In januari 2026 is het precies vijf jaar geleden dat nationaal grootmeester Evert Bronstring, afkomstig uit Leiden, is overleden. Het Leids Damgenootschap wil dit moment aangrijpen om Evert te eren met een speciaal aan hem gewijd Memorial Weekendtoernooi. Evert zal centraal staan in de unieke opzet van dit toernooi.
Na de succesvolle start van de competitie volgde in de derde ronde de eerste confrontatie met een team van vergelijkbare kracht als LDG: Zenderstad. Het werd een nipte nederlaag van 9-7. Teleurstellend, maar tegelijkertijd moet ik toegeven dat de uitslag over de gehele wedstrijd gezien, terecht was. De eerste twee uitslagen leverden drie punten voor ons op, maar dat waren wel drie cadeautjes.
Henk Ruesink – Hans Kreder
In deze stand werd na (21-26??) remise overeen gekomen. Hans bood met luide stem remise aan, met het oog op 32-28 (26×37), 27-21 (16×27), 28-23 (19×28), 33×42. Ruesink gaf daarop ten antwoord: “Ach ja, het was te proberen.” Dat sloeg op de mogelijkheid: 33-28?? (26×37), 32×41 (16-21), 27×16 (7-11), 16×7 (8-12), 7×18 (13×35).
Beide spelers klonken erg zelfverzekerd, alsof zij alles hadden gezien. Maar beiden overzagen het verrassende 27-21! Puntje cadeau voor LDG.
Vervolgens kregen wij zelfs 2 punten cadeau. Jan Jungerius won zijn partij na een volle schijf te hebben achter gestaan.
Jan Jungerius – Piet Schep
Een situatie waarover ik meerdere voorbeelden uit mijn eigen praktijk van vele jaren geleden kan geven. Je overweegt 30-25, je kent de bomzet en dus zit je je rot te rekenen of de bomzet wel of niet mag worden toegelaten. In dit geval kan wit de bomzet toelaten. Probeer dit vooral achter het bord te berekenen. Een goede oefening! Jan speelde dus 30-25?? (17-22!) Ontnuchtering! Er zit geen (moeilijke) bomzet in, maar wel een eenvoudige twee-om-drie of in dit geval: een drie-om-vier. Spelverloop: 30-25 (17-22), 28×17 (12×21), 27×16 (24-30), 35×24 (19×28). Even herpakken. Je hebt nog tegenspel. 43-39 (14-19), 39-34. Een nieuw diagram:
Wit dreigt met 34-29 zowel met een damzet als met het terugwinnen van zijn schijf annex een sterke voorpost. Met 8-12 of 7-12 had zwart alle gevaren kunnen bedwingen want 34-29 is dan verhinderd wegens (23×34), 32×14 (9×20), 25×14 (34-40), 45×34 (13-19), 14×23 (18×40). In de partij koos zwart zo ongeveer de slechtste zet van het bord: (18-22?) Natuurlijk volgde 34-29 enz. Zwart vervolgde met (22-28) en kon daarna niet meer aan schijfverlies ontkomen.
Helaas verdween de voorsprong snel doordat Jack van der Plas een gelijkwaardige stand weg blunderde.
Jacco Scheper – Jack van der Plas
Niets aan de hand. (12-18) is een degelijke zet, maar Jack speelde: (11-17×7) waarna volgde: 27-21 (26×17), 28-23 (19×28), 33×2 (24×31), 2×35 en zwart gaf op.
Edwin van Hofwegen speelde remise tegen Stef Baerends. Kingsrow geeft nergens verbeteringen voor een van beide partijen aan.
LDG kwam op achterstand doordat invaller Cees de Leeuw verloor. Na een gewaagde partij-opzet die op zich nog wel speelbaar was, greep hij mis en leek er niet meer aan te pas te zullen komen. Maar in een totaal verloren stand kreeg hij nog een remisemogelijkheid die hij helaas ook miste:
Cees de Leeuw – Patrick van der Tol
Na (22-28) staat zwart totaal gewonnen, maar hij speelde (11-16?). Wit had nu remise kunnen maken door 43-39! Op (20-25) volgt nu 39-33. Op (22-28) volgt 30-25 (19×30), 25×14 en zwart heeft niet veel beter dan (13-19), 34×25 (23×43), 14×12. In de partij speelde wit helaas 43-38 en stond na (22-28) definitief verloren.
Voor de derde keer in deze wedstrijd kende LDG een meevaller. Peter van den Berg won zijn partij, maar had evengoed in grote moeilijkheden kunnen komen:
Arie Koster – Peter van den Berg
Stand na de 41e zet van wit.
Zwart staat moeilijk, maar heeft hier een leerzame mogelijkheid om zijn spel aanzienlijk gemakkelijker te maken: (16-21!), 27×16 (13-18!). Dreigt met (14-20) dus wit heeft niet beter dan direct terug te offeren met 25-20 (14×25) en zwart kan weer opgelucht ademhalen.
In de partij werd gespeeld: (17-21?) en wit koos nu voor de zwakke ruil 28-23×22 (12-18), 39-34?? Weer een zwakke zet. (18-23) en zwart ging winnen. In plaats van de genoemde zwakke ruil had wit moeten spelen: 37-31! (21-26A), 39-34 (26×37), 32×41 en zwart komt onder grote druk te staan.
Zwart kan het nog gelijk houden met (12-17), 31-26 (13-18), 39-34 (18-23), 27-22 en nu het verrassende (8-13), 22×11 (16×7), 26×17 (7-12), 17×8 13×2 en wit heeft weinig plezier van zijn schijfje voorsprong.
Joop Burgerhout mocht aantreden tegen de sterkste speler van Zenderstad: Laurens Fijn van Draat. Een speler met een rating van bijna 1400. Joop hield die partij op remise, waarmee hij een blauwe vermelding in de uitslagen verdiende. Rond de 37e zet had Joop zelfs het beste van het spel.
Joop Burgerhout – Laurens Fijn van Draat
Stand na de 36e zet van wit.
Volgens KR kan zwart hier het best afwikkelen naar een remisestand door: (27-32), 42-38 [Op andere zetten komt wit slechter te staan.] (23-28), 38×27 (28-32), 27×38 (19-24), 30×10 (9-14), 10×19 (13×42), 43-38 (42×44), 40×49 met gelijk spel.
In de partij werd gespeeld: (8-12?), 30-25 (17-21), 31-26? Met deze zet geeft wit zijn voordeel weer weg. KR adviseert: 42-37! Een plausibel vervolg zou dan kunnen zijn: (12-17), 43-38 (17-21), 39-33 (17-21), 35-30 (23-28), enz.
Zwart blijft onder druk staan, maar ook niet meer dan dat. De aanval op de witte lange vleugel is te sterk en op de zwarte lange vleugel staat een stevige verdediging.
Bij de stand 7-7 hing de uitslag af van mijn partij en ik moet helaas toegeven dat mijn verlies kwam door een domme misgreep. Het gevolg van frustratie over het tegenvallende verloop van de partij, het langdurig onder druk staan en de klok. Dat laatste mede omdat ik tijdens de partij onnodig tijd had besteed aan het doorrekenen van een zogeheten ‘Afrikaanse dam’ die er mogelijk in had kunnen komen en achteraf gezien volkomen kansloos was geweest. Over verspilde tijd gesproken…
Desalniettemin had ik op de 59e zet gewoon de juiste zet moeten spelen:
André van der Kwartel – Ed Kok
Ik ben hier met wit aan zet. Onder druk van de omstandigheden beslis ik dat ik het beste kan proberen met twee schijven naar dam te lopen. Ik speel dus 27-22?? En de rest is geschiedenis. Jammer. Want als ik was teruggevallen op een beetje basale eindspelkennis, had ik natuurlijk geweten dat ‘gewoon’ doorlopen met schijf 24 naar veld 5 een vier-om-twee oplevert die zwart niet meer kan winnen.
Provinciaal Ronde 3: LDG-1 – ADC Alphen a/d Rijn
LDG behaalde een relatief gemakkelijke overwinning van 8-4 op ADC.
Arjen de Mooij opende de wedstrijd met een gemakkelijke overwinning op Micha van Tol. Een onverantwoorde Ghestem doorstoot op de 27e zet luidde een snel einde van de partij in.
Ook Joost Hooijberg won soepel zijn partij. Op de 23e zet miste hij een scherpere voortzetting.
Joost Hooijberg – Mark van Pul
Wit staat een schijf voor, maar hoe die verre voorpost te verdedigen? In de partij volgde: 35-30 (20-24), 19-14 (10×19), 30-25 (9-14). [(18-23) is beter, maar dit terzijde.] Met 35-30 geeft wit in feite zijn schijf terug, maar die was wel te verdedigen: 38-32! (27×38), 42×33. Nu volgt op (9-14)37-32 en 33-28 en op (9-13) volgt 26-21, 21-17 en 33-29. KR laat zwart daarom (11-17) spelen, maar na 40-34 ziet zwart zijn verloren schijfje niet meer terug.
Steven den Hollander bracht de stand op 6-0, maar hij heeft er hard voor moeten werken. Pas op de 57e zet maakte zijn tegenstander, Martin de Jong, de beslissende fout.
Steven den Hollander – Martin de Jong
Wit dreigt met 6-1, maar zwart kan die dreiging effectief tegengaan door: (24-29!). Na 6-1 volgt nu (29-33), 1×21 (16×27) met remise. Wit kan wel een wachtzet spelen, zoals 44-40, maar met (12-18) houdt zwart deze vangstelling op het bord. In de partij werd gespeeld: (12-18?), 6-1 (27-31), 1×9 (31-36), 9-18. Voorkomt (36-41). Zwart gaf enkele zetten later op.
Hierna volgden twee remises van respectievelijk Jan van der Star en Koos van Amerongen. Bij beide partijen plaatst KR geen opmerkingen. Wel toonde Koos zich na afloop gefrustreerd dat het hem niet was gelukt een ogenschijnlijk zeer gunstig eindspel tot winst te brengen. Het ging hem om de volgende stand:
Kenny Kroon – Koos van Amerongen
Stand na de 56e zet van wit.
Wit dreigt met 30-24-19 remise te maken, dus Koos beveiligt zijn schijven: (33-38), 30-24 (28-33), 7-12 (46-41), 12-1. Hoe moet zwart verder? Ik dacht even: (41-47) om daarna (38-42) te spelen, maar dan speelt wit 1-6 en sneuvelt er een zwarte schijf.
Omdat ik de frustratie van Koos begreep, heb ik deze stand lang laten doorrekenen door zowel SCAN als Kingsrow. Beide komen niet verder dan remise. Soms zit het er gewoon niet in.
De enige verliespartij kwam op naam van Joop Burgerhout.
Ondanks een ratingverschil van ruim 200 punten in zijn voordeel heeft Joop in deze partij geen kansen gehad op een overwinning. Ondanks een schijf achterstand kreeg hij wel kans op remise.
Dick de Jong – Joop Burgerhout
Stand na de 47e zet van zwart.
Zwart staat al geruime tijd een schijf achter, maar dreigt hier met (24-29). Als wit nu 36-31 speelt, kunnen de schijfjes snel terug in het doosje, maar gespeeld werd: 33-28? Dit biedt zwart een ontsnapping: (18-22), 27×29 (24×22), 32-27 (22×31), 36×27 (11-16), 45-40 (20-24??). [Hoezeer deze zet ook voor de hand ligt, voor de remise had zwart (19-23!), 40-34 en (14-19×10) moeten spelen.] In de partij volgde: 40-34 (24-29), 34×23 (19×28), 30-24 en de aanval van wit is winnend.
Met de eerste ‘kantje-boord’-wedstrijd nog vers in het geheugen was het tijd voor de tweede wedstrijd van het seizoen, uit in Gouda tegen de reserves van titelfavoriet Damlust. Zij beschikken over een team vol lastig te kloppen damliefhebbers plus de sterke Jochem Zweerink.
Joost Hooijberg – Harry Kolk
Joost was als eerste klaar. Vanuit de opening zette hij een centrumomsingeling op touw. Doordat zijn tegenstander geen controle had over steunpunt 15, zag dat er kansrijk uit.
In deze stand speelde Joost de kenmerkende zet in dit soort standen: 22.33-29. Bij analyse bleek 22.36-31! nog beter. Wit dreigt dan met een 1-om-2 en na elke andere zet van zwart komt veld 24 onder druk te staan. Joost had het erover dat hij het niet rond kon krijgen, maar – met wat hulp van het digitale brein – ziet het er wel erg kansrijk uit.
Na de meest voor de hand liggende verdediging: 22..24-29 33×24 23-28 32×23 18×20 27×18 12×23 volgt 38-33! Het idee van die zet is dat wit dreigt met een offer (31-27 21×32 37×28 23×32 34-29!). Dus: 8-12 (nu volgt op het offer de ruil 19-23×23) 45-40 2-8 (wachtzetten) 33-29 1-6 29×18 12×23 31-27! 21×32 37×28 23×32 34-29 19-23* 29×18 13×22 45-40! en wit wint op termijn de schijf met flinke rente terug.
Vanwege deze variant kiest Scan ervoor direct een schijf te offeren met 22.22-28 33×22 24-29, maar zwart is dan allesbehalve van zijn problemen af. Een combinatieve variant ter illustratie: 14-20 25×14 19×10 22-17! 1-6? 32-28! 23×32 37×28 21×23 42-37 12×21 31-27 21×32 37×19 13×24 34×1 W+.
In de partij ging het verder met 22..24×33 23.38×29 22×31 24.36×27 7-11 25.29-24!? Wit wil direct profiteren van het ontbreken van 15 en biedt een lening aan, die zwart – directer dan in bovenstaande varianten – duur zou komen te staan. In plaats daarvan combineerde zwart naar dam met 24..23-29 en 25..14-20. Gek genoeg vindt Scan dat niet de beste zet. Die claimt dat zwart na 24..11-17 25.24-20 17-22 voldoende heeft aan een schijf voorsprong om de witte aanval op diens lange vleugel in balans te houden. Dat zal ermee te maken hebben dat wit een tweede schijf moet offeren om door te brengen en zwart de nodige vangstellingen kan formeren.
In de partij kreeg wit een mooie stelling (zie onderstaand diagram) waarbij zwart te kampen heeft met een onevenwichtige schijvenverdeling. Joost wist echter niet te voorkomen dat Harry zijn stand met wat ruiltjes bijtrok: remise. (1-1)
Ruud Kloosterman – Steven den Hollander
Ruud en Steven speelden een principiële gesloten hekstellingpartij, waarin Steven stond opgesloten. Zoals gebruikelijk had Steven weer een aantal mooie combinatieve wendingen gespot, die het delen waard zijn.
Hier hoopte Steven dat wit zou vervolgen met 29.44-40 10-15 (17-21??) 40-34? waarna hij de Coup de Heer – in de volksmond wordt ook wel de term ‘zetje van de Heer’ gebruikt, maar dat doet in mijn ogen geen eer aan het grandioze slaggeweld – 14-20! 25×3 23-29 34×23 18×29 27×9 29-33 38×29 8-13 9×18 12×25 3×21 16×49 Z+. Ruud speelde echter 29.45-40, en even later verscheen deze stand met zwart aan zet op het bord.
Steven koos voor 32..9-14! Dat is een listige zet. Veel witte zetten zijn verhinderd. De mooiste: 33.34-30? 19-24! 30×28 22×33 39×28 17-21 26×17 11×33 38×29 18-22 27×18 12×45, een heuse kaatsingzet (of moet ik zeggen, Coup de Kaching!?). Ruud had het door en Steven had pech dat het eindspel na 33.48-43 19-24! 34.34-29 (39-33??) 23×45 35.32-28 22×33 36.38×9 17-21 37.26×17 12×41 38.36×47 geen kansen meer bood. (2-2)
Achteraf gezien was 32..19-24! een nog betere zet. Het verschil met de partij is dat nu op 33.48-43 9-13! volgt, waarna wit na het noodzakelijke 27-21 16×27 32×21 24-29!! verschrikkelijk staat. Wit moet daarom maar direct 33..27-21 spelen, waarna hem nog een lange verdediging te wachten staat.
Derk Jan de Groot – Arjen de Mooij
In een partij van wederzijds flankspel was het aanvankelijk Derk Jan de Groot die de beste papieren leek te hebben.
Na afloop was de consensus in de analyseruimte dat wit hier het best 26.28-23! had kunnen spelen om de partijwending te voorkomen. Bij nadere analyse blijkt die conclusie onjuist, want de listige truc die Arjen er na 26.48-42 met 14-19 27.40-35 19×30 28.35×24 13-19 29.24×13 8×19 30.38-32?! 27×38 31.43×32 19-23!? 32.28×19 22-27 33.31×13 12-18 34.13×22 17×48 in had gevlochten blijkt helemaal niet te werken.
In de overgebleven stand (zie diagram) kan wit namelijk met 47-41! laten zien dat hij damlust heeft. De pointe is dat er na 25-30 34×14 48×46 een 1-om-1 damvangst en doorgebroken schijf overblijft: 33-28! 46×23 19×28 W+. Derk Jan zag het niet, en moest na 49-43 48-37 19-13 11-17! (te) veel schijven offeren, waarna Arjen koelbloedig afmaakte. (4-2)
Arie de Bruijn – Koos van Amerongen
Koos trof in Arie de Bruijn een medefan van de Keller-opening, die dan ook binnen de kortste keren op het bord stond. De zogenaamde Chizhov-variant staat erom bekend dat wit het moet hebben van vastloopvarianten, terwijl zwart het spel juist open probeert te houden. Na de nodige schermutselingen in het middenspel bleef er voor mij een gezonde, open aanval over.
Vanuit deze stand wist ik de winst te forceren. In eerste instantie lijkt 42.27-31 36×27 22×31 kansrijk, maar dat is op slag remise: 24-20 9-14* 20×9 3×14 38-33! =.
Hoe dan wel? Met 42..28-32! 43.46-41 (of?) 32×43 44.39×48 22-28! 45.41-37 28-33! 46.48-42 (24-20 had wat meer weerstand geboden) 18-22 47.24-20 9-14 48.20×9 3×14 49.34-30 23-29! wist zwart de witte aanval af te slaan en zelf door het centrum door te breken. (6-2)
Jan van der Star – Jochem Zweerink
Dit topduel was in klassieke banen uit de opening gekomen.
Hier gooide Jan met 28.28-22! de knuppel in het hoenderhok. Hij maakt daarbij gebruik van de formatieloze opstelling op zwarts korte vleugel. Na het logische 28..9-14 kampt zwart na 29.31-26 7-12 26×17 12×21 33-28! bovendien met een vervelende schijf op 14 die de kracht van de zwarte formaties danig vermindert (een mooie stand voor Jans volgende training over klassiek!).
Jochem week daarom af met 29..23-28 30.26×17 28×37 31.42×31 7-12, maar hield daardoor na het sterke 32.22-18! 12×32 33.38×27 13×22 34.27×18 8-13 (zwart heeft niet beter) 35.18×9 14×3 wel een gespleten stand over. Jan maakte daar op krachtige wijze gebruik van (naspelen die partij!), maar liet in de voor hem kenmerkende tijdnood Jochem toch nog glippen.
Hier kan wit winnen met 44.36-31! Dat heeft ermee te maken dat zwart na het geforceerde 11-17 22×11 6×17 27-21 17-22 21-16 22-28 31-27! 28-33 39×30 geen goed tempo heeft en na 20-24 30×19 15-20 34×23 20-24 19×30 25×45 in een overmachtseindspel belandt.
Jan ging echter verder met 44.39-33? 11-17 45.22×11 6×17 46.27-21 17-22 47.21-16, waarna zwart zich met 22-27 48.38-32 (ook op 16-11 breekt zwart door) 29×38 49.32×43 23-28 50.16-11 28-33 51.11-7 26-31 52.37×26 27-32 nog door de stand wist te wurmen, ware het niet dat hij in het zicht van de haven blunderde: 53.36-31 33-39? 54.35-30! 24×44 55.7-2 en hoe zwart ook slaat, W+ (8-2).
Harry Clasquin – Edwin van Hofwegen
Het slotwoord was aan de heren op het slotbord. Ook hier kregen we na een subtiele laveeropening het klassieke spelbeeld voorgeschoteld. Omdat Edwin daarbij in het late klassiek nog enig terreinvoordeel had, moest hij oppassen. Hij belandde in de welbekende Woldouby-stelling.
De Belgische meester Roland Schalley schreef ooit voor het onvolprezen blad De Problemist een studie die aantoont dat deze nadelige klassieke stand weliswaar remise is, maar dat wit deze stand altijd kan vermijden en zichzelf zo een hoop gedoe kan besparen (in dit geval met 48.28-22). Voor een uitgebreide beschouwing van de stand verwijs ik daarom naar zijn studie; het (eveneens onvolprezen) Strategiekompas van Michail Kats biedt een aardige samenvatting.
Het ging als volgt verder: 45.34-29 23×34 46.30×39 18-23 47.27-22 12-18 48.35-30?
Remise was nog net 48.34-30 13-18 28-22 23-28 32×12 27×7 33-28 24-29 38-33! 29×38 37-32 38×27 30-24 19×30 35×24 27-31 28-23 31-37 27-32 (alleen zo!), al heeft wit nog heel wat te bewijzen.
48..24×35 49.33-29 26-31?
Gewonnen was 49..13-18. Omdat 50.28-22 nu verhinderd is vanwege de rondslag 35-40 22×24 40-44 29×18 26-31 37×17 44-49 32×21 49×6 heeft wit niet beter dan 50.29-24, waarna zwart door overmacht gaat winnen.
