Hans Jansen

Geschreven door Evert Dollekamp!

Compromisloos spel. Dat is Hans Jansen ten voeten uit. Tegen Jan en alleman gaat Hans voor de winst. Zijn stijl is ongeëvenaard. Zelfs grootmeesters spelen tegen hem met de voet op de rem. Niet voor niets vier maal kampioen van Nederland. Het had zelfs vijf keer kunnen zijn als hij de loting tegen Harm Wiersma winnend had afgesloten. Het jaar weet ik niet meer, maar kennelijk vond de KNDB het nodig dit middel in te zetten om het NK te beslechten.

De stijl van Hans Jansen laat zich moeilijk beschrijven. Een sluipmoordenaar, misschien komt dat nog het beste in de buurt. Gepaard aan een feilloze techniek weet hij met fijne zetjes de tegenstander in verwarring te brengen. Daarbij gaat hij soms tot het gaatje. Waar een ander allang zou zijn afgehaakt, weet hij de spanningen tot op het laatst te handhaven. Natuurlijk ging het wel eens mis, maar de echte grootmeester ligt daar niet wakker van. Hij neemt zijn verlies als een man. En acteert als Evert Bronstring toen zijn vrouw Wobien vroeg hoe het vandaag was gegaan. ‘Het is goed gegaan Wobien. Ik heb vandaag omsingeld!’ Zo is Hans ook: de strategie is oppermachtig aan het resultaat.

Hans ken ik al heel lang. Toen we beiden nog in Groningen woonden, speelden wij onze eerste partij. Ik won nota bene door een zetje, Hans’ handelsmerk. De toon was gezet voor een jarenlange terreur. In zeven ontmoetingen haalde Hans drie remises en beet vier maal in het stof. Dat was natuurlijk ook wel een beetje mijn verdienste, maar de oorzaak was toch vooral dat ik Hans nooit begreep. Zoals de rechtsback van het vierde Johan Cruyff moeiteloos aan banden legde, boekte ik de ene overwinning na de andere. Maar goed: zo heeft iedereen zijn Angstgegner.

Hans en ik waren jarenlang teamgenoot bij het Drents Tiental. Slopend. Niet de wedstrijden, maar de tochten van Amsterdam naar Hijken. Hans reed met mij mee en zat twee uur op de praatstoel. Een enkele keer lukte het me mee te lullen, maar meestal was hij onnavolgbaar met zijn theorieën zodat ik vaak met een lelijke hoofdpijn arriveerde. Toch een onvergetelijke herinnering toen ik op een avond met Hans onderweg was naar Leeuwarden waar hij een partij vooruit moest spelen voor de Nationale Competitie:

Onderweg naar Leeuwarden

Leeuwarden, nog 36 kilometer. Op pad met Hans Jansen. Plots klinkt het: ’Wist jij dat 36 een heel bijzonder getal is?’ Ik kom niet verder dan 6 kwadraat. Het is volgens Hans echter ook een zogenaamd driehoeksgetal: 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8. Hans krijgt van mij de opdracht mijn geboortejaar 1959 te herleiden tot 36, nadat ik hem al heb verteld dat ik op 6-3 precies 36 ben geworden. Het is vervolgens tien minuten stil in de auto. ‘Ik heb er wel een andere formule voor’ klinkt het dan. ‘Met grondtal 7’. Een uitleg van de formule volgt. Elk oneven getal is te herleiden tot de som van een bepaald aantal tweevouden van oneven getallen verhoogd of verlaagd met 1, te beginnen bij 1. Je hebt er niks aan verder, maar het is mooi gevonden. ‘Even kijken. 1959. Dat wordt dan plus, plus, plus, plus, min, plus, min, min, plus, plus!’ Leeuwarden nog 15 kilometer. Even doorzetten, dan haal ik het net. Uitwerking:

2×1+1=3, 2×3+1=7, 2×7+1=15, 2×15+1=31,

2×31-1=61, 2×61+1=123, 2×123-1=245,

2×245-1=489, 2×489+1=979, 2×979+1=1959.

Dat Hans echter zijn dag niet heeft, ontdek ik opvolgende zondagochtend. Bij het prutsen aan de formule kom ik tot de ontdekking dat in 1959 een prachtige 36 zit verstopt, ontroerend door zijn eenvoud. Gewoon het verschil tussen de vermenigvuldiging van het tweede en derde cijfer en de vermenigvuldiging van het eerste en vierde cijfer: (9×5)-(1×9)=36! Ook realiseer ik me pas daags na de wedstrijd dat in mijn partij aan de overzijde wordt geblunderd één zet nadat veld 36 is ontruimd. En Hans haalt paaltje 3 na 6 rondes door tegenstander Taeke Kooistra als het ware naar veld 36 te zuigen. Om 3 voor 6 worden de handen geschud. En voor mezelf is het zege nummer 3. Ook 6 keer meegedaan. Zo, nu houd ik op, het is ten slotte al weer 22.36. Tijd voor 0.36 liter bier.

Je kunt niet zonder risico spelen en toch veel kansen creëren

NK 1982 – Interview met Hans Jansen

Door Hielke Hylkema

Hans Jansen, 25 jaar, internationaal meester, lid van de Moon-beweging, in 1979 kampioen van Nederland.

Je hebt de afgelopen tijd natuurlijk heel weinig aan dammen gedaan…

Ja. Ik ben er innerlijk volledig mee verbonden, maar ik heb geen schijf aangeraakt.

Sinds het vorig kampioenschap?

