Competitie 2023/2024 – Ronde 5

André van der Kwartel

Achttal

In de vijfde competitieronde moest het achttal aantreden tegen Alblasserdam. Van deze vereniging hadden wij vorig jaar met 7-9 gewonnen. Hun resultaten in de eerste vier ronden van de huidige competitie gaven reden tot optimisme. Het werd uiteindelijk een terechte 8-8 uitslag. Over en weer zijn fouten gemaakt, kansen gemist en cadeautjes aangenomen.

De eerste uitslag kwam op naam van invaller Edwin van Hofwegen. Opvallen was dat zijn partij in aantal zetten de op een na langste was, maar al na ruim twee uur spelen was afgelopen. Met een klinkende overwinning voor Edwin. Zijn verklaring hiervoor was dat er twee spelers tegenover elkaar zaten die allebei snel hun zetten produceerden. Met het gegeven dat Edwin ook nog een complex eindspel op het bord kreeg dat zorgvuldig naar winst moest worden geschoven, zijn de vele zetten en de korte speeltijd wel verklaard.

Het kritieke moment in de partij deed zich voor op de 48e zet van wit.

Meindert Verkaik – Edwin van Hofwegen

Met de zet 21-17 was wit binnen de remisegrenzen gebleven. Ik geef onmiddellijk toe dat ik dat ook niet kon geloven. Maar na de voor de hand liggende zettenreeks (39-43), 30-25 (43-49), 17-11 (49×18), 11-6 (18-1), 25-20 verklaart KR de stand nog steeds voor remise. Na een aantal snelle variantjes tegen KR ben ik wel overtuigd, maar kan ik het nog steeds moeilijk geloven. De stand van het diagram lijkt nog zó veel mogelijkheden voor zwart te bevatten.

In de partij vertrouwde wit dit kennelijk niet en hij besloot tot krachtige maatregelen: 22-17 (16×38), 17-11 (38-42). KR verklaart de partij nog niet definitief verloren voor wit, maar zwart wist de stand nauwkeurig naar winst te schuiven.

Hierna volgden vijf opeenvolgende remises en bij ieder van hen maakt KR kanttekeningen. Dat hebben we wel eens anders meegemaakt.

Hans Tangelder had de voorsprong op 0-4 kunnen brengen, maar op het moment waarop hij kon oogsten, verrekende hij zich.

Hans Tangelder – Teus Stam

Stand na de 32e zet van wit.

Hans speelde hier (3-8?), 39×30 (25×34), 19×30 (8×19) en daarmee zijn de doorbraakkansen op de korte vleugel verkeken. Bij zijn berekeningen had hij gemist dat er weer een witte schijf op veld 30 terug komt. In de diagramstand had zowel (34-40) als (35-40-44) tot winst kunnen leiden.

Joop Burgerhout bracht met een remise de stand op 2-4. KR beperkt zich tot een marginale opmerking. Dat kan niet gezegd worden over de remise van Jack van der Plas. De AI van KR (voor zover aanwezig) verslikt zich bijkans in het aantal correcties. Ik pik de twee belangrijkste eruit.

Remco Korteland – Jack van der Plas

Stand na de 20e zet van wit.

Zwart heeft zijn stelling nogal kwetsbaar opgebouwd. Veel gaten, geen centrum, twee hangende schijven (op 7 en 10). Toch had hij het hier met (12-17) nog gelijkwaardig kunnen houden. Maar hij speelde (21-26?) en wordt direct geconfronteerd met de genoemde zwaktes in zijn stelling: 28-23! Zwart gaat hoe dan ook een schijf verliezen. Er zijn te veel dreigingen tegelijk om allemaal te weerleggen. Zwart koos voor (13-19), 22-18 (19×28), 33×22 (12×23), 34-30 (25×34), 39×28 en zwart stond een schijf achter.

Maar Jack zou geen goede teamleider zijn als hij zich hierbij neer zou leggen. De kunst is om stug te blijven doorspelen, ook in standen die objectief totaal verloren zijn. Hans Tangelder is er ook een meester in. (NOAD OKAN!) Naarmate het aantal schijven op het bord afneemt, neemt de kans dat zich een geitenpaadje naar remise voordoet toe. Ik heb daarvan in deze rubriek al vele voorbeelden laten zien. Zo ook hier.

Nadat Jack vanaf de 32e zet aantoonbaar verloren had gestaan, opende zich op de 56e zet het voornoemde geitenpaadje:

Remco Korteland – Jack van der Plas

Wit aan zet. Een verraderlijke stand. Ik geef toe dat ik – zeker in tijdnood – waarschijnlijk 13-8 zou hebben gespeeld, zoals de witspeler ook deed. Helaas voor hem is de stand daarna remise. Ik geef eerst het partijverloop: 13-8 (27-31), 37-32 (31-36), 8-3 (36-41), 3-9, Dit bedoel ik. Wit lijkt alles onder controle te hebben. Zwart mag geen damhalen en zal moeten offeren. (35-40!), 45×34. Helaas voor wit is dit een remise brengend offer: (41-46), 32-27 (46-32) en snel daarna remise.

Winst was geweest: 37-32! Als zwart nu met (26-31-36) krijgt hij wel te maken met allerlei vangstellingen. Als zwart (27-31) speelt, volgt: 32-27 (31×22), 13-9 (26-31), 9-3 en op de volgende zet 3-14 met winst.

Hans Kreder speelde remise maar dat had hij mede te danken aan zijn tegenstander die het hem op een gegeven moment een stuk moeilijker had kunnen maken.

Hans Kreder – Ruben Groenendijk

Stand na de 23e zet van zwart.

Spelverloop: 38-33!? (21-26!?) en daarna ontwikkelde de partij zich naar remise zonder dat KR er nog een kanttekening bij plaatst.

KR geeft aan dat zwart beter (8-12!) had kunnen spelen en waardeert de zwarte stand dan op virtueel een halve schijf beter. (Wat dat ook moge zeggen.) KR schetst de volgende ‘hoofdvariant’: 42-38 (23-29), 34×23 (18×29), 33×24 (20×29), Wit komt behoorlijk onder druk te staan.

Verlies van Peter van den Berg bracht de stand op 6-6. Een blunder op de 53e zet.

Peter van den Berg – Dylan Jongeneel

28-22?? (41-47), 22×13 (47×15) en wit heeft ineens geen goede zet meer.

In de diagramstand zou 27-21 naar remise leiden. Bijvoorbeeld: (41-47), 21-16 (47×15), 16-11.

Na een waardeloze opening was ik tevreden met mijn opbouw in het middenspel. Ik kreeg greep op de stand van de tegenstander, maar ik miste het moment waarop ik een serieuze poging kon doen om door te drukken.

Rien Visser – André van der Kwartel

Stand na de 41e zet van wit.

Ik speelde hier (2-7?) ter voorbereiding van (21-27×27), maar dat is niet de meest krachtige aanpak. KR adviseert (22-27!). De kracht van die zet is dat wit verplicht is tot 32-28, want op het sluiten van veld 38 volgt eenvoudig (27-31). Met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen, dat ik alleen maar naar (21-26×27) heb gekeken, dat tot niets leidt. Overigens blijkt dat ook (22-27), 32-28 niet overtuigend is. Het is steeds weer teleurstellend als KR na (22-27) de stand waardeert op -0.60 (redelijk voordelig voor zwart) en als je dan wat varianten tegen KR speelt die

waardering heel snel terugloopt naar 0.00. De enige conclusie die je dan kunt trekken is dat in de partij op dat moment de druk bij wit ligt, maar meer ook niet.

Rudi van Velzen bracht met een remise de eindstand op 8-8. Daarmee mochten wij als team in onze handen knijpen. In een klassieke stand speelde Rudi niet de beste zetten.

Rudi van Velzen – Marcel van der Most

Stand na de 33e zet van zwart.

39-33? Een belangrijke fout in het klassieke spel. Ik ben geen deskundige, maar ik heb inmiddels wel geleerd dat het in dit speltype van belang is om controle op de vleugels te houden. In dit geval was dus 30-25 de aangewezen zet. Na bijvoorbeeld (15-20×20) gevolgd door 34-30. Met 39-33 in de diagramstand geeft wit juist de controle op zijn korte vleugel weg. [Voor nadere vragen en toelichting verwijs ik naar Koos van Amerongen en/of Steven den Hollander. Misschien een goed thema voor een trainingsavond?]

Spelverloop: 39-33? (15-20), 42-38 (20-25), 41-36 (21-26), 49-43 (9-14), 34-29 (25×34??) en wij konden weer opgelucht ademhalen. Na (23×34), 30×39 (3-9!) zou wit zwaar onder druk zijn komen te staan.

Ook in de partij kwam wit onder druk te staan. Het eindspel zag er zorgelijk uit, maar Rudi wist fraai remise af te dwingen.

Zestal

Het zestal moest in de provinciale hoofdklasse aantreden tegen Hofstad. Normaal gesproken moeten Hofstad en LDG met elkaar strijden om degradatie te voorkomen, maar zoals de stand in de competitie nu is, kunnen we Rijnsburg ook tot de degradatiekandidaten rekenen. Overigens staat ook Damlust 1 – net als LDG en RDC – na de eerste helft van het seizoen op 4 punten, maar die wil ik toch niet tot de degradatiekandidaten rekenen. Omdat ik verwachtte dat Hofstad in een sterke opstelling zou spelen, heb ik Steven den Hollander gevraagd voor mij in te vallen. Koos van Amerongen moest zich in enige bochten wringen om mee te kunnen spelen, maar gelukkig bleek ook dat mogelijk. Het werd uiteindelijk een gelijkspel: 6-6. Het voelde alsof de eerste aanval van Hofstad was afgeslagen.

Joop Burgerhout bracht met een remise het eerste punt binnen. Hij schreef daar op Toernooibase over:

We waren moe, bij de 30ste zet keken we elkaar aan, beiden met een remise-uitstraling, gaven elkaar een hand en de tien zetten die daarna kwamen waren bedacht en berekenend, ze getuigden van een wilsuiting om de 40 zetten te bereiken. (…)

Eveneens op Toernooibase merkt Ronald Schalley op:

“In dit geval denk ik dat jullie al op de 38ste zet mochten stoppen daar drie keer dezelfde stand met zaz op het bord kwam en dat gaat volgens mij voor op de 40-zetten regel.”

Toch maar even terug naar de techniek.

Joop Burgerhout – Nizaam Muradin

Stand na de 29e zet van wit.

Wit staat een schijf achter en na (14-20), 47-42 en de afwikkeling naar een wederzijdse dam werd de hierboven beschreven vrede gesloten na een onnodige lange gevechtspauze. De helden waren moe.

Het is ongetwijfeld aan deze moeheid te wijten dat zwart niet wat serieuzer probeerde om zijn schijf voorsprong te behouden. Volgens KR had zwart groot voordeel kunnen krijgen door (11-17), 47-42 (17-22).

  • Nu wordt 42-37 weerlegd door (25-30×19).
  • Eerst 24-20×9 (13×4), 40-34 levert zwart ook groot voordeel op: 42-37 (12-17), 37×28 (8-13), 40-34 (13-19), 34-29 (19-24), enz.

Dus wit zal voortgaan met 49-44 (12-17) en nu wordt 42-37 weerlegd door (14-19).

Alles bij elkaar is het duidelijk dat wit onder grote druk blijft staan.

Steven scoorde de volgende remise. Hij produceerde weer eens een verrassende damzet, maar in dit geval was die weinig kansrijk.

Steven den Hollander – Jeroen Kos

Stand na de 31e zet van zwart.

34-29 (25×23), 28×19 (20×29), 39-33 (29×49), 47-42 (49×27), 37-31 (13×24), 36×4. Aardig, maar een beetje dure dam. Zwart kan hem gemakkelijk voor gelijk spel afnemen en dat gebeurde uiteindelijk ook.

Koos van Amerongen behaalde inderdaad de gehoopte overwinning, maar dat ging toch nog betrekkelijk moeizaam. Ik laat hem en zijn tegenstander zelf aan het woord. Zij waren beide zo vriendelijk om op Toernooibase commentaar te geven op hun partij.

Gerard de Groot – Koos van Amerongen

Stand na de 40e zet van zwart.

GdeG: Was het toch nog gewoon remise: 41. 47-42 19-23 42. 39-34 14-19 43. 25-20 (op 43-38 is 27-32 en 14-19 lastig) 24×15 44. 33-29

KvA: Inderdaad, bijzonder. Dat offer had ik onderkend. Ik was daarom 41. 47-42 19-23 42. 39-34 09-13 van plan, met op 43. 43-38 inderdaad het offer 27-32 44. 38×27 13-19. Ik had echter gemist dat wit eerst kan offeren (43.26-21!) en dan 43-38 kan spelen, met remise.

Dus moet zwart het hebben van 41. 47-42 19-23 42. 39-34 07-12. Na 43. 43-38 12-18 44. 33-29 24×33 45. 38×29 kan dan uit meerdere ogenschijnlijk aantrekkelijke plannen worden gekozen, bijvoorbeeld 14-19, maar wit houdt stand.

Hans Kreder speelde een remise waar KR geen ongerechtigheden zoals gemiste kansen of substantiële verbeteringen in kon ontdekken.

Helaas verloor Rudi van Velzen. De remise die hij tot laat in de partij nog in handen had, was moeilijk te zien.

Rudi van Velzen – Harry Zandvliet

Stand na de 47e zet van zwart.

Na 48-43 (21-26), 43-39 (32-37×37) ging de partij snel verloren voor wit.

Toch heeft hij hier nog remise in handen met 15-10! (x), 29-24! Hoe zwart slaat is niet zo belangrijk. Waar het hier wezenlijk om gaat is dat zwart niets doet tegen de remise-dreiging 24-19 (13×24), 34-29 (24×33), 42-38 (x), 48×28. Er komt dan een 4-om-2 schijven eindspel op het bord waarbij de minderheidspartij twee ver opgedrongen schijven heeft. De database geeft aan dat die stand remise is.

Overigens signaleerde Steven den Hollander dat Rudi kort vóór dit moment tot twee keer toe met een verrassend offer al remise had kunnen afdwingen.

Rudi van Velzen – Harry Zandvliet

Stand na de 43e zet van zwart.

Wit had hier remise kunnen maken door: 23-18 (13×22), 29-23!

Partijverloop: 37-32 (27×38), 33×42 (26-31 (36×27 (21×32), 39-34?? Hier had wit voor de tweede keer met een offer remise kunnen maken: 42-38! (32×34), 29×40. Deze remise is wel meer een kwestie van geluk, want na (13-19), 23-18 (19-23), 18×29 heeft wit de tempi mee.

Bleef nog over de partij van Hans Tangelder. Een partij waarin de emoties hoog opliepen. Op de 34e zet miste Hans een winnende afwikkeling. Tussen de 41e en de 50e zet kwam hij totaal verloren te staan, tussentijds remises missend. Op de 51e zet miste zijn tegenstander de winst en kon Hans de remise alsnog binnenhalen. Laten we iets van dit fraais(?) bekijken. Om te beginnen de gemiste winst van Hans.

Hans van Woerkom – Hans Tangelder

Stand na de 34e zet van wit.

Hans speelde hier (3-8), maar na (12-17) had hij een schijf gewonnen. Welke zet wit ook speelt, altijd volgt: (24-29), 33×24 (19×30), 28×8 en als zwart nu even goed oplet hoe hij het beste kan slaan, wint hij altijd een schijf.

En dan de laatste serie wederzijdse fouten:

Hans van Woerkom – Hans Tangelder

Stand na de 48e zet van zwart.

Het valt gemakkelijk te zien dat wit na 39-33 snel wint. Maar hij speelde: 39-34?? Zwart kan nu op slag remise maken door: (7-12). De dreiging (14-20) is onweerlegbaar en afdoende. Maar zwart speelde: (18-23), 43-39 (7-12), 39-33?? De beslissende fout van wit. Na 16-11! Zou wit probleemloos hebben gewonnen. Nu volgde: (12-17), 16-11 (17×6), 27×16 (13-18) en wit had niet beter dan af te wikkelen naar remise met 34-29, 28-23, 38-33, enz.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *