gezonde flankaanval, maar wilde de spanning zo ver mogelijk opvoeren en sloot de stand nadat Jan op zijn voorpost liep. Dit had echter niet het gewenste effect doordat Jan hier een sterke centrumaanval tegenover stelde. Jan besloot een paar zetten later de stand open te breken met behoud van zijn centrumaanval en bouwde een alleszins gezonde stand op. De centrumaanval van Jan was duidelijk sterker dan de flankaanval van Evert met twee nutteloze schijven achter de flankaanval en in de partij wist Jan makkelijk te winnen, maar in onderstaande stand mist Evert verrassend de remise:

Jan van der Star (1163) – Evert Bronstring (1298) 2-0

Jan heeft als laatste zet 45. 38-32 gespeeld en zwart kan nu niet meer verhinderen dat wit met 32-27 de zwarte korte vleugel vastzet. 22-28 mag immers niet vanwege 32-27 28×19 27-21 16×27 31×24 met schijf- en partijwinst. Evert speelde nu 45. … 20-25? en zag dat Jan na 46. 32-27 simpel schijf 18 eruit kan werken met 30-24 en 34-30 en gaf op. Evert had echter met 45. … 4-9 nog remise in handen! Op 32-27 volgt in dit geval 9-13 30-24 22-28 23×32 17-22! (zie onderstaand analysediagram) en wit heeft na deze elegante stille zet ondanks een schijf meer geen enkele winstkans.

Jan van der Star (1163) – Evert Bronstring (1298) 2-0 (analysediagram)

Op 34-30 volgt 22-28 32×23 20-25 met remise en op 26-21 komt 18-23, waarna beide spelers twee dammen halen en het dus ook remise is.

Ook als wit 4-9 in het eerste diagram op een andere manier beantwoordt, kan hij niet winnen. Ik geef een variant ter illustratie: 4-9 31-27 22×31 36×27 20-25 30-24 (32-28 is direct remise door 17-21 26×8 15-20 23×12 9-13 8×19 20-24 29×20 25×21) 17-22 23-19 22×31 26×37 18-22 32-28 22×33 29×38 12-17 34-29 17-22 29-23 9-14 19×10 15×4 en de witte aanval is tot staan gebracht.

Door zijn overwinning heeft Jan zich voor de bekerfinale geplaatst. De andere finalist is André van der Kwartel (1075) die Steven den Hollander (1275) op remise wist te houden en dankzij het ratingverschil van meer dan 100 punten daarmee door is naar de finale.

Ook Steven zette zijn partij zo ambitieus mogelijk op en zette een flankaanval voortvarend om in een Partie Bonnard. Dit leverde André ruim dertig zetten lang een analytisch duidelijk betere stand op, maar André wist uit de vele aantrekkelijk ogende mogelijkheden niet de juiste weg naar groter voordeel te destilleren. Voor de beker is echter louter van belang dat André ook geen fouten maakte en dus een verdiende remise en finaleplaats binnenhaalde.

Steven den Hollander (1275) – André van der Kwartel (1075) 1-1

In bovenstaand diagram een voorbeeld van een van de vele keren dat André door had kunnen stoten naar 28. Na 25. … 23-28 komt bijvoorbeeld 29-23 20×29 23×32 29-33 38×29 19-24 30×10 9-14 10×19 13×35 en zwart heeft een veel betere korte vleugel dan wit en daarmee een perspectiefrijke positie.

Een andere interessante mogelijkheid deed zich voor in de volgende stand na 30. 32-27 van Steven:

Steven den Hollander (1275) – André van der Kwartel (1075) 1-1

André speelde hier 30. … 1-7 om na 31. 46-41 23-28 te spelen, maar hij had ook al een zet eerder 30. … 23-28 kunnen spelen. 29-23 is nu zeer slecht vanwege 20×29 23×32 29-33! 39×28 22×33 en wit geeft nog het beste tijdelijk een schijf met 30-24 19×39 43×34, maar zwart geeft die onmiddellijk terug met 25-30 en houdt een ijzersterke schijf op 33 over.

Wit doet er beter aan om 30. … 23-28 met 46-41 te beantwoorden en zwart kan nu een extra schijf van de lange vleugel in het spel brengen en van de witte lange vleugel blijft gaandeweg niks meer over. Men zie: 19-23 41-36 14-19 27-21 1-7 21-16 10-14 48-42 7-11 16×7 12×1 31-27 22×31 36×27 17-22 49-44 22×31 26×37 28-32 37×28 23×32 en wit gaat een sombere toekomst tegemoet.

Bekercompetitie komt op gang met een avond vol beslissingen

Bijna de hele kwartfinale van de beker van LDG is op één avond beslist. Er waren al eerder twee wedstrijden in de kwartfinale gespeeld, maar in beide gevallen was een tweede wedstrijd noodzakelijk na de remise in de eerste wedstrijd. Op 23 maart 2017 zijn er twee overwinningen in bekerwedstrijden geboekt en plaatste Evert Bronstring (1298) zich voor de halve finale na de tweede remise tegen Casper Remeijer (1347).

André van der Kwartel (1075) had een week eerder nog remise gespeeld tegen Dick den Ouden (980), maar haalde in de herkansing tegen Dick in straalverloren positie een grote klapper over maar liefst acht schijven uit! Het ratingverschil is iets minder dan honderd punten dus kreeg André een herkansing na de eerste remise, maar de tweede wedstrijd moest hij winnen en dus nam André onverantwoorde risico’s. Hij accepteerde al vroeg een kortevleugelopsluiting (KVO), wat een combinatierijk spelbeeld opleverde, maar André had twee overbodige schijven achter de KVO staan en zijn lange vleugel werd gedurende de partij steeds dunner en zijn stand steeds slechter.


André van der Kwartel (1075) – Dick den Ouden (980) 2-0

André koos ervoor de KVO te handhaven en kwam al snel slecht te staan: na dertig zetten waardeert de computer de stand ondanks een gelijk schijvenaantal alsof Dick twee schijven voor staat. In de bovenstaande stand na 32. 42-37 kan Dick bijvoorbeeld 10-15 spelen en makkelijk winnen, maar tijdens het nadenken van Dick was André aan het fantaseren over zijn mogelijkheden als Dick 32. … 4-9 zou spelen en die zet kwam tot zijn verrassing ook! Nu was André er als de kippen bij om de mooie achtklapper uit te halen met 33. 33-29 24×33 34. 30-24 19×39 35. 40-34 39×30 36. 35×13.

André gaf zelf aan dat hij zelfs een tweede winnende achtklapper had kunnen nemen: 33. 34-29 25×23 35-30 24×35 44-39 35×44 27-21 17×26 45-40(!) (direct 37-31 levert een moeilijk eindspel op dat volgens de eindspeldatabase gewonnen is voor wit, maar even de zwarte op 44 teruggooien is wel zo makkelijk) 44×35 37-31 26×28 33×11 en wit wint simpel omdat hij veel eerder op dam is.


Steven den Hollander (1275) – Hans Kolfoort (1134) 2-0

De andere winstpartij komt op naam van Steven den Hollander (1275) die Hans Kolfoort (1134) in een reeds zeer goede aanvalsstand verschalkte met een damcombinatie. De uitschakeling van Hans is extra zuur, omdat hij eerder in de partij schijfwinst miste door twee zetten om te draaien. Met een schijf meer had Hans sowieso niet verloren en remise was genoeg geweest om Steven direct uit de beker te kegelen. In bovenstaande stand had Hans een schijf kunnen winnen met 25. … 14-19! Steven kan maar het beste direct schijfverlies accepteren met 40-34, want op opvangen met 40-35 19×30 35×24 volgt 13-18! met de onpareerbare dreiging 18-23. Op 28-23 volgt 25-30 24×35 20-24 29×20 18×27 en ook andere zetten helpen wit niet meer. Hans begon echter met 25. … 13-18 en nu zit er door de schijf op 14 niks in voor zwart.

Zo’n tien zetten later kwam de onderstaande stand op het bord. Steven is naar 21 gegaan om de bewegingsvrijheid van de zwarte korte vleugel in te perken en en passent dreigt hij nog met een damcombinatie ook. Hans speelde 36. … 3-8? en Steven haalde uit met 37. 28-22 18×16 38. 37-31 26×37 39. 38-32 37×28 40. 33×2 en tien zetten later staakte Hans de strijd.

De derde beslissing in de bekercompetitie was de tweede remise tussen Evert Bronstring (1298) en Casper Remeijer (1347), waardoor Evert dankzij zijn lagere rating door is naar de halve finale. Casper moest winnen, maar zijn partijopzet mislukte faliekant en na dertig zetten moest hij afhaken en gaan verdedigen om niet helemaal weggespeeld te worden en te verliezen. Ondanks het goede spel van Evert en een duidelijke voorsprong voor Evert op het bord en op de klok verdedigde Casper ruim 25 zetten goed. Evert had een prachtige verdediger op zijn korte vleugel in schijf 50 en het was in een vijf-om-vijf-stand duidelijk dat Evert eerder ging zijn met doorbreken dan Casper. Casper miste op de 57e en 58e zet remisevoortzettingen en belandde in een zeer moeilijk eindspel met allebei een dam, maar twee schijven meer voor Evert. Waarschijnlijk had Evert kunnen winnen, maar Evert had aan remise genoeg om door te gaan naar de halve finale en het werd al laat en hij had geen zin om dit ingewikkelde eindspel uit te gaan spelen. Dus bood Evert remise aan en kwam Casper daar goed mee weg (de partij telt ook mee voor de onderlinge competitie en daarvoor maakt het verschil tussen verliezen of remise wel uit).

Klik hier voor de stand in de kwartfinales van de beker.

Naast de drie bekerwedstrijden waren er ook twee wedstrijden voor de onderlinge competitie. Edwin van Hofwegen en Peter van den Berg hielden elkaar de hele partij in evenwicht met een remise als logisch resultaat en Evert Dollekamp maakte van een ruil van Hein van Winkel schijfwinst door pardoes met de verkeerde schijf te slaan! Na deze blunder hield Evert het direct voor gezien en feliciteerde zijn tegenstander.

Bekercompetitie LDG 2017 begonnen

Afgelopen donderdag 19 januari 2017 is de bekercompetitie van LDG van start gegaan. De bekercompetitie is een afvalsysteem met de regel dat bij remise de speler met de lagere rating doorgaat als het ratingverschil groter dan 100 is. Als het verschil maximaal 100 punten is, wordt er een tweede wedstrijd gespeeld en bij opnieuw remise gaat alsnog de speler met de lagere rating door naar de volgende ronde.

De eerste twee partijen voor de beker zijn al gespeeld en deze regel heeft ook al direct zijn eerste slachtoffer geclaimd: Dick den Ouden (980) schakelde Evert Dollekamp (1273) uit door in een goede partij geen enkel moment in gevaar te komen en een punt veilig te stellen. De andere partij die gespeeld werd eindigde wel in een beslissing: Casper Remeijer won van Harry Dekker en is dus door naar de volgende ronde.

André van de Kwartel lootte vrij en is dus ook door naar de volgende ronde.

Klik hier voor de loting en uitslagen van de eerste ronde van de LDG-beker 2017.

Naast de begonnen bekercompetitie gaat de onderlinge competitie gewoon door. Steven den Hollander won van Evert Bronstring m.b.v. een mooie lokzet. In een halfopen klassieke stand plaatste Steven een sterke Ghestemdoorstoot en Evert dacht dat af te kunnen straffen door die af te ruilen en op een damcombinatie aan te sturen. Evert miste eerst echter een mogelijkheid tot een andere, mooie damcombinatie, hoewel dat niet meer dan remise op had geleverd.


Evert Bronstring – Steven den Hollander 0-2

Anderhalve zet voor de stand hierboven bereikt werd, speelde Steven 14. … 23-29! Evert kan hier met 16. 36-31 aansturen op een mooie combinatie. Op de logische zet 17-22 kan dan namelijk volgen 27-21 16×36 37-31 26×28 25-20 14×34 39×30 28×39 43×5. Zwart kan de dam echter direct afnemen met 13-19 5×17 11×22 30×19 en na 6-11-17 en 8-13 19×8 2×13 blijft een gelijkwaardige stand over.

Evert ruilde de voorpost echter weg met 16. 40-34 29×40 17. 45×34 en na 17. … 18-23! is de volgende stand bereikt:

Hier haalt Evert een dam, maar Steven had het vervolg beter gezien: 18. 33-29 24×44 19. 27-22 17×28 20. 25-20 14×25 21. 43-39 44×33 22. 38×18 12×23 23. 34-29 23×34! 24. 32×5 34-39! De stand is nu als volgt:

Wit staat nu heel precair en moet maar op een slecht eindspel aansturen met bijvoorbeeld 37-31 25×34 5-23 26×37 23×40 (23×1? 39-43!) en zwart laat slaan en haalt zelf ook dam.

Evert had echter andere plannen en speelde na 24. … 34-39 direct 25. 5-23? 25×34 26. 23×1 11-17! 27. 1×40 13-18 28. 40×21 26×17 en aangezien zwart bij een gelijk aantal stukken gewoon naar dam kan lopen gaf Evert op.

Klik hier voor de stand van de onderlinge competitie na ronde 19.

Eindstand zomercompetitie 2016

Casper Remeijer heeft de zomercompetitie 2016 gewonnen na een spannende laatste avond. Steven den Hollander zat Casper al weken op de hielen, maar miste in de voorlaatste ronde de kans om de druk op Casper op te voeren. Steven verloor van André van der Kwartel na in het middenspel een winnende combinatie te hebben gemist, terwijl Casper in een spannende partij van Marc Bremer won. Zie hier de eindstand van de zomercompetitie 2016. Steven werd door deze nederlaag ingehaald door Evert Dollekamp en eindigde op de derde plek. (De uitslag en enkele partijen kunnen ook op Toernooibase worden gevonden.)

Steven miste in de volgende stand met wit een niet heel moeilijke coup Royale:

31-27 21×34 37-32 29×27 40×7 had gewonnen, maar Steven speelde 39-34 en later bleek dat de onvermijdelijke KVO in zwarts voordeel werkte.

De laatste ronde wist Casper ook te winnen, met een kleintje, van Hans Kolfoort en bleef daardoor met tien overwinningen en één nederlaag de concurrenten Evert en Steven voor ondanks het lagere tegenstandersmoyenne.

Vorige week had Evert Dollekamp een mooi web van combinaties gespannen. Edwin van Hofwegen heeft in onderstaande stand als laatste 17-22? gespeeld en nu speelde Evert het niet verkeerde 46-41 en zwart kan niet meer voorkomen minstens een schijf te verliezen, maar Evert had ook direct toe kunnen slaan met 37-31! 27×36 47-41 36×47 42-37 47×33 39×17 12×21 23×1 w+.

Na 46-41 is 7-11 verhinderd door 34-30, 13-19 24×13 8×28 verliest een schijf na 29-24 20×29 34×21 16×37 37-32 en op het gespeelde 27-31 kwam ook 34-30! 25×32 37×17 12×21 23×1 en wit won.

Nog een week eerder verschalkte Steven den Hollander Hans Kolfoort met een gewaagde partijopzet en een mooie combinatie. Hans heeft met zwart kort geleden 5-10 gespeeld en dat is een gevaarlijke zet. Steven speelde als laatste zet 27-22 18×27 31×22 en dat brengt ons tot onderstaande stand:

Zwart speelt nu het beste 12-18, maar wit heeft de betere stand. Hans speelde echter 12-17 22×11 6×17 en werd verrast door 28-22 17×39 38-33 39×28 34-29 en hoe zwart ook slaat, wit komt altijd op dam. Hans koos voor de minst slechte variant en sloeg 25×34 29×18 13×22 32×5 22-28 40×29 24×33 5×32 21-27 32×21 26×17 met gelijk aantal stukken. Wit verovert schijf 32 echter en won snel.

