André van der Kwartel
Na de overwinning met 9-3 op Damclub Den Haag is het zestal van LDG de verrassende koploper in de hoofdklasse van de Zuid-Hollandse Dambond. Vier teams delen met negen punten uit zes wedstrijden de eerste plaats, maar LDG heeft het hoogste aantal bordpunten.
Op de overwinning tegen Den Haag valt weinig af te dingen. Drie overwinningen, waarvan één waarschijnlijk ook een verliespartij had kunnen zijn, en drie remises, waarvan één winst en één verloren had kunnen zijn.
Casper Remeijer opende de score met een overwinning op Berke Yigittürk. Hij bezorgde zijn tegenstander een voorpost op veld 29. Deze voorpost werd zorgvuldig omsingeld, wat uiteindelijk resulteerde in een winnende kettingstelling.
Koos van Amerongen bracht de voorsprong op 4-0. Een consequente aanval op de lange vleugel bracht hem een soepele overwinning. Maar zijn tegenstander had zich wel beter kunnen verdedigen.
Koos van Amerongen – Gerard de Groot
Stand na de 35e zet van wit. (17-21?). Nu slaat de aanval snel door: 34-29 (10-15), 29×20 (15×24), 41-37 (4-10!?), 33-29 (24×33), 38×29 (10-14), 29-24 en zwart gaf op.
In de diagramstand had zwart zich taaier kunnen verdedigen met (10-14). 34-29 is nu min of meer verhinderd door (14-20) en (24-30). Een plausibel verloop is dan ook: 41-37 (16-21), 37-32 (27-31). Wit heeft groot voordeel, maar het wordt in ieder geval nog een lang verhaal.
Hans Tangelder bracht de stand op 6-0. Bij zijn partij wordt in Toernooibase een opmerkelijk commentaar gegeven door Hanco Elenbaas:
“Hans is onoverwinnelijk geworden. (…) Hans scoort er de laatste tijd ongekend op los, Martin. Ik ken hem sinds de onderlinge van Hiltex van 25 jaar geleden. Hij was altijd een beetje een rommelaar, een tamelijk kwetsbare speler. Maar dat lijkt sinds dit seizoen helemaal over. Hij slacht alles wat tegenover hem plaats neemt. Ook Jeroen heeft er dus aan moeten geloven. Zonder Hans was het Leids Dam Genootschap (de club van de twee Everts en Maurits Meijer) momenteel degradatiekandidaat nummer 1 in de landelijke competitie.”
De Martin in dit citaat is Martin Dolfing die opmerkt dat het toch wel een ongelukkige nederlaag was van de tegenstander van Hans, Jeroen Kos, omdat die eerder in de partij zeer goed zou hebben gestaan.
Ik gun Hans natuurlijk van harte de loftuitingen aan zijn adres, maar ik moet het eens zijn met Dolfing: Hans heeft in deze partij misschien zelfs wel verloren gestaan.
Jeroen Kos – Hans Tangelder
Stand na de 42e zet van zwart. Eerst het partijverloop 39-34? (35-40!!), 34-29 (7-12!!), 45x34A (12×21), 29×20 (25×14), 28-22??? En wit gaf op. Het lijkt erop dat wit op de een of andere manier ‘gezien’ heeft dat de witte schijf op 37 stond. A) Als wit 17×8 slaat volgt (9-13), 8×30 (25×32).
Een beetje een ‘lucky win’. Zeker gegeven het feit dat wit na 42-37 duidelijk beter staat.
Steven den Hollander had het voorrecht het winnende zevende punt binnen te brengen in een partij waarin het evenwicht op geen enkel moment werd verbroken.
De tweede remise kwam van de hand van Frank Eektimmerman, maar die partij had al heel snel afgelopen kunnen zijn.
Frank Eektimmerman – Herman Vroom
Stand na de 18e zet van zwart. 39-33?? (8-13??). Beide spelers overzien het verrassende (21-27), 32×23 (19×50). In het vervolg speelde wit een nog wat moeizame partij, maar de remisegrenzen werden niet overschreden.
Naschrift: Na publicatie van dit fragment mailde Frank “… zie dat ik mijn partij verkeerd in toernooibase heb gezet. Zet 19 was 38-33 en zet 20 was 43-38 en de simpele combinatie was dus niet mogelijk. Zal het aanpassen op toernooibase.”
Ik mocht zelf het laatste punt behalen, maar dat hadden er twee moeten zijn.
Harry Zandvliet – André van der Kwartel
Stand na de 48e zet van zwart. 31-27? (21-26), 34-29 (23×34), 30×39 (26-31!), 28-22 [Meer verdediging geeft: 35-30 (24×35), 39-34 (31×22), 28×17. Zwart heeft dan niet veel anders dan (19-24), 17-12 (18×7), 34-29 (14-19), 29×20 (35-40) en er is nog een lange weg te gaan.]
In de partij begon ik na 28-22 allemaal spoken te zien. Ten eerste schatte ik in dat wit na (16-21) zou kunnen doorbreken, (Is niet waar.) Ten tweede mis ik het feit dat ik (16-21) kan laten voorafgaan door (24-30), waarna (16-21) direct winnend is. Ten derde dacht ik de stand in een paar zetten te kunnen laten vastlopen door (18-23), 33-28 enz. Maar in plaats van 33-28 speelde wit 22-18, waarna het de vraag is of de stand nog te winnen is voor zwart. Zo veel fouten op zo’n belangrijk moment: ik verdiende niet meer dan één punt.