Verslag Ronde 2 : Alblasserdam 2 – LDG

André van der Kwartel

Na de succesvolle opening van het seizoen tegen Zaanstreek 2 speelde het achttal tegen het tweede team van Alblasserdam. Vorig seizoen was LDG tijdens de nacompetitie ‘schuldig’ aan de degradatie van het eerste team van Alblasserdam, maar we verwachtten niet dat het tweede team daarvoor wraak zou kunnen nemen. Dat bleek. Ondanks een tijdsachterstand van een kwartier dankzij meerdere files, konden wij met een monsterzege van 14-2 huiswaarts keren. We beginnen met de twee remisepartijen.

Ondanks een ratingverschil van maar liefst 250 punten kon Hans Kreder niet winnen van Wim IJsselstein. Hans had moeite om het ratingverschil te verklaren. “Er zaten genoeg zetjes in de partij, maar hij zag alles.” Het ratingverschil komt niet altijd in de uitslag tot uitdrukking. Zeker niet tegen een tegenstander met vele jaren ervaring.

Hans was niet de enige. Het ratingverschil van Rudi van Velzen met zijn jonge tegenstander bedroeg maar liefst 335 punten en ook zijn partij liep remise. Maar Rudi had wel kunnen winnen. Geen gemiste combinatie, maar een toch wel grote positionele misser:

David Vlot – Rudi van Velzen

Stand na de 35e zet van zwart.

Wit staat onder zware druk, maar kan zich hier nog goede verdedigen met 48-42 gevolgd door 33-29. Hij speelde echter 48-43?? (22×31), 26×37. (18-22) lijkt nu toch duidelijk winnend. Na het gedwongen 43-39 kan zwart de stand fluitend uitspelen, alhoewel de overige spelers daar misschien last van zouden hebben. Rudi speelde echter (16-21!?) en na 43-39 is alle voordeel voor zwart verdwenen, omdat nu op (18-22) 32-27×27 volgt. Wit krijgt dus de kans om het zwart centrum af te breken via 39-34-29. In de partij was dit allemaal niet nodig: (16-21), 43-39 (4-9), 39-34 (14-20), 47-41! (36×47), 32-28 (23×41), 38-32 (47×29), 34×3 en enkele zetten later werd tot remise besloten.

Peter van den Berg had een groot deel van de partij groot voordeel en toen zijn tegenstander, Jaap van der Dussen, een één-om-drie naar dam open liet staan was de tegenstand definitief gebroken.

Joop Burgerhout was op eigen verzoek aan bord acht opgesteld en trof daar Levi Ruiter. De blijmoedige manier waarop deze zeer jonge speler ten strijde trok en zijn snelle verlies accepteerde deed zowel Joop als mij goed. Joop kon, zoals gewenst, vroeg naar huis.

Zelf behaalde ik een gemakkelijke overwinning die zo vloeiend verliep dat er nauwelijks iets opvallends of leerzaams over te vermelden valt.

Teamleider Jack van der Plas behaalde een verrassende overwinning door een gedurfd staaltje blufdammen. Op de 29e zet was de volgende stand ontstaan:

Nico Groenendijk – Jack van der Plas

Zwart zag een fraaie doorgang naar dam: (23-29!?). Na het antwoord 33-28?? haalde Jack zijn gelijk: de weg naar dam lag winnend open. Om onduidelijke redenen offerde zwart eerst met (18-22) een schijf om daarna pas (29-34) te spelen. Zwart heeft nu geen voordeel meer, maar het foutenfestijn gaat nog even verder: 39-33 (34-40), 44-39?? De definitieve fout van wit. Hij had de stand gelijk kunnen houden met: 43-39!! (40×49), 26-21. De zwarte dam gaat weer van het bord met ongeveer gelijk spel.

Als toeschouwer blijf je met enkele vragen zitten: Waarom speelde wit na het roekeloze (23-29) niet het voor de hand liggende 44-40! waarna hij groot, misschien wel winnend voordeel heeft? Waarom offerde zwart na 33-28 eerst de schijf op 18? De actie 28-23 is kansloos voor wit.

Edwin van Hofwegen speelde een principiële hekstellingpartij, waarvan hij naar eigen zeggen niet echt een liefhebber is. Desondanks ging het hem goed af.

Edwin van Hofwegen – Gregory de Vries

Stand na de 28e zet van wit.

(3-9?) Zwart zet een damzet open die door wit wordt gemist of genegeerd. Wie zal het zeggen. Wit had nu kunnen spelen: 33-28 (22×33), 27-21 (16×27), 31×22 (18×27), 36-31 (27×36), 42-38 (33×42), 47×38 (36×47), 38-33 (47×29), 34×3. Een aardige dam, maar hij levert in de waardering van KR minder dan één schijf (0.60) op. Misschien dat Edwin om die reden de damzet negeerde. Uw verslaggever kan zich haast niet voorstellen dat Edwin hem niet heeft gezien. Edwin joeg op groter wild: 42-38 (24-30??) en zwart beet in het aas: 41-37 (30×28), 27-21 (16×27), 38-32 (27×38), 43×3. Zwart gaf op.

Ook invaller Cees de Leeuw won. Op de achttiende zet won hij met een lichte combinatie een schijf, waarna hij de partij op de 54e zet besliste. Dat had echter sneller gekund:

Albert Cramer – Cees de Leeuw

Stand na de 37e zet van zwart.

Na 36-31? Speelde zwart (9-13?), maar mogelijk was: (24-29), 33×22 (25-30), 35×24 (14-19), 24×13 (9×47). Best een spectaculaire afronding!

Provinciaal: Naaldwijk – LDG2

In de tweede ronde van de provinciale competitie heeft LDG2 zich nogal opzichtig vergaloppeerd tegen het zwakker geachte eerste team van Naaldwijk. Met een

smadelijke 6-2 nederlaag konden de LDG-ers weer terug naar huis. Wat was de reden? Onderschatting? Oververmoeidheid? De warmte in het speellokaal? Wat dan ook: zowel Hans Kreder als ik speelden ver onder ons normale niveau. Koos Groeneveld kunnen wij als invaller-op-het-laatste-moment niets kwalijk nemen. (Bij LDG nemen wij overigens nooit iemands puntenverlies kwalijk.) Luise deed precies wat van haar verwacht mocht worden: zij won zonder probleem haar partij.

Peter Bentvelzen – Hans Kreder

Stand na de 39e zet van wit.

Hans speelde deze keer aan het eerste bord en trof daar de sterkste speler van Naaldwijk. Na (14-20×20) is er nog niet zo veel aan de hand, hoewel wit wel iets makkelijker lijkt te staan. Zwart speelde echter: (22-27??) en werd verrast door: 25-20!(14×25), 35-30 (25×23), 28×8 (9-13), 8×19 (3-9?), 37-31! En zwart gaf op. In plaats van (3-9) had zwart beter kunnen spelen: (3-8) maar ook dan is de stand na 19-14 (8-13), 43-39 enz. tamelijk hopeloos voor zwart.

Ik had zelf mijn dag niet. Een blunder maken is vervelend, maar het kan gebeuren. Maar als je de hele partij door het gevoel hebt achter de feiten aan te lopen en onderweg allemaal kleine slordigheidjes begaat, is dat heel erg vervelend. Op mijn 45e zet moest ik overgaan op een strategie die ook wel wordt uitgevoerd door katten in het nauw:

Ad van der Voort – André van der Kwartel

Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik mij hier pas realiseerde dat de gewenste zet (13-18) verhinderd is door 28-22 en 38-32. Ik vind dat ik dat toch wel minstens vier of vijf zetten eerder had moeten zien aankomen. Noodgedwongen koos ik voor: (17-21), 27×16 (12-17), 40-34. Hier was een moment van bezinning op zijn plaats geweest. Ik had er voldoende tijd voor. In de partij speelde ik (14-20??) en kon na 16-11 en 28-22 gevoeglijk opgeven. Ik had hier echter nog twee mogelijkheden voor remise in handen:

· (8-12). De actie 16-11 (17×6), 35-30 (24×35), 33-29 ziet er kansrijk voor wit uit, maar na (12-17), 29×20 (25×14) heeft zwart nog veel tegenspel voor de schijf achterstand.

· (13-18) Tot mijn grote verrassing blijkt achteraf dat er na de damzet en damafname een remisestand overblijft. Dat gaat als volgt: 28-22 (17×37), 38-32 (37×28), 33×2 (23-29), 34×23 (19×28), 2×30 (25×34), 39×30 (28-32). Zwart ontsnapt nipt en kan door het bezetten van de diagonaal 47-15 de stand gemakkelijk remise houden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *