André van der Kwartel
Achttal
Het achttal moest aantreden tegen het tweede team van Hofstad. (De nieuwe naam na de fusie tussen “De Hofstad Dammers” en Damclub Den Haag.) Uitgaande van de ratings werd een overwinning van LDG verwacht. Die kwam er ook, maar was onverwacht groot: 11-5. Dat was mede te danken aan de overwinning van Leen van Beelen jr. die kort voor de wedstrijd als nieuw lid van LDG werd ingeschreven en direct als invaller aan de slag mocht. Een uitstekend debuut!
Vanwege bijzondere omstandigheden in het reguliere speellokaal van Hofstad speelden wij deze wedstrijd in de kerk van de Evangelische Broedergemeente Haaglanden. Een gezellige volle gebeurtenis, want het eerste en derde team van Hofstad speelden daar tegelijkertijd hun thuiswedstrijden tegen respectievelijk het eerste en tweede team van Rijnsburg.
Voor ieder van onze borden stonden drie door een balk verbonden houten stoelen. Het ontlokte Hein de suggestie om als je slecht stond op het linker stoeltje te gaan zitten, als je goed stond op het rechterstoeltje en anders in het midden. Dit had voor de eventuele toeschouwers de wedstrijd een zeer dynamisch beeld gegeven, maar in de praktijk kwam het er niet van.
Ook deed zich – in ieder geval voor mij – een noviteit voor: voor het eerst in mijn damcarrière werd mij het traditionele welkomstwoordje toegesproken vanaf een kansel.
De score voor LDG werd geopend door Peter van den Berg. Een enkele keer voorbijlopend was mijn indruk van deze partij een degelijke en gelijkwaardige remise. Maar KR laat zien dat Peter een stevige winstkans heeft gemist.
Harold Jagram – Peter van den Berg
Stand na de 44e zet van zwart.
49-43? Wit had hier min of meer remise kunnen afdwingen door 38-33! Allerlei achterlopen van zwart leveren niets op door plakkers, dus als zwart nog wat wil moet wel (30-34). Maar dan volgt 48-43! Nu dreigt er van alles en de remiseplakkers zitten er nog steeds in.
(11-17!), 31-26 [Op 21-16 was gevolgd (17-21) en (22-28)] (22-28?) Dat is nou jammer. Met (30-34!) had zwart zich uitstekende winstkansen verschaft. Twee varianten:
A) 21-16? (22-27!), 32×21 (23-28!) Wit komt zwaar onder druk te staan, hoewel het zeker nog geen gelopen race is voor zwart.
B) 43-39 (34×43), 48×39 (22-27), 21-16 (24-29), 32×21 (29-33) met winst.
32-27? Wit had hier fraai remise kunnen maken door: 43-39, 48-42, 38-33, 33-29, 35×11. (30-34?) Zwart geeft zijn laatste voordeeltje weg. Met (23-29) had hij nog enig voordeel behouden. Nu schoof de partij geruisloos naar remise toe.
Ik mocht de stand op 1-3 brengen met een relatief gemakkelijke overwinning op een tegenstander die nogal wat positionele principes aan zijn laars lapte, zoals onderstaand diagram laat zien.
André van der Kwartel – Radjendrenath Kalloe
Stand na de 20e zet van wit.
Zwart moet hier natuurlijk (18-22) spelen om nog enigszins spel te krijgen, maar hij speelde (7-11??), 50-44?? Dit neem ik mijzelf achteraf nogal kwalijk. Met 41-36! Had ik de partij op slot kunnen gooien. (11-17) en (12-17) zijn verhinderd en op (24-29) volgt 39-34. KR weet niet beter dan dat zwart na deze zet met (29-33) een schijf offert. Slordig!
Ik was in deze partij sowieso niet op mijn scherpst. Er ontstond de unieke situatie dat ik op twee manieren kon winnen. En natuurlijk koos ik de moeilijke variant.
André van der Kwartel – Radjendrenath Kalloe
Stand na de 45e zet van zwart.
Wit kan hier op twee manieren winnen: 37-31 en 30-24. Ik koos 30-24, hetgeen nog een beetje een puzzeleindspel opleverde dat verrassend gemakkelijk won. Vraag me niet waarom ik 37-31 afwees. Misschien een onbewuste reden als “Waarom makkelijk doen als het moeilijk kan?”
Hans Kreder bracht na een positioneel degelijke partij de stand op 1-5. Het moment van de beslissende fout is leerzaam, omdat hij voor de oppervlakkige toeschouwer nauwelijks zichtbaar is.
Hans Kreder – Bonne Douma
Stand na de 31e zet van wit.
Wit heeft een mooie stand. Zwart staat nog niet verloren, maar moet wel zorgvuldig spelen. KR adviseert (4-9). Deze zet maakt op een verrassende manier de positioneel sterke zet 33-29 onschadelijk: 33-29 (14-19), 40-35 (19×30), 35×24 (18-23), 28×19 (13-18!) en de stand wordt sterk vervlakt. In de partij speelde zwart (4-10??), waarna volgens KR wit virtueel een schijf voor staat.
Jack van der Plas bracht de stand op 2-6, maar dat had eigenlijk 1-7 moeten zijn.
Jack van der Plas – Jack Mondt
Stand na de 42e zet van wit.
Een mooie stand om het beoordelingsvermogen te testen. Zo op het oog is er niet zo veel aan de hand, maar volgens KR staat zwart duidelijk slechter en maakt dat nog erger door (9-14). Na 38-33 zou wit virtueel een schijf voor staan. Bijvoorbeeld: (23-29), 34×23 (13-18), 43-38 (18×29), 48-43 (20-25), 43-39 en wit staat volgens KR virtueel twee schijven voor. Wit speelde echter 31-26 en gaf daarmee zwart gelegenheid tot (20-25). Wit staat nog steeds beter, maar in de partij liep het overwicht van wit steeds meer terug.
De enige verliespartij (4-6) kwam op naam van Joop Burgerhout. Verliezen van Krijn Toet is zeker geen schande, maar de finesse die Joop overzag was wel heel simpel en de partij had een verrassend einde.
Krijn Toet – Joop Burgerhout
Stand na de 41e zet van wit.
Zwart ziet de dreiging van wit niet: (14-20??), 23-18! (22-27), 37-31 (26×28), 33×11 en zwart kwam verloren te staan. In de diagramstand adviseert KR (15-20). Het verschil is dat op 23-18 kan volgen: (14-19), 18×16 (17-21), 16×27 (19-23), 29×18 (13×42). Het raadselachtige is dat Joop dit zetje wel heeft gezien. De partij kende een verrassend einde.
In Toernooibase eindigt de partij in de volgende stand:
Krijn Toet – Joop Burgerhout
Stand na de 46e zet van zwart.
In mailcontact tussen Krijn Toet en Joop, meldde Krijn dat hij 38-32 speelde en Joop toen opgaf wegens (28×37), 47-42 (37×48), 29-23. Maar tot verbazing van Krijn gaf KR aan dat dat remise zou zijn! Zwart slaat naar 12 en er zit geen rondslag in. Komisch.
Hans Tangelder bracht de stand op 5-7 in een partij, waarbij KR helemaal geen kanttekeningen plaatst. Een unicum voor een partij van Hans. Dat wil niet zeggen dat zich geen spannende taferelen voordeden. Ik adviseer de lezer om naar toernooibase te gaan en de momenten na te
lopen die de tegenstander van Hans, Harry Zandvliet, heeft gesignaleerd in de partij. Zij illustreren hoe gevaarlijk Hans is. Ook in partijen waarin ogenschijnlijk weinig spannends gebeurt.
De overwinning van Hein van Winkel bracht de belangrijke matchpunten binnen (5-9). Hein had in grote delen van de partij het beste van het spel, maar pakte op verschillende momenten onvoldoende door. Pas op de 48e zet kwam zijn tegenstander definitief verloren te staan.
Bas Baksoellah – Hein van Winkel
Met 32-27-22 blijft wit nog binnen de remisegrenzen. Hij speelde echter 36-31?? en stond pardoes verloren: (8-12), 31-27 (12-18). Hier had wit gevoeglijk kunnen opgeven, maar hij offerde een schijf met 27-21 en stribbelde nog zestien zetten tegen. Hein liet zich niet van de wijs brengen en speelde de stand probleemloos uit.
Een aangename verrassing was de overwinning van Leen van Beelen jr. Hij was enkele dagen voor deze wedstrijd ingeschreven als lid van LDG en mocht direct invallen. Op één moment in zijn partij had hij moeten verliezen, maar zijn tegenstander miste dat moment en de partij leek naar een rustige remise toe te gaan. Maar juist dat gevoel wil ook nog wel eens tot een zekere gemakzucht leiden.
Leen van Beelen jr. – Dion van Bommel
Stand na de 62e zet van wit.
Na bijvoorbeeld (7-12) zal de partij remise lopen. Zwart speelde echter (48-34) en werd verrast door: 28-22! Hij wachtte (17×37), 16-11 (7×16), 26-21 (16×27), 4×13 niet meer af.
Zestal
Na het verrassende gelijkspel van het zestal in de eerste ronde tegen Damlust 1, stond nu de strijd tegen Damlust 2 op het programma. Ook nu werd het – toch ook wel verrassend – een gelijkspel: 6-6. Een knappe prestatie. Ook tegen Damlust 2 gold dat bijna alle LDG-spelers speelden tegen tegenstanders met een hogere rating.
Toen ik de partijen via Toernooibase naspeelde, kreeg ik de indruk dat meerder spelers aan beide kanten veel respect voor elkaar hadden. Dat beeld werd bevestigd door de analyses van Kingsrow. Bij maar liefst drie van de zes partijen maakt KR geen enkele kanttekening! Dat gold voor de partijen van Koos van Amerongen, Joop Burgerhout en Hans Kreder.
Bij de (remise-)partij van Rudi van Velzen signaleert KR één opvallend moment. Rudi had het zwaar kunnen krijgen.
Bouke Bruinsma – Rudi van Velzen
Stand na de 38e zet van zwart.
Wit speelde 28-22 en dreigt nu met bijvoorbeeld 22-17, 27-22 en 33-29. Zwart reageerde met (8-12?), 22-17? Wit had het zwart moeilijker kunnen maken door: 32-28! (23×32), 22-17! (32-37), 42×31 (21×32), 17×8 (13×2), 38×27 (18-23), 34-29 (23×34), 30×39 (18-23), 39-34. Het lijkt alsof zwart problemen krijgt op zijn lange vleugel, maar volgens KR valt dat erg mee na (15-20).
Steven den Hollander verraste met een fraaie overwinning op Wouter Morssink. Na een verrassende slagzet miste Morssink een remisevariant, waarna de partij eindigde in een bekend thematisch eindspel.
Wouter Morssink – Steven den Hollander
Stand na de 35e zet van zwart.
Na 48-42? volgde verrassend: (24-29), 33×24 (14-20), 24×15 (19-24), 30×8 (12×3), 28×19 (4-10), 15×4 (6-11), 4×22 (17×48). Het vraagteken na de eerste zet is van mij. KR signaleert de slagzet niet, omdat de overblijvende stand remise is. Na het gedwongen 39-33 (48×26) ging de partij verder met: 38-32 (3-9), 35-30 (26-8), 30-24 (8-2). Nu is de volgende stand ontstaan:
Wouter Morssink – Steven den Hollander
De witspeler had hier met 33-29 nog remise in handen. Met 19-14 dreigt wit door te breken naar dam. (11-17) maakt die dreiging niet ongedaan en (9-13) levert onvoldoende op. In de partij speelde wit 32-28? waarna (11-17) volgde en zwart mooi thematisch won. Speel dit eindspel na op Toernooibase.
Helaas bleek deze overwinning niet voldoende voor de winst. Hans Tangelder verloor tamelijk kansloos van Arie de Bruijn. Op de 25e zet speelde hij een zet die positioneel niet erg verantwoord was en daarna kwam het niet meer goed. Ondanks dat Hans een groot deel van de partij verloren heeft gestaan, deed zich ook hier één moment voor, waarop hij plotseling een remisevariant kreeg aangeboden. Langzamerhand een favoriet thema van mij.
Hans Tangelder – Arie de Bruijn
Stand na de 52e zet van wit.
Zwart staat gewonnen en had dat hier kunnen bevestigen met (13-18). Maar hij speelde: (25-30?) en zette daarmee een remise-geitenpaadje open. Maar dan had wit wel 28-22! moeten spelen. Deze zet lijkt mij moeilijk achter het bord te vinden. Het meest verrassend vond ik dat de reactie (13-18×8) na 33-28-22 vrij snel duidelijk maakt dat zwart niet meer kan winnen.