De laatste bijdrage aan de website in 2018 is van Koos van Amerongen, kersvers lid van LDG, over zijn deelname aan het EK 2018 in Moskou.
16-22 december, Moskou, Rusland
In de Russische hoofdstad Moskou vond van 16 tot 22 december het Europees Kampioenschap dammen plaats. Een bijzonder zwaar toernooi, niet alleen gezien het sterke deelnemersveld (zo waren op Schwarzman na bijna alle Russische toppers aanwezig), maar ook gezien het razende tempo waarin het toernooi werd afgewerkt: 9 rondes in 6 dagen (waarvan 4 rondes binnen 48 uur); als kers op de taart volgde aansluitend op de laatste ronde ook nog het EK Superblitz.
In de eerste ronde trof ik in de Let Guntis Valneris meteen een voormalig winnaar die ook dit keer weer tot de kanshebbers behoorde. Ik besloot er vol voor te gaan. Het werd een interessante partij met scherp flankspel. In het middenspel zag ik een thematische offervariant opdoemen, die ik als winnend voor mij taxeerde. Ik was dan ook verrast dat Guntis, die bekend staat als fantastisch rekenaar, deze variant toch inzette (zie diagram). Natuurlijk bleek hij het aan het juiste eind te hebben, stond ik ineens kritiek en mocht ik blij zijn dat het nog remise was. (1-1)
Guntis Valneris – Koos van Amerongen, 1e ronde, z.a.z.
Hier volgde: 34..13-19 35.24×13 18×9 36.26-21 (het thematische offer) 27×16 37.37-32 20-24 38.29×20 15×24 39.31-27 22×31 40.36×27 en ik dacht Guntis te pakken te hebben met 9-13!? 41.23-19* 14×23 42.28×30 en 42..12-18! omdat zwart de witte schijf op 27 dreigt te winnen en 43.33-28 verhindert is. Ik besefte me pas na 43.48-42! dat 17-22 verhindert is. Gelukkig is het dus nog remise.
Als `beloning’ voor deze prestatie kreeg ik veelvoudig Nederlands Kampioen Alexander Baljakin in de middagronde voor de kiezen. Natuurlijk ook een kanshebber. Ik ging er weer vol in, maar door gebrek aan kennis in een openingsvariant kwam ik snel in het nadeel. Het was aan Baljakin wel toevertrouwd om dat om te zetten naar winst. Jammer, maar weer wat geleerd! (0-2)
Tot zover de wereldtop. Tijd voor de mede-recreanten. Allereerst de sympathieke Duitse veteraan Raphaël Zdoroviak. Ik kwam goed uit de opening en kon op behoorlijk terreinvoordeel buigen. Zdoroviak probeerde zijn weg naar de remise te ruilen, maar maakte in de cruciale fase een beslissende fout. Er zaten evenwel nog een aantal leuke combinaties in, waardoor de remise niet zó eenvoudig was als Zdoroviak achteraf dacht. (2-0)
Koos van Amerongen – Raphaël Zdoroviak, 3e ronde, z.a.z.
Zdoroviak stond al een tijd onder druk en speelde hier foutief 46..21-26? en na 47.42-37 9-14* 48.33-29 26-31 49.37×26 14-20 50.32-27 18-23 51.29×9 20×40 52.9-3 25×34 53.3-25! staat alles goed voor wit. Ik had gezien dat zwart zich beter kon verdedigen met 46..9-14 47.34-29 25×23 48.42-38 19×30 49.28×8 30-35. Na 50.8-2! moet zwart nog wel oppassen. Zo wint na 50..35-40? 51.2-7!, omdat zwart niet goed op dam komt. Het leukste is dat 50..14-19 51.2×24 35-40? verhinderd is, vanwege 52.47-41! 36×37 53.32-27 21×43 54.24-35! en hoe zwart ook slaat, wit wint. Ik vermoedde dat er na 50.8-2 nog wel een remise in zou zitten, maar zag niet hoe. De computer komt met 50..14-19 en 51.18-23 =.
Vervolgens een “sterke amateur” zoals hij zichzelf omschrijft: Aleksej Domchev. Het werd een saaie partij, waarin ik kon kiezen uit de remisevarianten, maar het “mezelf niet moeilijk” wilde maken en dat daarmee juist wel deed en uiteindelijk een 4-om-4 nog wist te verliezen. (0-2) Een mentale dreun. In de middagronde zag ik in Aleksei Bolshakov een Russich talentje voor me. Hij speelde zowaar een theoretische variant mee, maar zoals ik uit een eerder partij had vernomen, kende hij deze niet diep genoeg. Hij liep in een bekend schijfkostend zetje, dat tot overmaat van ramp niet bleek te winnen. Daarmee was het einde van mijn toernooi wel gemarkeerd. (1-1)
De rondes erna speelde ik leuke partijen tegen de voor DEZ Culemborg uitkomende Wit-Russische MI Uladzislau Valjuk, MF Patrick Casaril en MF Alexandr Surkov. Tegen de eerste werd het een principiële partij waarin, zo bleek achteraf, we beiden een goede kans op groot voordeel gemist hebben. Op het eind kwam ik nog ver, maar de op 64-velden getrainde Valjuk had geen problemen de remise te vinden. Tegen Casaril en Surkov speelde ik misschien wel mijn beste partijen, maar in beide partijen liet ik de winst liggen. Een fragment uit mijn partij tegen Casaril:
Koos van Amerongen – Patrick Casaril, 7e ronde, w.a.z.
Zwart heeft zojuist 35.20-25?! gespeeld. Wit kan nu met 36.33-29!? 24×22 37.39-33 25×34 38.40×7 combineren, maar dit levert slechts remise op, omdat zwart de witte dam snel kan vangen, met 38..19-24! 39.32-27 (damhalen is immers verhinderd) 22×31 40.36×27 3-8! Dus ging het verder met 41.39-34 (dreigt met o.a. 27-22) 13-18 42.37-31 17-22 en met 43.26-21! wist ik allerlei ideeën in de stand te weven. Zo zijn bijvoorbeeld 6-11, 3-8 en 4-9 verhinderd door kleine zetjes, en volgt op 43..3-9? 44.34-29! en 46.32-28. Zwart speelde echter sterk 43..15-20! Ik was nu van plan om het offer 44.21-17 12×21 45.31-26 22×31 46.36×27 te spelen, omdat allerlei vastloopvarianten met op het eind de wending 30-24 19×39 28×8 voor zwart nadelig uitpakken. Maar, zwart wint op slag met 46..4-9! 47.26×17 3-8!, om op wits enige zet 48.33-28 te vervolgen met 48..18-22! Dus moest ik aan de noodrem (44.31-26 22×31 45.26×37) en kwam ik nog goed weg met remise.
Met een overwinning in de laatste ronde op Vasily Markin wist ik alsnog mijn gemiddelde te halen en in dit veld om en nabij verwacht te scoren. Verassend winnaar werd de laag ingeschaalde 18-jarige Wit-Rus Michael Semanyiuk, die bij de jeugd al de nodige titels in de wacht had gesleept. De overigens erg ongeïnteresseerd overkomende kampioen speelde snel en sterk, liet zijn op winst uit zijnde tegenstanders in het mes lopen en consolideerde vervolgens overtuigend zijn +4-score (tegen 2343 FMJD-rating gemiddeld!) om daarmee de titel én de grootmeestertitel op te eisen.
Persoonlijk vond ik het hoogtepunt van het toernooi de partijen van Wouter Sipma tegen Alexey Chizhov en – vooral – Jan Groenendijk tegen Alexander Georgiev. Beide Nederlanders, waren tegen hun illustere tegenstanders niet bezig met “de boot afhouden”, maar speelden principieel en gingen voor de winst. Beiden kregen de deksel op hun neus. Wouter zag te laat aankomen dat hij in de problemen zat; Jan kwam in een macro-eindspel waarin hij remise na remise liet liggen en uiteindelijk in zeer goede – vermoedelijke gewonnen – stand in een trucje van ‘Sjors’ liep. Zuur. Ter illustratie één van de remises die Jan liet liggen, die mooi getuige van zijn combinatieve instinct:
Jan Groenendijk – Alexander Georgiev, 8e ronde, w.a.z.
In dit explosieve macro-eindspel zag Jan dat hij een remisecombinatie kon nemen met 32.37-31 26×37 33.32×41 21×34 34.28-19! 14×23 35.33-28 23×32 36.42-38 32×43 44.48×6 =. Jan taxeerde zijn stand (terecht) als beter en speelde door.
Dan nog de Superblitz. Elke wedstrijd eindigde in een beslissing, aangezien er in elke ronde volgens het Georgiev-Lehman-Systeem werd gespeeld (i.e., er werd met dezelfde tijd doorgespeeld totdat er een winnaar was), met een Fischer-tempo van 5+2. Dat werd Ainur Shaibakov, die al zijn wedstrijden uiteindelijk wist te winnen. Zelf eindigde ik met 5 overwinningen en 2 nederlagen op een gedeeld 3e (en op `weerstand’ 10e) plaats, samen met een bataljon grootmeesters, waaronder veelvoudig wereldkampioen Alexey Chizhov.
De omstandigheden in Moskou waren uitstekend. Althans, in het hotel en de speelzaal. Buiten was het met tussen de 10 en 20 graden in de min toch wat aan de koude kant. Als voormalig inwoner van Moskou ben ik dat wel gewend, maar mijn landgenoten hadden het er niet altijd even makkelijk mee. In die zin was het nog zo gek nog niet dat het schema zo vol zat met wedstrijden … Gelukkig had ik voor en na het toernooi nog een paar dagen extra om van Moskou te genieten.