Een totale off-day van het Leids Damgenootschap resulteerde in een nederlaag van 7-13 tegen het zwakker geachte tweede team van RDC uit Rijnsburg. In iedere teammwedstrijd worden wel blunders gemaakt, maar zo veel en van zo’n laag niveau mag een zeldzaamheid worden genoemd. Hans Kreder opende het foutenfestival door binnen drie kwartier tegen Mariëlle Kromhout in een beginnerszetje te lopen. Op zich was dat nog geen reden voor ongerustheid, want op dat moment stond Arend van Beelen al huizenhoog gewonnen tegen Jack van der Plas, die een bekend openingszetje had overzien. Daarna verloren drie Leidenaren op rij: Harry Dekker liep in een verrassend slagzetje, Invaller Wim Kleijn overzag een eenvoudige doorbraak naar dam en Henk Meester vond het nodig een extra schijf te offeren alvorens dam te halen en verloor daardoor onnodig. Na twee degelijke remises van Hein van Winkel en Jan Slingerland wist André van der Kwartel de stand een nog wat dragelijker aanzien te geven. Maar ook zijn tegenstander maakte -in overigens verloren stand- wel een heel eenvoudige blunder. Een tegenvaller was vervolgens dat Evert Bronstring niet kon winnen van de veel zwakkere Cees van den Bosch, die daarmee natuurlijk wel een hele goede prestatie neerzette. De laatste blunders kwamen op naam van Albert Huisman en Maurits Meijer. Na een fascinerende partij kreeg Huisman een gewonnen eindspel op het bord. Hij overzag echter een venijnige manoeuvre van Meijer die daarmee de remise zeker leek te stellen. Huisman probeerde nog “iets” en Meijer maakte de laatste “echte” blunder van de wedstrijd. In plaats van direct een tweede dam te gaan halen deed hij eerst nog een onnodig tussenzetje en verloor alsnog.