Volgende week donderdag 25 augustus gaat de onderlinge competitie weer van start en de week erop, 1 september, is het sneldamkampioenschap van LDG.

Arjen de Mooij combineert zichzelf het graf in

De zomercompetitie is onder andere leuk doordat er ook spelers uit de regio meedoen die geen lid van LDG zijn. Op de tweede avond van de zomercompetitie op woensdag 13 juli deden er twee sterke spelers uit de regio mee, maar zij ondervonden dat de LDG-ers lastige tegenstanders kunnen zijn.

Arjen de Mooij haalde in beide partijen een verliezende combinatie uit, één keer in gewonnen stand (!) en één keer in nadelige stand die bij goed spel nog remise was.

In onderstaande stand staat Arjen met wit aan zet gewonnen tegen Edwin van Hofwegen:

Als Arjen hier met 30-25 verdergaat en na het gedwongen 9-14 40-34 speelt, kan zwart niks meer. De dodelijke omknelling met 33-29 24×33 38×29 dreigt en op 23-29 34×23 18×29 volgt 35-30 24×35 33×15 met snelle doorbraak voor wit. Arjen zag echter een combinatie en dacht dat dat sneller zou gaan winnen. Dus speelde hij 37-31 26×37 32×41 21×43 48×39 18×27 30-25 23×32 25×3 om er hierna pas achter te komen dat zwart een goede plakker heeft: 24-29 3×6 29×36 en met twee stukken meer en uitzicht op twee dammen won Edwin makkelijk.

Marc Bremer stond lang duidelijk beter tegen Hans Tangelder, maar liet zijn voordeel verwateren. In onderstaande stand speelde Marc met zwart 3-8?, waarop Hans 38-33 speelde en opeens waren alle zwarte zetten verhinderd wegens kleine combinaties.

Marc offerde noodgedwongen een schijf met 17-22 28×17 18-23, maar wist nog een punt uit het vuur te slepen toen Hans enkele zetten later een remiseafwikkeling toeliet: 27-21 8-13 en na de blunder 37-31 werd remise overeengekomen vanwege 23-28 33×22 7-11 17×6 24-29 34×23 19×37.

In de tweede partij van de avond ging Arjen eveneens combinatief in de fout: in tijdnood gaf hij zijn tegenstander een dam, plakte zelf naar dam en gaf het op toen hij erachter kwam dat zijn eigen dam direct weer van het bord ging verdwijnen.

Als je door alle tijd heen bent die je aan het begin van de partij hebt gekregen, moet je het met 25 seconden per zet doen in het eindspel en eindspel is al een lastig onderdeel van het damspel. André van der Kwartel miste in de volgende stand met zwart aan zet de winst tegen Maurits Meijer:

André speelde hier 44-11 12-8 11-2 en bijna speelde Maurits 8-3, maar dan had niet 9-14 gevolgd, maar 2-7! Maurits koos voor 18-13 9×18 8-3 en de partij liep remise.

In de stand van het diagram overwoog André uiteraard 44-40, maar hij vreesde 47-42-38-33-29. Zonder iets scherper te kijken koos hij daarom voor de partijvariant. Maar de stand is na 44-40 natuurlijk simpel gewonnen: na 47-42 komt 9-14. Zwart dreigt nu met 14-19 en 19-23, dus wit moet wel 18-13 40×7 13-8 spelen, maar dan komt 7-2 met winst.

De uitslagen en de stand zijn op Toernooibase te volgen.

Volgende week, 20 juli, is er geen zomercompetitie vanwege het schaaktoernooi, maar vanaf woensdag 27 juli is iedereen weer elke week van harte welkom om één of twee partijtjes per avond te dammen.

