Verslag: André van der Kwartel
Het Leids Damgenootschap heeft zich een week na dato nog niet kunnen herstellen van de dramatische nederlaag tegen damvereniging De Kroonschijf. Tegen De Hofstad Dammers werd wederom met 8-12 verloren en ook voor deze wedstrijd gold dat LDG onnodig de winst uit handen heeft gegeven. Zij het dat de bewijslast deze keer wat minder eenduidig is.
Het eerste punt werd binnengehaald door Edwin van Hofwegen. Nergens in zijn partij werden de remisegrenzen overschreden, waarmee niet is gezegd dat er sprake was van een saaie partij.
Evert Bronstring bracht de stand op 3-1 voor LDG. Dat Evert wint van Hugo Simons jr. is op zich niet zó opmerkelijk, maar wel dat hij tot ten minste drie keer toe een gemakkelijke winst overziet.
Evert Bronstring – Hugo Simons jr.
Wit speelde hier (op de 29e zet) 42-38!? maar had schijfwinst kunnen forceren met 33-29. Laten afruilen kost een schijf door 28-22 (17×28), 26×17 (11×22), 27×29. Sluiten is ook verhinderd: (12-18), 28-22 (17×28), 26×17 (11×22), 31-26 (22×31), 26-21 (16×38), 42×11 met schijfwinst. Het is opmerkelijk dat Evert deze afwikkeling heeft gemist, want dit slagmechanisme heeft hij in zijn geliefde randspelsysteem ongetwijfeld al vele malen toegepast. De computer komt in de diagramstand na 33-29 niet verder dan (25-30) met schijfwinst voor wit.
Evert Bronstring – Hugo Simons jr.
Op de 42e zet beging Evert weer een slordigheidje: 37-31!? werd gespeeld, maar 32-27 was dwingender geweest. Van belang is dat (17-22) verhinderd is wegens 27-21, 34-30 en 33-29. Zwart zal dus (18-23) spelen, waarna 37-31 schijfwinst verzekert. Spelverloop: 37-31 (14-20?), 32-27 (18-23), 33-29 (35-40), 29×7 (40×38), 7-2?? En hier mist Evert een verrassende winst: 34-30 (11×2), 39-33 (38×29), 27-22 (17×28), 26-21 (16×27), 31×13. Uit. Maar het gaat nog verder: Na 7-2 werd gespeeld: (19-24), 2×35 (38-42?) en hier mist Evert het eenvoudige 27-22, 39-33 en 35×47. In plaats daarvan speelde hij 35-49, waarna nog een eindspel van twaalf zetten volgde, dat natuurlijk wel werd gewonnen.
De Hofstad Dammers kwamen op gelijke hoogte doordat Harry Dekker verloor door tijdsoverschrijding. Op de 32e zet miste zijn tegenstander een snelle winst.
Hans Jacobsen – Harry Dekker
Wit speelde hier 33-29, maar had snel kunnen winnen door: 24-20 (15×24), 30×19 (14×23), 33-28 (22×33), 38×18 (27×38), 43×32. Wit dreigt nu tegelijkertijd met 18-12-7 en 25-20. Zwart kan niet beide dreigingen tegelijkertijd weerleggen.
Vanuit de diagramstand was het spelverloop: 33-29 (22-28), 32×23 (27-31), 36×27 (21×41), 47×36 (14-20), 25×14 (10×28), 42-37. Hier ging Harry door zijn klok. Dat was jammer, want de stand biedt nog steeds remisekansen. Belangrijk is dat 38-32 weerlegd wordt door (26-31) en die zet voorbereiden met 36-31 kan ook niet wegens (28-32) en (17-21).
Invaller Arend van Beelen speelde na een partij vol wederzijdse fouten remise. Hij had die partij kunnen winnen en evengoed kunnen verliezen.
Arend van Beelen – Harold Jagram
41×32?! Naar eigen zeggen had Arend de nu volgende damzet gezien. (22-27), 32×23 (24-29), 33×24 (20×49). Deze dam is niet te houden. Arend pakt het degelijk aan: 42-37 (4-9), 36-31 (13-19??). Nu pakt wit de dam met schijfwinst af. Na (13-18) zou de dam ook van het bord verdwijnen, maar met een gelijke stand.
De schijf voorsprong was niet aan Arend besteed. Hij werd zelfs gedwongen een schijf terug te offeren en kwam verloren te staan. Zijn tegenstander zag het echter ook niet allemaal even helder en liet hem met remise ontsnappen.
Hans Tangelder verloor na weer een van zijn onnavolgbare en vooral risicovolle partijen. De doorslaggevende fout vond plaats op de 46e zet.
Hans Tangelder – Krijn Toet
Wit kan hier de stand nog gelijk houden door 23-19 (24×13), 32-27. Als zwart anders slaat (14×23) volgt: 28×30 (35×24), 33-29 (24×33), 43-38 (33×42), 48×26.
Wit speelde echter 34-29? (31-36), 29×20 (36-41), 48-42 (41-47), 43-38 (25-30??). [Geeft wit de gelegenheid naar een moeilijk eindspel te ontsnappen. Sterker was (47-41).] 32-27! (22×31), 33-29 (14×25), 38-33?? Niet de beste. Wit had het eerder genoemde lastige eindspel kunnen bereiken door: 29-24 (30×19), 23×3 (31-37), 42×31 (47×36).
Maurits Meijer bracht met een overwinning de partijen weer op gelijke hoogte (6-6).
Maurits Meijer – Dion van Bommel
Het diagram geeft de stand weer waarop zwart met zijn 53e zet nog remise had kunnen maken. Hij speelde (18-23?), maar remise is: (16-21). Wit kan op drie manieren slaan. Na 17×26 volgt (18-23), dus het meest kansrijk is: 22×13 (21×32), 13-9 (32-37), 9-4 (37-42), 47×38 (36-41) en dit eindspel houdt zwart wel remise.
Vervolgens speelde Hans Kreder remise. Hij had echter kunnen winnen. Op twee momenten zelfs.
Nizaam Muradin – Hans Kreder
Het eerste moment deed zich voor na de 40e zet van wit 42-37? [De computer geeft aan dat wit met 33-28 en 39-33 de stand nog gelijk kan houden.] (18-22??) en hier mist Kreder de winst. Zwart had moeten spelen: (11-16). Op 37-32 volgt nu (6-11) en wit kan het opgeven. Op 30-25 volgt (27-32) met altijd dam op 49. Dus: 37-31 (18-22), 30-25 (23-29), 34×23 (19×28), 31-26 (12-17) en wit mag het uitzoeken.
Nizaam Muradin – Hans Kreder
Het tweede moment deed zich voor op de 51e zet van zwart. Kreder speelde hier (37-41) en na 27-22 en 19-13 liep de stand remise. De computer suggereert (37-42) en dat lijkt inderdaad de winnende zet. De actie met 27-22 enz. is nu weerlegd door (42-48). Na ruim twee minuten rekenen concludeert de computer zelfs tot winst in alle varianten.
Op de stand 7-7 volgden twee verliespartijen aan de kant van LDG. Eerst verloor Hein van Winkel in een klassieke stand, waarover nog wel wat te zeggen is.
Jetse Veenstra – Hein van Winkel
Hein speelde hier (24-29) en verloor snel na 39-33 (29×40), 35×44. De dreiging 30-24 is dodelijk. Dat was toch niet zo moeilijk te zien.
Al wat lastiger is te zien dat het offer (16-21), 27×16 (18-22) ook geen remise brengt, omdat na 38-33 (24-29), 33×24 (22×44) wordt weerlegd met 34-29 (23×34), 30×50.
Zwart kan de stand echter eenvoudig remise houden met (23-29×29). Twee mogelijkheden: Na 39-33 volgt (13-18) en wit heeft nu niet veel beter dan 26-21 en 28-22, waarna zwart met (26-31) de stand gelijk houdt. Na 27-22 speelt zwart (16-21), 22×11 (12-17), 11×22 (15-20), 26×17 (29-33) 38×29 (24×44) met remise. De computer komt na (23-29×29) dan ook niet verder dan 38-33×43 met gelijkwaardige stand.
Ik speelde zelf een matige partij. Een vage en totaal mislukte poging tot omsingelen die bij Evert Bronstring bij het langslopen tot steeds diepere fronsrimpels leidde. Op de 40e zet had het definitief mis moeten gaan, maar doordat mijn tegenstander ook niet het sterkste spel liet zien, maakte ik pas op de 55e zet de beslissende fout. Geen partij om aardige fragmenten uit te laten zien.
De wedstrijd werd afgesloten met een remise van Henk Meester. Gedurende deze partij kwamen de remisemarges nergens in gevaar.