Ook op de laatste avond van de zomercompetitie van LDG, 30 augustus 2017, heeft Steven den Hollander laten zien dat hij deze zomer de verdiende kampioen is.
De eindstand vindt u hier.
In een partij waarin beide spelers na vijftien zetten al zeer weinig speelruimte meer hadden, wist hij Hans Tangelder zoek te spelen en de winst met een damcombinatie binnen te halen. In onderstaande stand heeft Hans met wit alleen nog maar de zet 26. 43-39, maar dat kon ook niet wegens 26. … 29-33 27. 38×29 24×44 28. 40×49 16-21 29. 27×16 18×38 30. 42×33 23×32 31. 37×28 26×46 en Hans gaf op.
Hans Tangelder – Steven den Hollander 0-2
Met negen zeges en twee remises behaalde Steven een eigenmoyenne van 1,818, wat ondanks een iets lagere tegenmoyenne genoeg was om de Rijnsburgers Arjen de Mooij en Richard Meijer voor te blijven. Richard verloor slechts één partij, maar dit hadden er twee kunnen zijn als Dick de gouden kans had waargenomen die hij van Richard kreeg. In onderstaande stand miste Dick de winst die mogelijk was middels 27. … 12-17 28. 23×12 13-18 29. 12×23 22-28 30. 33×22 17×46.
Richard Meijer – Dick den Ouden 2-0
Dick speelde echter 27. … 21-27 en ging later ten onder tegen de alsmaar sterker wordende aanval van Richard.
Tot slot geef ik u enkele mogelijkheden uit het combinatierijke slot van de partij tussen Steven den Hollander en Evert Bronstring. In onderstaande stand staat Steven met wit prachtig, maar hij heeft net 32. 34-30 gespeeld en dat leidt wederzijds tot combinatiemogelijkheden.
Steven den Hollander – Evert Bronstring 1-1
Evert speelde 32. … 12-18, waar 32. … 20-25 veiliger geweest zou zijn. Als wit met 33. 22-17 had vervolgd was naar alle waarschijnlijkheid 33. … 18-22? 34. 29-23? 22×11 35. 23-18 13×22 28×6 gevolgd met een gelijkwaardige stand. De vraagtekens staan er, omdat wit na 33. … 18-22? naar winst kan combineren met 34. 47-41! 22×11 35. 39-34 36×47 36. 37-31 26×37 37. 32×41 47×36 38. 28-22 36×18 39. 29-24 20×29 40. 34×3.
Steven had geen zin in de ruil naar veld 6 die hij zag na 32. … 12-18 33. 22-17 18-22 29-23-18 dus speelde hij 33. 32-27, waarbij hij met succes hoopte dat Evert de remisecombinatie die er nu in zit niet zou zien. Evert had nu direct remise kunnen maken met 33. … 13-19! 34. 22×11 1-7 35. 11×2 20-25 36. 2×24 25×45. In plaats daarvan speelde Evert 33. 14-19? en dat brengt ons bij het volgende diagram:
Steven den Hollander – Evert Bronstring 1-1
In een rapidpartij kan je niet alles zien en wit kan hier op heel veel manieren damhalen. Steven koos voor 34. 28-23 19×17 35. 37-31 26×37 36. 38-32 37×28 37. 33×2, maar overzag de zwarte tegenactie 37. … 20-24! en zwart slaat altijd vier schijven en heeft daarna genoeg schijven om op dam te komen en een punt te pakken. Er werd dus remise overeengekomen.
In plaats van met 34. 28-23 te beginnen, kan wit ook naar dam combineren door met 34. 29-23 18×29 35. 33×24 20×29 te beginnen. Als je nu direct damhaalt met 36. 27-21 26×17 37. 22×2, kan zwart remise maken met zowel 19-23 als met eerst 1-7 en dan 19-23. Er dient dus meer materiaal gegeven te worden en een tweede schijf geven alvorens 27-21 te spelen wint ook niet. Alleen als wit er drie(!) geeft kan hij winnen en wel met 34. 29-23 18×29 35. 33×24 20×29 36. 38-33 29×38 37. 30-24 19×30 38. 27-21 26×17 39. 22×2 en de witte schijf op 28 is snel op 18 om dood en verderf te zaaien.