Nou, ik heb enige partijtjes gespeeld met een paar Japanners in Duitsland. Dat moet ik eerlijk zeggen. Ik heb ook met wat Afrikanen gespeeld in München, maar alleen om die mensen een beetje bezig te houden.

Je hebt het Drents Tiental ernstig teleurgesteld door niet te komen opdagen.

Ik weet het, ik weet het. Ik heb er ook geen excuus voor. Ik accepteer de straf – wat het ook mag zijn: levenslang of zo… Kijk, ik kan wel zeggen waarom dat zo ging, maar ik heb er een eeuwigheid voor nodig om dat uit te leggen.

Ja, dat is binnen dit tijdsbestek niet haalbaar… (Het was namelijk tien minuten voor de voor aanvang van de vierde ronde)

Ik wil het ook helemaal niet rechtvaardigen, want het is gewoon stom van mij geweest.

Is er nog verschil met het kampioenschap hier? Ik bedoel: niemand verwacht je nog toen je een uur voor tijd binnenkwam en zei je: ‘Ik had toch gezegd dat ik kwam!’ Maar dat had je ook tegen ons gezegd.

Precies. Dat is een heel moeilijk punt…(pauze) Nou kijk, ik zal het uitleggen. Het was wel mijn plan om mijn afspraken na te komen. Maar soms heb ik twee afspraken lopen… net als in een agenda weet je wel… Je zegt bijvoorbeeld: ‘Op die en die datum kom ik.’ Een andere afspraak maak ik niet zo exact. Ik zeg: ‘Nou, als je me nodig hebt, dan kom ik.’ Dus…

Ja, dat begrijp ik. Maar dat je dan helemaal niets meer van je laat horen. Dat heeft natuurlijk niet zoveel met samenlopende afspraken te maken…

Ik heb toen gedacht dat jullie wel een oplossing zouden hebben. Maar dat is inderdaad heel stom (pauze)

Ja, Iets anders: hoe speel je op dit ogenblik?

Mijn zwakke punt is dat ik nog steeds niet exact genoeg ben. Ik voel me wel exact hoor… vrij redelijk exact, maar nog niet zo exact als ik me zou hebben voorbereid. Ik speel de openingen vrij snel – resoluut – met nadruk op het middenspel. Ja, gisteren heb ik de zaak zitten verpest hè? Nou kijk – ik kan kiezen. Als ik wil kan ik natuurlijk ook dat spelen wat het minst gevaarlijk is. Maar wat ik gister speelde…

Daar heb je gewoon lol in…

Natuurlijk. Maar kijk: bij dammen heb je vaak twee mogelijkheden. Je hebt een spelgenre dat echt kansen geeft, maar dat ook gevaarlijk is… maar dat geeft ook echt kansen en dat blijkt ook weer achteraf – ik heb echt goede winstkansen gehad. Of je kiest iets vanuit een instelling van… nou ja, dat je iets niet vertrouwt weet je wel… Maar dan treedt toch vaak het effect op dat datgene wat voordeel leek, toch bij lange na niet genoeg is voor de winst.

Als de ander op de hoogte is van de gebruikelijke gang van zaken, kan hij vaak het nadeel tot een minimum reduceren…

Precies. En kijk: dat treedt vaak op. En dan kies ik bewust. De mensen denken dat ik het gewoon leuk wil maken, maar ik heb het gespeeld omdat ik weet dat dat de meeste kansen geeft… objectief het beste is. Ik weet dat het gevaarlijk is, maar ik ga niet met mijn leven spelen, Ik ga niet onder de guillotine liggen.

Nee… je hebt gelijk.

Kijk, en dan snap ik het niet… Veel mensen kijken dan haast laatdunkend op me neer. Zo van: kan die jongen niet eens een beetje verstandig zijn. In plaats van blij te zijn dat ik een interessante partij speel! Dan zegt men wel: ‘Ja, je had een leuke partij hè. Maar waarom moest je nou zoveel risico nemen…’ En dat snap ik dus niet. Je kunt niet zonder risico spelen en toch veel kansen creëren. Je kunt wel kansen creëren, maar die zijn vaak van het kaliber dat je tegenstander nog net remise kan maken. En dat moet je gewoon heel goed beseffen. Daarom kies kies ik voor het ene, met het gevaar dat ik verlies en dat is dan mijn zwakheid. Ik daag in feite mijn eigen zwakheid uit. De variant was gewoon aanwezig. Voor mij was er de mogelijkheid om er wat van te maken. Dat moet Jannes je maar eens laten zien. Dat is werkelijk zeer interessant.

Je moet weg Hans. De ronde is al begonnen.

Nee, maar dat kan je geest ontzettend aantasten… Dat er mensen in de krant schrijven die dat gewoon niet doorzien weet je wel… En dan zeggen ze dat ik van het bord ben gezet of dat ik me van het bord heb laten zetten. Dat treft me ontzettend.

Sijbrands schrijft vanmorgen: ‘De slotstand spreekt voor zich.’

Ja kijk… dat is gewoon onwetendheid. Nee… ik word echt agressief hoor, ik word echt agressief.

Heeft Sijbrands iets tegen je?

Nee. Hij bedoeld het misschien niet zo kwaad, maar ik word er wel kwaad om.

Hans lacht en staat op. Hij pakt de Volkskrant en leest voor:

‘Clerc maakt weer indruk.’ Nou, we gaan hem inmaken!

En Hans verdwijnt naar de speelzaal.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *