André van der Kwartel
Ik voldoe graag aan de oproep van Hans Tangelder om stukjes voor deze website aan te leveren. Nu het voorlopig niet mogelijk is om fysiek bij elkaar te komen, kunnen wij in ieder geval langs elektronische weg nog enigszins vorm geven aan het clubgevoel. Hoe meer LDG-ers bijdragen, hoe sterker het clubgevoel. Maar het blijft een armzalig aftreksel.
Ik ben de onderlinge competitie dit seizoen begonnen met de score 6 uit 3. Een start waar ik natuurlijk dik tevreden over ben. In deze bijdrage laat ik zien hoe die overwinningen tot stand kwamen.
Mijn seizoen begon met een verrassende overwinning op Evert Bronstring.
Evert Bronstring – André van der Kwartel
Ik speelde hier min of meer bij wijze van lokzet (1-6). 33-28 ziet er aantrekkelijk uit want zwart mag niet sluiten met (13-19) wegens 28-22 en 39-33 en ook niet met (14-19) wegens 28-22 en 34-29. Ik had er natuurlijk niet op gerekend dat Evert er op in zou gaan: 33-28?? (23-29!), 34×23 (26-31), 37×26 (17-21), 26×17 (11×44) en na 43-39 (44×33), 38×29 (20-24×24) veroverde ik de schijf op 23 en won.
Mijn tweede wedstrijd ging tegen Harry Dekker. Ik kwam niet zo lekker uit de opening, maar nadat Harry een uitval had genomen naar het kerkhofveld, zag ik weer kansen.
Harry Dekker – André van der Kwartel
(16-21!?) Ziet er dreigend uit. Het antwoord 38-33 ziet er gevaarlijk uit, maar na die zet kan (12-18) worden beantwoord met 43-38 en 28-23. Maar wit speelde het verwachte 36-31. Nu volgde de krachtzet (19-24!). Wit kan niet sluiten en ook niet opvangen omdat altijd een vernietigende slagzet volgt. Na sluiten volgt een slagzet die begint met (14-19) en (12-18). Het meest spectaculair is natuurlijk 48-42?? (24×33), 38×29 (14-19), 25×23 (12-18) 23×12 (7×44) over zeven schijven. Na lang nadenken vond wit de zet 32-27, maar ook dat verliest een schijf. Omdat een en ander voor de meesten van ons niet zo maar vanaf het diagram duidelijk is, laat ik de situatie na de driegever nog even zien.
Harry Dekker – André van der Kwartel
Een moeilijke keuze voor wit. In de partij sloeg wit tot mijn verbazing naar veld 10. Zwart wint dan vanzelf een schijf zonder enige compensatie voor wit. De overblijvende voorpost van wit wordt immers eenvoudig afgeruild.
De computer is het met mij eens dat wit beter naar veld 8 had kunnen slaan: 39×8 (17×28), 8×17 (11×22), Nu zit zwart met een verre voorpost die hij wel kan verdedigen: 38-32 (20-24), 32×23 (14-20), 25×14 (9×20). Zwart gaat een schijf winnen, maar wit kan enige compensatie krijgen door: 35-30 (24×35) en nu is de voorpost op 23 toch wat lastiger voor zwart.
Mijn derde partij ging tegen Dick den Ouden. Tijdens een groot deel van de partij dacht ik veel slechter te staan, maar de computeranalyse toonde aan dat het evenwicht nergens was verbroken. Hieronder, op de 48ste zet, overwoog ik serieus remise aan te bieden. De stand is natuurlijk ook pot remise, maar ik zag nog een kleine mogelijkheid. Het spelverloop gaf mij gelijk.
Dick den Ouden – André van der Kwartel
48.40-34 21-27 49.45-40 18-22 50.29-23 27-32 51.48-42!? Hier hoopte ik op. Wit moet natuurlijk gewoon zelf doorlopen met 23-19, want (4-9) levert na 34-30-25 en 19-14 voor zwart niets op. 51… 22-27 52.23-18 27-31 53.40-35 Deze zet was een tegenvaller voor mij. Ik kan (32-37) niet doorzetten wegens 35-30 (37×48), 30-25 (48×30), 25×34 en remise. Maar ik zag nog iets anders… 53…31-36 54.18-12 36-41! Prachtig. Wit mag natuurlijk niet 42-37 spelen wegens (41-46), 37×28 (46X1) 55.12-8 41-47 56.42-37 32×41 57.8-3 41-46 58.34-30 6-11 59.3-26 11-16 60.26-3 47-42 61.30-25 42-47 Hier mist zwart een directe winst: (42-48). Er dreigt (16-21) en (46-37) en als wit 3-20 speelt volgt eerst (4-9). Maar de stand is nog steeds gewonnen. 62.3-12 46-5 63.12-26 16-21! en na deze verrassende zet gaf wit op.
Toch een vraag voor de puzzelaars: Ik dacht dat zwart na wits 51e zet 48-42 grote winstkansen zou krijgen, maar dat moet ik nog eens uitzoeken. In enkele snelle variantjes tegen de computer lukt het steeds wel om twee zwarte dammen op het bord te krijgen, maar komen er toch ook steeds remisedreigingen in het spel. Dat vraagt om nader onderzoek. Het aardige is echter dat wit ook in de partijvariant een verrassende remise overziet. De prangende vraag is dus: waar had wit alsnog remise kunnen maken? De titelhouders van onze vereniging moeten dit natuurlijk doen zonder een schijf aan te raken. De overige zonder een toetsenbord aan te raken. Het antwoord komt in mijn volgende bijdrage.