Eerste nederlaag van LDG 2

Eric van ’t Hof

Na onze overwinningen tegen DEZ Reeuwijk en DOS Delft 2, en ons gelijkspel tegen Scheveningen 2, kon het natuurlijk niet zo goed blijven gaan met LDG 2. Afgelopen donderdag ontvingen wij thuis RDC Rijnsburg 2, het sterkste team uit de 3e klasse.

De wedstrijd eindigde uiteindelijk in het kleinst mogelijke verlies van 3 tegen 5. Een terechte uitslag, gezien het krachtsverschil op papier. Maar we hebben in de wedstrijd zeker kansen gehad op een betere uitslag.

Vooraf wisten we natuurlijk dat RDC 2 een sterk team was en vooral hun eerste bordspeler werd gevreesd. Wie van ons zou het opnemen tegen de Rijnsburger Rinus Kromhout (1053)? In het voorbereidende teamoverleg kwamen tot onze bordopstelling en hiervan is een korte videoverslag gemaakt (https://youtu.be/AoHjN41JWEY).

Ondergetekende had dus de eer gekregen om op bord 1 aan te treden tegen de heer Kromhout. We waren bijzonder snel klaar, nadat ik als een kleuter in een simpele Haarlemmerzet was gelopen.

6TalD1

Wat mij bezielde, weet ik nog steeds niet, maar hier speelde ik dus 7. 47-42?? waarna ik direct kon opgeven. Achteraf was ik, gek genoeg, niet ontevreden met dit snelle verlies. De heer Kromhout was namelijk zo vriendelijk om mij daarna twee uur lang uitgebreid les te geven! Op die manier had ik toch een zeer plezierige avond.

Aan de overige drie borden werd echter fel gestreden. Op bord 4 was onze man Quirinius de eerste die 1 punt op het Leidse gedeelte van het scorebord noteerde. Wij hadden lange tijd gehoopt op 2 punten en een computeranalyse achteraf bevestigde naderhand dat deze verwachting volkomen terecht was. Met een petit combination veroverde Q al op zet 25 een schijf. Daarna bouwde hij zijn voordeel langzamerhand ook in positionele zin uit.

Uit de schaaksport kennen we het gezegde dat de goden ná het middenspel het eindspel hebben geschapen. Wellicht ging deze gedachte ook door Gert van Delft heen. In elk geval slaagde hij erin door taai verzet een remise op het droge te slepen. Ik neem het moment waarop Q de winst waarschijnlijk definitief uit zijn vingers liet glijden.

6TalD2

Het materiaal is al aardig uitgedund, maar het programma Scan 3.1, gratis beschikbaar op de onvolprezen website lidraughts.org, geeft aan dat zwart hier gewonnen staat. Hij moet dan spelen 49. …21-26 50. 31-27 19-24 en het is voor wit lastig een verdediging te vinden, volgens de damengine. Q ruilde hier echter nog een schijf met 49. … 23-29, welke zet door Scan van een vraagteken wordt voorzien. Tijdnood speelde hier ook een grote rol, waardoor de winstkansen steeds kleiner werden en uiteindelijk geheel verdampten.

Hierna werd ook op het derde bord besloten tot een puntendeling, maar daarmee mochten wij niet ontevreden zijn. Wim had inventief gespeeld, maar zijn tegenstander Jac van Delft is geen moment in gevaar geweest. Toen beide spelers een dam hadden gehaald, deden zich enkele interessante momenten voor.

6TalD3

In bovenstaande stelling had de Rijnsburger zojuist de twee schijven op 33 en 24 aangevallen. Wim, ook al in tijdnood, besloot tot 55. 33-29 waarop zwart hem met 55. …47-41! gewoon twee stukken afhandig had kunnen maken. Of dat voldoende was geweest voor een zwarte winst, weet ik niet. In de diagramstelling kan wit echter het slimme 55. 32-28! spelen, waarna volgt 55. … 47×20 56. 28×17 en zwart kan alleen met de offerande van twee schijven voorkomen dat wit een tweede dam behaalt en daarmee ook de veilige remisehaven. In de partij werd gelukkig na nog enkele wederzijdse onnauwkeurigheden hetzelfde resultaat bereikt.

