Evert Dollekamp
Oef !
Meerdere jaren was ik lid van het Leids Damgenootschap, kortweg LDG. Als ik me goed herinner drie periodes lang. Zo heb ik nog meegemaakt dat we de onderlinge speelden in een gebouwtje van de speeltuinvereniging. Waar we ook eens speelden met het Drents Tiental tegen RDG toen de Hagenaars het eigen clublokaal niet tot hun beschikking hadden.
Mijn mooiste herinnering aan die LDG-tijd was mijn partij tegen destijds opkomend talent Bas Messemaker. Met het axiaoma van Bauke Bies in gedachten (jonge spelers moet je flink inmaken, je hebt er nog jaren plezier van) liet ik Bas alle hoeken van het bord zien. Nadat Bas in een soort van standaardeindspel de vlag streek, klonk het: ‘Dit eindspel had ik nog niet gehad.’ Daarmee verwijzend naar het feit dat hij zich een slag in de rondte trainde. Nog maar een keer Harrie Spalings advies: Wie door de week traint is ‘s zondags moe.
De clubavond van LDG is als alle andere. Tellen en vervolgens indelen. Soms is het aantal oneven. Dan heeft iemand geen partij. Geldt niet voor Peter van den Berg, want die komt altijd per fiets vanuit Noordwijk naar Leiden. Dan is het natuurlijk extra zuur als je dan geen partij hebt. Dus Peter speelt altijd. Ook als de partijen al zijn begonnen en Peter verlaat komt binnenvallen.
Evert Bronstring, ondanks zijn hoge leeftijd de meest fanatieke speler van ons allen, was er vaak als de kippen bij de rol van dummy voor zich op te eisen. Per heden wordt er ook wel eens door iemand van de LDG-ers twee partijen tegelijk gespeeld om het probleem op te lossen. De avond dat ik aanbood te dubbelen, werd mij door Maurits Mijer en Edwin van Hofwegen duidelijk gemaakt dat mijn tijd eigenlijk toch wel voorbij is. Met twee ernstige nullen onder de arm stond ik om half tien al weer buiten.
Terug in de tijd. De dubbelpartij is nog toekomst. Het is een willekeurige donderdag, de maan schijnt half. Ik heb geloot tegen Edwin van Hofwegen. Evert Bronstring is dummy en blijft zoals in dat geval vaak zijn gewoonte is, nog even een beetje rondkijken om daarna snel weer naar huis te gaan. Nu is het zo dat als Evert bij mijn bord blijft staan om met zijn allesoverziende blik de situatie in ogenschouw te nemen, ik me altijd een beetje ongemakkelijk voel. Wat zou de Grootmeester van mijn stand en strategie vinden. Het is me meerdere malen overkomen dat ik wachtte met zetten tot de Leidse Goeroe elders verpozing ging zoeken.
Tegen Edwin was er geen ontkomen aan. Evert besloot zijn avondvulling gestand te geven door bij ons bord letterlijk aan te schuiven om onze opzet van een kritische blik te voorzien. ‘Biertje Evert?’ vroeg ik nog. Natuurlijk om de Grootmeester mild te stemmen. Het biertje werd uiteraard gewaardeerd. Maar niet mijn duistere afwijking in de Keller na vijf zetten. Evert schrok op en sprak een vernietigend:
Oef !