André van der Kwartel
In de derde competitieronde heeft het tiental met 10-10 gelijkgespeeld tegen het tweede team van de Damcombinatie Zaanstreek. Een teleurstellende uitslag omdat Zaanstreek 2 duidelijk zwakker werd geacht en tijdens de wedstrijd LDG dan ook aantoonbaar meerdere opgelegde kansen heeft laten liggen.
Zaanstreek opende de score met een damcombinatie die Hans Kreder volledig verrast moet hebben.
Johan Veerman – Hans Kreder
Stand na de 30e zet van wit.
Gedurende de eerste dertig zetten van deze partij was er helemaal niets interessants gebeurd. Heeft dat de zwartspeler in slaap gesust? In ieder geval speelde hij hier – waarschijnlijk zonder zorgvuldige zetcontrole – de logisch lijkende opbouwzet (20-24??) en werd verrast door: 32-28!! (22×35), 45-40 (35×44), 43-39 (44×33), 38×9 (13×4), 27-21 (16×27), 31×2 en zwart gaf op.
Jack van der Plas maakte al snel gelijk. Hij won een schijf in een leerzaam fragment.
Jack van der Plas – Martin Berends
Stand na de 31e zet van wit.
Een gelijkwaardige stand, waarin zwart wel zorgvuldig moet spelen. Zwart gaat echter onnodig tot actie over. (24-29!?), 33×24 (7-12??). [(8-12) had de stand nog gelijk gehouden, nu wint wit een schijf.] 39-33 (23-29), 24-20 (15×24), 40-34 (29×40), 45×34 [Als zwart (8-12) had gespeeld, was nu (18-23) mogelijk geweest.] (14-20??), 25×23 (18×40), 30×19 (13×24), 35×44. Een te drieste actie van zwart. Wit staat nu een schijf voor zonder dat daar voor zwart enige compensatie tegenover staat. In plaats van (14-20) had zwart nog kunnen tegenstribbelen met (18-23!). Wit moet wat. 33-29 (24×33), 38×7 wordt weerlegd door (8-12), 7×18 (13×31), waarmee zwart zelfs nog tegenkansen zou krijgen. Wit kan daarom beter een schijfje extra geven: 27-21 (26×17), 33-29 (24×33), 38×7. Nu heeft zwart als weerlegging: (14-20), 25×23 (13-18), 23×21 (16×47). Het lijkt dat wit hier nog een lastig eindspel tegemoet gaat. Daarbij een kleine kanttekening dat zwart snel in de fout kan gaan: 7-2 beantwoorden met (47-41) levert een verloren vier-om-twee eindspel op.
We konden weer optimistisch naar het scorebord kijken, toen zich het onverwachte drama op het bord van Evert Bronstring afspeelde.
Bart van Geel – Evert Bronstring
Stand na de 34e zet van wit.
Vanaf dit moment stak Evert veel energie in de partij, resulterend in een gewonnen stand. Ik geef het partijverloop vanuit de diagramstand: (23-29!), 34×23 (18×29), 45-40 (3-8), 47-42 (12-18), 42-37? [Beter was 28-22.] (18-23), 28-22? [Nu had wit beter 48-43 kunnen spelen. Na de tekstzet staat wit verloren.] (8-12), 48-43 (11-16), 43-39 (6-11), 39-34 (12-17????). 25-20!. Een afschuwelijke blunder. In plaats van (12-17) was de partij na (15-20) totaal gewonnen voor zwart. Om de omvang van deze gruwel te illustreren: de waardering van de computer slaat om van -4 in het voordeel van zwart naar +6 in het voordeel van wit…..
Maar op zo’n dramatisch moment in de wedstrijd is er altijd nog Hans Tangelder. Hans zou uiteindelijk met een bekende combinatie winnen, maar ik pak zijn partij iets daarvoor op:
Erik van der Haar – Hans Tangelder
Stand na de 37e zet van wit.
Hans laat hier een kans op groot voordeel achterwege. (12-17!). Dreigt met (17-22). De zogeheten bomzet werkt niet voor wit, omdat zwart na het slaan op dam komt: 27-21 (16×27), 32×12 (23×41), 12×14 (41-46). Ik geef twee andere mogelijke reacties van wit:
A) 36-31 (17-22), 28×17 (11×22), 48-42 (16-21), 27×16 (22-28), 33×22 (18×36) en zwart breekt door naar dam.
B) 48-42 (4-9) en nu is 40-34 verhinderd wegens (17-22), (11×31), (16-21), (26-31) en (24-30).
In allerlei andere varianten loopt wit steeds vast.
Vanuit de diagramstand was het spelverloop: (4-10), 48-43? (10-14), 43-39 en nu komt de zogeheten Coup Royal : (24-29), 33×24 (19×30), 28×17 (11×44), 40×49 (30-34). De stand is helemaal uit. In de partij speelde wit 49-43 en verloor snel na (18-23), 35-30? (6-11) enz.
Hein van Winkel bracht met een rustige remise de tussenstand op 5-5, waarna teamleider Harry Dekker LDG voor het eerst in de wedstrijd op voorsprong zette. Zijn tegenstander ging pas op de 52e zet in de fout.
Harry Dekker – Johan Deubel
Als zwart hier (11-17×7) speelt, is alle muziek uit de stelling. Omdat 28-22 niet gaat wegens (7-12) kan zwart ook nog eens (21-27×17) ruilen, waarna echt een platte remisestand overblijft. Gelukkig voor ons speelde zwart echter (13-19?) en ineens is alles anders. 33-29! [Dreigt 29-24] (30-35), 29-23 (19-24), 23-18 (24-29), waarna wit schijf 18 naar 4 speelde en dank zij zwak verweer van zwart gemakkelijk won.
Ik mocht zelf LDG op een voorsprong van vier punten zetten. Een aardige partij, maar toch de ergernis achteraf dat ik belangrijke kansen heb laten liggen. Twee voorbeelden:
André van der Kwartel – Mohammed Aliem Wagid Hosain
Stand na de 23e zet van zwart.
Zwart had twee zetten eerder onnodig een schijf geofferd, ongetwijfeld in de verwachting die wel weer terug te zullen winnen. In de partij heb ik enige tijd zitten kijken naar 40-34!?! Zwart heeft dan alleen nog maar (3-9), maar ik zag niet hoe ik daarna (9-14) zou kunnen verhinderen. Dom, dom, dom. Na (3-9) speelt wit: 27-22 (18×27), 31×22 (12-18), 34-29 (23×34), 32-28 (18×27), 28-23 (19×28), 26-21 (30×19), 21×12 (7×18), 39×30 (25×34), 49-44 en wit gaat uiteindelijk nog een tweede schijf winnen.
Maar de fraaie zet 40-34 is helemaal niet nodig. Wit kan ook direct actie ondernemen: 27-22 (18×27), 32×21 (16×27), 31×22. Zowel (12-17) als (12-18) wordt nu weerlegd door combinaties die eindigen met de afwikkeling 35-30 (25×34), 40×9.
Een tweede ergernis achteraf:
André van der Kwartel – Mohammed Aliem Wagid Hosain
Stand na de 36e zet van wit.
Na (7-12?) miste ik het eenvoudige 39-34 (30×39), 43×34 (19×39), 35-30 (25×34), 40×7.
Maurits Meijer speelde een gelijkwaardige remise, waarmee de stand kwam op 10-6 in het voordeel van LDG. Helaas gingen beide overgebleven partijen verloren.
Als eerste moest Joop Burgerhout na een boeiende en complexe partij opgeven. In de loop van de partij kwam Joop zo ongeveer verloren te staan, waarna hij op een gegeven moment bijna gewonnen kwam te staan en uiteindelijk toch verloor. Drie fragmenten uit deze partij.
Het eerste betreft de mogelijkheid van een spectaculaire afwikkeling.
Joop Burgerhout – Sijmen Hansen
Stand na de 25e zet van zwart.
38-33 is hier een goede zet, maar wit speelde 40-35!? Hij had geluk dat zwart de volgende afwikkeling miste: (28-33), 39×19 (8-13), 19×8 (17-21), 26×28 (9-14), 31×13 (14-19), 8×17 (11×31), 36×27 (19×50). Een zeer kansrijke damcombinatie.
Dertien zetten later miste zwart weer een gemakkelijk aantoonbare winst:
Joop Burgerhout – Sijmen Hansen
Stand na de 38e zet van wit.
Zwart was zo vriendelijk om (8-13??) te spelen, waarna wit liet volgen: 33-28 (22×24), 23-19 (14×23), 31-27 (21×32), 37×17 en voor het eerst in de partij is het voordeel aan wit.
Maar zwart had in de diagramstand ook kunnen kiezen voor (15-20). De dreiging is (20-24), 29×20 (18×38), 43×32 (21-27), 32×21 (16×27) met het onvermijdelijke gevolg (32-37). Wit kan deze dreiging niet weerleggen. Twee voorbeelden:
A) 34-30 (14-19), 23×14 (18-23), 29×7 (8-12), 7×27 (21×32), 37×28 (26×46).
B) 43-38 (9-13) en de schijf op 23 gaat verloren,
Het spelverloop vanuit het vorige diagram had het omslagpunt in de partij moeten zijn, maar elf zetten later gaf wit zijn voordeel weer uit handen.
Joop Burgerhout – Sijmen Hansen
Stand na de 48e zet van zwart.
Wit speelde hier het onlogisch ogende 38-32? (9-13), 31-27? En nu komt wit zelfs in het nadeel. Na 35-30 was de stand nog gelijk geweest. Nu volgde (13-18) en kwam wit in onoverkomelijke moeilijkheden.
In de diagramstand had wit met 24-19 de betere stand kunnen houden, overigens zonder dat er sprake zou zijn van reële winstkansen.
Ten slotte was er de partij van Peter van den Berg. Ook uit deze partij twee fragmenten om te laten zien hoe dicht winst en verlies in een partij – en zeker in een teamwedstrijd – bij elkaar kunnen liggen.
Peter van der Merwe – Peter van den Berg
Stand na de 28e zet van wit.
Zwart speelde (8-12?) waarop wit zich uit de problemen werkte met 33-29 (24×22), 25-20 (14×34), 40×16. Dat was jammer, want in de diagramstand had zwart schijfwinst kunnen afdwingen met (13-18!). De witte lange vleugel is lamgelegd en op zijn andere vleugel heeft hij te weinig mogelijkheden om zich los te werken. Een voorbeeld: 40-34 (8-13), 34-29 (23×34), 30×39 (18-23), 45-40 (3-8) en nu volgt op:
A) 28-22 (23-28), 32×23 (19×17) +1
b) 41-36 (21-27), 32×21 (23×41), 36×47 (26×17) +1
C) 40-34 (23-29), 34×23 (26-31), 37×17 (11×22), 28×17 (19×46)
D) 39-34 (26-31), 37×17 (11×22), 28×17 (24-30), 35×24 (19×46)
Achteraf blijkt dat Peter zelfs in de laatste fase van zijn partij nog remise in handen had.
Peter van der Merwe – Peter van den Berg
Stand na de 52e zet van zwart.
Peter ontdekte hier tot zijn schrik dat hij na het voorgenomen (14-20), 30-25 geen goed tempo zou hebben. Misschien in paniek (en tijdgebrek?) speelde hij daarom (24-29), 33×13 (18×9), maar verloor daarna kansloos.
De diagramstand is echter nog steeds remise na het verrassende (23-28). De reactie 34-29 is onvoldoende voor wit: (28×39), 29×9 (19-24!), 30×19 (18-23), 19×28 (22×42) met remise. Het enige alternatief voor wit is 31-26 (28×39), 34×43 en dit moet zwart remise kunnen houden.