Evert Dollekamp
‘Evert Dollekamp speelde zoals gebruikelijk veertig goede zetten en bood vervolgens remise aan.’
Kent U die uitdrukking?
In een niet zo antiek verleden is besloten dat een dampartij minimaal veertig zetten moet duren. Niemand weet waarom. Nou ja, ik weet het wel natuurlijk. Om te bevorderen dat het publiek in groten getale naar het dammen komt kijken heeft men bedacht dat dit een goede maatregel zou zijn. Een vreemde vaststelling. Want kijk nu toch eens aan. Partijen die zich daar voor lenen vorderen op tenenkrommende wijze. Eigenlijk is het al na zeg veertien zetten afgelopen en dan moeten we er nog zesentwintig. Alsof dat leuk is om naar te kijken. Mensen komen nooit meer terug!
Hoe is dat allemaal ontstaan? Het zou me niet verbazen als de kiem al werd gelegd tijdens de match Sijbrands – Andreiko. Vanwege wederzijds respect, vooral van laatstgenoemde, eindigden vele van de twintig partijen al voor ze goed en wel waren begonnen. Daarnaast nam de kennis van het spel een grote vlucht. Niet voor ons eenvoudige ploeteraars, maar vooral voor de grootmeesters onder ons. Waardoor grootmeesters elkaar onderling niets meer wilden laten bewijzen. Tenminste, in 90% van de gevallen. Gevolg: gortdroog geruil.
Hoewel, doe het maar eens na. In vervlogen tijden probeerde ik eens Gerard Jansen na te doen. De ene nul na de andere. Waarbij gezegd moet worden dat Gerard (nog steeds) constructief ruilt. Dit even terzijde.
Heel af en toe zit ik wel eens op toernooibase. Maar als ik een partij zie staan tussen laten we zeggen Baljakin en Virny uit de nationale competitie en daar staat een eentje achter (als eerste uit) met remise als resultaat, dan weet ik al genoeg. Overslaan. Zelf weet ik wel raad met die belachelijke regel. Als er na bijvoorbeeld dertig zetten niets meer aan is, dan bied ik gewoon remise aan. Dan maar 0 – 0, zijnde de sanctie. ‘Ja? Dus?’ (Klaas Dijkhoff).
Wat is dat toch een ontzettende flauwekul, die veertig-zettenregel. Heeft de dambond geen betere dingen te doen? Het enige leuke is de reactie van de tegenstander als je te vroeg remise aanbiedt. ‘Maar, maar … ‘ Ik heb het nu vier keer aan de hand gehad. De enige die er intrapte was vorig jaar een speler van Zaandam. Maar die bleek bij navraag de regel niet te kennen. De arbiter ook niet. Ik moest aandringen op een 0 – 0 vermelding op het wedstrijdformulier.