(verslag van André van der Kwartel)
Het zestal van LDG heeft in de derde ronde van de ZHDB-competitie met 8-4 verloren van het eerste team van Damlust uit Gouda. Een verdienstelijk resultaat, gezien het grote verschil in speelkracht tussen beide teams. Ter illustratie: de gemiddelde teamrating van LDG was 1153, die van Damlust 1334.
Damlust opende de score met een ietwat gelukkige overwinning. Harry Dekker verloor al na 27 zetten in een gelijkwaardige stand door tijdsoverschrijding. Sinds de invoering van het Fischer-systeem zien we dat nog maar zelden gebeuren.
Damlust kwam op een 4-0 voorsprong door een overwinning van Erno Prosman tegen Edwin van Hofwegen. Niet geheel onverwacht, maar er deed zich in deze partij een opmerkelijk moment voor.
Edwin van Hofwegen – Erno Prosman
(11-17!), 21-16 (19-23??) Met deze zet mist de zwartspeler het toch niet zo moeilijke (11-17), 16×27 (25-30), 35×24 (19×30), 34×25 (18-22), 27×18 (12×41).
Ik mocht zelf het eerste punt voor LDG inbrengen, maar dat hadden er eigenlijk twee moeten zijn.
André van der Kwartel – André Venema
Dit is volgens de computer het eerste moment waarop ik aantoonbaar groot voordeel , zo niet winst, laat lopen. Ik speelde hier 43-38, maar dwingender zou zijn geweest: 27-21. (13-19) en (13-18) zijn dan natuurlijk beide verhinderd, maar ik heb gemist dat ook (17-22) verhinderd is door 34-30! En hoe zwart ook slaat, altijd volgt 40-34 en 23-19×7.
Na het gespeelde 43-38 moet zwart wel: (20-24), 29×20 (15×24), 23-19 (14×23), 37-31 (26×28), 33×11. Zie het volgende diagram.
André van der Kwartel – André Venema
Zwart speelde à tempo (24-30) – dat niet de beste zet is – maar dat maakte kennelijk zo’n indruk op mij dat ik direct 38-33 speelde. Eerst 11-6 lijkt winnend te zijn. Nu volgde: (23-28), 33×22 (12-17), 11-7 (17×28), 7-2. De partij liep remise, onder meer omdat (23-28) niets oplevert voor zwart.
Hans Tangelder bracht met een remise de stand op 6-2. Het is zonder diepere analyse niet duidelijk of daar meer in gezeten heeft, maar er had zich in ieder geval een sensationele afwikkeling kunnen voordoen.
Hans Tangelder – Erik Hoogendoorn
Zwart speelde hier (10-14), maar de computer adviseert (17-22), 41-36 (22×31), 36×27 (9-14), 43-38 (3-9) met groot voordeel voor zwart. Als oppervlakkige analysator vraag je je dan natuurlijk af waarom wit na (17-22) niet 37-31 speelt. Nou, dan zou zijn gevolgd: (23-28!!), 32×5 (24-30), 35×24 (18-23), 5×17 (11×22), 27×18 (12×23), 29×18 (20×16!!).
Er volgde een partij met veel ontwikkelingen. Beide spelers kregen een dam op het bord met nog wederzijds vele schijven. Eerst werd de dam van de witspeler afgepakt en daarna de dam van de zwartspeler, waarna wit aan al deze ontwikkelingen een schijf méér bleek te hebben overgehouden. Het is niet duidelijk of Tangelder daarna de winst heeft gemist, maar de computer geeft nog één moment aan, waarin hij het beter had kunnen doen.
Hans Tangelder – Erik Hoogendoorn
Wit speelde hier 38-33, maar de computer adviseert 26-21 met de volgende suggestie voor een plausibel partijverloop: (4-9), 21-17 (9-13), 38-33 (13-19), 22-18 (19-24), 18-13 (24-29), 33×24 (34-39) met zo op het oog toch grote winstkansen voor wit.
Frank Eektimmerman bracht met een remise tegen Friso Fennema de stand op 7-3 voor Damlust, maar dat had ook zo maar een nederlaag kunnen zijn.
Friso Fennema – Frank Eektimmerman
Na (14-19?) speelde wit 46-41 en miste daarmee de damzet met: 35-30 (24×35), 31-26 (22×31), 33×22 (18×27), 29-24.
Ten slotte eindigde de partij tussen Casper Remeijer en Teun van de Krol in remise. De computer signaleert in deze partij geen opvallende momenten.