Archive for 30/05/2020

Dammen in de vorige eeuw: Erno Prosman Nederlands kampioen in 1996

Vandaag wordt op deze website aandacht besteed aan het behalen van het Nederlands kampioenschap in 1996 door Erno Prosman, een van de bekendste Zuid-Hollandse dammers, aan de hand van drie fragmenten aangeleverd door Evert Bronstring.

De weg naar de finale van het NK 1996 leek voor Erno Prosman geblokkeerd, nadat hij met Evert Bronstring gelijk eindigde in het kampioenschap van Midden-Holland 1995, maar als tweede werd geclassificeerd omdat Evert Bronstring 1 jaar eerder kampioen was.

Erno Prosman – Evert Bronstring  kampioenschap Midden Holland 1995

Uit de opening 1) 32-28 18-22  2) 37-32 12-18  3) 41-37 7-12  4) 46-41 1-7  5) 34-30 20-25  6) 30-24 19×30  7) 35×24 14-20  8) 33-29 22×33  9) 40×29 17-21  10) 29-23 18×29  11) 24×33 ontstond de volgende stand:

ProsmanBronstring

Hier speelde wit 1) 29-23, nu is 1) 13-19 zeer slecht door 2) 33-29 (niet 2) 34-29 wegens 20-24).

Dus  1) 29-23 13-18  2) 27-22  (tempodwang) 18X29  3) 34×23  nu kan zwart eruit met 12-17 om de terugruil 14-19 voor te bereiden en zwart kan nog vechten.

Maar Erno verslikt zich: 1)27-22 12-17 2) 31-27 17-21  3) 29-23 20-24  4) 33-29 (niet 4) 34-29 wegens 13-19) 24×33  5) 38×29 7-12 nu is 23-18 verhinderd en er dreigt 12-18 gevolgd door 13-18 dus  6) 37-31 26X37  7) 42×31 21-26. Weer is 23-18 verhinderd door 26×37 18×7 37-42 48×37 8-12 7×18 11-17  dus 8) 43-38 26X37 9) 32×41 en nu komt alsnog 12-18 gevolgd door 13-18 gelijk aantal schijven, maar gemakkelijke winst voor zwart.

De impact was groot. Evert Bronsting eindigde gelijk met Erno en behield reglementair de titel en de rechten. Maar Erno kreeg gelukkig een keuzeplaats voor de halve finale, plaatste zich direct voor de finale en werd kampioen van Nederland na een barrage met Gérard Jansen.

In het kampioenschap van Nederland boekte Erno een belangrijke zege tegen Hein Meijer:

MeijerProsman

Hein Meijer-Erno Prosman NK 1996, stand na 38e zet van zwart

Wit heeft in de opening bewust de korte vleugel in stand gehouden om die vleugel te combineren met een sterk centrum. Zwart heeft voortdurend op zijn korte vleugel geruild om dat sterke centrum te voorkomen (21-27 17×26 , 17-22 21×12, 21-27 26×17 en nogmaals)

In de diagramstand vervolgt zwart na 37-31 zijn strategie met 21-27, op 36-31 volgt 18-22 en later 13-18. Daarom is wits volgende zet begrijpelijk.

39) 34-30 25×34 40) 39×30 11-16

Van kwaad tot erger. Nu is ook 37-31 verhinderd. Blijft over 43-39 21-27 32×21 16×27 39-33 18-23 37-31 23×43 31×11 12-17 11×22 13-18 22×24 20×38

Wij geven het uit paniek geboren partijverloop

41) 28-23 19×28 42) 32×23 18×29 43) 30-24 29-33 44)38×29 12-18 45)29-23 20×29 46) 23×34 21-26 47) 43-38 17-21 48) 34-29 18-22 49) 37-32 22-28 50) 32×23 26-31 51) 36×27 21×43.

In de barrage van het NK tegen Gerard Jansen, sloeg Erno Prosman in de tweede barrage partij met verkorte bedenktijd toe:

JansenProsman

Tweede barrage partij NK 1996 Gerard Jansen – Erno Prosman, stand na 37 … 6-11.