Spannende strijd om het clubkampioenschap

In de onderlinge competitie van LDG Leiden is Evert Bronstring altijd een favoriet voor de titel en ook dit jaar rijgt hij de overwinningen aaneen. Halverwege het seizoen stond Evert fier op de eerste plek, maar hij is niet ongenaakbaar. Na een nederlaag tegen Dick den Ouden eerder in het seizoen, verloor Evert op 11 februari 2016 van achtervolger Casper Remeijer. Beiden speelden op het scherpst van de snede en wilden de ander geen enkele kans om voordeel te pakken geven. In de stand van onderstaand diagram speelde Evert met zwart 20. … 14-19.

Na bijvoorbeeld 20. … 2-8 31-26 21-27 32×21 16×27 kan Casper 28-23 spelen en wit heeft de mogelijkheden voor het uitkiezen. Met 8-13 kan Evert dan een ruil afdwingen, maar zowel 48-43 13-19 50-44 19×28 35-30 24×35 29-24 20×29 34×21 als 36-31 27×36 23-18 12×23 29×27 wil je met zwart liever niet toelaten en misschien kan wit na 8-13 zelfs wel 23-18 12×23 29×18 spelen met ongewisse afloop.

20. … 14-19 is dus positioneel gezien een logische zet en lijkt de beste zet, maar het geeft wit wel de mogelijkheid om meerdere damcombinaties te nemen. Casper dacht in eerste instantie dat 20. … 14-19 niet goed zou zijn, omdat na 21. 31-26 21-27 22. 32×21 16×27 wit een eenvoudige dam heeft: 28-23 19×28 29-23 28×19 38-32 27×29 34×5. Deze dam kost een stuk, maar zwart kan de dam direct vangen met 9-14 5×30 25×43 48×39 en dan staat het weer gelijk.

Casper had ook een andere dam kunnen nemen na zowel 20. … 14-19 als 22. … 16×27, maar die dam ingeleid met 35-30 is op beide momenten te duur en niet goed. Na lang zoeken vond Casper echter op het juiste moment een derde damcombinatie en na de in Everts woorden geniepige damcombinatie gevolgd door damafname 23. 38-32 27×38 24. 34-30 25×32 25. 39-34 38×29 26. 34×5 20-25* 27. 5×46 22-28 28. 46×30 25×34 29. 40×29 stond Casper een schijf voor.

Met een schijf meer won Casper de partij en is hij Evert dicht genaderd in punten. De strijd om het clubkampioenschap ligt nu weer helemaal open.

LDG verliest van De Hofstad Dammers door meerdere tegenvallers

Op donderdagavond 3 december 2015 ging er niks goed voor LDG. Er werd voor de provinciale competitie met 4-8 verloren van De Hofstad Dammers, omdat goede standen niet werden gewonnen en er onnodig werd verloren.

Evert Bronstring speelde tegen Frans Teijn en had de hele wedstrijd duidelijk voordeel. Evert had in het late middenspel een damcombinatie in de stand gebracht om het de tegenstander lastig te maken, maar nam de dam niet toen de tegenstander het toch toeliet of erin trapte, omdat de dam net niet winnend was. Uiteindelijk moest Evert tot de conclusie komen dat zijn tegenstander de hele wedstrijd net binnen de remisegrenzen is gebleven. Dat was de eerste teleurstelling van de avond.

Hans Tangelder kwam beter uit de opening tegen Frans van de Velde, maar hij had te veel schijven in het centrum en een te mooie stand dus dat kon natuurlijk niet goed gaan. Hij is eigenlijk niet echt in de problemen gekomen, totdat hij twee zetten omwisselde bij zijn remisecombinatie en opeens verloren stond …

In bovenstaande stand had Hans zwart en wilde remise maken door middel van 19-24 30×10 9-14 10×19 17-22 28×17 27-31 36×27 8-12 17×8 2×22, maar Hans begon met 17 richting 22 te spelen en kwam erachter, terwijl hij de schijf nog niet had losgelaten, dat hij na 17-22, 28×17 zelf zou moeten slaan. Omdat hij schijf 17 al aangeraakt had moest hij wel 17-21 spelen, maar verloor toen kansloos na 30-24 en 18-22.

Casper Remeijer speelde tegen Hans Jacobsen een zeer spannende wedstrijd. In het middenspel liet hij zijn tegenstander die met wit speelde vanwege een denkfout op veld 15 toe, wat de ontwikkeling van Caspers lange vleugel bemoeilijkte. Na een vervlakkende ruil van zijn tegenstander schiep Casper weer complicaties door het centrum te pakken ten koste van een ongemakkelijk opstelling op zijn korte vleugel. Beide spelers lieten in deze gecompliceerde stelling enkele steken vallen, maar Hans Jacobsen wist Casper door moeilijkheden op diens korte vleugel met een verre voorpost op te zadelen. Deze verre voorpost leek te gaan vallen, maar in de partij kwam het daar niet van. In een moeilijke stand wikkelde Casper met damgeven en plakken af naar een eindspel met een schijf meer, maar zijn tegenstander schoof dat bekwaam naar remise.

Nu Hans Tangelder had verloren en Evert en Casper allebei niet hadden gewonnen, lag de druk op Edwin van Hofwegen en misschien is die druk samen met de druk van de klok net iets te groot geweest.

Edwin van Hofwegen speelde tegen Krijn Toet een goede partij met vanaf de opening spanning: zie hier de hele partij. Hij stond de hele partij beter en had zelfs duidelijk beter kunnen komen te staan met een zet als 28. 42-37. Krijn Toet ging op een gegeven moment met zwart naar veld 32 en wit kon deze schijf niet makkelijk verwijderen. Edwin had vele goede voortzetting en koos voor een tussenloop die zijn tegenstander dwong naar dam te plakken. De dam ging direct weer van het bord met een gelijk aantal schijven, maar met een slechte voorpost op 29 voor Krijn Toet. Edwin speelde goed tegen deze voorpost en kwam zeer goed te staan. Hij had kunnen winnen, hoewel het niet makkelijk te zien was, maar wikkelde in plaats daarvan af naar een ander eindspel dat ook goed voor Edwin was, maar helaas niet goed genoeg voor de winst.

Peter van de Berg verloor onnodig van Bonne Douma, nadat hij een schijf winst niet kon vasthouden. Harry Dekker speelde verdienstelijk remise tegen de sterke Peter van Eck.

Met nog één wedstrijd te gaan tegen mededegradatiekandidaat Van Stigt Thans 2 staat LDG nu laatste met 3 punten uit 7 wedstrijden. Van Stigt Thans 2 heeft ook 3 punten, maar een wedstrijd meer te gaan tegen topper Damlust Gouda en een op dit moment net iets slechter bordsaldo dan LDG. Met twee ploegen met 4 punten wordt de laatste wedstrijd tegen Van Stigt Thans 2 hoe dan ook een beladen wedstrijd.

Avontuur met een rustig einde

Steven den Hollander en Casper Remeijer waren in hun partij afgelopen donderdag voor de onderlinge competitie in een avontuurlijke bui. Na 22 zetten was de onderstaande stand op het bord gekomen:

Steven speelde hier 23. 41-36, maar had de speculatieve opening van Casper af kunnen straffen met 23. 23-18 12×23 24. 28×19 17×28 25. 33×22. Nu dreigt 19-14 en zwart lijkt twee mogelijkheden te hebben om daar iets tegen te doen: 4-10 en 13-18. 4-10 faalt simpel vanwege 19-14 10×19 27-21 26×28 32×1, maar beide spelers misten dat 13-18 ook was verhinderd. Hoe dit is verhinderd is hier te zien.

Na het gespeelde 23. 41-36 was Casper verplicht de spanning grotendeels op te heffen met 13-18 22×13 9×29 28-22 17×28 32×34 en vijftien rustige zetten later eindigde de partij in een puntendeling.