Ronde 4: Samen Sterk 2 – LDG

André van der Kwartel

De vierde ronde bracht LDG een 6-10 overwinning tegen het tweede team van Samen Sterk. Dat lijkt overtuigend, maar de wedstrijd had even goed in een 8-8 gelijkspel kunnen eindigen. Het scoreverloop was spectaculair. LDG liep uit naar een 0-10 voorsprong, waarna de laatste drie partijen verloren gingen. En dan te bedenken dat de 0-10 te danken was aan een onreglementaire zet…..

De score werd snel geopend door Hein van Winkel. Hij versloeg clubgenoot Wim Zwinkels met behulp van een standaardzetje.

Hein van Winkel – Wim Zwinkels

Stand na de 17e zet van zwart.

Wit zit voor een lastig dilemma. Als hij 49-43 speelt, verhindert hij (12-17), maar niet (7-11). Als hij 50-44 speelt geldt het omgekeerde. Hij koos voor 49-43 en dat was een gelukkige keuze. Er volgde: (12-17?), 34-29×20 (15×24), 27-22 en zwart gaf op.

Ter lering: Op 50-44 (7-11?) zou zijn gevolgd: 27-22×21, 33-29.

Peter van den Berg bracht de voorsprong op 0-4.

Jaap Vermeer – Peter van den Berg

Stand na de 11e zet van zwart.

31-27?? (23-29), 34×23 (25×34), 40×29 (17-22), 28×17 (19×50) en tien zetten later was de buit binnen.

Teamleider Jack van der Plas bracht de stand op 0-6 en ook hij speelde tegen een clubgenoot.

Jack van der Plas – Anton Kwestro

Stand na de 35e zet van wit.

Hier is sprake van een soort gezichtsbedrog op het dambord. Zwart lijkt een schijf te kunnen gaan winnen, maar vergeet dat hij daarna op slag blijft staan en wit dus een vrije zet geeft:

(28-32??), 30×19 (32×21), 31-26 (13×24), 26×6. Zes zetten later gaf zwart op.

Ik mocht zelf de stand op 0-8 brengen. Hieronder het cruciale moment uit mijn partij:

Dick de Jong – André van der Kwartel

Stand na de 41e zet van zwart.

Ik had tot dit moment niet veel bereikt, maar speculeerde erop dat wit de zet 27-21×21 niet aan zou durven wegens (18-23). Het werkte. Wit speelde 40-34? (30×39), 33×44 en na (16-21), 27×16 (18-22) won ik snel.

In de diagramstand is 27-21 wel degelijk speelbaar. Na (18-23) kan volgen 28-22 (17×39) en nu niet gelijk 21-17 of 21-16, maar eerst 40-34 (29×40), 45×43 en zwart kan naar de winst fluiten.

Bij de stand 0-8 voor LDG deed zich een opvallend moment voor in de partij van Hans Kreder. Een onreglementaire zet veranderde een gewonnen stand aan de kant van Samen Sterk in een

verloren stand en daarmee de definitieve winst voor LDG. En dan te bedenken dat de overige drie partijen allen voor LDG verloren gingen….

Laten we het bizarre slot van deze partij volgen.

Hans Kreder – Robert van Diggele

Stand na de 26e zet van wit.

Zwart kan hier zijn ruime voordeel nog wat uitbouwen met (24-29), 33×24 (22×33), 38×29 (18-23×23). In de partij speelde zwart echter (16-21?), 27×16 (18-23). Wit kan nu met 33-29 zijn verdediging weer een beetje fatsoeneren [ (23×43), 29×20 (15×24), 39×48 ], maar hij speelde: 31-27?? (23×43), 39×48 en in plaats van de verplichte slag (22×31) te spelen, speelde zwart (14-20??), 25×23 (22×31), 30×19! (13×24), 36×27 (17-21?) 23-18 en door zwart opgegeven. Wit wint een tweede schijf. Bizar, maar de winst voor LDG was daarmee verzekerd.

De overige drie partijen gingen verrassend voor LDG verloren.

Joop burgerhout speelde beneden zijn niveau en zat eigenlijk nergens in de wedstrijd. Hij overzag een eenvoudige doorbraakactie:

Joop Burgerhout – Martien Out

Stand na de 31e zet van zwart.

Wit kan de stand nog gelijkwaardig houden met 34-30 en na het slaan 45-40-34. Hij speelde echter 38-32?? En werd verrast door: (26-31), 37×26 (19-23), 28×30 (17×37). Drie zetten later gaf wit op.

Vervolgens verloor Edwin van Hofwegen van Louis de Frankrijker. Verrassend, omdat Louis toch echt meer dan tweehonderd ratingpunten minder heeft dan Edwin. Maar in deze partij heeft Edwin geen moment kans op voordeel gehad. Het ging definitief fout op de 48e zet.

Louis de Frankrijker – Edwin van Hofwegen

Zwart kan hier min of meer remise afdwingen door: (17-22). Wit kan dan ófwel 33-28 spelen, ófwel 37-31. Op die laatste zet antwoordt zwart met (11-16) en dan is wit alsnog verplicht tot 33-28. In beide gevallen is zwart van zijn problemen af. Het partijverloop was: (17-21), 37-31. Nu had (11-16) zwart nog steeds een te verdedigen stelling opgeleverd, maar: (21-27??), 31×22 (18×38), 33×42 (23-28), 29-23 en zwart gaf op.

Ten slotte verloor ook Rudi van Velzen in een merkwaardige partij, waarin hij consequent weigerde zijn schijven 14, 10 en 5 op te lossen (zie diagram). Het resulteerde in groot nadeel, dat hij uiteindelijk niet meer te boven kwam. Hieronder een moment waarop Rudi de partij nog gelijk had kunnen houden:

Peter Slagter – Rudi van Velzen

Stand na de 34e zet van wit.

Rudi deed met (17-21??) een poging de omsingeling in stand te houden, maar dat was niet zo verstandig. Hij had hier direct een remisestand kunnen bereiken door: (13-18), 32×21 (25-30), 34×25 (17-22), 28×17 (13-18), 17×19 (14×32), 25×14 (10×30), 35×24 (26×17). Gezien de stand in de wedstrijd, zou waarschijnlijk snel remise zijn overeen gekomen.

Provinciaal: Dos Delft – LDG 1

In deze ronde speelde het eerste provinciale team tegen DOS Delft. Het werd een nipte overwinning met twee weinig opwindende remises van Hans Kreder en Rudi van Velzen, een fraaie overwinning van Edwin van Hofwegen en een zwaar bevochten remise van uw verslaggever.

Willy Heeringa – Edwin van Hofwegen

Stand na de 35e zet van zwart.

Wit kan veilig 31-27 spelen – in de woorden van Ton Sijbrands – “zonder vrees voor” de afwikkeling (17-22), 28×17 (24-30), 25×12 (13-18), 12×23 (19×48). Wit speelt 39-34 (48×25), 17-12 en het thematische (14-19), 12-8 (25-3) faalt vanwege de schijf op 19. In plaats daarvan kan zwart het nog wel spannend maken met (25-48), 12-8 (48-26), 8-3 (15-20), waarna wit verplicht is tot 27-21 (26×50) en nu bijvoorbeeld 3-26. Zwart heeft nu wel een macro-eindspel met een schijf méér, maar KR ziet niet meer dan remise.

Misschien vertrouwde wit door dit alles 31-27 niet. In ieder geval speelde hij 42-37? waarna zwart toesloeg: (18-22!), 39-33 (24-30!), 25×23 (17-21), 28×26 (19×50) en wit gaf op.

Ik noemde mijn partij later “een draak van een partij” en dat is nog mild uitgedrukt. Ik heb vele zetten lang totaal verloren gestaan, maar het geeft toch een lichte vorm van euforie, als jij dat als speler wel ziet, maar jouw tegenstander kennelijk niet en dat je heel langzaam jouw remisekansen ziet toenemen tot de veilige haven is bereikt.

Eén moment in deze partij vond ik wel aardig: de mogelijkheid van een dam op bezet veld.

André van der Kwartel – Henk Valk

Stand na de 22e zet van wit.

Als zwart hier (11-16) zou spelen, volgt een niet zo moeilijke dam op bezet veld: 41-36 (16×27), 24-20 (25×24), 34-30 (25×45), 44-40 (45×34), 39×8 (2×13), 37-31 (26×37), 42×2.

Over de rest van de partij zwijg ik liever.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *