Evert Bronstring: NK 1971

André van der Kwartel

In het NK van 1971 bereikte Evert Bronstring zijn hoogste klassering ooit: de vierde plaats achter Ton Sijbrands, Pieter Bergsma en Wim van der Sluis, maar ook met twee punten voorsprong op Harm Wiersma.

Evert startte met een overwinning op Frans Hermelink. Na de 48e zet van wit was (ongetwijfeld in tijdnood) de volgende stand ontstaan:

E_1971_1

E. Bronstring – F. Hermelink

Met (23-29) had zwart de remise nog in handen, omdat na 17-12 (6-11), 12-8 (29-34) wit geen dam kan halen. Op 8-2 volgt (34-39). In de partij speelde zwart (20-24?) en Kingsrow verklaart de stand verloren voor zwart. Spelverloop: 17-12 (30-34), 12-8 (24-29), 27-21 (16×38), 8-2 (23×41), 2×36.

In de tweede ronde speelde Evert remise tegen Cees Varkevisser. In die partij liet hij een serieuze kans op winst liggen.

E_1971_2

C. Varkevisser – E. Bronstring

Stand na de 50e zet van zwart.

Kan de tijdnood hier nog een rol hebben gespeeld? Het blijft natuurlijk speculeren, maar het is wel opmerkelijk dat beide spelers hier in de fout gaan. Eerst mist wit de remise en daarna mist zwart de winst. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat dat kon gebeuren als beide spelers op dat moment weer een uur bedenktijd tot hun beschikking hadden.

Het spelverloop was: 29-23!? (13-19!?) Deze reactie van zwart ligt nogal voor de hand, maar geeft wit de kans om te ontsnappen: 33-29 [Dreigt 29-24 en 23-18.] (12-17), 29-24 (19×30), 23-19 (14×23), 28×19 en de partij liep remise.

Terug naar de stand van het diagram. Wit had remise kunnen afdwingen met 28-22 (12-18), 33-28 en nu twee variantjes:

A) (35-40), 28-23 (40-44), 23×12 (11-17), 22×11 (16×18), 27×16 (44-50), 31-27 (50-6), 42-38 en de zwarte dam moet van de diagonaal 6-50 af, want op bijvoorbeeld (6-50) kan volgen 16-11 en 27-22.

B) (14-19), 42-38 (35-40), 29-23 (18×29), 28-23 (19×17), 27-22 (17×28), 32×45.

Na het gespeelde 29-23? had zwart winnend voordeel kunnen behalen met (11-17!). Eerst moeten we even zien dat 23-18 niets is, wegens (13×22), 27×7 (17-22), 28×17 (21×1). Zwart dreigt echter met (12-18) zijn verdediging op orde te brengen, dus wit moet wel actie nemen met 27-22. Nu werkt de bekende truc (21-27) niet vanwege de meerslag naar 18, maar zwart speelt eenvoudig (35-40), 22×11 (16×7). Voor wit is nu 31-27 verhinderd en op 23-18 volgt nu (13×22) en (7-12×12). Dus wit speelt 42-38 (40-44) en zwart heeft groot, waarschijnlijk winnend, voordeel.

In de derde ronde speelde Evert remise tegen Ad van Tilborg. In deze partij geen bijzondere fragmenten. In de vierde ronde won Evert van Frank Drost, waarmee hij wraak nam voor de nederlaag een jaar eerder. Het omslagmoment deed zich voor op de 34e zet van zwart.

E_1971_3

E. Bronstring – F. Drost

Zwart had hier met (29-34×34) moeten voortzetten. De voorpost is veilig en Kingsrow geeft dan ook een ongeveer gelijke waardering voor beide partijen.

In de partij speelde zwart (9-14?), 33×24 (19×30). Na deze zet waardeert Kingsrow de zwarte stand alsof deze een volle schijf achter staat. Evert speelt het sterk uit. (Let ook op de kracht van de opstelling op de witte lange vleugel, waardoor de schijven op 6 en 8 onspeelbaar zijn.) 44-39 (30-35!?), 40-34 (14-20), 50-44 (20-24), 38-33 (13-19), 44-40×50 en alhoewel de partij nog twaalf zetten duurde, was er geen redden meer aan.

Evert had dus een heel goede start, maar trof in de vijfde ronde Ton Sijbrands. Een positioneel zwakke 43e zet in een overigens nog goed te verdedigen stand leidde een snel einde van de partij in.

Evert leek niet aangeslagen door dit verlies. In de zesde ronde won hij van Geert van Dijk.

E_1971_4

E. Bronstring – G. van Dijk

Stand na de 40e zet van wit.

Na (30-35) volgde verrassend: 27-22 (35×44), 49×40 (18×27), 32×21. Nu had zwart de onooglijke zet (15-20?!) moeten spelen. Zijn stand lijkt dan nog houdbaar. In de partij werd gespeeld: (24-30?), waarna volgde: 28-23 (19×28), 33×11 (6×17), 40-35 en zwart gaf op.

In de zevende ronde speelde Evert tegen Harm Wiersma. Een partij met twee gezichten. Evert miste een sterke voortzetting en enkele zetten later miste Wiersma een eenvoudige winst. De partij eindigde dus in een ‘eerlijke’ remise.

E_1971_5

H. Wiersma – E. Bronstring

Stand na de 41e zet van wit.

Zwart speelde hier (3-9) en miste daarmee een belangrijke kans op voordeel. Dat had hij kunnen verkrijgen door (3-8) te spelen. Wat is het verschil? Het partijverloop was: (3-9), 38-32 (21-27), 31×22 (18×38), 33×42 met een min of meer gelijkwaardige stand. Als zwart (3-8) had gespeeld, dan had wit na 38-32 (21-27) niet naar 22 kunnen slaan wegens 31×22 (18×38), 33×42 (15-20). Dus ligt na (3-8) de volgende spelgang voor de hand: 37-32 (26×37), 32×41, maar nu kan een fraai offer volgen: (19-23!), 28×19 (21-27!). Kingsrow weet nu niet beter dan 24-20 (25×23), 29-24 maar na (15-20) heeft zwart voordeel.

E_1971_6

H. Wiersma – E. Bronstring

Stand na de 49e zet van zwart.

De witspeler mist hier een eenvoudige winst. In plaats van het gespeelde 39-33?? Was mogelijk geweest: 24-20 (15×24), 31-27 (21×27), 28×37 (19×28), 20×8.

In de negende ronde verloor Evert van Willem van der Sluis door een slordigheid in een remise eindspel. In de volgende ronde zette Evert deze vergissing recht met een overwinning op Sjoerd Visser. Daarbij miste hij wel een gemakkelijke winst.

E_1971_7

E. Bronstring – S. Visser

Stand na de 32e zet van wit.

(6-11?), 48-43? [Wit mist hier de afwikkeling 27-21 (16×27), 32×21 (23×43), 34-30 (43×34), 40×9 (13×4), 21-16 (25×34), 16×7] (25-30?) [Dit offer lijkt niet nodig. De afschuwelijk ogende zet (14-20) geeft zwart nog remisekansen.] 34×25 (8-12), 39-34! Een paar zetten later gaf zwart op.

Evert sloot het NK af met een remise tegen Pieter Bergsma.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *