Verslag: André van der Kwartel
Het tiental van het Leids Damgenootschap heeft voor de derde opeenvolgende keer verloren. Na een uitstekende seizoenstart met zeven punten uit vijf wedstrijden, zorgt de situatie op de ranglijst met zeven punten uit acht wedstrijden er nu voor dat met lichte zorgen naar omlaag wordt gekeken. Deze keer was het tweede team van damvereniging 020 uit Amstelveen te sterk voor LDG. Niet verrassend, want de gemiddelde rating van dit team ligt ruim 100 punten hoger dan die van de Leidenaren, die bovendien met twee invallers moesten aantreden. Toch kan LDG niet ontevreden zijn. Er is wel degelijk gevochten voor de punten, hetgeen er onder meer in resulteerde dat LDG tot een uur voor het einde nog met 5-7 leidde. Maar de resterende vier partijen gingen allen verloren, waardoor er uiteindelijk een 13-7 nederlaag op het scorebord kwam te staan.
020 opende de score door een snelle nederlaag van invaller Jack van der Plas.
Jack van der Plas – Erik Brunsman
Een door de witspeler te agressief opgezette partij resulteerde uiteindelijk in de bovenstaande stelling. Wit staat al verloren, maar werkte nog mee aan een aardige afwikkeling: 29-23? (16-21), 27×18 (10-15), 22×11 (13×33), 38×29 (19×39) en wit gaf op.
Evert Bronstring bracht de stand al snel op gelijke hoogte.
Evert Bronstring – Hanco Elenbaas
Na (13-19) is er niet veel aan de hand voor zwart. Maar zwart speelde (12-18??). Na het voor de hand liggende antwoord 39-33! Verzonk zwart in langdurig nadenken… en gaf op. De dreiging 34-30 lijkt dodelijk. Toch is het opgeven ietwat voorbarig. Zwart beschikt namelijk over de mogelijkheid: (18-23), 29×18 (2-7). De computer geeft nu als hoofdvariant: 36-31 (7-11), 28-23 (11-17), 22×11 (6×17), 33-29 (13×22), 27×18 (8-13). Zwart wint zijn schijf terug, maar na 18-12 (17×8), 31-27 staat wit wel erg goed.
Hans Kreder speelde remise, maar op twee momenten in zijn partij had hij het belangrijk beter kunnen doen.
Hans Kreder – Paul Lohuis
Wit speelde hier 34-30×30, maar veel sterker is: 27-22 (18×27), 32×21 (23×32), 38×27. Zo’n dubbele ruil naar de rand doet meestal niet zo veel, maar in dit geval is hij vrijwel dodelijk, vooral omdat de volgende zet van wit 33-28 zal zijn. Dank zij de mooie opstelling van de witte korte vleugel wemelt het dan van de winnende slagzetten.
Later in de partij kreeg Hans nog een tweede kans om groot, zo niet winnend voordeel te behalen.
Hans Kreder – Paul Lohuis
Wit speelde hier 39-34 en intuïtief klopt die zet niet. 39 moet naar 33. Veel beter is dus: 28-22. Voor de hand ligt nu: (12-17), 22×11 (16×7), 33-28 (7-12), 28-22 (23-28), 32×34 (24-29), 34×23 (19×17) met aanzienlijk voordeel voor wit.
Vervolgens zette Edwin van Hofwegen LDG weer op een voorsprong (3-5). Een cruciaal moment deed zich voor op de 33e zet van wit.
Kenny Kroon – Edwin van Hofwegen
Wit speelde hier de afgrijselijke zet 49-44?? waar ‘gewoon’ 38-32 de stand redelijk gelijk had gehouden. Partijverloop: (19×30), 35×24 (21-27), 28-23 (25-30) [Ziet er aantrekkelijk uit, maar (10-14) is veel sterker, zo niet op slag (een schijf) winnend. Wit krijgt nu tegenkansen op de lange vleugel van zwart.] 34×14 (10×28), 24-20 (15×24), 29×20 (17-21), 26×17 (12×21), 33-29 (13-19??), 38-32 (27×49), 29-23 (18×29), 40-35 (49×40), 45×14 en zwart gaat onnodig een lastig eindspel tegemoet.
Dat eindspel werd na enkele zwakke zetten van wit alsnog door Edwin gewonnen.
Ik mocht met een remise de stand op 4-6 brengen, maar heb vrijwel zeker een kans op een beter resultaat gemist.
Laura Ratniece – André van der Kwartel
Ik sta hier beter, maar pak de zaken te passief aan. De computer suggereert (13-18). Partijverloop: (3-8), 37-32 (1-7??). Weer te passief. Na alsnog (13-18) taxeert de computer de stand alsof zwart een volle schijf vóór staat. Bijvoorbeeld: 36-31 (6-11), 31-27 (11-17) en nu volgt op een zet met schijf 44 (8-12), waarna wit uiteindelijk in onoverkomelijke problemen komt.
Evert Dollekamp had zich wegens gezondheidsproblemen een dag voor de wedstrijd moeten afmelden. Peter van den Berg bleek bereid op deze korte termijn voor hem in te vallen. Hij speelde verdienstelijk remise, waarmee hij de stand op 5-7 in het voordeel van LDG bracht. Ook voor hem geldt achteraf dat er misschien wel meer in had kunnen zitten.
Peter van den Berg – Lucien Leerdam
Zwart is aan zet en had het beste (17-22), 32-28 enz. kunnen spelen. Hij speelde echter (7-11?). Peter liet nu een kans op groot voordeel liggen. Hij reageerde met 27-21×21, maar had beter het verrassende 39-33! Kunnen spelen. (23-28) faalt op 32×23 (19×37), 30×10 (15×4), 20×3. (24-29) gaat een schijf verliezen na 33×24 (20×29), 44-39 (17-22), 42-37. Blijft over: (17-22), 44-39 (11-17), 42-37 (6-11), 39-34 (23-28). Na de afwikkeling blijft er een macro-eindspel over waarin wit twee schijven meer heeft.
Dit was het laatste moment waarop LDG van zijn voorsprong kon genieten. De resterende vier partijen gingen verloren.
Als eerste verloor teamleider Harry Dekker. Dat verlies werd ingeleid door een positionele blunder.
Wiebo Drost – Harry Dekker
Na (17-21×22) lijkt er voor zwart niet iets bijzonders aan de hand te zijn, maar Harry speelde (18-23??), 29×18 (13×22). Na 30-24×24 werd zwart kansloos weggespeeld.
Vervolgens verloor Maurits Meijer. Zonder dat de computer ernstige misgrepen signaleert kwam hij in het late middenspel vanuit een voordelige stand steeds slechter te staan. De definitieve fout werd gemaakt op de 49e zet.
Maurits Meijer – Hans van den Heuvel
Wit besluit hier tot het offer 29-24 (20×38), 32×43, misschien in de hoop op (18-23?), 27-22, enz. Maar zwart speelde (19-24) en wit werd weggespeeld. In de diagramstand geeft 26-21 (17×26), 28-22 veel meer verdediging. Het beste lijkt nog voor zwart (18-23), 29×7 (11×2), waarna wit wat lastiger staat, maar nog lang niet verloren.
Daarna verloor Hans Tangelder, maar dat was te begrijpen tegen een tegenstander die ruim 200 ratingpunten sterker was. Ook Hein van Winkel verloor. Het ratingverschil met zijn tegenstander bedroeg maar liefst 300 punten. Desondanks leek het tot de zestigste zet er nog op dat Hein remise in handen had, maar waarschijnlijk was dat achteraf toch een illusie. Zoals de partij verliep koos hij in ieder geval niet voor de taaiste verdediging.
Jan Pieter Drost – Hein van Winkel
Dit is de stand na de 60e zet van wit. Zwart speelde hier (11-17) en na 43-38 (9-14), 38-33 gaf zwart op.
Een eerste opmerking: Evert Bronstring dacht dat zwart remise kon houden met (9-13) in plaats van (9-14), maar dat is niet correct. Bijvoorbeeld: (9-13), 28-23 (16-21), 27×16 (17-22), 23-18 (22-27), 18×9 (27-31), 37-32 (31-36), 9-4 (36-41), 4-10. De andere variantjes mag de lezer zelf nagaan.
Een tweede opmerking: Vermoedelijk staat zwart in de diagramstand toch al verloren. Een voorbeeld: (9-14), 28-23 (11-17), 43-38 (14-20), 23-19 (20-25), 19-14 (25-30), 14-10 (30-35), 10-5 (35-40), 5-28. Voor de eindspelpuzzelaars de interessante vraag of zwart in de diagramstand nog remise kan maken.