André van der Kwartel
Op 3 februari speelde het zestal in de Provinciale Hoofdklasse tegen het eerste team van Damlust uit Gouda. Het werd een stevige 9-3 nederlaag. Een paar impressies.
Casper Remeijer speelde een moeizame remise en zal daar ongetwijfeld teleurgesteld over zijn. In het middenspel ondernam hij een ogenschijnlijk kansrijke actie, die echter nogal bleek tegen te vallen.
Erik Hoogendoorn – Casper Remeijer
Stand na de 27e zet van wit.
(19-23), 28×19 (18-23), 19×28 (27-32), 38×18 (12×41). Wit heeft nog een verdediging: 26-21 (17×26), 36-31 (26×37), 47×36. Het ziet er goed uit, maar wit dreigt met 33-28 en 43-38-32. Dus volgde als spelverloop: (9-13), 33-28 (13-18), 43-38 (18-22), 28×17 (2-8). Nu volgde 48-42 (37×48), 40-35 (48×30), 35×24 en dit gaf wit voldoende compensatie om tot een probleemloze remise te komen.
Koos van Amerongen verloor van Erno Prosman. Hij stuurde mij de volgende toelichting op zijn 19e zet:
Koos van Amerongen – Erno Prosman
Stand na de 18e zet van zwart.
“Toen ik 19..33-28 speelde, had ik voornamelijk de volgende leuke variant, die op het eerste gezicht heel goed voor zwart lijkt maar dat helemaal niet is, voor ogen: 19..22×33 20.39×28 21-27 (partij 9-14) 21.32×21 16×27 22.28-23 18-22 (met idee 12-18 xx en oplopen) en nu de toch wel fraaie zet 23.23-18! 12×23 24.29×18 20×29 25.34×23 en ondanks dat wit twee schijven helemaal alleen voorin heeft gepositioneerd, staat hij niet minder. Na het logische 25..10-14 26.42-38 dreigt wit met 38-32, terwijl op 26..13-19 het neutraliserende 44-39 & 38-33 volgt. Blijft over 26..8-12 27.18×7 2×11 maar dan volgt weer 28..23-18! en wit staat inmiddels zelfs goed.
In de partij ging het dus anders. [(9-14), 28-23 (12-17), 23×12 (14-19), 44-39 (19×30) AK] Ik had ‘gewoon’ vast moeten houden aan mijn plan en nu 24.32-27 21×32 25.12×21 16×27 26.40-35 moeten spelen. Wit staat daarna ietsje ongemakkelijk, maar in de analyse raak ik niet meer in de problemen. Ik vond het wel een leuke stand, maar Erno manoeuvreerde handig om mijn trucjes heen en at ogenschijnlijk simpel mijn schijfje op, waarna hij het gedecideerd afmaakte. Een terechte overwinning.”
Steven den Hollander redde de spreekwoordelijke eer voor het zestal. Dat had overigens niet zo veel met zijn partij te maken, want daarin had hij langdurig groot, zo niet verliezend nadeel. Een cruciaal moment uit deze partij:
Henk van Klaveren – Steven den Hollander
Stand na de 42e zet van zwart.
Wit heeft een kansrijke omsingeling en had deze moeten volhouden met: 34-30 en nu bijvoorbeeld: (13-18), 48-42 (16-21), 30-24 (19×30), 25×34 (14-19), 42-37 met groot voordeel voor wit.
In de partij speelde wit 41-37×47, verloor de grip op het blok zwarte schijven en verloor.
Hans Tangelder verloor in een partij waarin hij langzamerhand steeds slechter kwam te staan en uiteindelijk in een kansloos overmachtseindspel terecht kwam.
Hans Kreder hield lang stand tegen een duidelijk sterker tegenstander, maar in een al sterk uitgedunde stand ging het toch nog fout.
André Venema – Hans Kreder
Stand na de 57e zet van wit.
(18-23) moet gemakkelijk tot remise leiden, maar Hans gaat voor een meer complexe poging: het behalen van twee dammen: (18-22), 21×12 (24-29), 33×13 (22×33). Het lijkt alsof zwart met twee schijven kan doorbreken, maar dat kan wit verhinderen: 13-9! en wit houdt altijd een van beide schijven tegen.
Ten slotte verloor ook Harry Dekker. Hij maakte het zijn tegenstander ineens wel erg gemakkelijk.
Harry Dekker – Erik Maijenburg
Stand na de 40e zet van zwart.
De stand is vrijwel gelijkwaardig, maar niet meer na het gespeelde 31-26?? (12-17!). Ineens gaat wit ten minste een schijf verliezen door de dreiging (19-24) en (17-21). Wit speelde 39-34 maar liet zich het vervolg niet meer bewijzen: (17-21), 26×17 (11×22), 28×17 (24-29), 34×12 (13-18), 12×23 (19×46), 17-12 (46-19) en zwart wint.