Namens André van der Kwartel
Omdat op 23 november schakers het gehele denksportcentrum in bezit hadden genomen, moest LDG voor haar thuiswedstrijd tegen Rijnsburg uitwijken naar …. Rijnsburg. Dank zij de medewerking van RDC konden wij in hun clublokaal terecht. De wedstrijd tegen hun tweede team werd met 10-6 gewonnen, maar de uitslag had hoger kunnen zijn. In de twee remisepartijen is door de LDG-ers aantoonbaar de winst gemist.
Teamleider Jack van der Plas wist deze keer zijn lange vleugel te ontwikkelen, maar bouwde daar niet op tijd op door en verloor kansloos. Ter lering het cruciale moment.
Nico Mul – Jack van der Plas
Stand na de 20e zet van wit
In de partij speelde zwart hier (17-21), waarna KR de zwarte stand ineens als duidelijk slechter waardeert. Zwart had hier (24-29×29) moeten spelen om de stand nog in evenwicht te houden. Het partijverloop illustreert dit: 31-26. Op dit moment is (24-29) al niet meer speelbaar: 33×24, (20×29), 26×17 (12×21), 39-34! [dreigt 30-24] (14-20), 25×14 (9×20), 30-25! (20-24) [wat anders?] 43-39. KR beoordeelt de stand alsof wit een schijf vóór staat. (1-7), 26×17 (12×21), 39-34 en ook in de partijvariant constateert KR dat zwart virtueel een schijf achter staat.
Ik mocht de stand snel daarna weer gelijk trekken met wat een soepele overwinning leek. KR wijst echter op een groot lek in mijn strategie.
Alex Zwanenburg – André van der Kwartel
Stand na de 33e zet van zwart.
Zwart staat hier veel beter, maar ik werd wat verrast door het tijdelijke offer van wit: 34-29 (23×34), 35-30. KR geeft aan dat zwart zijn voordeel kan vasthouden door (14-20!) [Geen moment naar gekeken.] 30×39 (9-14). Op bijvoorbeeld 33-29 kan nu volgen (13-19) met de lastige dreiging (19-24). Ik koos echter een voortzetting die mij minstens zo krachtig leek: (12-18), 30×39 (18-23). Mijn opzet slaagde want wit reageerde met 33-29 (23×34), 39×30 waarna de zet (22-28) ruim voldoende was voor de winst. Tevredenheid alom tot KR mij erop wees dat wit in plaats van 33-29 ‘gewoon’ 37-32 kan spelen. (22-28×46) wordt immers eenvoudig weerlegd door 38-33….
Vervolgens verloor onze topscorer, Peter van den Berg. Toch wel een tegenvaller.
Daniel Boom – Peter van den Berg
Stand na de 45e zet van wit.
Zwart zal naar een remise moeten zoeken. Laten slaan kost een schijf dus harde actie is nodig. Zwart koos de verkeerde manier: (26-31?), 32×21 (22-28), 36×27 (28-33) en hier werd zwart verrast door: 24-19! (33×13). Wit won snel.
Natuurlijk ‘ziet’ KR in een fractie van een seconde hoe zwart wel de remise had kunnen bereiken: (14-19!), 24×13 (26-31), 32×21 (20-24!), 36×18 (24×42) en met drie kwetsbare schijven midden op het bord, kan zwart op meerdere manieren remise afdwingen.
Hein van Winkel speelde remise, nadat hij in het middenspel een volle schijf had gewonnen en daarna op meerdere momenten winstmogelijkheden had laten liggen. Desalniettemin een prachtige prestatie van zijn zeer jonge tegenstandster Vivienne Meijer. Ik geef de laatste fase van deze partij, omdat daarin een paar leuke thematische winsten werden gemist.
Hein van Winkel – Vivienne Meijer
Stand na de 46e zet van zwart.
21-16? Hiermee vergooit Hein de winst. Winst was: 34-29 (24-30), 21-17! En nu twee variantjes:
· (13-19), 17-12 (18×7), 33-28 met drievoudige oppositie
· (30-35), 39-34 (13-19), 17-12 (18×7) 33-28 met weer drievoudige oppositie.
Spelverloop: (18-22), 16-11 (22-27), 11-7 (27-31), 7-2 (13-19?), [(13-18) is volgens KR nog remise.] 2-7? en hiermee geeft wit definitief de winst uit handen. Winst zou zijn geweest: 34-29! [Weer die zet.] (31-37), 29×20 (19-23), 2-8 en nu weer twee variantjes:
· (37-42), 8-30 zwart kan geen damhalen en moet zijn laatste schijf offeren.
· (37-41), 20-14 (41-46), 8-19!! Ik geloof dat kenners dit een “onmogelijke zet” noemen.
Joop Burgerhout bracht de stand weer op gelijke hoogte (5-5). Dat ging wel wat moeizaam.
Joop Burgerhout – Ge Berbee
Stand na de 51e zet van wit.
Met (14-19) houdt zwart de remise in leven. Hij “dreigt” met (19-24) en (18-23) het spel verder te vervlakken, dus wit moet wel actie ondernemen. Maar, hoe onwaarschijnlijk ook, die acties worden door KR afgedaan als remise. KR geeft zelf de volgende voorbeeldvariant: 29-23 (18×29), 28-22 (17×28), 38-32 (26×17), 32×14. Lijkt toch kansrijk, maar KR ziet – bij goed spel van zwart – geen winst voor wit. Zelfs na het dubbeloffer (13-19) ziet KR nog steeds remisevarianten voor zwart.
In de partij speelde zwart: (14-20?), 38-33?? Wit mist hier de winst die hij met 28-23 had kunnen binnenhalen. (18-22??), maar hiermee vergooit zwart zijn laatste remisekans. Zoals eerder aangegeven had hij (20-24) en (18-23) moeten spelen. Nu volgde 39-34 en wit won snel.
Hans Kreder bracht zette LDG voor het eerst in deze wedstrijd op voorsprong. Zijn tegenstandster, Mariëlle Meijer – Kromhout stond een groot deel van de partij minder en maakte op de 40e zet een beslissende fout die snel werd afgestraft.
Rudi van Velzen bracht met een overwinning het belangrijke negende punt binnen. Tijdens de eerste veertig zetten had hij steeds iets meer of minder nadeel, maar vanaf de veertigste kreeg hij de overhand. Maar het had ook nog mis kunnen lopen:
Arno Kooloos – Rudi van Velzen
Stand na de 50e zet van wit.
Zwart staat beter, maar om dat uit te buiten had hij hier wel (12-18) moeten spelen. Maar zwart besloot wit nog een kans op ontsnapping te geven: (12-17?), 41-37? Maar dan had wit hier wel 38-33 moeten spelen. Bijvoorbeeld (28-32), 34-30 (14-19), 39-34, enz. Zwart besluit wit weer een kans op remise te bieden: (24-29?) maar ook deze is niet aan wit besteed: 39-33 (28×30), 35×33 (23-28) en wit gaf op. Remise was nog geweest: 25-20! (14×25), 35-30 (29×40), 37-32 (25×43), 32×12 (43×32), 12-7 en wit moet dit remise kunnen maken.
Ten slotte speelde Edwin van Hofwegen enigszins teleurstellend remise tegen voormalig clubgenoot Eric van ’t Hof. Natuurlijk een goed resultaat van Eric, maar Edwin had onderweg wel een directe winst / forcing gemist.
Edwin van Hofwegen – Eric van ‘t Hof
Stand na de 51e zet van zwart.
Wit speelde hier 38-32, maar had fraai kunnen winnen door: 39-33 (20-25 of?), 29-24 (25×34), 38-32 (19×30), 33-29 (34×23), 28×6.
Provinciaal: LDG 1 – Scheveningen
In deze wedstrijd die op 12 december werd gespeeld behaalde LDG 1 de hoogst mogelijke score: 8-0. De eerste overwinning kwam op naam van Edwin van Hofwegen. Hij won na een korte, maar nogal complexe partij.
Edwin van Hofwegen – Wynton Meijer
Stand na de 13e zet van wit.
Wit dreigt met 30-24, maar daar heeft zwart iets op: (17-21). Nu zou op 30-24X15 volgen: (21-26). Wit speelde dus: 31-27 (21-26). Nu zou op 30-24 volgen: 26-31. Dus: 41-37 Zwarts verdedigende opties lijken uitgeput, maar: (10-15!). Je hebt de neiging even met de ogen te knipperen. De ‘dreiging’ (20-24) dwingt wit door te gaan: 30-24, (19×30), 28×10 (11-17), 35×24 (18-23), 29×18 (13×42), 48×37 (20×40), 45×34 (9-14??). Helaas. Zwart heeft zich goed verdedigd, maar mist hier de kroon op zijn werk. In plaats van schijf 9 te offeren, had hij de stand gelijk kunnen houden door: (25-30), (15-20) en (4×15). Enkele zetten later gaf zwart op.
Ook Joop Burgerhout stond binnen dertig zetten gewonnen. Eerst positioneel en vervolgens combinatief.
Voor het eerst dit seizoen speelde Luise Gabbert mee in het provinciale viertal. Zij vierde dat met haar eerste overwinning in het shirt van het Leids Damgenootschap. Geen fragment, want het was zo’n mooie partij, waarin de sterkere speler geleidelijk steeds beter komt te staan en in een vloeiende stijl wint.
Wel een diagram uit de partij van Hans Kreder, omdat hier een duidelijk omslagpunt valt aan te geven.
Johan Pronk – Hans Kreder
Stand na de 30e zet van zwart.
Zwart dreigt met (22-28) en wit lijkt wat gedrukt te staan, maar na 42-38 zijn volgens KR de remisemarges nog niet overschreden. Wit speelde echter: 32-28? (18-23!), 37-32 [Wat anders] (23-29). Wit sloeg nu 33×24 en verloor een schijf. Als wit 34×23 had geslagen, was er een dam gevolgd door: (12-18), 23×21 (11-16), 28×17 (16×49).