… van de competitie verliep iets beter dan de tweede ronde. Het achttal verloor met grote cijfers van het derde team van DES Lunteren (5-11), maar het zestal speelde verrassend gelijk tegen Den Haag. Een impressie van de interessantste momenten uit deze ronde.
Achttal
Jack van der Plas leverde als eerste twee punten in. Ondanks mijn eerdere waarschuwingen in deze rubriek, beging Jack een belangrijke positionele blunder:
Jack van der Plas – Jaap Heij
Stand na de 21e zet van zwart.
49-44??? (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (23-29!). Natuurlijk. De witte korte vleugel wordt lamgelegd. Jack kwam er niet meer aan te pas.
Vervolgens speelde Hans Kreder remise. Voor de oppervlakkige toeschouwer stond Hans huizenhoog gewonnen, maar in werkelijkheid mocht hij blij zijn met een punt weg te komen.
Michel Hendriksen jr. – Hans Kreder
Stand na de 30e zet van wit.
Zwart staat slecht. (6-11) en (12-17) zijn verhinderd. Hij doet er het beste aan om een schijf achterstand te accepteren met (14-19), 33-29 (19×30), 29-23, enz. Zwart heeft dan nog enige compensatie. In de partij werd gespeeld: (14-20??), 32-28? (20×29), 33×24 (22×33), 38×29. Hiermee mist wit de winst. Na (14-20) had wit moeten spelen: 33-29! Met het volgende plausibele verloop: (3-9), 49-43 (9-14), 44-40 (6-11), 39-33 en hier moet zwart wel (25-30) offeren, want anders loopt het snel mis voor hem.
Vervolgens ontdekte Peter van den Berg de kracht van enkele eenvoudige omsingelingszetten.
Henk Timmer – Peter van den Berg
Stand na de 36e zet van wit.
Om de stand min of meer gelijk te houden was (6-11) aangewezen met als plausibel verloop: 48-43 (11-17), 27-21×21 (17-22), 21-16 (12-17). Het ziet er een beetje eng uit, maar zwart hoeft zich geen zorgen te maken. De doorbraakactie met 26-21 en 16-11 bijvoorbeeld strandt op (23-29).
Het partijverloop was: (14-20?), 33-29 (20-24×24) [Beter was (12-17), maar daarna is 30-24 vrijwel dodelijk.] 39-33 (12-17), 34-29 (23×25), 27-21 (16×27), 32×14 en opgegeven. Zie de kracht van de witte formaties!
In de partij van invaller Dick den Ouden werd het evenwicht nooit serieus verbroken, met remise als logisch resultaat. Vervolgens verloor Maurits Meijer die in een wel heel eenvoudig zetje liep.
Maurits Meijer – Robbert Westerink
Stand na de 30e zet van zwart.
30-24?? (22-28), 31×33 (13-19), 24×13 (12-18), 13×22 (17×48). Wit haalde deze dam nog wel van het bord met 37-31, 38-32 en 26-21, maar het is daarna nooit meer wat geworden.
Joop Burgerhout bezorgde met een remise de tegenstander het negende en dus winnende punt. De laatste verliespartij van LDG kwam op naam van Harry Dekker. Hij beging een positionele fout, die eigenlijk afgestraft had moeten worden, maar zijn tegenstander beging op zijn beurt een slordigheid. Helaas miste Harry de hem geboden ontsnapping. Die eeuwige tijdnood ook….
Jaap van Hierden Sr. – Harry Dekker
Stand na de 40e zet van wit.
(18-23?), 34-30! (15-20), 30-24!? [Dit wint een schijf, maar geeft zwart de kans om te ontsnappen. Beter was daarom: 27-22!] (20×29), 33×24 (19×30), 35×24 (11-17?) Dit is het moment waarop zwart nog een redding achter de hand heeft: (12-18!), 28×19 (16-21), 27×17 (18-23), 19×28 (26-31), 37×26 (8-12), 7×18 (13×42). Dit zou voldoende moeten zijn voor remise. Overigens verloor zwart kort na (11-17) door tijdsoverschrijding.
Ik mocht de spreekwoordelijke eer redden na een partij waar ik niet erg tevreden over was, maar die verrassend soepel won. Al had tot op het laatst remise nog de uitslag kunnen zijn.
Chris Versteegen – André van der Kwartel
Stand na de 54e zet van wit.
De gemakkelijkste manier om hier te winnen is (24-29), gevolgd door (23-28). In een vlaag van verstandsverbijstering vergreep ik mij echter aan (11-16??). In een eindspel is het prettig om schijven aan de randen te hebben, maar niet als die een potentiële vangstelling vormen. Volgens KR is de stand plotsklaps remise na 39-34! Er dreigt 34-30, 49-44 en 31-27. Dat volgt ook na (24-19), maar dan voorafgegaan door 14-9. Haalt zwart zijn dam terug naar 47 dan volgt 34-30 en de remise komt snel in zicht voor wit. Gelukkig overzag mijn tegenstander deze mogelijkheid. Hij speelde 31-27?? En daarmee was alles weer in orde: (24-47), 49-43 (23-28) en winst.
Zestal
Vijf dagen na de wedstrijd van het achttal speelde het provinciale zestal tegen de damclub Den Haag. Tegen deze sterke ploeg werd met 6-6 gelijk gespeeld. Heel verrassend, daar de drie sterkste spelers van LDG niet meespeelden.
Jack van der Plas opende de score met een niet moeilijke, maar wel spectaculaire afwikkeling.
Bas Baksoellah – Jack van der Plas
Stand na de 25e zet van zwart.
Niets aan de hand na 41-36, maar wel na het gespeelde 43-39?? (29-33), 38×29 (26-21), 37×17 (16-21), 27×7 (18×36), 29×18 (13×2). Enkele zetten later gaf wit op.
LDG kwam op 4-0 door een prachtige overwinning van Rudi van Velzen.
Rudi van Velzen – Frans van Eenennaam
Stand na de 31e zet van wit.
Spelverloop: (9-14!?), 24-19!! (13×24), 32-28!! Zwart heeft geen enkel weerwoord. Hij speelde nog (24-30), maar gaf na 35×24 op.
Uit de overige vier partijen hoefden nog maar drie punten te komen, maar dat streven werd door een misser van mij al direct een stuk moeilijker gemaakt.
André van der Kwartel – Pertap Malahé
Stand na de 39e zet van zwart.
Een leerzaam moment. Na 27-22 vindt KR de stand gelijkwaardig. Na de – voor mij – meer voor de hand liggende (en gespeelde) zet 42-37?? is de stand voor wit vrijwel verloren. Zwart moet daarvoor dan wel (8-13!) spelen. Hij speelde echter (17-21) en daarmee was de stand weer gelijkwaardig. Het is leerzaam om na (8-13) wat variantjes te spelen. Wit komt heel snel steeds slechter te staan.
Vanuit de diagramstand was het spelverloop: 42-37? (17-21?), 40-34 (4-10), 39-33 (8-12). Deze zet verraste mij totaal. Ik hield alleen rekening met (13-18) of (10-15), waarbij ik voor deze laatste zet de punten al telde. Maar na de tekstzet zag ik in tijdnood de afwikkeling 27-22 (24-30), 35×13 (12-18), 28×19 (18×40) schitteren. Ik was bang dat die afwikkeling tot een slecht eindspel zou leiden en speelde min of meer in paniek: 35-30?? (24×35), 33-29 en kon na (12-17) enz. opgeven. De afwikkeling die ik ontweek, had snel tot remise geleid.
Vervolgens speelde Harry Dekker knap remise tegen Jan Kok. Maar hij miste onderweg wel een mogelijke winstkans.
Jan Kok – Harry Dekker
Stand na de 41e zet van wit.
In de partij speelde zwart (13-18) en het liep soepel remise. Zwart had zichzelf winstkansen kunnen scheppen met (21-26!). Het vervelende van dit zetje is dat het voor de hand liggende 32-28 is verhinderd door: (26×37), 42×31 (14-19) met schijfwinst. Wit heeft dus niet veel beter dan 42-37 en zit na (12-18) met een lastige stelling opgescheept. Een redelijk plausibel verloop is dan: 38-33 (18-23), 27-22 (14-19), 24-20 (23-29×30). Wit krijgt het moeilijk.
Joop Burgerhout speelde knap remise tegen Jeroen Kos, waardoor het bereiken van dat ene gewenste zevende punt geheel op de schouders van Maurits Meijer kwam te liggen. Maurits kwam in een nadelig eindspel terecht en verdedigde zich bekwaam. Helaas miste hij het moment waarop hij de kroon op zijn verdedigende werk kon zetten.
Gerard de Groot – Maurits Meijer
Stand na de 61e zet van wit.
Het is een complex eindspel dat voor iedere dammer een stevige uitdaging zal vormen.
Ik laat eerst het partijverloop zien, want de manier waarop wit wint is toch wel erg mooi.
(36-4?), 33-28 (4-31), 7-2 (31-48), 2×35 (48-43), 35-19 (43×21), 19×5. Nu blijkt dat beide witte schijven beschermd zijn: op (21-17) volgt 28-22 en op (21-12) volgt 23-18 en 25-20.
De diagramstand geeft het moment weer waarop zwart nog remise kan maken en er zit een zekere logica achter de gewenste zet: (36-22!). Wit heeft niet veel anders dan 32-28 (22-31). De witte schijven staan nu midden op het bord ongelukkiger opgesteld. De zwarte schijven aanvallen wordt voor wit vrijwel onmogelijk zonder dat ook witte schijven van het bord gaan.