André van der Kwartel
In de vijfde ronde van de provinciale competitie heeft het zestal van LDG met het kleinst mogelijke verschil verloren van Van Stigt Thans uit Schiedam. Ven Stigt Thans had de eerste vier rondes steeds met 6-6 gelijkgespeeld en dat had ook best een vijfde keer kunnen gebeuren. Maar Van Stigt Thans had deze keer geluk: naast vijf remises, was er één winstpartij. Waar overigens twee winstpartijen van de Leidenaars tegenover hadden kunnen staan. Maar als “hadden” komt….
De wedstrijd werd geopend met een tamelijk geruisloze remise tussen Casper Remeijer en Frits Luteijn. De tweede remise kwam op naam van invaller Evert Bronstring, maar daarover valt nog wel een opmerking te maken. Evert had een goede partij gespeeld, waarin hij steeds ruimschoots aan de leiding was gegaan. Maar het lijkt erop dat hij in het eindspel heeft nagelaten de spreekwoordelijke kroon op zijn werk te zetten.
Evert Bronstring – Waldo Aliar
Stand na de 56e zet van zwart.
Evert speelde hier 29-23? En na (44-49) werd remise overeengekomen.
Wit had het zwart aanzienlijk moeilijker kunnen maken, als hij in de diagramstand 37-32! Had gespeeld. Zwart kan nu geen dam halen en omdat wit dat er zetten lang in kan houden, offert de computer direct: (26-31), 36×27. Op (44-49) speelt wit nu 2-35 en in verschillende varianten lukt het wit – soms ten koste van een schijf – een tweede dam te halen, waarna de zaak wel bekeken is. Op (50-44) speelt wit 32-28, waarna zowel 50-45 als 50-44 verhinderd zijn.
Alles bij elkaar lijkt wit hier een waarschijnlijk gewonnen stelling op het bord te hebben.
Na deze gemiste kans verloor Hans Kreder. Hij liep een groot deel van de partij achter de feiten aan en het diagram geeft mijns inziens het daarvoor belangrijkste moment aan.
Tiny Mous – Hans Kreder
Stand na de 26e zet van wit.
Zwart speelde hier (21-27!?) en kreeg na 33-29 min of meer geforceerd spel. Ik ga zeker niet stellen dat zwart na (21-27) verloren staat, maar als zwart (23-28) had gespeeld en daarna pas (21-27) lijkt de stand van zwart veel gemakkelijker speelbaarder dan in de partij.
Het partijverloop vanuit de diagramstand was: (21-27), 33-29 (2-8), 30-25 (4-10), 38-33 (23-28), 42-38 (28-32?) Hierna komt zwart definitief in het nadeel. Beter was (18-23×23).
Steven den Hollander speelde een gelijkwaardige remise, waarin de computer geen spannende momenten aangeeft. Dat geldt ook voor mijn partij, maar tijdens de partij had ik zelf in ieder geval het gevoel dat het heel spannend was. Het belangrijkste fragment.
André van der Kwartel – Ton Burgerhout
Stand na de 26e zet van zwart.
Na 30-25 verzonk de zwartspeler in langdurig nadenken. Uiteindelijk volgde (11-16), 47-42 (17-21), 26×17 (12×21), 42-37 (7-12), 30-25 (15×24), 29×9 (13×4), 33-29 (19-23) en hier de grote teleurstelling: – die ik wel al eerder had zien aankomen – ik heb geen goed tempo om de ruil 40×29 met de dreiging van schijfwinst erin te houden. Dus: 31-26 (23×34), 26×17 (12×21), 40×29 en na (27-32) liep de partij geruisloos naar remise.
Hans Tangelder sloot de wedstrijd af met een remise, maar hij had ook voor de eindstand 6-6 kunnen zorgen als hij op de 29e zet niet een eenvoudige schijfwinst had gemist.
Guido van den Berg – Hans Tangelder
Hans meende hier schijfwinst te forceren met: (17-22), 28×17 (13-18), 23×12 (14×23), 29×18 (8-13), maar dat viel tegen: 17-11 (16×7), 39-33 (13×22), 32-28 (7×18), 28×17 en de stand bleef gelijk.
Maar Hans had in de diagramstand ook op een degelijker manier een schijf kunnen winnen: (13-18), 23×21 (16×27), 32×21 (14×43), 49×38 (26×17) met schijfwinst.