Het Leids Damgenootschap is het nieuwe seizoen matig begonnen. Met 7-13 werd verloren van VAD uit Amsterdam. Hoewel VAD moet worden gezien als een duidelijk sterkere vereniging, had de wedstrijd toch aanzienlijk spannender kunnen verlopen dan het in de praktijk ging. Beide ploegen spelden met drie invallers, maar die van LDG scoorden slechts één punt terwijl de invallers van VAD er drie scoorden.
Invaller Arend van Beelen verloor als eerste. In een nadelige stelling maakte hij een ernstige fout en kon direct opgeven. Daarna speelde Evert Bronstring remise, maar hij heeft waarschijnlijk de winst gemist. Zijn tegenstander was gedwongen een schijf te offeren, maar won deze later weer terug met remise als uitkomst.
VAD kwam op 1-5 doordat Maurits Meijer verloor. Meijer speelde tegen een tegenstander die hij twee jaar geleden ook had bestreden. Toen mocht hij van geluk spreken dat hij met remise wegkwam. Tot verbijstering van teamleider André van der Kwartel speelde Meijer dezelfde nadelige opening als twee jaar geleden. Volgens Evert Bronstring had Meijer nu echter een betere variant gekozen en ‘had hij het nu wel voor elkaar’. Oppervlakkig gezien leek dat ook zo, maar tegenstander Herman van Westerloo had net wat dieper gekeken, pleegde een verrassend offer en kwam gewonnen te staan. Hij faalde niet in de afwerking.
De tweede invaller aan Leidse kant, Peter van den Berg speelde vervolgens verdienstelijk remise, maar Evert Bronstring gaf aan dat hij onderweg met een verrassende wending had kunnen winnen.
VAD kwam op 2-8 doordat Hans Kreder tamelijk kansloos verloor. André van der Kwartel speelde voor de derde keer in vier jaar tegen dezelfde tegenstander. Beide spelers hadden één keer gewonnen. Deze derde ontmoeting eindigde in remise, nadat Van der Kwartel in het middenspel duidelijk beter was komen te staan, maar het voordeel was niet doorslaggevend.
Hans Tangelder redde de spreekwoordelijke eer voor de Leidenaren door te winnen van een van de drie invallers van VAD. Hij moest er wel diep voor gaan, want pas ver in het eindspel lukte het hem een gewonnen stand op het bord te krijgen.
De derde invaller voor LDG, Dick den Ouden, verloor nadat hij tot in het verre middenspel zeker gelijkwaardig had gestaan, maar kennelijk ging er toen ‘ergens’ iets fout, want ineens stond hij aan alle kanten verloren. Harry Dekker speelde evenals het vorige seizoen tegen de jongste speler van VAD. Dirk Vet, een talent van misschien dertien of veertien jaar. Dekker stond een groot deel van de partij sterk overheersend en misschien zelfs wel gewonnen, maar het kwam er niet uit. De partij eindigde in remise.
De wedstrijd werd afgesloten met een remise aan het eerste bord tussen Edwin van Hofwegen en Arie Storm. Zij speelden een theoretisch bekende opening waarin zij pas op de 26e (!) zet op onbekend terrein kwamen. Toen was het materiaal echter al zodanig uitgedund dat remise de logische uitslag werd.