LDG komt goed voor de dag tegen Damlust 2

Door Koos van Amerongen

Met de eerste ‘kantje-boord’-wedstrijd nog vers in het geheugen was het tijd voor de tweede wedstrijd van het seizoen, uit in Gouda tegen de reserves van titelfavoriet Damlust. Zij beschikken over een team vol lastig te kloppen damliefhebbers plus de sterke Jochem Zweerink.

Joost Hooijberg – Harry Kolk

Joost was als eerste klaar. Vanuit de opening zette hij een centrumomsingeling op touw. Doordat zijn tegenstander geen controle had over steunpunt 15, zag dat er kansrijk uit.

In deze stand speelde Joost de kenmerkende zet in dit soort standen: 22.33-29. Bij analyse bleek 22.36-31! nog beter. Wit dreigt dan met een 1-om-2 en na elke andere zet van zwart komt veld 24 onder druk te staan. Joost had het erover dat hij het niet rond kon krijgen, maar – met wat hulp van het digitale brein – ziet het er wel erg kansrijk uit.

Na de meest voor de hand liggende verdediging: 22..24-29 33×24 23-28 32×23 18×20 27×18 12×23 volgt 38-33! Het idee van die zet is dat wit dreigt met een offer (31-27 21×32 37×28 23×32 34-29!). Dus: 8-12 (nu volgt op het offer de ruil 19-23×23) 45-40 2-8 (wachtzetten) 33-29 1-6 29×18 12×23 31-27! 21×32 37×28 23×32 34-29 19-23* 29×18 13×22 45-40! en wit wint op termijn de schijf met flinke rente terug.  

Vanwege deze variant kiest Scan ervoor direct een schijf te offeren met 22.22-28 33×22 24-29, maar zwart is dan allesbehalve van zijn problemen af. Een combinatieve variant ter illustratie: 14-20 25×14 19×10 22-17! 1-6? 32-28! 23×32 37×28 21×23 42-37 12×21 31-27 21×32 37×19 13×24 34×1 W+. 

In de partij ging het verder met 22..24×33 23.38×29 22×31 24.36×27 7-11 25.29-24!? Wit wil direct profiteren van het ontbreken van 15 en biedt een lening aan, die zwart – directer dan in bovenstaande varianten – duur zou komen te staan. In plaats daarvan combineerde zwart naar dam met 24..23-29 en 25..14-20. Gek genoeg vindt Scan dat niet de beste zet. Die claimt dat zwart na 24..11-17 25.24-20 17-22 voldoende heeft aan een schijf voorsprong om de witte aanval op diens lange vleugel in balans te houden. Dat zal ermee te maken hebben dat wit een tweede schijf moet offeren om door te brengen en zwart de nodige vangstellingen kan formeren. 

In de partij kreeg wit een mooie stelling (zie onderstaand diagram) waarbij zwart te kampen heeft met een onevenwichtige schijvenverdeling. Joost wist echter niet te voorkomen dat Harry zijn stand met wat ruiltjes bijtrok: remise. (1-1) 

Ruud Kloosterman – Steven den Hollander 

Ruud en Steven speelden een principiële gesloten hekstellingpartij, waarin Steven stond opgesloten. Zoals gebruikelijk had Steven weer een aantal mooie combinatieve wendingen gespot, die het delen waard zijn. 

Hier hoopte Steven dat wit zou vervolgen met 29.44-40 10-15 (17-21??) 40-34? waarna hij de Coup de Heer – in de volksmond wordt ook wel de term ‘zetje van de Heer’ gebruikt, maar dat doet in mijn ogen geen eer aan het grandioze slaggeweld – 14-20! 25×3 23-29 34×23 18×29 27×9 29-33 38×29 8-13 9×18 12×25 3×21 16×49 Z+. Ruud speelde echter 29.45-40, en even later verscheen deze stand met zwart aan zet op het bord. 

Steven koos voor 32..9-14! Dat is een listige zet. Veel witte zetten zijn verhinderd. De mooiste: 33.34-30? 19-24! 30×28 22×33 39×28 17-21 26×17 11×33 38×29 18-22 27×18 12×45, een heuse kaatsingzet (of moet ik zeggen, Coup de Kaching!?). Ruud had het door en Steven had pech dat het eindspel na 33.48-43 19-24! 34.34-29 (39-33??) 23×45 35.32-28 22×33 36.38×9 17-21 37.26×17 12×41 38.36×47 geen kansen meer bood. (2-2) 

Achteraf gezien was 32..19-24! een nog betere zet. Het verschil met de partij is dat nu op 33.48-43 9-13! volgt, waarna wit na het noodzakelijke 27-21 16×27 32×21 24-29!! verschrikkelijk staat. Wit moet daarom maar direct 33..27-21 spelen, waarna hem nog een lange verdediging te wachten staat. 

Derk Jan de Groot – Arjen de Mooij  

In een partij van wederzijds flankspel was het aanvankelijk Derk Jan de Groot die de beste papieren leek te hebben.  

Na afloop was de consensus in de analyseruimte dat wit hier het best 26.28-23! had kunnen spelen om de partijwending te voorkomen. Bij nadere analyse blijkt die conclusie onjuist, want de listige truc die Arjen er na 26.48-42 met 14-19 27.40-35 19×30 28.35×24 13-19 29.24×13 8×19 30.38-32?! 27×38 31.43×32 19-23!? 32.28×19 22-27 33.31×13 12-18 34.13×22 17×48 in had gevlochten blijkt helemaal niet te werken.  

In de overgebleven stand (zie diagram) kan wit namelijk met 47-41! laten zien dat hij damlust heeft. De pointe is dat er na 25-30 34×14 48×46 een 1-om-1 damvangst en doorgebroken schijf overblijft: 33-28! 46×23 19×28 W+. Derk Jan zag het niet, en moest na 49-43 48-37 19-13 11-17! (te) veel schijven offeren, waarna Arjen koelbloedig afmaakte. (4-2) 

Arie de Bruijn – Koos van Amerongen 

Koos trof in Arie de Bruijn een medefan van de Keller-opening, die dan ook binnen de kortste keren op het bord stond. De zogenaamde Chizhov-variant staat erom bekend dat wit het moet hebben van vastloopvarianten, terwijl zwart het spel juist open probeert te houden. Na de nodige schermutselingen in het middenspel bleef er voor mij een gezonde, open aanval over. 

Vanuit deze stand wist ik de winst te forceren. In eerste instantie lijkt 42.27-31 36×27 22×31 kansrijk, maar dat is op slag remise: 24-20 9-14* 20×9 3×14 38-33! =. 

Hoe dan wel? Met 42..28-32! 43.46-41 (of?) 32×43 44.39×48 22-28! 45.41-37 28-33! 46.48-42 (24-20 had wat meer weerstand geboden) 18-22 47.24-20 9-14 48.20×9 3×14 49.34-30 23-29! wist zwart de witte aanval af te slaan en zelf door het centrum door te breken. (6-2) 

Jan van der Star – Jochem Zweerink 

Dit topduel was in klassieke banen uit de opening gekomen.  

Hier gooide Jan met 28.28-22! de knuppel in het hoenderhok. Hij maakt daarbij gebruik van de formatieloze opstelling op zwarts korte vleugel. Na het logische 28..9-14 kampt zwart na 29.31-26 7-12 26×17 12×21 33-28! bovendien met een vervelende schijf op 14 die de kracht van de zwarte formaties danig vermindert (een mooie stand voor Jans volgende training over klassiek!). 

Jochem week daarom af met 29..23-28 30.26×17 28×37 31.42×31 7-12, maar hield daardoor na het sterke 32.22-18! 12×32 33.38×27 13×22 34.27×18 8-13 (zwart heeft niet beter) 35.18×9 14×3 wel een gespleten stand over. Jan maakte daar op krachtige wijze gebruik van (naspelen die partij!), maar liet in de voor hem kenmerkende tijdnood Jochem toch nog glippen. 

Hier kan wit winnen met 44.36-31! Dat heeft ermee te maken dat zwart na het geforceerde 11-17 22×11 6×17 27-21 17-22 21-16 22-28 31-27! 28-33 39×30 geen goed tempo heeft en na 20-24 30×19 15-20 34×23 20-24 19×30 25×45 in een overmachtseindspel belandt. 

Jan ging echter verder met 44.39-33? 11-17 45.22×11 6×17 46.27-21 17-22 47.21-16, waarna zwart zich met 22-27 48.38-32 (ook op 16-11 breekt zwart door) 29×38 49.32×43 23-28 50.16-11 28-33 51.11-7 26-31 52.37×26 27-32 nog door de stand wist te wurmen, ware het niet dat hij in het zicht van de haven blunderde: 53.36-31 33-39? 54.35-30! 24×44 55.7-2 en hoe zwart ook slaat, W+ (8-2). 

Harry Clasquin – Edwin van Hofwegen 

Het slotwoord was aan de heren op het slotbord. Ook hier kregen we na een subtiele laveeropening het klassieke spelbeeld voorgeschoteld. Omdat Edwin daarbij in het late klassiek nog enig terreinvoordeel had, moest hij oppassen. Hij belandde in de welbekende Woldouby-stelling.  

De Belgische meester Roland Schalley schreef ooit voor het onvolprezen blad De Problemist een studie die aantoont dat deze nadelige klassieke stand weliswaar remise is, maar dat wit deze stand altijd kan vermijden en zichzelf zo een hoop gedoe kan besparen (in dit geval met 48.28-22). Voor een uitgebreide beschouwing van de stand verwijs ik daarom naar zijn studie; het (eveneens onvolprezen) Strategiekompas van Michail Kats biedt een aardige samenvatting. 

Het ging als volgt verder: 45.34-29 23×34 46.30×39 18-23 47.27-22 12-18 48.35-30? 

Remise was nog net 48.34-30 13-18 28-22 23-28 32×12 27×7 33-28 24-29 38-33! 29×38 37-32 38×27 30-24 19×30 35×24 27-31 28-23 31-37 27-32 (alleen zo!), al heeft wit nog heel wat te bewijzen. 

48..24×35 49.33-29 26-31? 

Gewonnen was 49..13-18. Omdat 50.28-22 nu verhinderd is vanwege de rondslag 35-40 22×24 40-44 29×18 26-31 37×17 44-49 32×21 49×6 heeft wit niet beter dan 50.29-24, waarna zwart door overmacht gaat winnen. 

In de partij ontstond een 5-om-2 eindspel waarbij Edwin net op tijd was om de juiste lijnen te controleren: remise. Daarmee kwam de eindstand op 9-3. Geen gek resultaat tegen dit taaie team! 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *