Archive for 26/12/2020

Combinaties in de Roozenburg aanval deel 3: Zwart aan zet en wint

Hans Tangelder

Uit mijn archief ter oplossing: combinaties in de Roozenburg aanval deel 3. Zwart aan zet en wint! In diagram 25, 31 en 33 forceert zwart de winst. Volgend weekend staan de oplossingen op deze website.

CCI17102020_0002

Een greep uit mijn partijen tegen Evert Bronstring – 2

André van der Kwartel

Ik ga verder met mijn historische terugblik op de partijen die ik in de loop der jaren tegen Evert Bronstring heb gespeeld.

EA_2_1

Evert Bronstring – André van der Kwartel (23-02-1973)

Ik was aan zet en speelde hier (14-20??). Evert vertelde daarop dat de Italiaan Fanelli tegen hem dezelfde fout had gemaakt. Wit kan een aardige schijfwinst nemen: 28-22 (17×28), 34-29 (24×44), 50×39 (25×34), 40×18 (13×31), 32×25.

Nog in hetzelfde jaar behaalde ik mijn eerste overwinning op Evert. Een mijlpaal! Na zoveel jaar deze partij terugspelend, denk ik dat Evert hier een beetje al té overmoedig was.

EA_2_2

André van der Kwartel – Evert Bronstring (02-11-1973)

(16-21?) Overmoed? Of speculeerde zwart hier op de dreiging (27-31), (22-28), (8×46)? In ieder geval kwam zwart er na 32-28 niet meer aan te pas. In de diagramstand zou (5-10), 32×21 (16×27), 41-37 (27-31×31), enz. een plausibele voortzetting zijn geweest.

Twee weken later zette Evert een en ander weer recht.

EA_2_3

Evert Bronstring – André van der Kwartel (16-11-1973)

Zwart is aan zet en (18-23×23) ziet er gezond uit. Ik koos echter voor (5-10). Dat lijkt gevaarlijk, maar is speelbaar…., als ik het goed doe: 26-21 (17×37), 41×23 (20-24), er is geen alternatief, 29×20 (15×24??A), 30×19 (18×29), 35-30 (14×23), 30-24 (29×20), 25×5 (11-17) en zwart kwam een schijf achter.

A) (18×29) zou tot een gelijkwaardige stand hebben geleid. Bijvoorbeeld: 30-24 (29-33) en (14-19×24).

In de zomer van 1974 was Evert door een blessure enige tijd aan huis gebonden. Hij vroeg mij om bij hem thuis een aantal partijen te komen spelen. Onderstaand de eerste van dit viertal. Daarin laat Evert iets zien van de kracht van zijn zogeheten randspel. Voor de liefhebbers geef ik daarom ook de zetten die tot de diagramstand hebben geleid:

André van der Kwartel – Evert Bronstring (05-07-1974)

1.32-28 18-23 2.34-29 23×34 3.40×29 20-25 4.45-40 15-20 5.40-34 19-24 6.50-45 13-19 7.31-27 17-21 8.37-32 9-13 9.41-37 10-15 10.46-41 24-30 11.35×24 19×30 12.36-31 21-26 13.41-36 5-10 14.27-22 30-35 15.31-27 14-19 16.29-23 10-14 17.34-29 25-30 18.44-40 35×44 19.49×40 30-35 20.40-34 11-17 21.22×11 6×17 22.36-31 3-9

EA_2_4

Het verdere verloop was: 23.23-18 13×22 24.27×18 12×23 25.29×18 17-21 26.31-27 8-12 en wit gaf op. Ik zou een schijf gaan verliezen omdat 33-29 is verhinderd door (12×23), (26-21), (7-12) en (2×44).

In de diagramstand had ik geen betere zetten:

A) 27-22? (35-40!), 22×11 (12-17), 11×22 (20-24), 29×20 (40×36).

B) 45-40? (35×44), 39×50 (17-22).

C) 47-41 (35-40) Wit dreigt nu op allerlei manieren materiaal te verliezen. De enige zet die dat voorkomt is 34-30 maar dan volgt: (17-21), 45×34 (20-24×35) en zwart zal op de korte vleugel van wit doorbreken naar dam, als het al zo ver komt.

Tien dagen later speelden wij onze volgende partij en ook nu was het een confrontatie tussen mijn neiging om massief aan te vallen en Everts vaardigheid in het ontmantelen van zo’n massieve aanvalsstand. Onderstaand een kenmerkend beeld van zo’n botsing.

EA_2_5

André van der Kwartel – Evert Bronstring (15-07-1974)

Op dit moment is de witte stand nog goed speelbaar, maar dan moet wit wel terugtrekken met 22-17 (11×22), 28×17 (19×28), 32×23. Wit dreigt nu met 37-31 (26×37), 17×26 een schijf te winnen en omdat (21-27) verhinderd is, is zwart dus min of meer verplicht om met bijvoorbeeld (7-11), 37-32 (11×22), 23-18 (12×23), 29×27 de strijd te vervolgen.

In de diagramstand meende ik echter in jeugdige onbezonnenheid de aanval ongestraft voort te kunnen zetten: 34-30 (25×34), 39×30? Maar hier gaat onbezonnenheid over in overmoed. Met 29×40 had wit de stand nog gelijk kunnen houden, omdat de actie met 22-17 er nog steeds in zit. Zwart zit dus met het dilemma om ófwel na bijvoorbeeld (10-15) 22-17 toe te laten, ófwel met (11-17×17) schijf 22 weg te ruilen, maar dat geeft wit de gelegenheid om 40-34 te spelen.

Na 39×30 volgde: (13-18), 22×13 (9×18), 44-39 (21-27?) Hier miste zwart een snellere winst door: (26-31), 37×17 (11×22), 28×17 (19×37), 42×31 (12×21), 30×19 (14×34), 39×30 en zwart gaat een schijf winnen na (20-25). Ondanks deze misser won zwart de partij .

Wordt vervolgd.

Oplossingen combinaties in de Roozenburg aanval deel 2

Hans Tangelder

Diagram 13: 32-28, 49×38, 33-28, 29×49, 34×14.

Diagram 14: 26-21, 21-17, 32-28, 34-30, 39-34,42-37, 48×19, 34×5.

Diagram 15: 27-21, 37-31, 33-28, 43-38, (32×43), 49×38, 29×38, 34×5.

Diagram 16: 34-30, 48×39, 33-29, 19×30, 29-23, 27-22, 32×3.

Diagram 17: 37-31, 38-32, 27-22, 29×18, (13×22), 42-38, 34×1.

Diagram 18: 33-28, 21-17, 32-28, 43-39, 29×16, 34×1.

Diagram 19:
Combinatie 1: 27-21, 33-28, 42-37, 37×28, 29×38, 34×3.
Combinatie 2: 35-30, 33-28, 42-38, 29×49, 34×3, 40×29.

Diagram 20: 32-28, 37×17, 26×46, 42-37, 49×40, 29-24, 39-33, 34×5.

Diagram 21: 34×14, 24-20, 32-28, 28-22, 27-21, 44-40, 43×17, 38-32, 43×1.

Diagram 22: 33-28, Op 4-10 volgt 28×19, 37-31, (26×46), 47-41, 27-22, 29×11, (2×11), 43-38, 29×5.
Op 14-19 volgt 34-30, nu op 23×34 volgt 30×39, (19×30), 28-23, 40-34, 45×3, nu op 25×34, 41-36, 43-39, 48×39, 33-29, 19×30, 29-23, 27-22, 32×3.

Diagram 23: 24-20, 39×19, 32-28, 26-21, 37-31, 42-38, 47×38, 38-33, 39×5.

Diagram 24: 47-41. Op 17-21 volgt 24-19, 27-22, 29×18, 33-29, 24×33, 39×10. Op 17-22 volgt 33-28.
Op 4-10 volgt 24-19, 27-22, (18×27), 29×18, 32×3.
Op 14-19 volgt 27-22, nu op 18×27, 29×18, (13×33 meerslag), 24×4 en op 19×30, 28×19, (13×33 meerslag), 22×4.

Ter oplossing: combinaties in de Roozenburg aanval deel 2

Hans Tangelder

Uit mijn archief ter oplossing: combinaties in de Roozenburg aanval deel 2. In diagram 19 kan wit op 2 manieren winnen! In diagram 22 en 24 forceert wit de winst! Volgend weekend zijn de oplossingen op deze website te vinden.

CCI17102020_0001

Damt U ook?

Evert Dollekamp

Dambret

Natuurlijk is het niet mijn bedoeling een soort wapenwedloop aan te gaan tussen André en mijzelf. Nergens voor nodig. Ieder zijn smaak. Sterker nog, ik vind de bijdrages van André zeer te pruimen. Zorgvuldig taalgebruik, mooie verhalen. Zorgvuldige analyses ook en altijd to the point. Die zorgvuldige analyses kan ik trouwens niet beoordelen. Ik lees altijd door stukjes heen waarin gecijferd wordt. Moet je ook eens proberen als je niet van analyses houdt. Echt goede analyses kenmerken zich door een groot doorleesgehalte. Sla de cijfers over en lees gewoon door. André heeft deze kunst in handen. Zonder de cijfers heb je toch een verhaal.

Mijn fascinatie zit nu eenmaal in het schrijven over dammen en alles wat daar een beetje omheen hangt. Zo vond ik het onlangs nodig het volgende op te schrijven:

Damt U ook ?

Dambret is Gronings voor dambord. Ook in Scandinavische landen wordt begrepen dat hier een dambord bedoeld wordt. Sterker nog, Grootmeester Schieve Dambrett gaat hier over straat zonder dat iemand daar een opmerking over maakt. In Nederland is dat anders. Als je hier met een dambord over straat gaat, ligt een verblijf in het huisje op de loer. Ik heb in mijn dammend leven nog nooit de behoefte gevoeld met een dambord mijzelf publiekelijk voor gek te laten zetten, maar anderen denken daar kennelijk anders over.

Niemand minder dan Roel Boomstra, op moment van schrijven tweevoudig Wereldkampioen dammen, durft met een dambord onder de arm over straat. In een promotiefilmpje voor de Rijks Universiteit Groningen kuiert hij gemoedelijk door de Groninger binnenstad met een dambord onder de arm. Naast zich secondant Wouter Sipma, die zegt er maar niets van. Het is geen gezicht, ik kan het niet anders verwoorden. Gelukkig worden zij staande gehouden door een bevallige agente, slechts gekleed in een goed geoliede ritssluiting (copyright Leonard Huizinga in Adriaan en Olivier).

Waar denken wij naar toe te gaan met dat dambord onder de arm?’ klinkt het. ‘Wij zijn de damsport aan het promoten mevrouw!’ ‘Damsport? Damspel bedoel je’. ‘Nee mevrouw, het is echt een sport. Dat is zo omdat het heel erg moeilijk is!’ ‘Moeilijk? Ha! Laat me niet lachen. Dat was thuis het eerste spelletje wat we leerden. Het is juist hartstikke makkelijk! Nou, ik weet het goed gemaakt. Als jij daar dat bord voor je kop houdt, kunnen jullie doorlopen. Anders ga ik mijn bonnenboekje er bij halen.’

Dan is de werkwijze van wijlen Wim Los duidelijk subtieler. De grote dampropagandist sprak willekeurig passanten aan. Ooit in de trein vroeg hij een argeloze mevrouw:

Damt U ook?’