André van der Kwartel
De laatste ronde van de competitie is zowel voor het landelijke achttal als het provinciale zestal desastreus verlopen. Beide teams verloren en zullen degraderen naar een lagere klasse. Voeg daarbij dat ook het tweede provinciale team degradeerde, dan komen we tot de onthutsende conclusie dat binnen één week tijd alle drie teams van LDG zijn gedegradeerd. Waarschijnlijk een weinig benijdenswaardig record. Voor het landelijke team geldt wel de nuancering dat de verruimde degradatie een grote rol heeft gespeeld. In het traditionele promotie/degradatie schema zouden dat team zich moeiteloos hebben gehandhaafd.
Het blijft zuur, maar de realiteit is, dat wij dit seizoen eenvoudigweg niet goed genoeg waren. Toegegeven, in meerdere wedstrijden werd met het kleinst mogelijke verschil verloren dan wel gelijkgespeeld, waar de uitslag net zo goed in ons voordeel had kunnen uitvallen. Maar als dat te vaak gebeurt, is het niet alleen maar een kwestie van pech.
Achttal
Het achttal moest aantreden tegen Denk Centraal PAR. Een ploeg die gemakkelijk was te onderschatten, omdat zij na vier ronden nog op nul punten stonden. Daarna begonnen zij echter te scoren en na de voorlaatste ronde stonden zij gelijk met LDG op 9 punten. Wij hadden een iets beter saldo aan bordpunten, dus in principe hadden wij genoeg aan een gelijkspel. De kans daarop heeft er echter nooit in gezeten.
Teamleider Jack van der Plas was de eerste die een nederlaag moest incasseren. Het grootste deel van de partij heeft hij nadelig en zelfs verloren gestaan. Maar zoals zo vaak in ‘verloren’ partijen was er één moment waarop Jack remise binnen handbereik had.
Ramdew Jahani – Jack van der Plas
Stand na de 51e zet van zwart.
Na 2-7 staat wit totaal gewonnen. Een paar snelle proefvariantjes tegen Kingsrow laat daar geen twijfel over bestaan. In de partij speelde wit echter 7-1?? en ineens heeft zwart remise in handen. Partijverloop: (10-15), 27-21 (29-33?) [Niet de beste. (28-32) is duidelijker. 43-38×38 wordt weerlegd met (29-34), 38-33 (23-29!), =. Maar er is nog niets verloren.] 1-6 (18-22) [Maar nu is het wel uit. Wederom (28-32), 6×44 (32-37) had nog veel tegenspel geboden.] 43-38 (33×42), 21-17 en zwart kon enkele zetten later opgeven.
Hans Tangelder had een gemakkelijke middag. Zijn tegenstander, Ratan Ganeshie, kwam al vroeg in de partij op eenvoudige wijze een schijf achter. Hans speelde het foutloos uit.
Ik had de eer te mogen spelen tegen internationaal grootmeester Eduard Autar. Ik kijk met gemengde gevoelens op de partij terug. Mijn openingskeuze leverde al vanaf het begin een licht nadelige stand op, hetgeen betekende dat ik al snel onder druk kwam te staan. Op zijn laatste training heeft Koos van Amerongen aangegeven dat de openingszet 33-29 beantwoorden met 17-21-26 niet zo’n goed idee is. Maar die training had ik op het moment van spelen nog niet gevolgd. Daar staat tegenover dat pas op de 45e zet de balans definitief doorsloeg in het voordeel van Autar. Dat geeft een licht gevoel van tevredenheid.
Eduard Autar – André van der Kwartel
Stand na de 45e zet van wit.
Ik speelde hier de verschrikkelijke zet (7-11??). Ook zonder de training van Koos van Amerongen is het mij wel duidelijk dat dat zo ongeveer de slechtste zet van het bord was. Toch gebeurt het en dat is volgens mij het gevolg van het langdurig onder druk staan.
In de diagramstand moet zwart (9-13) spelen. Het beste voor wit lijkt dan: 30-24 (7-12), 23-19 (13-18), 34-30 (27-31), 36×27 (22×42), 38×47 (20-25) met remise.
Vervolgens verloor Hein van Winkel door in een remisestand een positionele blunder te begaan.
Jurgen Tholel – Hein van Winkel
Stand na de 43e zet van wit.
(14-19??). De waardering van KR slaat om van -0.01 naar 1.53. Begrijpelijk, want wit wordt een doorbraak naar dam aangeboden: 29-24! Natuurlijk en ondanks dat wit in het afspel nog een fout maakte, won hij vrij gemakkelijk.
De vlam van de hoop flakkerde nog even op bij LDG toen Edwin van Hofwegen zijn partij in winst wist om te zetten. In de recente training van Koos van Amerongen is de eindfase van die partij uitgebreid besproken.
Edwin van Hofwegen – Anthony Keijzer
Stand na de 45e zet van wit.
Volgens KR kan zwart hier nog remise houden, maar na het gespeelde (6-11??) verklaart KR de stand verloren voor zwart, hetgeen feilloos door Edwin werd waargemaakt. De remisevariant die KR nog ziet gaat als volgt: (8-13), 40-34 (13-19), 44-40 (19-23), 40-35 (24-29), 33×24 (30×19), enz.
Maar genoemde vlam werd vakkundig gedoofd door Rudi van Velzen.
Rudi van Velzen – Ashok Bhajan
Stand na de 35e zet van zwart.
Met 34-30 heeft wit nog houdbaar spel. [(26-31), 37×26 (23-29), 26-21] Maar hij speelde: 48-43? (24-29), 33×24 (19×30), 28×8 (3×12), 35×24 (17-22). Zwart brak door en wit kon na de 49e zet opgeven.
Hans Kreder moest in remise berusten, maar op meerdere momenten had hij de winst in handen. Onderstaand het moment waarop het definitief fout ging.
Eddy Fuzzally – Hans Kreder
Stand na de 48e zet van wit.
Zwart speelde hier (23-29), waarmee hij wit de gelegenheid gaf schijf 32 mee te laten doen: 32-28 (18-23), 25-20! (23×41), 20×18 (26×37), 27-21! Het lijkt erop dat zwart deze tegenactie heeft overzien. De partij liep hierna snel remise.
In de diagramstand had zwart (34-39) moeten spelen met als logisch vervolg: 40-34 (39×30), 25×34 (14-20). Wit kan na 22-17 doorbreken, maar dat kost hem twee schijven en een verloren eindspel.
Bij de stand 9-5 voor PAR was alleen Peter van den Berg nog met zijn partij bezig. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hij eigenlijk nooit serieuze kansen heeft gehad. Maar hij had zich op meerdere momenten wel taaier kunnen verdedigen. Hieronder een voorbeeld.
Peter van den Berg – Francis Tholel
Stand na de 45e zet van wit.
Zwart aan zet kan hier een waarschijnlijk gewonnen eindspel op het bord krijgen met (24-29), 33×24 (19×30), 35×24 (18-22), 27×18 (13×42), 25-20. Maar dat zou toch nog wel een klus kunnen worden. Die klus kan aanmerkelijk worden vereenvoudigd door eerst (1-7) in te lassen. “Men ga dit na.” Stond er dan soms in oude damanalyses.
In de partij speelde zwart (18-23?). Wit had nu kunnen profiteren door te spelen: 25-20 (24×15), 35-30 (13-18), 30-24 (19×30), 28×19 en onlangs een schijf achterstand heeft wit een remisestelling in handen.
Zestal
Ook de laatste wedstrijd van het zestal stond in het teken van het voorkomen van degradatie. Daar was de opgave nog wat moeilijker: vanwege een achterstand in bordpunten moest er gewonnen worden. Helaas moet ook deze keer worden geconstateerd dat die mogelijkheid er nooit in heeft gezeten.
Luise Gabbert verloor als eerste. Vanuit een geheel andere opening kwam zij in eenzelfde speltype terecht als waarin zij twee rondes eerder had verloren. Ook toen ging het om het zogeheten Drost-systeem in de Roozenburgopstelling. Daarbij offert de verdedigende partij zijn centrumschijf om op de lange vleugel van de tegenstander tegenkansen te krijgen. Hoewel Luise het nu iets anders speelde, kreeg zij toch weer groot nadeel en verloor snel.
Ter illustratie:
Luise Gabbert – Hans van Woerkom
Stand na de 15e zet van zwart.
Spelverloop: 48-43? (12-17), 33-28 (7-12), 28×19 (17-22). Ook nu werd de druk op de lange vleugel te groot. Wit kwam een schijf achter en verloor snel.
Kingsrow is consequent in zijn analyse. Net als in de eerdere wedstrijd adviseert hij om direct 33-28 te spelen met (afhankelijk van het spelverloop) in principe dezelfde opbouw ter verdediging: 39-33 en 44-39 met de optie 19-14 (10×30), 29-23 (18×29), 33×35.
Koos van Amerongen bracht de partijen op gelijke hoogte met een soepele overwinning op Nizaam Muradin.
Steven den Hollander speelde remise tegen Gerard de Groot. Hij probeerde van alles, inclusief een kansloze damzet:
Gerard de Groot – Steven den Hollander
Stand na de 37e zet van wit.
(24-29), 34×12 (13-18), 12×23 (17-22), 28×26 (19×50), 42-37! En de zwarte dam wordt altijd voor gelijk spel gevangen.
Joop Burgerhout won een schijf in zijn partij tegen Pertap Malahe en wist dat voordeel uit te bouwen tot een gewonnen stand, maar helaas, hij liet zijn tegenstander ontsnappen naar remise.
Pertap Malahe – Joop Burgerhout
Stand na de 56e zet van wit.
De stand is gewonnen voor zwart, maar de zet die Joop speelt ligt bedrieglijk voor de hand: (17-22!?), 37-32 (22-27) met remise. Ook (26-31), 32-27 wint niet.
KR geeft aan dat (17-21) nog steeds gewonnen was geweest. Bijvoorbeeld: 37-32 (26-31) en KR ziet nu niets beters dan met 33-29 en 25-20 naar een kansloos eindspel te offeren.
Bij de stand 4-4 leek een overwinning nog steeds mogelijk. Maar met het – voor mij onverwachte – verlies van Hans Kreder viel de definitieve beslissing.
Hans Kreder – Harry Zandvliet
Stand na de 33e zet van zwart.
Uit het partijverloop valt af te leiden dat de witspeler niet aan ziet komen waarmee zwart op dit moment al dreigt: 35-30? (7-11!), 30-25? (23-29!!), de – onplezierige – verrassing, 33×24 (17-21), 26×17 (11×31). Zwart dreigt door te breken naar dam. In het verdere verloop van de partij verdedigde wit zich niet optimaal, waardoor zwart inderdaad tot een doorbraak kwam en verloor.
Door een remise van Rudi van Velzen tegen Frans van de Velde werd de eindstand bepaald op 5-7 in het voordeel van Hofstad. Voor het oog van de toevallig passerende toeschouwer leek Rudi een groot deel van de partij duidelijk beter te staan, maar Kingsrow geeft nergens verbeteringen aan.