André van der Kwartel
De periode tussen de reguliere competitie en de persoonlijke kampioenschappen enerzijds en de diverse zomertoernooien anderzijds gebeurt er in Nederland niet zo veel waarbij damgenoten zijn betrokken. Het is dan een beetje komkommertijd. Daarom voor dit moment een bijdrage voor de website bestaande uit een aantal gemengde fragmenten. Eerst wat eigen werk uit de afgelopen interne competitie. Daarna geef ik aandacht aan het toernooi in Salou, waaraan maar liefst vier Damgenoten deelnamen. Mijn volgende bijdrage aan de website zal gaan over de prestaties van de drie Damgenoten die hebben deelgenomen aan het Rotterdams Open 2019. Dat waren: Steven den Hollander, Hans Tangelder en Hein van Winkel.
Uit de onderlinge competitie
Half april speelde ik tegen Evert Bronstring een partij waarin ik hem alle gelegenheid gaf zich in zijn befaamde randspel uit te leven. Hieronder een spannend fragment uit deze partij waarbij de zwarte stand duidelijke kenmerken vertoont van de hand van Evert.
André van der Kwartel – Evert Bronstring
Stand na de 37e zet van zwart.
32-28?? [Dit is zo’n zet die Evert in de handen doet wrijven. Veiliger is 36-31-27. Naar 22-18 en 33-29 heb ik helemaal niet gekeken.] (13-18), 22×13 (3-9), 13-8 (2×13), 23-19 [Merk op dat wit na 40-34 (13-18), 34-29 (9-13) een schijf verliest. Dat is één van de tactische wendingen die Evert in dit systeem al heel wat punten heeft opgeleverd.] (13-18) [Hier mist Evert een verrassende schijfwinst met (30-34!!). Wit moet wel 19×17 slaan en zwart blijft na 34×23 een gezonde schijf voor. Zoals zwart het in de partij speelt, ga ik ook een schijf verliezen, maar daar had ik al iets op gevonden.] 19-14 (9×20), 28-22!! (18×27), 40-34. Wit staat tijdelijk twee schijven achter, maar wint met 37-31 een schijf terug en heeft daarna ruim voldoende compensatie. De partij eindigde in remise.
In een partij tegen Harry Dekker van begin mei kwam de volgende stand voor:
Harry Dekker – André van der Kwartel
Stand na de 32e zet van wit.
Dank zij een wat al te drieste aanvalspoging van de witspeler sta ik hier al een schijf voor, maar gezien de stand op zwarts lange vleugel lijkt wit enige compensatie te hebben. Ik vluchtte in deze stand met (27-31) de rand in, omdat ik de volgende dreiging zag: 38-33 (27×38), 24-20 (15×24), 29×20 (38×29), 20-15. Ik was er niet blij mee, omdat na (27-31) wit steeds meer compensatie krijgt voor zijn verloren schijf.
Het had zo ver niet hoeven te komen. In de diagramstand kan zwart namelijk (8-13) spelen. De door mij gesignaleerde dreiging wordt nu fraai weerlegd: 38-33 (27×38), 24-20 (15×24), 29×20 (38×29), 20-15 (26-31!), 37×17 (11×22), 15×4 (13-18), 4×13 (18×9). Zwart blijft een schijf voor en de problemen op zijn lange vleugel zijn opgelost.
In mijn laatste wedstrijd van het seizoen 2018-2019 mocht ik aantreden tegen Casper Remeijer. Uiteraard kwam ik zwaar onder druk te staan en ik verloor uiteindelijk kansloos. Dacht ik. De computer gaf echter aan dat ik vlak voor het einde nog een verrassende remise heb gemist.
André van der Kwartel – Casper Remeijer
Stand na de 49e zet van zwart.
Hier koos ik voor het kansloze 34-29 en 37-32, maar de computer ontdekte: 37-32! (27-31), 38-33!! Zwart doet niets tegen de dreiging 34-29. Drie voorbeelden:
A) (31-36), 34-29 (25×23), 33-28 (19×30), 28×17 =
B) (18-22), 34-29 (25×23), 32-27 (19×30), 27×9 =
C) (18-23), 32-28 (23×32), 34-39 (25×23), 33-28 (19×30), 28×17 =
Ik heb deze vondst aan Casper gemeld en zijn reactie is de moeite waard om hier mee te nemen:
“Ik heb die mogelijkheid in de partij niet gezien, hoewel het niet heel ingewikkeld is. Zwart kan na 37-32 27-31 38-33 wel nog 12-17 spelen en dan heb je op 34-29 33-28 nog 7-12, maar dat eindspel is remise.
Moeilijk te zien en eigenlijk een soort van grappig is dat 1-6 i.p.v. 1-7 net voor de diagramstand beter is. Als je in de diagramstand 7 naar 6 verplaatst en 22-27 terugneemt, dan had ik 19-23! kunnen spelen. Mijn computer vindt dat nog steeds veel beter voor zwart, omdat 34-29 23×34 30×39 wordt beantwoord met 25-30. Op weglopen volgt 12-17-21, maar in de partij had 16-11! 7×16* 24-20 kunnen volgen en dat is waarom 1-6 beter was geweest. Om op hoog niveau partijen te winnen, moet je dit soort dingen ruim genoeg van tevoren zien.”
Salou 2019
Eind mei vond in Salou het jaarlijkse internationale damtoernooi plaats. Aan dat toernooi deden vier leden van het Leids Damgenootschap mee: Koos van Amerongen, Steven den Hollander, Jack van der Plas en Arjan Varkevisser. Koos van Amerongen eindigde ongeslagen op een gedeelde achtste plaats. Een mooie prestatie, te meer daar hij onderweg ook nog remise speelde tegen niemand minder dan Alexander Georgiev.
Ik heb niet de hand kunnen leggen op alle partijen van onze Damgenoten, maar ik kan voor deze bijdrage wel drie fragmenten laten zien.
Grigorij Getmanski – Steven den Hollander
Stand na de 19e zet van zwart.
Wit had hier veilig 33-28 kunnen spelen, want de dam na (11-17), 22×11 (16×7), 27×16 (26-31), 37×26 (18-22), 28×17 (12×21), 26×17 (24-29), 34×23 (19×46) wordt met 38-32 voor gelijk spel afgenomen. De witspeler wacht echter een zet: 47-42?? (18-23!). Zwart dreigt een schijf te winnen en 33-28 is nu verhinderd wegens dezelfde damzet, maar wat meer verdiept: (11-17), 22×11 (16×7), 27×16 (26-31), 37×26 (23-29), 34×23 (7-11), 16×18 (13×44), x (19×46). De witspeler had dit ook gezien en offerde met 25-20 een schijf en verloor later.
In het tweede fragment is te zien hoe Arjan Varkevisser aan een nederlaag ontsnapte.
Arjan Varkevisser – Jose Lino
Stand na de 22e zet van zwart.
46-41? (17-21??) De zwartspeler overziet hier (18-22!). 39-33 is nu verhinderd door (17-21) en (14-20). Op 38-33 volgt: (25-30), 34×25 (14-20), 25×23 (12-18), 23×21 (16×49), 28×17 (49×35).
Ten slotte nog een fragment op naam van Steven den Hollander. De vraag is of hij hier ook aan verlies is ontsnapt.
Steven den Hollander – Fred Roedolph
Stand na de 41e zet van zwart.
Spelverloop: 47-42!? (13-19), 23-18 (20-25), 18-12 (17×8), 42-37 en vanwege de dreiging 28-22 en 37-31 liet zwart de zet 28-23 toe, waarna de partij later remise liep. De oplettende lezer heeft natuurlijk al gezien waarom het tijdelijke offer van wit (18-12) nodig was. Dat roept de vraag op of zwart het na 47-42 wellicht beter had kunnen doen. Dat is inderdaad het geval. In plaats van (13-19) had zwart (20-25) moeten spelen. Na 42-37 volgt nu pas (13-19). Wit zit in grote problemen:
Op 28-22 volgt (17×28), 23×12 (17×8)
Op 23-18 volgt (25-30), (17-22) en (11×43)
Op 37-31×41 volgt (25-30), 34×25 (27-31), 36×27 (21×34), 29×40 (17-22), 28×17 (19×39)
Op 49-43 volgt (17-22), 28×17 (21×12), 32×21 (19×28), 33×22 (16×18).