Namens André van der Kwartel
Koos van Amerongen heeft mij weer een aantal fragmenten uit zijn partijen in het Zomertoernooi gestuurd. Ik heb een en ander nog aangevuld met een fragment uit mijn zomerpartij tegen Steven den Hollander en een aardige slagzet uit het kampioenschap van Burkina Fasso. Vooralsnog is het woord aan Koos:
Koos van Amerongen – Arjen de Mooij
Na een boeiende opening kwam onderstaande stand op het bord. Zwart heeft zojuist 17..4-10 gespeeld. Veel alternatieven waren er niet. In dit soort standen spelen zetjes naar 2 en 49 een belangrijke rol. Na 17..11-17? had wit naar dam kunnen combineren met 18.35-30 24×35 19.33-28 22×24 20.27-21 16×27 21.31×2. Merk op dat zwart die combinatie niet heeft, ondanks dat wit 34 heeft betreden.
Wit staat in deze stand voor een belangrijke keuze. De meest voor de hang liggende zet is 18.32-28. Zwart kan dan 18..16-21! spelen. Op 19.27×16 haalt hij dan wel dam, met 19..18-23 20.29×27 24-30 21.35×24 20×49. Dus moet 22.28×17 21×32 23.37×28 11×22 24.28×17 12×21 25.26×17. Na 25..7-11 moet wit er rekening mee houden dat zwart na het slaan (26..11×22) weer met een damzetje dreigt (18-23, 24-30). Ik had geconstateerd dat wit daartegen 26.50-45 11×22 27.45-40 kon spelen. Er blijft dan een zeer scherpe stand over. Bij analyse ontdekten we dat zwart zich niet in mag laten op een aantal varianten (bijvoorbeeld 27..25-30? 28.34×25 19-23). Ik had het gevoel dat het beter moest zijn voor wit (Scan blijkt het daarmee eens) maar vertrouwde het niet en besloot na lang nadenken tot 18.50-45, met het logische vervolg 18..24-30 19.35×24 19×30 20.32-28 14-19 21.28×17 12×32 22.37×28 20-24 23.29×20 15×24. Wit staat mijns inziens dan iets fijner.
Later in de partij bereikten we deze stand. Zwart heeft er een leuk combinatie-idee in weten te vlechten. Na 45.31-26? volgt namelijk 45..17-21! 46.26×19 20-24 47.29×20 25×43 48.34×25 43×34. Standaard doch geniepig. Het blijkt nog remise te zijn. In de partij volgde 45.38-32 (zet de slagroute dicht) 11-16 46.31-26 13-19 47.42-38 en zwart offerde een schijf met 47..19-23 48.28×19 20-24 49.29×20 25×23 50.34×23 23-28 51.32×23 18×29. Bij goed spel blijkt dat nog remise te zijn. In de partij maakte zwart nog een foutje en verloor.
In plaats van 46.13-19? had hij beter het offer van Dussaut kunnen spelen: 46..16-21! 47.27×16 18-22. We dachten beiden dat wit dan na 47.28-23 22-28 48.32-27 28×19 49.42-38 goede kansen zou houden. Dat klopt, maar zwart kan in plaats van 47..22-28 sterk 47..13-18! spelen, met pardoes een winnende stand (48.23-19?). Wit moet zich dus maar inlaten op 48.16-11 22×24 49.11×22 met remise.
In de diagramstand blijkt wit een betere voortzetting dan 45.38-32 te hebben: 45.42-37! 11-16 (13-19? 38-33 W+) 46.39-33! 30×50 47.29-23 18×29 48.33×15 50×22 49.27×7, en je zou zeggen dat wit het eindspel na 49..35-40 50.7-2 13-18 51.2-7, met een schijf meer en een tweede dam op komst, wel moet kunnen winnen. André gaat het ons vast vertellen… Merk overigens op dat dit zetje (39-33, 29-23) in de diagramstand ook kan, maar dan niet meer dan remise oplevert.
[Over zo’n complex eindspel durf ik (AK) zonder uitvoerige analyse geen uitspraak te doen. Feit is wel dat Kingsrow de witte stand een waardering geeft van minder dan een kwart schijf voordeel. De eerste variant die KR geeft, geeft direct al een indruk van de problemen waar wit tegen aanloopt: (40-45), 7×23 (45-50), 15-10 (17-21). Zwart brengt de dreiging (50-11) en (17-21) in het spel. Het is niet duidelijk hoe wit die op langere termijn kan blijven ontkomen.]
In deze stand heeft zwart zojuist 19.13-18 gespeeld. Zijn strategie is om het witte centrum te omsingelen. Door de opstelling op diens linkervleugel, krijgt wit geen controle meer over veld 27.
