Een oude openingsstudie naar aanleiding van de partij De Ruiter – Hermelink

Evert Bronstring

1.32-28 18-22 2.37-32 12-18 3.41-37 7-12 4.46-41 1-7 5.31-26 19-23 6.28×19 14×23 7.32-28 23×32 8.37×28 16-21 9.41-37 21-27 10.28-23 18×29 11.34×23 10-14 12.39-34 5-10 13.35-30 20-24 14.30×19 13×24.

13. 35-30 is de suggestie van Jan de Ruiter en 13. 20-24 is de omsingelingspoging.

15.34-29 11-16 16.29×20 15×24 17.40-34 10-15 18.43-39 14-20 19.34-29 8-13!

DeRuiterHermelink_D1

8-13! was nodig om later herhaald 34-30 op te vangen. 23-19? is verhinderd door 27-32!.

Variant I:

20.45-40 13-18 21.40-35 27-31 22.36×27 22×31. Bij voortdurend achterlopen van wit wordt onderstaande stelling bereikt met wit aan zet.

DeRuiterHermelink_D2

Er dreigt 26-31, 36-41, 27-32, 20-25.

Dus 40.37-32 11-16 41.32×21 16×27 42.42-37 18-22 43.40-34 12-17. Zwart+.

Variant II:

20.45-40 13-18 21.37-31 3-8 22.39-34 6-11! 23.42-37 9-13. Zie onderstaande stelling.

DeRuiterHermelink_D3

Er dreigt 22-28. Op 23-19? volgt nu de verrassende hielslag met 18-23! Zwart+.

Variant III:

20.45-40 13-18 21.37-31 3-8 22.40-35 7-11! 23.44-40 9-13. Zie onderstaande stelling.

DeRuiterHermelink_D4

Nu is 42-37? verhinderd door 22-28! en na 47-41? moet de dam even uitgesteld worden met 2-7. Wit heeft nog 2 zetten om zijn verlies uit te stellen.

Helaas zijn de zetten 15 t/m 19 niet verplicht. Wit kan ook de boel open houden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *