André van der Kwartel
De zeperd in de tweede ronde moest in de derde ronde worden rechtgezet. Dat lukte met een redelijke overwinning op het tweede team van de Haarlemse Damclub. Winstpartijen van Peter van den Berg, Rudi van Velzen en invaller Dick den Ouden. Remises van Jack van der Plas, Hein van Winkel, Hans Kreder en Joop Burgerhout. Ikzelf moest een nederlaag incasseren. Een paar fragmenten uit deze wedstrijd.
Jack van der Plas speelde een moeizame partij, maar hield uiteindelijk wel de remise. Zijn tegenstander vergooide op de 45e zet de winst.
Rob van de Klashorst – Jack van der Plas
33-29?? En na (21-27×27) was er ineens niets meer over van de gewonnen stand van wit.
Winst zou zijn geweest: 32-28! Zwart heeft dan niet beter dan (4-10) en na het slaan loopt wit met 33-29-24 snel door de zwarte lange vleugel heen, terwijl de witte verdediging nog heel degelijk is.
Peter van den Berg won doordat zijn tegenstander (Frank Hagebeek) vanuit de opening in ging op een vastloopvariant, waarin hij één tempo minder had dan Peter. De eenvoudige schijfwinst werd door Peter probleemloos omgezet in een overwinning.
Een degelijke remise van Hein van Winkel werd gevolgd door een nogal gelukkige remise van Hans Kreder. Deze laatste had namelijk tussen de 43e en 46e zet totaal verloren gestaan. Het einde van de partij was wel spectaculair:
Paul Smit – Hans Kreder
Stand na de 48e zet van zwart.
47-42?? [43-39 zou nog steeds gewonnen zijn geweest, maar misschien speelde wit op een niet-bestaande vernietigende rondslag.] (31-37×36), 38-32? (23-28!) Wit moet meerslag nemen. 1×3 (28×48), met remise.
Joop Burgerhout stond in zijn partij vanaf de 34e zet huizenhoog gewonnen en afgezien van een enkele slordigheid, leek de partij naar een fraaie overwinning te gaan. Maar boven een bepaalde leeftijd willen er na drie uur dammen nog wel eens ernstige slordigheden de kop opsteken. (Ik spreek uit ruime ervaring!) Het overkwam Joop op een moment dat de partij eigenlijk al gespeeld was.
Joop Burgerhout – Ibrahim Guennoun
Stand na de 60e zet van zwart.
Bijna alle zetten van wit in dit eindspel zijn gewonnen. Maar de zet waarmee wit de zwarte schijf op 5 blokkeert hoort daar niet bij: 8-19???? (40-44!) en remise gegeven.
Deze tegenvaller werd goedgemaakt doordat Rudi van Velzen in een remise-eindspel de overwinning in de vorm van een drievoudige oppositie in de schoot geworpen kreeg. Het middenspel van zijn partij kende een leerzaam fragment.
Frans Elzenga – Rudi van Velzen
Stand na de 36e zet van wit.
Volgens KR staat zwart hier veel beter. (Voor kenners: -0.80) Maar met zijn volgende zet geeft zwart vrijwel al zijn voordeel weg: (9-13?), 45-40. Zou Rudi hier pas hebben gezien dat (13-19×19) is verhinderd door: 25-20 (14×25), 29-23 (18×38), 43×14? Rudi speelde (13-19×9) en de partij ging op gelijke voet verder.
Het leerzame van de diagramstand is het inzicht dat de zwakte van wit ligt op zijn lange vleugel. KR komt met de volgende variant: (12-17!), 37-31 Moet wel, want als zwart veld 26 bezet lijkt de strijd wel gestreden. (8-12), 43-38 (17-21), 31-26 (2-8) 26×17 (12×21) en het gaat heel hard, hoewel er nog veel nauwkeurig werk nodig is.
Het verhaal van invaller Dick den Ouden lijkt sprekend op dat van Rudi. Een goede partij spelen, huizenhoog gewonnen komen te staan, die winst weg laten lopen en een mazzeltje in het eindspel. Zie hier het mazzeltje:
Sjoerd van Hettema – Dick den Ouden
Stand na de 50e zet van zwart.
Remise is 27-22 (24-29), 34-30 (35×24), 22-17 enz. Wit speelde echter 34-30?? En zwart nam het cadeautje graag aan: (26-31) met winst.
Ikzelf vormde in deze wedstrijd de dissonant. Na een moeizame partij verloor ik na een blunder in een gelijkwaardig eindspel. Op één moment had ik mij uit een lastige stelling kunnen uitwerken als ik een aardige finesse paraat had gehad. Ter lering:
André van der Kwartel – Frans Groot
Stand na de 42e zet van wit.
Zwart speelde hier (9-13) en wij dachten beiden dat 29-24 nu verplicht was. Maar wit had wel degelijk kunnen antwoorden met 19-14! (10×19), 23×14. Het lijkt alsof deze zet verhinderd is door (15-20), maar dan kan volgen: 29-24!! (20×40), 35×44. Zwart moet nu wel met (13-19) terug offeren en wit is van zijn belangrijkste problemen verlost.
Provinciaal: RDC 2 – LDG 1
Een gemakkelijke 1-7 overwinning van LDG 1. Rudi van Velzen, Joop Burgerhout en Hans Kreder wonnen hun partijen. Edwin van Hofwegen speelde remise. Twee fragmenten:
Joop Burgerhout – Arno Kooloos
Stand na de 40e zet van zwart.
Als Joop een mogelijkheid ziet om tot een Ghestem doorstoot te komen, kan hij de verleiding niet weerstaan. Maar in plaats van het gespeelde 28-22 had hij de winst aanzienlijk kunnen versnellen door 27-21!
· Op (11-17) volgt 33-29
· Op (9-13) volgt ook 33-29
· Op (23-29×29) volgt 28-23 met minimaal schijfwinst.
Edwin van Hofstede speelde enigszins teleurstellend remise. Vooral omdat hij huizenhoog gewonnen heeft gestaan. Op zijn 44e zet vergooide hij zijn winstkansen definitief.
Rinus Kromhout – Edwin van Hofwegen
Het spelverloop was: (3-8?), 33-28 (17-21?A), 37-31 (8-12), enz. Hierna bleek de stand niet meer te winnen. A: Hier was (14-19) nog beter geweest, omdat op 37-31 (19-23) had kunnen volgen. Maar volgens KR ging het in de diagramstand al fout. Aangewezen was (13-18) om na 33-28 zelf het initiatief te nemen met (18-22). KR verklaart de stand daarna zo goed als gewonnen.
Toegift
Evert Bronstring was vooral gevreesd vanwege zijn randspel. Let op: niet “omsingeling” of “flankspel”, maar “randspel”. Ik kwam in een oude partij van ons (1978) een fraai voorbeeld tegen van de mechanismen die een massieve centrumstand ineens in een puinhoop kunnen veranderen.
André van der Kwartel – Evert Bronstring
In de partij speelde zwart speelde hier (20-24×24) en omdat ik nog het tempo 41-36 tot mijn beschikking had, kon ik verder. De partij eindigde in remise. Dat was mij niet gelukt als Zwart nog één zet geduld had gewacht: (6-11), 41-36 en nu: (20-24×24) en wat nu?
· Op 27-22 volgt (18×29), 34×23 (21-27).
· Op 34-29 volgt (24-30). Er dreigt (30-34) en op 40-34 volgt (19-24).
Prachtig toch?