In de diagramstand staat zwart beter. Wit kan het beste 31-26 doen, maar hij blunderde met 48-42? Na 14-20, 13-19, 22-27, 17×50 was Erno Prosman kampioen.

Oplossingen problemen

De oplossingen van de problemen van vorige week zijn:

Diagram 1: Na 29-33? volgt 1.37-31 26×48 2.39-34 48×30 3.28×39 30×43 4.22-18 13×22 5.40-34 43×30 6.35×2 22-27 7.44-39 16-21.

Diagram 2: 1.36-31 37×17 2.28-23 19×28 3.33×11 7×16 4.27-21 16×27 5.38-32 27×38 6.29-24 20×29 7.49-43 38×40 8.45×5 4-10 9.5×8 2×13 10.39-33, wit wint door oppositie.

Diagram 3: 1.36-31 26×46 2.47-41 46×48 3.49-44 19×30 4.39-34 30×39 5.44×2 48×34 6.2×39 25-30 7.39×25 9-14 8.25×9 3×14 9.50-44, wit wint door oppositie.

Diagram 4: 1.29-24 19×30 2.40-34 30×48 3.31-26 48×31 4.26×10 4×15 5.32-27 31×22 6.28×6.

Diagram 5: 36-31 27×36 2. 47-41 36×47 3. 40-35 47×33 4. 29×38 20×40 5. 35×44 25×34 6. 37-31 26×37 7. 48-42 37×48 8. 49-43 48×39 9. 44×04.

Diagram 6: 1. 25-20 14×34 2. 40×18 12×23 3. 26-21 17×46 4. 42-37 46×32 5. 36-31 27×36 6. 38×20 15×24 7. 35-30 24×35 8. 45-40 35×33 9. 47-41 36×47 10. 48-42 47×38 11. 43×01.

Problemen ter oplossing

Vandaag vindt de lezer hier 2 kersverse problemen van mijzelf en 4 problemen van Vadim Boelat. Veel puzzel plezier! De oplossingen worden volgende week zaterdag op deze website gepubliceerd.

 

HansD1A

Diagram 1 Hans Tangelder, 23 mei 2020

Hoe wint wit na 29-33? (niet 39-34, die zet is onvoldoende voor winst, omdat zwart na 39-34, 8-12, 28×39, 6-11 altijd schijf 22 wint)

 

HansD2

Diagram 2: Hans Tangelder, 23 mei 2020

Wit wint. (Niet de één om twee met 29-23, 18×29, 33×15, die is onvoldoende voor winst, vanwege de compensatie voor zwart door zijn schijf op 37)

 

BoelatD1

Diagram 3: Vadim Boelat

Wit wint.

 

BoelatD2

Diagram 4: Vadim Boelat

Wit wint.

 

BoelatD3

Diagram 5: Vadim Boelat

Wit wint.

 

BoelatD4

Diagram 6: Vadim Boelat

Wit wint.

De beroemde partij Tsjegolev – Bronstring

Evert Bronstring, Hans Tangelder

Vorige week kon u hier lezen

“In Soechoemi, in de voormalige USSR, werd in 1966 een internationaal invitatietoernooi gehouden waarin Evert Bronstring opzien baarde door tegen wereldkampioen W. Tsjecholew met een relatief nieuw systeem, de onvoltooide hekstelling, een schijf voor te komen. Meer dan remise zat er overigens niet in. Dat was een beroemde partij”.

Allereerst een correctie: die beroemde partij werd niet tijdens het toernooi in Soechoemi gespeeld, maar 1 jaar later tijdens het RDG toernooi. Helaas, lukte het Evert net niet om deze wereldberoemde partij te winnen.

Echter Evert had die partij kunnen winnen. Hieronder volgt een analyse van Evert Bronstring die aangeeft hoe.

Tsj_D1

Diagram 1: Tsjecholew – Bronstring: stand na 26. … 9-13.

Na 32-28 21×32 38×27 nu het zetje met 20-25&17-22&7-12 gevolgd door damafname en na een paar voor de hand liggende zetten ontstaat

Tsj_D2

Diagram 2: Tsjecholew – Bronstring: stand na 38. 33-28.

Hier speelde ik foutief 3-8. Ik geef nu de hoofdvariant voor de winst.

