Archive for 28/03/2022

DE ELFDE RONDE: WSDV 3 – LDG

André van der Kwartel  

In de elfde ronde van de landelijke competitie moest het achttal aantreden tegen het derde team van WSDV uit Wageningen. De wedstrijd verliep teleurstellend voor LDG. Met een 10-6 nederlaag konden wij terugkeren naar Leiden.  

De score werd geopend door het verlies van Peter van den Berg. In een wat mindere stand liet hij een kettingstelling toe, waarna er geen redden meer aan was. WSDV kwam op 4-0 door de nederlaag van  Hans Kreder. Bij deze partij valt wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. Om te beginnen: Hans vertelde mij dat hij al na een kwartier verloren stond. Ongetwijfeld enigszins overdreven, want het omslagpunt in de partij deed zich pas op de 27e zet van wit voor. Tot die tijd ziet KR geen problemen.

wsdv1

Hans Kreder – Jozef Linssen  

Stand na de 26e zet van zwart. 

De halve hekstelling was al vroeg op het bord gekomen en wit was ook al een aantal keren op schijf 24 gelopen. Om onduidelijke redenen zag wit hier ineens van die strategie af en speelde: 31-27? (22×31), 36×27. Toen volgde een zetje: (24-30), 34×14 (18-22), 27×9 (15-20), 14×25 (8-13), 9×18 (12×41). Hans gaf op. De volgende stand is ontstaan: 

wsdv2

Hans Kreder – Jozef Linssen  

Mét KR vraag ik mij af of Hans niet te vroeg op gaf. Als we na de afwikkeling de houtjes tellen, blijkt dat wit een schijf vóór staat. Een plausibele voortzetting is dus: 42-37 (41×32), 25-20. [Aanvankelijk dacht ik dat wit misschien ook nog 33-28 moest offeren, maar dat wordt door KR snel weerlegd.] KR taxeert het voordeel voor zwart op ongeveer een halve schijf en komt met de volgende variant: (2-8), 20-14 (8-13), 33-29 (32-37), 29-23 (37-41), 23-19 (13×24), 14-9. Zwart heeft nu al een probleem. Als hij met een tweede schijf wil oversteken (26-31), kan bijvoorbeeld volgen 9-4 (31-36), 4-15. Voor alle duidelijkheid: ik ga niet schrijven dat wit dit eindspel remise houdt, maar wel dat er nog heel wat gevochten had kunnen worden.  

Dit fragment riep bij mij herinneringen op aan een partij van Hans Kreder uit 2005. 

wsdv3

Hans Kreder – Alfons Ottink 

(Nationale Competitie, 1-10-2005)  

Stand na de 41e zet van wit. 

(18-22!?) Eigenlijk niet de sterkste, maar… Hans gaf op. Ik neem aan vanwege de dreiging (22-27-31) met doorbraak naar dam. Ik heb mij daar destijds erg over verbaasd, want de actie 33-28 (22×33), 43-39 geeft wit nog een heleboel defensieve mogelijkheden. Meer dan zestien jaar later geeft KR mij gelijk.  

Ik mocht zelf de eerste – en naar later zou blijken: enige – winstpartij voor LDG scoren. Het was mijn meest bizarre overwinning ooit. 

wsdv4

André van der Kwartel – Anton van Drumpt  

Stand na de 32e zet van zwart. 

Ik kan hier kiezen uit 27-21 en 27-22. Ik koos voor 27-21 (16×27), 32×12 en mijn tegenstander gaf op. Achteraf vermoed ik dat hij rekende op 27-22 en na 27-21 in een flits dacht dat hij in de Bomzet was gelopen. Maar de Bomzet zit er natuurlijk helemaal niet in. Zwart kan rustig gaan nadenken of hij met schijf 8 dan wel 18 zal slaan. Het was een bizarre ervaring. Nadat het tot mijn tegenstander was doorgedrongen wat hij had gedaan, greep hij zijn notatieformulier en stampte de zaal uit. Ik heb hem niet meer teruggezien en dat kan ik mij goed voorstellen. 

Ik heb zelf ooit eens in een totaal gewonnen stand remise aangeboden. Mijn tegenstander keek mij verbaasd aan, maar accepteerde gretig mijn aanbod. Dat soort dingen gebeuren. Ik ben destijds overigens niet de zaal uitgelopen.  

Vervolgens speelden Harry Dekker, Dick den Ouden en Joop Burgerhout remise. Drie partijen waarin KR geen gemiste kansen of belangrijke verbeteringen signaleert. Bij de partij van Jack van der Plas deed KR dat wel. 

wsdv5

Jack van der Plas – Henk Kleinrensink  

Stand na de 49e zet van wit. 

Na (26-31) is wit vrijwel verplicht tot 28-22 (27×18), 36×27 met een gelijkwaardige stand. Zwart speelde echter (20-25??). Wit reageerde met 28-23?? En miste daarmee de gewonnen stand die na 29-24! zou zijn ontstaan. KR geeft als plausibel verloop: (26-31), 28-22 (27×18), 36×27 (21-26), 38-33 (16-21), 27×16 (18-22), 16-11. Het terugwinnen van de geofferde schijf leidt nog sneller tot verlies dan het doorlopen met schijf 26.  

Ook Hans Tangelder verloor ten slotte zijn partij. Dat was bepaald niet nodig geweest, maar een zetje overzien kan de beste overkomen. 

wsdv6

Akosh Kardos – Hans Tangelder  

Stand na de 44e zet van wit. 

Zwart had hier de remise moeten pakken met (27-32), 30×17 (32×32). Hij speelde echter: (3-8??), 30×19 (13×24) en toen volgde het zetje van Weiss: 28-22 (27×18), 36-31 (26×37), 38-32 (37×28), 33×2 (24×44), 40×49.  

Alles bij elkaar: minstens twee punten onnodig weggegeven en waarschijnlijk één punt cadeau gekregen. Op de overwinning van WSDV valt niets af te dingen.  

Toegift 

Nog een toegift uit de onderlinge competitie. 

Harry Dekker leverde mij het volgende fragment aan uit een recente partij tegen Peter van den Berg. 

wsdv7

Harry Dekker – Peter van den Berg  

Zwart heeft zojuist als laatste zet (9-14) gespeeld. Wit speelde 32-28 en na 21×23 liep de partij remise. Harry hoopte op: (21×43?), 28-23 (19×17), 10×8!! met winst. (Wel op de goede manier slaan, natuurlijk.) 

De tiende en zesde ronde…..

André van der Kwartel

Alweer twee verslagen in één. Het achttal speelde zijn tiende ronde in de nationale competitie (Eerste klasse) en het zestal zijn zesde en laatste ronde in de provinciale hoofdklasse. De resultaten waren een ietwat gelukkige overwinning van het achttal en een verdienstelijk gelijk spel van het zestal. Het kon slechter.

Achttal

Nominaal speelde het achttal zijn achtste ronde, maar door de coronapauze zijn de ronden acht en negen uitgesteld, waardoor nu formeel de tiende ronde werd verspeeld. Kunt u het nog volgen? Hoe dan ook, het achttal moest aantreden tegen het derde team van de damvereniging Van Stigt Thans uit Schiedam. Tijdens het klaar zetten van de borden ving ik op dat dit team met vier invallers naar Leiden was gekomen. Dat gaf mij wat hoop, want in de basisopstelling is VST-3 duidelijk sterker dan wij. Daar stond dan wel weer tegenover dat LDG ook met twee invallers moest spelen, te weten Rudi van Velzen en Dick den Ouden.

Uiteindelijk won LDG met 9-7. Daarbij moet eerlijk worden toegegeven dat vrouwe Fortuna LDG deze ronde wel zeer goed gezind was.

LDG kwam op achterstand door een verliespartij van invaller Dick den Ouden. Dick ‘zag’ een mooie afwikkeling die er helaas niet in bleek te zitten.

acht1

Theo van Wissen – Dick den Ouden

Stand na de 35e zet van zwart.

Zwart staat prima en de uitval naar veld 28 is dan ook geheel gerechtvaardigd. 38-33. Nu zou het nog steeds goed zijn gegaan voor zwart als hij had voortgezet met (6-11) en (12-17). Maar Dick ‘zag’ iets veel mooiers: (16-21!??), 27×16 (28-32), 37×28 (26×37), 42×31 en hier realiseerde Dick zich pas dat de schijf op 42 verdwenen is, waardoor de gewenste afwikkeling met (14-20) en (13-19) geen dam oplevert, maar wel twee schijven verlies.

VST-3 kwam op een 4-0 voorsprong door verlies van Hans Tangelder. In een lastige stand beging hij op de 46e zet een fout die hem eigenlijk de partij had moeten kosten. Maar onderweg naar de winst beging zijn tegenstander een slordigheid, die helaas niet door Hans werd opgemerkt.

acht2

Hans Tangelder – Gerrit van Mastrigt

Stand na de 49e zet van wit.

Na (24-30) verklaart KR de zwarte stelling voor gewonnen. Zwart denkt echter de zaken te kunnen forceren: (23-29?), 34×23 (17-22), 28×17 (19×37), 17-11 (12-17), 11×22 (8-12). Na deze actie speelde wit 44-40? en verloor snel. Wit had op dit moment echter remise in handen met 39-34! (37-42), 46-41! Als zwart nu dam haalt op 47 volgt de plakker 25-20. De enige manier om er nog spel in te houden is (14-19), maar dan maakt wit met 41-37, 34-30 en 25-20 snel remise.

Het eerste punt voor LDG kwam op naam van Joop Burgerhout. In een fraaie partij had hij lang het idee dat hij veel sterker stond, maar in werkelijkheid mocht hij blij zijn dat hij ongeschonden uit het middenspel kwam.

acht3

Tiny Mous – Joop Burgerhout

Stand na de 28e zet van wit.

Zwart lijkt een schijf te gaan verliezen, maar Joop dacht een briljante weerlegging te hebben: (27-32!?), 29×20 (32×23). Beide partijen hadden echter iets scherper moeten rekenen. Na (27-32) had wit moeten spelen: 38×27 (22×31), 29×20 (31-36 of?), 28-22!! (36×29), 22×33 met een schijf winst voor wit.

Een interessante vraag is wat de zwart stand op dit moment waard is. Een actie als (4-10-15) bijvoorbeeld wordt weerlegd door 37-32. Zwart gaat dus hoe dan ook een schijf verliezen. Toch geeft KR maar een klein voordeel aan wit na: (11-16), 29×20 (9-13), 20×9 (3×14). Zwart dreigt met (27-32) en (14-20). Dus wit moet wel 37-32 (16-21). Nu dreigt weer (14-20), dus; 41-36. Nu

heeft (14-20) geen nut, maar zwart speelt (19-24) en wit staat ondanks zijn schijf voorsprong nog steeds onder druk.

Ik mocht zelf de achterstand terug brengen naar 3-5. Ik speelde geen erg goede partij. Mijn korte vleugel stond slecht opgesteld en mijn tegenstander probeerde door consequent afbraakspel op de andere vleugel daarvan te profiteren. Bij goed spel was hem dat ook gelukt, maar hij maakte een foutje waarna de volgende stand op het bord kwam

acht4

André van der Kwartel – Peter Lansbergen

Stand na de 42e zet van zwart.

De tijdnood begon ons allebei al wat dwars te zitten. Ik zag hier een mogelijkheid om daarvan gebruik te maken: 23-18! (22-27??), 18×9 (4×13), 29-23! (20×18), 38-32 (27×29), 34×3. Wit dreigt nu met 37-31. Dus (21-27) en wit kan 40-35 spelen, waarna ik snel won.

