Verslag: André van der Kwartel
LDG heeft in de vierde ronde van de provinciale competitie met 6-6 gelijkgespeeld tegen De Hofstad Dammers, maar dat had ook een ruime nederlaag kunnen zijn.
LDG begon met een nederlaag doordat Frank Eektimmerman aan bord 1 verloor van Peter van Eck. De partij duurde 46 zetten, maar had op de 23e zet al min of meer afgelopen kunnen zijn.
Frank Eektimmerman – Peter van Eck
Op de 17e zet besloot wit op avontuur te gaan. Altijd prijzenswaardig, maar niet altijd verstandig.
28-22!? (9-13), 31-26?? (11-17??). Zwart mist hier een fraaie damzet met: (24-30!), 25x34A (19-24), 26×17 (13-19), 22×13 (11×31), 37×26 (23-29), 34×23 (19×46). Wit heeft nog een tegenactie: 33-28! (46×23), 13-9 (4×13), 35-30 (24×35), 44-40 (35×33), 38×9 (20-25), 9×20 (15×24) en als de rookwolken zijn opgetrokken staat wit twee schijven achter.
A; wit redt zich ook niet door anders te slaan: 35×24 (19×30), 25×34 (20-24), 26×17 en nu weer (13-19) enz.
Later in de partij ging het alsnog mis voor wit, merkwaardigerwijs weer ingeleid met de zet 28-22, waarna wit positioneel werd weggespeeld.
Ik speelde zelf remise, maar had daarbij niet over geluk te klagen.
André van der Kwartel – Frans Teijn
Niets aan de hand, als ik hier 32-28 speel, maar ik speculeerde nogal gemakkelijk over de mogelijkheid dat zwart (12-17??) zou spelen en speelde – weer eens zonder zetcontrole – 40-34?? Ik zag direct na mijn zet dat zwart de partij kan uitmaken met (19-24) en (16-21). Maar zwart verraste mij met een andere winstpoging: (16-21!?), 27×16 (18×38), 33×42 (12-17). De schrik sloeg mij even om het hart, want wit doet niets tegen de dreiging (17-21), (19-23) en (13×31). Maar na enig nuchter denkwerk ontdekte ik de reddende vierdelijnsregel: 37-32 (17-21), 16×27 (19-23), 29×18 (13×31), 32-28 (31-37), 42×31 (26×37), 28-22 en enkele zetten later remise.
Casper Remeijer bracht met een degelijke overwinning de stand op 3-3. De overige drie partijen werden remise. De partij van Harry Dekker kende wisselende kansen, maar bleef wel van beide zijden binnen de remisemarges. Over de partij van Peter van den Berg zijn geen bijzonderheden te melden. Maar Hans Tangelder had eigenlijk moeten verliezen.
Hans Tangelder – Nizaam Muradin
Zwart speelde hier (24-29?), 33×24 (19×30), waarna Wit zich uit de problemen kon werken door 40-35 (30-34), 22-18 (13×33), 38×40. Maar na (3-8) had zwart wit in onoverkomelijke moeilijkheden gebracht. Er dreigt (19-23) en 40-34 is verhinderd door (19-23) en (21-27). Wit moet dus wel 33-29×29 spelen en na (19-24×14) zal wit schijf 22 gaan verliezen.