In de partij ontstond een 5-om-2 eindspel waarbij Edwin net op tijd was om de juiste lijnen te controleren: remise. Daarmee kwam de eindstand op 9-3. Geen gek resultaat tegen dit taaie team!
Na de succesvolle opening van het seizoen tegen Zaanstreek 2 speelde het achttal tegen het tweede team van Alblasserdam. Vorig seizoen was LDG tijdens de nacompetitie ‘schuldig’ aan de degradatie van het eerste team van Alblasserdam, maar we verwachtten niet dat het tweede team daarvoor wraak zou kunnen nemen. Dat bleek. Ondanks een tijdsachterstand van een kwartier dankzij meerdere files, konden wij met een monsterzege van 14-2 huiswaarts keren. We beginnen met de twee remisepartijen.
Ondanks een ratingverschil van maar liefst 250 punten kon Hans Kreder niet winnen van Wim IJsselstein. Hans had moeite om het ratingverschil te verklaren. “Er zaten genoeg zetjes in de partij, maar hij zag alles.” Het ratingverschil komt niet altijd in de uitslag tot uitdrukking. Zeker niet tegen een tegenstander met vele jaren ervaring.
Hans was niet de enige. Het ratingverschil van Rudi van Velzen met zijn jonge tegenstander bedroeg maar liefst 335 punten en ook zijn partij liep remise. Maar Rudi had wel kunnen winnen. Geen gemiste combinatie, maar een toch wel grote positionele misser:
David Vlot – Rudi van Velzen
Stand na de 35e zet van zwart.
Wit staat onder zware druk, maar kan zich hier nog goede verdedigen met 48-42 gevolgd door 33-29. Hij speelde echter 48-43?? (22×31), 26×37. (18-22) lijkt nu toch duidelijk winnend. Na het gedwongen 43-39 kan zwart de stand fluitend uitspelen, alhoewel de overige spelers daar misschien last van zouden hebben. Rudi speelde echter (16-21!?) en na 43-39 is alle voordeel voor zwart verdwenen, omdat nu op (18-22) 32-27×27 volgt. Wit krijgt dus de kans om het zwart centrum af te breken via 39-34-29. In de partij was dit allemaal niet nodig: (16-21), 43-39 (4-9), 39-34 (14-20), 47-41! (36×47), 32-28 (23×41), 38-32 (47×29), 34×3 en enkele zetten later werd tot remise besloten.
Peter van den Berg had een groot deel van de partij groot voordeel en toen zijn tegenstander, Jaap van der Dussen, een één-om-drie naar dam open liet staan was de tegenstand definitief gebroken.
Joop Burgerhout was op eigen verzoek aan bord acht opgesteld en trof daar Levi Ruiter. De blijmoedige manier waarop deze zeer jonge speler ten strijde trok en zijn snelle verlies accepteerde deed zowel Joop als mij goed. Joop kon, zoals gewenst, vroeg naar huis.
Zelf behaalde ik een gemakkelijke overwinning die zo vloeiend verliep dat er nauwelijks iets opvallends of leerzaams over te vermelden valt.
Teamleider Jack van der Plas behaalde een verrassende overwinning door een gedurfd staaltje blufdammen. Op de 29e zet was de volgende stand ontstaan:
Nico Groenendijk – Jack van der Plas
Zwart zag een fraaie doorgang naar dam: (23-29!?). Na het antwoord 33-28?? haalde Jack zijn gelijk: de weg naar dam lag winnend open. Om onduidelijke redenen offerde zwart eerst met (18-22) een schijf om daarna pas (29-34) te spelen. Zwart heeft nu geen voordeel meer, maar het foutenfestijn gaat nog even verder: 39-33 (34-40), 44-39?? De definitieve fout van wit. Hij had de stand gelijk kunnen houden met: 43-39!! (40×49), 26-21. De zwarte dam gaat weer van het bord met ongeveer gelijk spel.
Als toeschouwer blijf je met enkele vragen zitten: Waarom speelde wit na het roekeloze (23-29) niet het voor de hand liggende 44-40! waarna hij groot, misschien wel winnend voordeel heeft? Waarom offerde zwart na 33-28 eerst de schijf op 18? De actie 28-23 is kansloos voor wit.
Edwin van Hofwegen speelde een principiële hekstellingpartij, waarvan hij naar eigen zeggen niet echt een liefhebber is. Desondanks ging het hem goed af.
Edwin van Hofwegen – Gregory de Vries
Stand na de 28e zet van wit.
(3-9?) Zwart zet een damzet open die door wit wordt gemist of genegeerd. Wie zal het zeggen. Wit had nu kunnen spelen: 33-28 (22×33), 27-21 (16×27), 31×22 (18×27), 36-31 (27×36), 42-38 (33×42), 47×38 (36×47), 38-33 (47×29), 34×3. Een aardige dam, maar hij levert in de waardering van KR minder dan één schijf (0.60) op. Misschien dat Edwin om die reden de damzet negeerde. Uw verslaggever kan zich haast niet voorstellen dat Edwin hem niet heeft gezien. Edwin joeg op groter wild: 42-38 (24-30??) en zwart beet in het aas: 41-37 (30×28), 27-21 (16×27), 38-32 (27×38), 43×3. Zwart gaf op.
Ook invaller Cees de Leeuw won. Op de achttiende zet won hij met een lichte combinatie een schijf, waarna hij de partij op de 54e zet besliste. Dat had echter sneller gekund:
Albert Cramer – Cees de Leeuw
Stand na de 37e zet van zwart.
Na 36-31? Speelde zwart (9-13?), maar mogelijk was: (24-29), 33×22 (25-30), 35×24 (14-19), 24×13 (9×47). Best een spectaculaire afronding!
Provinciaal: Naaldwijk – LDG2
In de tweede ronde van de provinciale competitie heeft LDG2 zich nogal opzichtig vergaloppeerd tegen het zwakker geachte eerste team van Naaldwijk. Met een
smadelijke 6-2 nederlaag konden de LDG-ers weer terug naar huis. Wat was de reden? Onderschatting? Oververmoeidheid? De warmte in het speellokaal? Wat dan ook: zowel Hans Kreder als ik speelden ver onder ons normale niveau. Koos Groeneveld kunnen wij als invaller-op-het-laatste-moment niets kwalijk nemen. (Bij LDG nemen wij overigens nooit iemands puntenverlies kwalijk.) Luise deed precies wat van haar verwacht mocht worden: zij won zonder probleem haar partij.
Peter Bentvelzen – Hans Kreder
Stand na de 39e zet van wit.
Hans speelde deze keer aan het eerste bord en trof daar de sterkste speler van Naaldwijk. Na (14-20×20) is er nog niet zo veel aan de hand, hoewel wit wel iets makkelijker lijkt te staan. Zwart speelde echter: (22-27??) en werd verrast door: 25-20!(14×25), 35-30 (25×23), 28×8 (9-13), 8×19 (3-9?), 37-31! En zwart gaf op. In plaats van (3-9) had zwart beter kunnen spelen: (3-8) maar ook dan is de stand na 19-14 (8-13), 43-39 enz. tamelijk hopeloos voor zwart.
Ik had zelf mijn dag niet. Een blunder maken is vervelend, maar het kan gebeuren. Maar als je de hele partij door het gevoel hebt achter de feiten aan te lopen en onderweg allemaal kleine slordigheidjes begaat, is dat heel erg vervelend. Op mijn 45e zet moest ik overgaan op een strategie die ook wel wordt uitgevoerd door katten in het nauw:
Ad van der Voort – André van der Kwartel
Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik mij hier pas realiseerde dat de gewenste zet (13-18) verhinderd is door 28-22 en 38-32. Ik vind dat ik dat toch wel minstens vier of vijf zetten eerder had moeten zien aankomen. Noodgedwongen koos ik voor: (17-21), 27×16 (12-17), 40-34. Hier was een moment van bezinning op zijn plaats geweest. Ik had er voldoende tijd voor. In de partij speelde ik (14-20??) en kon na 16-11 en 28-22 gevoeglijk opgeven. Ik had hier echter nog twee mogelijkheden voor remise in handen:
· (8-12). De actie 16-11 (17×6), 35-30 (24×35), 33-29 ziet er kansrijk voor wit uit, maar na (12-17), 29×20 (25×14) heeft zwart nog veel tegenspel voor de schijf achterstand.
· (13-18) Tot mijn grote verrassing blijkt achteraf dat er na de damzet en damafname een remisestand overblijft. Dat gaat als volgt: 28-22 (17×37), 38-32 (37×28), 33×2 (23-29), 34×23 (19×28), 2×30 (25×34), 39×30 (28-32). Zwart ontsnapt nipt en kan door het bezetten van de diagonaal 47-15 de stand gemakkelijk remise houden.
Net als vorig jaar kreeg LDG in de eerste competitieronde het tweede team van Zaanstreek op bezoek. En net als vorig jaar kwamen onze tegenstanders met maar zes spelers opdagen. Teleurstellend. Vooral voor onze twee invallers, Leen van Beelen en Dick den Ouden die al snel weer naar huis konden. Wel met twee weinig bevrediging gevende punten op zak.
Een verschil met vorig jaar was dat de logische overwinning van LDG (13-3) dit keer met meer overtuiging tot stand kwam.
De score werd geopend door Edwin van Hofwegen. In het middenspel veroverde hij een schijf die – ondanks een kleine schoonheidsfout – na een lang eindspel werd omgezet in partijwinst. Boeiend was de fase tussen de 28e en 41e zet, waarin Edwin de jacht op de schijfwinst succesvol wist af te ronden.
Martin Berends – Edwin van Hofwegen
(19-23), 28×19!? [Ik denk dat dit voor Edwin als een verrassing kwam. Wit zal misschien gedacht hebben een sterke voorpost op 14 te krijgen.] (17×37), 42×31 (13-18) [Lijkt min of meer gedwongen.] 19-14 (20×9), 30×19 (9-13) [Hier begint de jacht op de schijfwinst.] 19-14 (18-23), 38-33! [Hiermee beveiligt wit zijn schijf op 14 maar krijgt met een volgend probleem te maken.] (13-19), 33-29 (23×34), 14×23 (34-40!), 44-39 (40-44). Tijd voor een nieuw diagram.
[Kingsrow adviseert wit om 23-19-14 te spelen met een vrijwel gelijke stand. Dat lijkt niet zo vreemd, want wit dreigt naar dam door te breken, maar kan de zwarte schijf op 33 ook nog terug veroveren. Ondanks een schijf voorsprong genoeg problemen voor zwart.] 48-42? (44×33), 50-44 (8-13?) [Hier geeft zwart veel van zijn voordeel weg. Hij had de druk op de witte stelling kunnen handhaven door (12-17.)] 43-38 (12-17), 38×29 (16-21) [De schijfwinst is binnen, maar de wedstrijd zou nog lang niet beslist hoeven te zijn.] 23-18?? [Maar nu wel. Wit had zich nog taai kunnen verdedigen met 31-27 (21×32), 35-30. KR geeft de zwarte stand dan nog maar een klein voordeel.]
Hans Kreder bracht de stand op 8-0. Een degelijke partij waarin hij langzaam steeds beter kwam te staan en soepel won. Instructief.
Rudi van Velzen bezorgde Zaanstreek haar eerste punt, maar het is mij niet helemaal duidelijk hoe hij dat voor elkaar kreeg. Hieronder de stand waarin remise overeen werd gekomen. Zwart aan zet.
Geert van der Loo – Rudi van Velzen
Rudi verzekerde mij na afloop dat deze stand remise is, maar KR is onverbiddelijk in zijn waardering: 9.99. Oftewel: in alle varianten verloren voor zwart. Een min of meer serieuze poging luidt: (31-36), 41-37 (24-29), 33×24 (23-28), maar dit faalt op 25-43! Een andere poging: (11-16), 25-34! (24-29), 33×24 (3136), 34×12 (36×47), 12-3.
Later gaf Rudi toe dat zowel hij als zijn tegenstander te gemakkelijk over remise hadden gedacht.
Peter van den Berg bracht de stand op 11-1. In een onschuldig ogend standje speelde hij niet de sterkste zet, maar nam hij wel een ‘kleintje’ mee, waar zijn tegenstander inderdaad intrapte.
Hans Knobbe – Peter van den Berg
Zwart aan zet. Een inhoudsrijk standje. Zwart lijkt winstkansen te hebben vanwege de situatie op de witte lange vleugel. In principe staan daar drie witte schijven machteloos tegenover twee zwarte. Ik heb wat variantjes geprobeerd, maar KR hield alles moeiteloos remise. Leerzaam! Peter koos misschien niet de beste zet, maar wel de meest kansrijke: (13-18!). Zetten met schijf 38 zijn nu verhinderd. Wit speelde: 24-19?? (18-22!), 27×29 (14×34), 38-33 (17-21) en na deze krachtzetten staat wit totaal verloren.
De enige dissonant in dit puntenfestijn was Joop Burgerhout. Een op zijn zachtst gezegd tamelijk dubieuze opzet bezorgde hem na 25 zetten al een verloren stand. Ook zijn tegenstander, Sijmen Hansen, zag in de complexiteit van de partij niet alles even helder, waardoor de waardering door KR er waarschijnlijk heeft uitgezien als een cardiogram van een persoon die het achter het bord erg moeilijk heeft. Overigens, zonder dat de grafiek van Joop ooit boven de nul kwam. De moeite waard om na te spelen, maar veel te veel wisselende momenten. Bovendien weet ik ook niet hoe de partij uiteindelijk is verlopen, anders dan dat Joop verloren heeft. Beide notatieformulieren waren na de vijftigste zet niet meer te ontcijferen. Hoezo geen tijdnood in het Fischer-systeem?
IK mocht met een overwinning de eindstand op 13-3 brengen. Geen partij om over naar huis te schrijven, maar wel met een leerzaam moment voor de oplettende lezertjes.
André van der Kwartel – Aart van Dijk
Ik heb als laatste zet naar veld 24 geruild. Zwart speelt de voor de hand liggende maar verliezende zet: (9-13?), 24-20 (15×24), 29×9 (13×4), 33-29! Dit is de eigenlijke winnende zet voor wit. De zwarte schijven staan zo ongelukkig dat er geofferd zal moeten worden om door te breken, waarna er een redelijk gemakkelijke overmachtswinst op het bord komt. Opvallende bijzonderheid: mijn tegenstander wist kennelijk niet dat de uiteindelijk overblijvende vier-om-twee voor mij gewonnen was en bleef tot de 87e zet doorspelen.
In de diagramstand kan zwart het beste (21-26) spelen. De ruil met 24-20 heeft nu geen zin, omdat zwart (18-23) speelt en wit daarna geen winstkansen meer heeft. Daarom kan wit na (21-26) het beste 33-28 spelen en vervolgens een schijf winnen met 28-22. Maar zwart heeft dan nog veel compensatie.
Provinciaal: LDG2 – Monster
Ook het tweede provinciale team heeft zijn eerste competitieronde achter de rug. Een korte impressie:
Ik speelde remise tegen Herman Vroom in een partij waarover niets bijzonders valt op te merken. Joop Burgerhout verloor van Walter Thoen. Zeker geen schande. Tot in het eindspel had hij nog remise in handen, maar na drie uur spelen gaat de scherpte er op onze leeftijd wel af, zoals ik zelf helaas meermaals heb moeten ervaren.
Na de 55e zet van zwart (Thoen) was de volgende stand ontstaan:
KR verklaart de stand na 8-2 tot remise, maar Joop speelde: 23-18?? Zwart had nu op slag kunnen winnen door: (20-24!). Op zowel 8-3 als 8-2 volgt (24-35!). Maar ook Thoen zag het niet meer zo scherp: (20-47), 8-2 (47-29), 18-13 (29×45), Nog steeds heeft wit met 13-8 remise in handen, maar Joop speelde: 2-8?? (45-7!), 8-2 (7-12), 32-27 (15-20) en wit gaf op.
Tegenover deze verliespartij hadden echter twee winstpartijen kunnen staan: Vrij snel had Rudi van Velzen al een schijf gewonnen en vervolgens de winst zonder problemen binnen gehaald. Die schijfwinst was niet moeilijk, maar toch wel leerzaam om een keer gezien te hebben. Rudi heeft zwart en speelt tegen Edwin Remmerswaal die zijn 18e zet speelt:
38-32? (27×38), 43×32. Te gemakkelijk gespeeld: (17-21!). Na 28×17 volgt (18-23), dus: 26×17 (12×21), 28×26 (18-23), 29×18 (20×27) en zwart wint een schijf. De voorpost op 27 is goed verdedigbaar.
Aan het einde van zijn partij haalde Rudi nog een verrassende truc uit.
(15-20?!) Zag de witspeler hier nog kansen? 38-33 (20-24), 35-30 (24×35), 33-29 (28-33!!), 39×19 (27-32), 37×28 (22×13) en met twee schijven voor won Rudi gemakkelijk.
Het drama van de avond speelde zich af aan het bord van Hans Kreder.
Resa Ghafoerkhan – Hans Kreder
Stand na de 41e zet van wit.
Zwart staat dank zij een sterk middenspel een schijf voor. Maar hoe moet hij verder? (13-19) is verhinderd, na (14-19) loopt wit door en (11-16) verandert niets aan de situatie. Hans koos voor: (22-28), 33×31 (32-37), maar na 24-19 (37×50), 19×10 (50-45), 10-5 werd de vrede getekend.
In de diagramstand had zwart kunnen winnen door: (27-31), 42×31 (18-23!). Omdat dichten van veld 39 na (23-28) snel verliest, heeft wit niet veel beter dan 44-40 (23-29!) en nu faalt 24-20 (14×25), 33×24 op (13-19), 24×13 (22-28), 31×33 (12-18), 13×22 (17×48). Wit gaat dus toch weer een schijf verliezen en ook de partij.
Ook deze zomer organiseert het Leids DamGenootschap een zomercompetitie. Deze competitie op de woensdagavonden is voor iedereen toegankelijk. We spelen een gezellig en leuk toernooi met twee optionele wedstrijden per avond.
Je kunt zelf beslissen of je er 1 of 2 speelt en hoeveel woensdagen je meedoen wilt.
Ook zeer geschikt voor beginnende dammers, dus als je mensen kent die interesse in het spel hebben, neem ze mee!
Voor wie? Iedereen die de spelregels kent of wil leren kennen.
Waar? Denksportcentrum Leiden, Robijnstraat 4, zaal D.
Wanneer? Iedere woensdag vanaf 2 juli t/m woensdag 20 augustus.
Hoe laat? De eerste ronde begint om 20:00 de tweede ronde begint rond 21:30.
Wat is het speeltempo? 20 min. + 25 seconden per zet.
Wat kost het? Deelname is gratis.
Hoe meld ik me aan?Er is een vrije inloop, je hoeft je niet aan te melden. Als je zorgt dat je er 10 minuten voor aanvang van een ronde bent, word je ingedeeld.
Om toch iets van een competitie-element te hebben, wordt er een moyennesysteem gebruikt waarbij de eigen moyenne twee keer zo zwaar telt als de tegenmoyenne. Deelnemers moeten minstens vijf partijen hebben gespeeld om voor de eindzege in aanmerking te komen. De prijsuitreiking is op 20 augustus, dan spelen we slechts 1 wedstrijdronde (om 20:00)
Er zijn enkele prijsjes beschikbaar voor:
De winnaar van de zomercompetitie;
De winnaar van het ratingklassement t/m 1200, mits geen winnaar zomercompetitie (prijs schuift door);
De winnaar van het ratingklassement t/m 1000, mits geen winnaar zomercompetitie (prijs schuift door);
De grootste opwaartse ratingoverwinning, mits geen winnaar zomercompetitie of winnaar rating klassement (prijs schuift door);
De middenmoter, wordt toegekend aan degene die evenveel spelers voor zich duldt als achter zich houdt in de definitieve ranglijst. Als dat voor niemand het geval is, kijken we naar het geringste verschil tussen het aantal spelers voor iemand en het aantal spelers na iemand. Spelers die al een rating klassement of de grootste opwaartse ratingprijs gewonnen hebben komen niet in aanmerking voor deze prijs (prijs schuift door).
Het is LDG net niet gelukt te promoveren naar de Eerste Klasse van de nationale competitie. Tegen het sterker geachte derde team van Damlust Gouda moest LDG zich neerleggen bij de kleinst mogelijke nederlaag: 9-7. Zonder een overmaat aan chauvinisme kan worden gesteld, dat die uitslag gezien het spelverloop net zo goed andersom had kunnen uitvallen.
Omdat LDG in de reguliere competitie op de tweede plaats van de Tweede Klasse was geëindigd, mocht het promotiewedstrijden spelen. De eerste horde was de damclub Alblasserdam. Deze was als tiende geëindigd in de Eerste Klasse. Het werd een duidelijke overwinning voort LDG: twee overwinningen en zes remises. Op enkele borden had LDG het beter kunnen doen en de tegenstanders hebben nauwelijks scoringskansen gekregen.
In de laatste ronde van de reguliere competitie had LDG nog een kleine kans om kampioen van de Tweede Klasse D te worden. Daartoe moest met minstens 11-5 worden gewonnen van koploper Diemen. Dat heeft er nooit ingezeten. De wedstrijd eindigde in een 7-9 overwinning voor Diemen. Maar met een beetje extra scherpte had de uitslag ook 9-7 in het voordeel van LDG kunnen zijn.
Na in de zevende ronde het tweede team van SNA uit Heerhugowaard te hebben verslagen, mocht LDG in de achtste ronde aantreden tegen het derde team van dezelfde vereniging. Hoewel teamleider Jack van der Plas alle moeite deed om ons te waarschuwen voor onderschatting werd het een grote overwinning met 13-3 voor LDG. Op een gegeven moment was de tussenstand zelfs 12-0.