André van der Kwartel
Het tiental heeft de competitie afgesloten tegen De Hofstad Dammers. Er stond voor beide teams niets meer op het spel. LDG was zeker van behoud voor de Eerste Klasse, De Hofstad Dammers wisten al dat zij veroordeeld zouden zijn tot het spelen van een promotie/degradatiewedstrijd. Misschien waren de Leidenaren door dit gegeven wat minder scherp. Bovendien moest het tiental met twee invallers aantreden. In ieder geval verloor het tiental tamelijk onverwacht met 11-9.
De wedstrijd werd zoals gebruikelijk geopend door Evert Dollekamp die een snelle remise overeen kwam met Krijn Toet.
Daarna verloor Hans Tangelder doordat hij – heel ongebruikelijk – in een slagzetje liep.
Hans Tangelder – Jaap van Hal
Stand na de 28e zet van zwart.
Na 41-37? Volgde: (17-21), 26×28 (23×41), 47×36 (27-32), 38×27 (25-30), 34×25 (14-20), 25×23 (18×47) en Hans kwam er niet meer aan te pas.
Peter van den Berg speelde remise. Hij kreeg een vrij gemakkelijke schijfwinst in de schoot geworpen en het was jammer dat de overblijvende stand zo veel compensatie bevatte, dat zijn tegenstander betrekkelijk gemakkelijk naar remise kon spelen.
Vervolgens speelde Maurits Meijer remise. Dat was vooral te danken aan zijn strijdlust in combinatie met slordigheden van zijn tegenstander. De manier waarop hij een schijf achter kwam, was het gevolg van een bekende manoeuvre, die ik hier nog maar eens laat zien. Iedere dammer behoort dit mechanisme te kennen. Waarschijnlijk kende Maurits hem ook wel, maar ontbrak het even aan de benodigde zetcontrole.
Maurits Meijer – Hugo Simons jr.
Stand na de 14e zet van zwart.
28-23?? (27-32!), 38×27 (22-28), 23×32 (18-22), 27×18 (12×23), 29×18 (20×27), 31×22 (17×28).
Nooit meer vergeten!
Na deze schijfwinst verkreeg zwart een gewonnen stelling, maar op verschillende momenten speelde hij niet de sterkste zetten. Het meest spectaculaire fragment staat hieronder.
Maurits Meijer – Hugo Simons jr.
Stand na de 42e zet van zwart.
35-30 (24×35), 33-29 (4-9!?), 29×27 (35-40), 32×23 (40×18). Dit lijkt voldoende en dat had het ook moeten zijn. Maar zwart had in plaats van (4-9) krachtiger kunnen handelen: (25-30), 29×27 (28-33!) en hoe wit ook slaat, zwart komt snel op dam en wint gemakkelijk. In de partij speelde zwart nog enkele zwakke zetten en kwam Maurits met remise weg.
Jack van der Plas speelde een gelijkwaardige remise. Dat deed Evert Bronstring ook, maar dan tegen een relatief duidelijk zwakkere tegenstander. Vervolgens bracht ook invaller Hans Kolfoort een remise binnen, maar hij heeft daarbij misschien wel wat geluk gehad.
Hans Kolfoort – Nizaam Muradin
Stand na de 45e zet van wit.
De zwartspeler kon de verleiding niet weerstaan: (13-19), 24×22 (21-27), 22×31 (26×39). Maar na 38-32 leverde die actie niets op. Duidelijk sterker zou zijn geweest: (21-27), 32×21 (16×27). Zwart dreigt met (13-19), dus wit moet wel: 42-37 (3-9) en wit heeft ernstige problemen. Bijvoorbeeld: 49-43 (27-31), 36×27 (18-23), 29×18 (13×42), 38×47 (25-30), 24-19 (30-34) met voordeel voor zwart.
Hans Kreder bracht na een interessante partij de score op 8-8. Het einde van de partij was aardig om te zien.
Bonne Douma – Hans Kreder
Stand na de 48e zet van wit.
Zwart staat inmiddels een schijf voor, maar maakt het zich hier onnodig moeilijk: (14-20!?) [(14-19) was beter geweest om de actie 26-21 en 28-22 uit te schakelen.] 26-21 [Wit gaat te vroeg over tot actie. Meer verdediging gaf 39-33.] (17×26), 28-22 [Zelfs hier was 39-33 nog beter geweest.] (18-23), 22-18 (29-34!!) en wit gaf op.
De tweede invaller, Arjan Varkevisser, speelde verdienstelijk remise, waarna de uitslag van de wedstrijd afhing van de partij van teamleider Harry Dekker. Het zou een dramatische partij worden.
Hans Jacobsen – Harry Dekker
Stand na de 37e zet van zwart.
Na 47-41?? Miste zwart een verrassende damzet: (25-30), 34×25 (24-29), 33×24 (22-27), 31×22 (13-19), 24×11 (6×46). De overblijvende stand is na bijvoorbeeld 39-34 niet gewonnen, maar in ieder geval is het veel beter dan zoals het in de partij liep.
Na deze gemiste kans ging Harry in het eindspel namelijk nog dramatisch in de fout.
Hans Jacobsen – Harry Dekker
Stand na de 54e zet van wit.
Zwart kan de stand hier gemakkelijk remise houden met (13-19×9). Hij speelde echter (18-23??), 39-34?? [Wit mist de winst. Na 31-27×27 is de stand gewonnen.] (14-19), 24-20 (13-18?) [Nu gaat de partij verloren:] 20-15 (22-28), 15-10 (28×26), 10-5 en zwart gaf op.
Het verrassende is dat zwart in plaats van (13-18) had moeten spelen: (22-28). 32-27 wint dan zeker niet, maar ook het voor de hand liggende 34-29 faalt: (28×26), 29×9 (19-23), 9-4 (23-28), 4-27 (28-33), 27-43 (11-17) [Nu dreigt (17-21), (26-31) en (33-38) met remise] 43-48 (33-38) en nu volgt altijd (26-31) met remise.
Tot slot
Het Leids Damgenootschap is met slechts zeven punten de competitie geëindigd op de negende plaats. De individuele scores waren:
NAAM |
AW |
SCORE |
Hans Tangelder |
11 |
15 |
Evert Dollekamp |
10 |
13 |
Hans Kreder |
9 |
10 |
Edwin van Hofwegen |
9 |
9 |
André van der Kwartel |
9 |
9 |
Jack van der Plas |
9 |
9 |
Maurits Meijer |
11 |
9 |
Evert Bronstring |
11 |
9 |
Peter van den Berg |
10 |
8 |
Harry Dekker |
10 |
5 |
Joop Burgerhout |
1 |
2 |
Hans Kolfoort |
2 |
2 |
Dick den Ouden |
3 |
2 |
Arjan Varkevisser |
1 |
1 |
Hein van Winkel |
2 |
1 |
De tabel illustreert de matige resultaten van het tiental. Slechts drie van de basisspelers scoorden boven hun gemiddelde. Drie spelers scoorden precies volgens hun gemiddelde en de overige bleven daaronder.