Hij zal de omsingeling actief tegen moeten spelen. En dat doet André met 20.35-30! 2-8 (20-24?) 21.28-23 19×28 22.32×23 18×29 23.34×23, met een interessante stand. Wit houdt met twee schijven (23 en 30) het blok 5/10/14/15/20 vast. Daartegenover staat dat wit op moet passen dat schijf 23 verloren gaat. Daarnaast zijn een aantal afbraakvarianten niet in zijn voordeel, vanwege het ontbreken van (potentiële) formaties.
Het ging verder met 23..8-13 24.41-36 (verhindert 13-19) 13-18 (20-25?) 25.39-34 (na bijvoorbeeld 25.33-29 9-13 26.29-24 20×29 27.23×34 mist wit formaties) 18×29 26.34×23 9-13. Wit moet nu kiezen tussen het opgeven van de formatie 33/39/44 en het opspelen van de steunschijf 43. André besloot terecht tot 27.44-39. Zwart bracht vervolgens de dreiging 13-19 in de stand met 27..21-27. Wit kan dat pareren door de formatie 29/34/40 of 30/34/40 op te bouwen. André koos voor 28.39-34. Naast 28..13-19 verhindert dat ook 28..20-25? met een kleine combinatie. Er volgde 28..17-21 en na de ogenschijnlijk rustige opbouwzet 29.46-41 staat wit zowaar verloren. Zwart speelt namelijk 29..21-26!
Met deze zet heeft zwart een kleine doorbraakcombinatie in de stand gevlochten: 12-18, 3-8, 20-25, 15×44. Daar moet wit wat aan doen. Belangrijk is dat op 30.23-18 12×23 31.33-28 22×33! volgt, met schijfwinst en alsnog een doorbraak naar 44. Ook 30.40-35 is geen optie, omdat de voorpost met 30..13-19 verloren gaat, en na 30.43-39 3-8! gebeurt dat een of enkele zetten later.
In de partij volgde dan ook het niet onlogische 30.30-25?. Mijn originele plan was om met 30..14-19 31.23×14 20×9 gevolgd door 32..15-20 33.25×14 10×19 een sterkte aanvalsstand te krijgen, maar toen zag ik dat zwart een zesklapper uit kan halen met 30.26-31! 31.37×26 16-21! 32.26×19 20-24 33.19×30 14-20 34.25×14 10×46 Z+. Al met al een leuke, principiële partij!
Koos van Amerongen – Hans Tangelder
Na een door beiden principieel gespeelde opening zijn we in de stand na 20..1-7 terecht gekomen. Het lukt wit nu en in voorgaande zetten niet om een damcombinatie te forceren met 31-26: zwart mag dan weliswaar niet laten slaan vanwege 36-31, 47-41 en 48-42, maar kan wel goed 27-32 26×17 32×41 46×37 12×21 spelen. Ik speelde 21.34-30. Zwart staat nu klem op zijn lange vleugel. 14-19 en 18-23 zijn door kleine zetjes verhinderd, terwijl wit na 13-19 24×13 8×19 wél de forcing 31-26! tot zijn beschikking heeft.
Hans speelde verrassend 21..27-32!. Het idee van deze zet is dat wit niet naar voren mag laten slaan, vanwege een kleine doorbraakcombinatie (ook na 22.31-26). 22.47-41! 21-27!. Wederom een creatieve zet. Het idee is dat wit na de schijfwinst met 23.39-34 28×39 24.37×17 12×21 25.31×22 18×27 te veel last heeft van de zwarte schijf op 39, die naar dam dreigt te lopen. Ik zag wel wat ideetjes, maar mede door de zware witte korte vleugel geen serieuze kansen. De computer vindt een fraaie forcing naar een macro-eindspel met een schijf meer: 26.43-38 39-44* 27.38-32! 27×38 28.48-42 38×47 29.29-23 47×20 30.23-19 14×23 31.25×1 en omdat zwart na 31..23-28 32.30-25! in de problemen zit (dam halen mag niet, en 35-30 dreigt) moet maar 31.44-50 32.1×29 met kansjes voor wit.
Ik zag dit niet en speelde 23.31-26?. Die zet verdient een vraagteken, omdat zwart nu een combinatie kan nemen met 23..16-21 24.26×17 22×11 25.28×26 14-19 26.37×28 18-23 27.29×18 13×44 28.24×13 9×18 (de beste), al is de stand na 29.43-39 44×33 30.49-43 nog alles behalve duidelijk: wit heeft wat ideeën om schijf 33 aan te vallen, maar als die mislukken komt zwart sterk op het centrum te staan. Ik onderkende dit zetje te laat.
Gelukkig had Hans het niet gezien en speelde hij 24..12-17?, een zet die om meerdere redenen een vraagteken verdient. Ten eerste omdat wit direct een combinatie kan nemen met 25.43-38! 32×23 26.48-42 28×39 27.24-20 (de beste manier) 15×24 28.30×18 22×33 29.49-43 39×48 30.37-31 48×37 31.41×1 en op het gedwongen 31..18-22 de zwarte voorpost neutraliseert met 32..1-6 22-28* 33.25-20 14×25 34.35-30 25×34 35.40×38 W+. Dat had ik dan weer niet gezien. En ten tweede omdat wit positioneel kan winnen met 25.37-31!, wat ik speelde. Zwart loopt op twee vleugels vast.
Er volgde 25..7-12 (wit dreigde met een damzetje) 26.40-34 16-21 27.48-42, zie diagram. Merk op dat 26..2-7 zwart niet had geholpen om tot 17-21×21 te komen, omdat wit na 27.48-42 17-21? wéér naar dam combineert. Die zet helpt ook niet om 18-23×23 voor te bereiden. Er zijn fantastische varianten mogelijk. Ik beperk me tot wat ik de fraaiste (computer)variant vindt: 26..2-7 27.48-42 18-23 28.29×18 12×23 29.24-19!! 13×24 30.30×19 9-13 31.43-38!! 13×24 32.25-20! 14×25 33.35-30! 32×43 34.39×48! 24×35 35.48-43 28×37 36.41×1. Het is leuk om na te gaan wat er gebeurt als zwart op enig moment anders slaat.
Zwart heeft hier geen goed plan meer. Op het in de partij gespeelde 27..14-19? volgde de dam met 28.41-37 32×41 29.36×47 27×36 30.47-41 36×38 31.43×3 W+. Op wachten met 27..2-7 had ik het subtiele 28.43-38! 32×43 29.39×48 28×39 30.34×43 gepland, en omdat 14-19 en 18-23 verhinderd zijn, moet zwart (op den duur) een schijf offeren. Blijft over 27..13-19 28.24×13 8×19 waarop wit met 29.30-24 19×30 30.35×24 reageert. Op 30..9-13 volgt dan de 1-om-2 met 24-20, maar wel pas nadat wit een schijfje heeft bijgegeven met 31.41-37 32×41 32.36×37 27×36. Op alle andere normale zetten wint het plan 42-38, gevolgd door 41-37×37 eenvoudig. En ook op het creatieve 30..14-19 31.24×13 9-14 is dat voldoende, bijvoorbeeld 32.42-38 13×9 33.41-37 32×41 34.46×37 9-13 35.45-40 2-8 (2-7?) 36.40-35 13-18 37.34-30 8-13 38.30-24 13-19 39.24×13 18×9 40.38-32 27×38 41.43×23 9-13 42.25-20! 14×25 43.37-32 W+.
Al met al een geweldige partij, waarin ik de punten won, en Hans mijn lof.
Toegift (1)
Op de avond waarop ik in de eerste ronde tegen Koos had gespeeld, mocht ik vervolgens aantreden tegen Steven den Hollander (wit). Twee zware tegenstanders op één avond was wat te veel voor mij. Ik ging in de kortst mogelijke tijd van het bord af. Toch valt er nog wel iets aardigs over die partij te schrijven.
Ik miste hier de eenvoudige damzet (18-22), (28-33), (14-20), (19×50), waarna de zwarte openingsproblemen wel zijn opgelost. Gegrepen in een soort tunnelvisie speelde ik hier min of meer à tempo: (17-22), 36-31 (11-17), 41-36 (17-22??), 26×17 (22×11?) en gaf na 32-27 direct op. Na deze zwakke prestatie voelde ik mij moreel verplicht om te zeggen dat ik in plaats van terug te ruilen beter op een mooi zetje had kunnen spelen. Dat moest ik even laten zien. In plaats van (17-22) speelde ik dus: (6-11) en Steven was zo vriendelijk om in het zetje te lopen: 46-41?
(19-24), 29×20 (28-33), 39×19 (13×24), 20×29 (14-20), 15×24 (22-27), 31×13 (8×50). Zwart mag blij zijn, als hij het hierna nog remise houdt, maar toch… een verrassend zetje blijft een lust voor het oog.
Toegift (2)
Als tweede toegift nog een aardig fragment uit het kampioenschap van Burkina Fasso. Ik weet niet meer of de stand precies klopt en vraag mij niet wie de spelers waren, maar het gaat om de volgende afwikkeling:
De laatste zet van wit was 36-31 en misschien had dat zwart moeten waarschuwen: (14-19?), 37-32! (26×46), 28-23!! (46×35), 23×5 (35×19), 5×6.