Zwart had het natuurlijk niet zo ver hoeven te laten komen. Na 23-18 had hij kunnen plakken met (13-19), 18×16 (19×28). Van tevoren had ik gedacht dat ik dan met 16-11 nog kansen zou gaan krijgen, maar het is verstandiger om met 38-32 de verloren schijf terug te winnen.

Hans Kreder bracht met een degelijke remise de stand op 4-6, waarna teamleider Harry Dekker de stand gelijktrok. Hij had daarbij wel de onwaarschijnlijke medewerking van zijn tegenstander nodig.

acht5

Harry Dekker – Matthijs Broek

Stand na de 53e zet van wit.

Dit eindspel is op alle mogelijke manieren remise. Maar kennelijk vertrouwde de zwartspeler het allemaal niet en hij kwam dan ook met de onwaarschijnlijke zet (18-22???), 17×28 en na dit offer is het eindspel in alle varianten verloren.

Peter van den Berg stond al op de 38e zet totaal verloren, maar bleef doorknokken onder het gezonde motto “Opgeven kan altijd nog.” Zijn vechtlust werd beloond. Op de 54e zet maakte zijn tegenstander een serieuze fout.

acht6

Peter van den Berg – Wim Heuvelman

Stand na de 53e zet van wit.

Ondanks een schijf achterstand heeft wit zijn stand kansrijk opgebouwd. Wit dreigt met 27-21 onmiddellijk remise te maken. Zwart heeft maar één mogelijkheid: (16-21), 27×16 maar gaat nu in de fout: (18-22??), 26-21! (22×42), 21×12. Zwart kon niet meer verhinderen dat wit met twee schijven doorbrak naar dam. De partij werd vijf zetten later remise gegeven.

Ook dat was een gelukje voor LDG, want als zwart in plaats van (18-22) (34-40) had gespeeld, had hij nog steeds de winst in handen gehad.

Invaller Rudi van Velzen mocht met een overwinning de eindstand op 9-7 voor LDG brengen. Maar ook voor deze overwinning geldt dat Rudi zijn beide handen stijf mocht dichtknijpen. In het middenspel stond hij heel slecht, zo niet verloren en in het eindspel bleef het heel lang remise. Tot zijn tegenstander een foutje maakte.

acht7

Ron Bolderheij – Rudi van Velzen

Stand na de 64e zet van zwart.

30-24 verzekert wit van de remise, maar hij speelde: 32-28?? (40-44!), 28-22 (44-35) en wit gaf op.

 

Zestal

Het zestal speelde tegen RDC uit Rijnsburg zijn laatste wedstrijd van het seizoen in de provinciale hoofdklasse. Het werd een verrassend 6-6 gelijkspel. Er stond voor beide partijen niets meer op het spel. Er werd dan ook vrijuit gespeeld, hetgeen resulteerde in een aantal zeer interessante partijen.

Joop Burgerhout nam de mogelijkheid om vrijuit te spelen misschien iets te gemakkelijk op met als gevolg dat hij een groot deel van de partij duidelijk nadeel had en op de 39e zet in een negen-om-negen kon opgeven.

Ook Hans Tangelder ging erg frivool te werk en kwam rond de dertigste zet zo ongeveer verloren te staan. Op de 49e zet verklaarde KR de stand van Hans zelfs totaal verloren. Maar toen maakte zijn tegenstander een foutje

acht8

Hans Tangelder – Thomas Wielaard

Stand na de 49e zet van wit.

Een ingewikkeld eindspel dat door KR verloren wordt verklaard voor wit. KR suggereert (26-48) met nog steeds een gewonnen stelling. Ik laat het aan de eindspelliefhebbers over om te ontdekken hoe die winst in dit geval kan worden gerealiseerd. In de partij speelde zwart (21-27?) en daarmee maakte hij de fout een schijf die veilig naar de rand had kunnen worden gespeeld op een meer kwetsbare plek op het bord te plaatsen. Uiteindelijk blijkt dat ook de basis van de remise te worden. Ik geef het slot van de partij: (21-27), 41-28 (26-48), 28-50 (48-34), 50-44 (34-23), 44-17 Hier wordt de kwetsbaarheid van de schijf op 27 zichtbaar. (35-40), 45×34 (23×40), 46-41 (40-35), 41-37 (35-2), 17-26.

Ik mocht zelf de stand op 3-3 brengen. Met enige medewerking van mijn tegenstander kreeg ik een winnende doorbraak op het bord. Het einde van de partij was wel geestig.

acht9

André van der Kwartel – Arie Schoneveld

Stand na de 46e zet van wit.

Met (4-9) had zwart de witte dreiging geneutraliseerd en zou de partij ongetwijfeld remise zijn gelopen. Zwart speelde echter: (3-8??), 26-21 (17×26), 32-28 (23×32), 17×37. [Met 4 op 9 had nu (18-23) kunnen volgen.] (26-31), 33-28 (18-22), 17-11 (22×33), 29×38. [Het aardige van deze actie is dat een eventueel gevaar van (31-36) is geneutraliseerd door 34-29.] (8-12), 11-6 (12-18), [Deze zet vergemakkelijkt de witte winst.] 6-1! (31-36), 1×23 [Hier riep mijn tegenstander: “Oh, je slaat naar 23.”] (36×47), 23-29 zwart gaf op.

Vervolgens speelde Rudi van Velzen remise. Een zeer goede prestatie daar zijn tegenstander maar liefst ruim 360 ratingpunten meer had. Misschien had er in het eindspel zelfs nog wat meer voor Rudi in gezeten.

acht10

Rudi van Velzen – Richard Kromhout

Stand na de 58e zet van wit.

Zwart was met 1-7-12 nog binnen de remisegrenzen gebleven, maar hij speelde (24-29?), 34×23 (35-40), 23-19 (40-45), 19-13?? Hier geeft wit een mogelijke winst uit handen. Zoals Steven den Hollander aangaf had wit kansen gekregen met 19-14! Zwart mag nu geen dam halen wegens 15-10 (50×46), 10-5. Zwart moet dus wachten met (1-6), 14-10 (45-50), 39-34 met een kansrijk eindspel voor wit.

Harry speelde met enige moeite remise, maar had eigenlijk eenvoudig moeten winnen. Misschien was er sprake van tijdnood, maar dan nog… Het was zó eenvoudig.

acht11

Daniël Boom – Harry Dekker

Stand na de 56e zet van zwart.

Harry heeft zojuist dam gehaald en de witspeler besluit door te breken: 24-19???? En zwart reageert met (13×24????) Zwart had ook (50×17!) kunnen slaan: 24×13 (17×47) met winst.

Ik moet bij dit fragment één voorbehoud maken: Harry vertelde mij dat hij nogal wat moeite had om zijn notatie te reconstrueren. Het kan dus zijn dat het in werkelijkheid iets anders is verlopen. Alleen Harry kan dat ophelderen.

Iets soortgelijks overkwam Koos van Amerongen in het eindspel. Met dat verschil dat zijn gemiste winst wel héél verrassend was.

acht12

Jan van der Star – Koos van Amerongen

Stand na de 75e (!) zet van zwart.

Dit eindspel is echt remise, hoewel Koos er veel energie in heeft gestoken om er alsnog een winst uit te halen. Misschien onderschat ik de problemen van wit, maar technisch is het remise. Wit speelde precies de enige zet die tot verlies had moeten leiden: 7-34?? Zwart had nu kunnen spelen: (16-43!!) [Wie kijkt daar nu naar?] 34×48 (24-30). De witte dam wordt afgepakt en de vierdelijnsregel verzekert zwart van de winst. In de partij werd (16-32) gespeeld en duurde het nog 16 zetten voordat remise werd overeengekomen.