14-20 ( in plaats van 3-8 ) 35-30 4-9 28-22 17×28 32×23 9-13 37-32 16-21 32-28 21-27 34-29 25×34 29×40 3-8 40-34 20-24 23-19 24-29 34×23 13×24 23-18 24-29.

Tsj_D3

Diagram 3: Slingerbacksysteem         

Deze stand was aan Leo Springer bekend. Wit aan zet verliest door het “Slingerbacksysteem”. Als wit schijf 27 of 29 aanvalt, wordt die schijf opgeofferd en loopt zwart met de andere schijf door naar dam.

Er is echter een veel eenvoudiger winst:

Andreiko: zetje niet nemen. Deze winst is gepubliceerd in De Brouwerij (voorloper van Hoofdlijn), maar indertijd aan mijn aandacht ontsnapt.

Vanuit diagram 1:

1) 32-28 21×32 2) 38×27

De ruil is in feite gedwongen, na 40-34 13-19 is het te laat voor de ruil.

2) 13-19 in plaats van het zetje. Er dreigt nu 3-9&20-25&25-30, daardoor zijn de twee volgende zetten van wit verplicht.

3) 41-36 3-9 4) 43-38 8-13 Er dreigt nu 13-18&19-23&20-24, daardoor zijn 38-32 en 36-31 verhinderd.

5) 27-22 10-15 6)22×11 6×17 Het zetje gaat toch komen

7) 36-31 4-10 31-26 zetje 17-21&13-18&19-23&20-24.

 

 

Bronstring baart opzien en vondst van Scan

Hans Tangelder

In de damrubriek van het Leids Dagblad van zaterdag 2 mei met de titel “Bronstring baart opzien” besteedde Eric van Dusseldorp aandacht aan een fraaie winst van Evert Bronstring. Ik neem hier de vrijheid om dat gedeelte van zijn rubriek over te nemen.

Eric van Dusseldorp schrijft:

In Soechoemi, in de voormalige USSR, werd in 1966 een internationaal invitatietoernooi gehouden waarin Evert Bronstring opzien baarde door tegen wereldkampioen W. Tsjecholew met een relatief nieuw systeem, de onvoltooide hekstelling, een schijf voor te komen. Meer dan remise zat er overigens niet in.

Dat was een beroemde partij. Nauwelijks bekend is een ander duel van Bronstring in het genoemde toernooi, zijn fraaie overwinning tegen Tengiz Baramidze.

BronstringBaramidze

Evert Bronstring – Tengiz Baramidze

 Na 34. 34-30! was het uitkijken voor zwart. Op (13-18) of (13-19) volgt immers 37-32! etc. met dam. Op (14-19) moet eerst 24-20! (15×24) en dan 37-32 etc. En op 2-8 wint 24-19 (14×23) 37-32 (27×29) 43-38 (26×37) 41×32 (28×37) 30-24 (29×20) 25×1.

Omdat (7-11) en (4-10) er beide niet lekker uitzien, besloot Baramidze maar tot (6-11?) en kwam van een koude kermis thuis: 24-19! (14×23) 37-32 (27×29) 43-38 (26×37) 41×32 (28×37) 25-20! Nu deze. (15×24) 30×6 en later 2-0.

Naar aanleiding van de studie van Evert Bronstring die ook op 2 mei op deze website gepubliceerd werd, ontving ik van Koos van Amerongen de volgende reactie:

Prachtige varianten van Evert. Er lijkt op het eerste gezicht niet veel aan de hand voor wit, bij het zien van de aanvangsstand na 20 zetten had ik aanvankelijk zelfs een voorkeur voor wit, maar die verdween met het zien van de varianten.

DeRuiterHermelink_D3

Diagramstand van Variant II

Ik was evenwel benieuwd of in deze diagramstand van Variant II wit zich nog zou kunnen redden met 26-21 17×26 23-19. Toen ik geen direct winnende weerlegging kon vinden, raadpleegde ik de Scan en die gaf aan dat zwart na 4-9 19×30 18-23 29×18 12×23 vorstelijk staat, maar nog lang niet gewonnen heeft.

Opmerkelijker is echter de veel sterkere weerlegging waar Scan mee komt. In de diagramstand kan wit namelijk direct 37-32! spelen, met het idee dat het voor de hand liggende 22-28 faalt (!) op 32×21 en de plakker 40-34×14 en nazet 14-10, met een gezonde dam voor twee schijven. Omdat na laten slaan altijd 23-19 volgt, rest zwart niks anders dan afhaken met 20-25, met een evenwichtige stand tot gevolg. Een vondst die ik de lezer niet wilde onthouden.

Oplossingen problemen van Auke Scholma

Hans Tangelder

De oplossingen van de problemen van Auke Scholma, gepubliceerd op deze website op 26/4/2020 zijn:

Diagram 1: 1. 29-24 20×29 2. 38-33 29×38 3. 32-28 22×44 4. 49×40 38×49 5. 40-34 49×21 6. 37-32 21×30 7. 35×02

Diagram 2: 1. 37-31 26×37 2. 46-41 37×46 3. 27-22 46×23 4. 29×07 01×12 5. 22-18 12×23 6. 34-30 25×34 7. 40×18 13×22 8. 33-29 24×33 9. 39×06 +-

Diagram 3: 33-29, 24×22, 43-38 (dreigt met 30-24, 40-34), 20-24, 37-31, 26×28, 38-33, 28×39, 34×43, 25×34, 40×7.

Diagram 4: 39-33 28×48 2. 38-33 48×31(A) 3.32-28 23×32 4. 47-41 36×47 5. 33-29 47×24 6. 30×26 3. 32-28
A: 2. 48×26 3. 32-28 23×32 4. 47-41 36×47 5. 33-29 47×24 6. 30×37, 26×30, 35×13.

Diagram 5: 1. 30-24 23×32 2. 36-31 27×47 3. 38×20 47×40 4. 24×02 15×24 5. 02×49.

Diagram 6:
1. 26-21 17×26 2. 37-32 26×28 3. 27-21 16×27 4. 36-31 27×36 5. 38-32 28×37 6. 47-42 37×48 7. 46-41 36×47 8. 29-24 20×29 9. 43-38 47×33 10. 39×28 48×30 11. 25×01.

Een oude openingsstudie naar aanleiding van de partij De Ruiter – Hermelink

Evert Bronstring

1.32-28 18-22 2.37-32 12-18 3.41-37 7-12 4.46-41 1-7 5.31-26 19-23 6.28×19 14×23 7.32-28 23×32 8.37×28 16-21 9.41-37 21-27 10.28-23 18×29 11.34×23 10-14 12.39-34 5-10 13.35-30 20-24 14.30×19 13×24.

13. 35-30 is de suggestie van Jan de Ruiter en 13. 20-24 is de omsingelingspoging.

15.34-29 11-16 16.29×20 15×24 17.40-34 10-15 18.43-39 14-20 19.34-29 8-13!

DeRuiterHermelink_D1

8-13! was nodig om later herhaald 34-30 op te vangen. 23-19? is verhinderd door 27-32!.

Variant I:

20.45-40 13-18 21.40-35 27-31 22.36×27 22×31. Bij voortdurend achterlopen van wit wordt onderstaande stelling bereikt met wit aan zet.

DeRuiterHermelink_D2

Er dreigt 26-31, 36-41, 27-32, 20-25.

Dus 40.37-32 11-16 41.32×21 16×27 42.42-37 18-22 43.40-34 12-17. Zwart+.

Variant II:

20.45-40 13-18 21.37-31 3-8 22.39-34 6-11! 23.42-37 9-13. Zie onderstaande stelling.

DeRuiterHermelink_D3

Er dreigt 22-28. Op 23-19? volgt nu de verrassende hielslag met 18-23! Zwart+.

Variant III:

20.45-40 13-18 21.37-31 3-8 22.40-35 7-11! 23.44-40 9-13. Zie onderstaande stelling.

DeRuiterHermelink_D4

Nu is 42-37? verhinderd door 22-28! en na 47-41? moet de dam even uitgesteld worden met 2-7. Wit heeft nog 2 zetten om zijn verlies uit te stellen.

Helaas zijn de zetten 15 t/m 19 niet verplicht. Wit kan ook de boel open houden.