Verslag: André van der Kwartel
In de zesde ronde van de landelijke competitie heeft het tiental van LDG een verbijsterende nederlaag geleden tegen De Kroonschijf uit Bleskensgraaf. Verbijsterend, omdat na zo’n drie uur spelen de Leidenaren op een ruime overwinning leken af te stevenen, maar anderhalf uur later met een 12-8 nederlaag naar huis konden.
De score begon positief voor LDG met een snelle overwinning van Evert Bronstring.
Cor Westerveld – Evert Bronstring
Het partijverloop werkte enigszins op de lachspieren van uw verslaggever. 50-44 (18-23), 27-21 (16×27), 32×21 (9-13), 36-31 (13-18), 31-27 (14-19), 41-36?? Vijf zetten lang heeft wit de mogelijkheden voor een damzet naar veld 50 open laten staan en nu heeft hij eindelijk zijn zin: (24-30) en wit gaf op. Evert verklaarde achteraf de witte zettenreeks als volgt: “Wit wilde na 50-44 waarschijnlijk 43-39 spelen, maar die zet had ik met (18-23) verhinderd.”
Het werd al snel gelijk doordat invaller Jack van der Plas verloor. Hij liep al vroeg in de partij in een eenvoudige damzet, wist de dam voor een schijf verlies af te pakken maar moest na taai verdedigen toch in een nederlaag berusten.
Edwin van Hofwegen zette LDG weer op een voorsprong.
Peter Hartog – Edwin van Hofwegen
Partijverloop: (2-8), 34-29?? (23×34), 39×30 (19-23!), 30×10 (21-26), 28×19 (26×50), 10-5 (13×24). Als de rookwolken zijn opgetrokken staat zwart met een dam met 11 schijven tegen wit met een dam met negen schijven. Dat zou genoeg moeten zijn, maar vereist veel rekenwerk van beide partijen. Daarin zijn computers veel beter dan mensen en de computer geeft dan ook op veel momenten snellere winsten voor zwart aan. Eén voorbeeld:
Peter Hartog – Edwin van Hofwegen
De zwarte dam is verdwenen, maar de situatie voor wit is natuurlijk uitzichtloos. Zwart speelde hier (22-28), maar had snel kunnen winnen met (4-10). De verrassende dreiging is (22-27), 37×28 (22×33), 42×11 (6×17). Op bijvoorbeeld 42-38 volgt: (3-8) en (10-14). Op 42-48 volgt (35-40), (25-30), (10-14). Enz. Enz.
Ik speelde remise. In mijn partij deed zich een aardig fragment voor.
André van der Kwartel – Marijke Koers
(4-10), 30-24 (19×30), 35×24. Ik hoopte nu op (14-19?). Wit heeft dan twee kansrijke mogelijkheden:
A) 25-20 (19×30), 20-15 (10-14), 28-23 (18×29), 33×35.
B) 28-23 (19×39), 24-19 (13×24), 37-31 (26×28), 38-33 (21×32), 33×15.
Spelverloop: (7-11), 45-40 (10-15), 40-35 (12-17), 37-31 (26×37), 42×31 (21-26), 27-21 en na de afwikkeling vrij snel remise gegeven.
Bij de stand 5-3 in het voordeel van LDG verloor Maurits Meijer. Dat was de eerste echte tegenvaller, want Maurits was in een complexe stand een schijf vóór gekomen, maar begon te knoeien en verloor.
Teamleider Harry Dekker bracht LDG weer aan de goede kant van de score, maar dat had ook anders kunnen lopen….
Harry Dekker – Kees Brandwijk
Harry speelde hier 42-37?? En zag direct dat dat een blunder was. (Welke dammer kent dat gevoel niet?) Tot zijn opluchting speelde zwart (21-26). Winst zou zijn geweest: (23-28!), 32×23 (12-17), 23×12 (21-26), 12×21 (16×47). Spelverloop: 31-27 (12-17) en Harry liet zich op zijn beurt dit kansje niet ontnemen: 24-19! (23×14), 27-21 (16×27), 32×23 en wit stond een schijf voor en speelde dit vervolgens feilloos uit.
Maar nu voltrok zich het drama van de drie Hansen: Achtereenvolgens verloren Hans Kreder – die een toch niet al te moeilijk zetje overzag, Hans Tangelder – die blunderde in een eindspel waarin hij enkele zetten eerder nog gewonnen had gestaan en ten slotte Hans Kolfoort – die een gezonde schijf had voorgestaan, maar dit voordeel weg blunderde. Enkele fragmenten:
Hans Tangelder – Peter de Hek
Hier kan wit met 1-23 al een gewonnen eindspel op het bord brengen. Na bijvoorbeeld 43×16 25-20 is wit niet meer af te houden van drie dammen. Het partijverloop was echter: 32-28 (43-16), 1-34??? (36-41), 47×36 (26-31), 36×27 (16×45).
Hans Kolfoort – Ad de Hek
Na (17-21??) volgde eenvoudig maar toch verrassend 25-20 (14×32), 37×26. De zwarte schijf op 27 staat ook op de tocht, dus zwart vervolgde met (16-21), 26×17 (7-11). Wit reageerde met 41-37 (11×22), 33-29. Evert Bronstring was hier kritisch over. Met deze voortzetting geeft wit aan zwart de gelegenheid om nog een redelijke positie op te bouwen. Met 17-12 in plaats van 41-37 blijft de zwarte voorpost onder druk staan.
Maar natuurlijk bleef Kolfoort wel gewonnen staan. Het drama voltrok zich op de 45e zet van wit
Hans Kolfoort – Ad de Hek
Wit kwam op het onzalige idee om 38-32?? Te spelen. Natuurlijk volgde (28-33) en (22-28) en wit verloor na nog een lang eindspel. Zoals Hans zelf aangaf staat wit na 29-24 glad gewonnen.
Hans Kreder deelde in de malaise van zo veel teamgenoten.
Pieter Trapman Sr. – Hans Kreder
Hans speelde hier (14-20??) en werd verrast door: 47-41 (36×47), 30-25 (47×29), 25×34. Het afspel was kansloos voor zwart.
De wedstrijd werd afgesloten met een remise van Evert Dollekamp. Hij stuurde mij het volgende fragment:
Arie van Genderen – Evert Dollekamp
Ik geef (mede) het commentaar van Evert Dollekamp zelf: Hij had met zwart de ‘afzichtelijke’ wachtzet (3-8) gespeeld, waarop wit met 42-37 ook nog een zet had gewacht. Zwart had nu met (14-20), 29-24 een gelijkwaardige stelling kunnen bereiken, maar speelde (22-28×28). Hij meende achteraf een ernstige fout gemaakt te hebben als wit 38-32 zou spelen. (15-20) gevolgd door (19-24) werkt dan niet, dus Evert geeft als variant: (11-17), 31-27 (17-22), 27-21 (22-27), 21-17 (12×21), 26×17 (27×38) 43×32 en concludeert dat de stelling “uit” is, maar dat klopt niet. Zwart heeft nog: (18-22), 29×27 (7-12), 32×23 (12×41), 36×47 (19×28).
Allemaal prietpraat want wit speelde 38-33, waarna zwart voordeel kreeg en de partij in remise eindigde.