Met een aldus bereikte 2-4 achterstand op het scorebord rustte er een loodzware taak op de schouders van Daan om voor ons team één matchpunt te behalen. Hij kwam daarmee zeer ver, maar helaas net niet ver genoeg.

6TalD4Correctie

In deze stelling verzuimde Daan het toch voor de hand liggende 59. 36-41 gevolgd door 60. 41-47 te spelen. Ik zal niet in detail treden, maar het lijkt erop dat zwart dan goede winstkansen verkrijgt. In elk geval wordt wit gedwongen om zeer nauwkeurig te spelen. Vanuit de diagramstelling volgde minder goed 59. 26-31 24-19 60. 31-37? waarmee juist één schijf te veel wordt afgeruild en wit remise kan forceren. Met 60. 36-41 had zwart het zijn tegenstander nog wat moeilijker kunnen maken.

Met deze derde remise bereikten we de slotstand van 3-5 tegen de Rijnsburgers. Een interessante en ook spannende wedstrijd, waar wij als oud-schakers ook weer het nodige van hebben geleerd. In dit verband wil ik hier van de gelegenheid gebruik maken om enkele verschillen tussen wedstrijdregels van het schaken en dammen naar voren te brengen, om daarmee tegelijkertijd ook enkele misverstanden te verklaren, die zich in de praktijk bij ons hebben voorgedaan.

Notatieplicht Bij het schaken is het verplicht om ná het uitvoeren van een zet deze direct te noteren. Eerst noteren en daarna zetten is bij het schaken verboden; dit geldt als hinderen van de tegenstander. Bij het dammen zijn er geen speciale regels voor het noteren, als ik het goed heb begrepen.

Overleg met de teamleider Bij het schaken is het als speler toegestaan om met de teamleider te overleggen over een remise, zowel bij het accepteren van een remisevoorstel als bij het aanbieden van een remise. Bij het dammen is dergelijk overleg verboden.

Telefoon De regels rond mobiele telefoons zijn bij het schaken zeer streng. Geconstateerde aanwezigheid van een mobiele telefoon in een broekzak leidt direct tot een reglementair verlies. Ook het produceren van een geluidssignaal door een telefoon levert direct een nul op voor de eigenaar. Bij het dammen wordt hier veel coulanter mee omgegaan, is mijn indruk. Persoonlijk vind ik dat ook beter dan hoe het bij schaken is geregeld.

Conflict Doet zich tijdens de partij op het bord een of ander conflict voor, dan is het schaken noodzakelijk om eerst de klok stil te zetten en er dan een arbiter bij te halen. Bij het dammen is het stilzetten van de klok juist niet toegestaan en moet direct de arbiter worden geraadpleegd.

Onreglementaire zet Bij het schaken moet een onreglementaire zet altijd worden teruggenomen. Bij het dammen heeft de tegenstander de keuze om de onreglementaire zet te laten terugnemen of te accepteren.

Het is niet mijn bedoeling om deze regels hier ter discussie te stellen. Wel kunnen deze verschillen misschien een beetje verklaren waarom wij als oud-schakers af en toe wat merkwaardig kunnen reageren wanneer dit soort zaken zich voordoen tijdens een wedstrijd!

One comment

  1. Joop Burgerhout schreef:

    Mooi verslag, beste Eric! Het leest lekker en ik heb genoten van de tactische voorbespreking via YouTube. Dankzij dit soort voorbereidingen raakt vrijwel iedere tegenstander de weg kwijt.
    De vergelijking met schaken en dammen vind ik interessant. Het noteren van een zet, voordat die uitgevoerd is, kan heel hinderlijk zijn. Ook het niet direct noteren … Er zijn knappe staaltjes van grootmeesters bekend die gebruik hebben gemaakt van het liberale noteren. Andreiko heeft tegen Wiersma een keer expres een zet te veel genoteerd, waardoor Wiersma meende dat hij de 50 zetten binnen de twee uur had gedaan. Toen zijn vlaggetje was gevallen, haastte Andreiko zich naar de wedstrijdleider: “Kijk, het klopt niet …”
    Noteren van een nog niet gedane zet of met de hand boven een schijf hangen en dan aarzelen, is heel vervelend.
    Ik zat afgelopen dinsdag tegen een dammer die de hele partij varianten murmelde. Dat is ook leuk …. grrr

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *