André van der Kwartel
In de vijfde competitieronde heeft het tiental een zware nederlaag geleden tegen het tweede team van Damlust uit Gouda. Er was sprake van een collectief falen van het team. Vijf nederlagen en vijf remises is geen prestatie om over naar huis te schrijven.
Al snel kwam LDG op een 0-4 achterstand door verliespartijen van Peter van den Berg en Hans Kreder. Over die van Peter kan ik kort zijn: In een volkomen gelijkwaardige stand bood hij zijn tegenstander een één-om-vier aan die uiteraard in dank werd aangenomen.
Over de verliespartij van Hans Kreder valt echter wel iets te zeggen. Heel veel eigenlijk.
Hans Kreder – Peter van Eck
Stand na de 32e zet van zwart.
Op dit moment stond ik zelf bij het bord van Hans en het is duidelijk dat wit een schijf gaat verliezen. Het benodigde 47-41 (23×32), 42-37 faalt op (9-13), 37×28 (19-23), 28×19 (13×35). “Dat wordt nog hard werken voor Hans.” was mijn gedachte toen ik weer bij het bord wegliep. Wie schetst mijn verbazing toen ik las dat wit in deze stand heeft opgegeven? Bij die beslissing wil ik wat kanttekeningen plaatsen. Volgens mij heeft wit in deze stand veel compensatie. Een voorbeeld: 47-41 (23×32), 30-25. Als zwart de witte schijf wil afstoppen met (9-14) of (19-24), dan levert hij zijn plusschijf weer in na respectievelijk 42-37 of 33-29×29. Dit laatste lijkt zelfs desastreus voor zwart. Zwart zal dus het beste zijn schijfwinst behouden met (27-31), 36×27 (32×21), 25-20 en wit krijgt goede doorbraakkansen op de zwarte lange vleugel. Na lang rekenen (4 minuten) komt de computer dan ook tot de conclusie dat de stand remise is te houden. Ik heb een paar varianten tegen de computer gespeeld en het kostte mij niet veel moeite om naar remise toe te spelen.
Edwin van Hofwegen speelde remise, maar misschien had daar meer in kunnen zitten.
Edwin van Hofwegen – Harry Clasquin
Stand na de 48e zet van zwart.
Edwin speelde hier 42-38!? maar de computer suggereert 42-37 met het volgende (computer)verloop: (12-17), 37-31 (13-18), 31-26 (6-11), 48-43 (11-16), 26-21 (17×26), 28-22 (14-20) met voordeel voor wit.
Vervolgens brachten Hans Tangelder en Evert Bronstring beide een remise binnen. Bij beide partijen ontdekt de computer geen opvallende gemiste kansen.
Mijn verliespartij bracht de stand op 3-9 in het voordeel van Damlust. Op het moment dat ik serieus aan winst begon te denken, overzag ik een zetje. Dat was slordig, maar ook de gedachte dat ik wel eens gewonnen zou kunnen staan bleek onjuist.
Jeroen de Bruijn – André van der Kwartel
Stand na de 32e zet van wit.
Ik kwam hier op het rampzalige idee om (8-12??) te spelen en werd verrast door: 27-22 (18×27), 37-31 (26×28), 38-33 (28×39), 34×43 (25×34), 40×7. Enkele zetten later gaf ik op.
Een paar opmerkingen bij deze stand.
Natuurlijk had ik in eerste instantie naar (6-11) gekeken, maar na slordig rekenen had ik die zet afgewezen. Ik ‘zag’ de volgende variant: (6-11), 38-33 (11-17), 33-28 (17-22), 28×17 (21×12), 42-38 en zwart staat ineens helemaal niet goed meer.
Bij het naspelen met mijn tegenstander, meende ik een winnende strategie te zien: (6-11), 38-33 (24-29), 33×24 (11-17) met doorslaande aanval op de witte lange vleugel. Mijn tegenstander kon dit op dat moment niet weerleggen, maar ook deze variant vertoont gaten. Hetzelfde idee, maar anders tegengespeeld: (6-11), 46-41 (11-17), 38-33 (17-22), 41-36 (22×31), 36×27 en nu twee vertakkingen:
A) (8-12), 42-38 (12-17), 27-22 (17×39), 34×43 (25×34), 40×20 (19-24), 20×29 (23×34) met licht voordeel voor zwart.
B) (24-29), 33×24 (8-12), 42-38 (12-17), 27-22! [Deze zet werd aangegeven door Maurits.] (18×27), 34-29 (25×34), 29×18 (19×30), 40×29 (13×22), 35×24 met gelijk spel.
Het verlies van Jack van der Plas bezegelde onze nederlaag. Jack liep in een nogal eenvoudig zetje:
Jack van der Plas – Kariem Droog
Stand na de 43e zet van zwart.
Wit staat wat minder, maar na 27-22 is er nog niet veel mis met de stand. Maar na het gespeelde 40-34?? was het wel mis: (24-29), 34×14 (13-19), 14×23 (18×38) en na nog enkele zetten gaf wit op.
Daarna speelde Maurits Meijer remise, maar dat had hij vooral te danken aan het ongeduld van zijn tegenstander.
Maurits Meijer – Arie van der Knaap
Stand na de 36e zet van zwart.
Wit staat duidelijk minder en kan beter zijn verdediging versterken met 48-42. Hij speelde echter: 40-34 (22-28), 33×22 (18×27), 48-42 (23-28!?). [Het is lastig om het in deze stand hard te maken, maar zwart had aanmerkelijk meer kans gehad als hij eerst de stand op de lange vleugel gezonder had gemaakt. Bijvoorbeeld: (15-20), 38-33 (3-9), 42-37 (10-14).] Spelverloop: 42-37 (28-32!?) [En weer is zwart te ongeduldig. Alsnog (15-20) enz. zou zwart ruim voordeel hebben gebracht.] 37×28 (27-31), 28-22 (13-18), 22×13 (31-36). Maar het zwarte voordeel is inmiddels geheel verdwenen en wit hield gemakkelijk remise.
Hein van Winkel speelde remise, maar hij had kunnen profiteren van een ernstige fout van zijn tegenstander.
Bouke Bruinsma – Hein van Winkel
Stand na de 45e zet van zwart.
Zwart heeft voordeel, maar het heeft niet veel om het lijf als wit kiest voor de bijna wederzijds verplichte spelgang 37-31 (13-18), 31-26 (15-20), 26-21 (17×26), 28-22 (24-30), 22×15 (30×37).
Wit speelde echter: 27-22?? Zwart koos nu voor (16-21??), 22×11 (21-27), 32×21 (23×41), waarna remise werd overeen gekomen. Zwart had zich echter winstkansen kunnen creëren door in plaats van (16-21) (17-21) te spelen. Een plausibel spelverloop is dan: 33-29 (24×33), 28×39 (15-20), 39-33 (20-24), 33-28 (21-26), 22-17 (16-21) en wit mag het uitzoeken.
Ten slotte verloor ook teamcaptain Harry Dekker. In een ogenschijnlijk uitzichtloze stand koos hij voor een kansloze doorbraakpoging en kon opgeven. Maar bij nadere beschouwing was de stand helemaal niet zo uitzichtloos.
Arie de Bruijn – Harry Dekker
Stand na de 46e zet van wit.
Harry speelde hier (35-40), 45×34 (24-29), 34×23 (19×28) en gaf op na 6-1 (28-32), 1-29.
De computer komt met de volgende taaie variant voor zwart: (8-12), 6-1 (13-18), 1-6 (24-29), 6-11 (19-23) en zwart breekt door op de korte vleugel van wit. Ik houd mij aanbevolen voor een overtuigende winnende strategie voor wit na (8-12).
De trouwe lezers van mijn bijdragen zullen hebben opgemerkt dat er nog een verslag ontbreekt van het zestal. Dat wordt mijn volgende bijdrage. Om deze inbreuk op de correcte chronologie goed te maken, hieronder ter oplossing een fragment uit de partij tussen Arjan Varkevisser en Hans Tangelder uit de eerste ronde van de Bekercompetitie.
Arjan Varkevisser – Hans Tangelder
40-34 is hier een goede zet voor wit, maar Arjan speelde 43-39? Hoe won zwart daarna? De oplossing volgt bij mijn vertraagde bijdrage over de prestaties van het zestal.