Welkom in Nederland!

Evert Dollekamp

Donderdag 26 januari vond ik het nodig LDG aan te bieden een kloksimultaan te geven. Er waren tien gasten op de clubavond, mijzelf niet meegeteld. Vier spelers durfden niet, zodat zes tegenstanders voor mij overbleven. Omdat ik graag met zwart speel, aan de spelers de keuze eventueel met wit te spelen. Wim wilde dat graag, want hij wilde zich ter voorbereiding op de NC voorbereiden. Veel geholpen heeft het niet, want hij beet die opvolgende zaterdag roemloos in het stof. Waarschijnlijk was de simultaanpartij daar debet aan. Na een zet of twintig werd zijn mislukte Roozenburgstelling simpel opgeblazen.

Hans Kolfoort deed het beter maar ook weer niet. Het is de enige partij waarin ik verloren heb gestaan. Tot drie keer toe kon Hans een doorbraakcombinatie nemen varierend op eenzelfde thema. Zelfs na mijn laatste knoeizet, een zogenaamde vingerzet (Jeroen Goudt) had Hans opnieuw de wind in de zeilen. Gelukkig bracht een remise-aanbod voor mij uitkomst. Een techniek die ik na jarenlange oefening perfect beheers. Het is daarbij belangrijk snel te handelen en de tegenstander niet het gevoel te geven dat er nog iets te halen valt. Bied je na vijftien minuten gepeins in een slechte stand remise aan dan kan het zijn dat de tegenstander inmiddels in de gaten heeft dat hij beter staat.

Menno speelde van het zestal het beste, na een uurtje spelen stond hij er als enige goed voor. Menno speelt als Peter. Het zijn bijna nooit echt slechte zetten, wel vaak onverwachte. Daar kun je geen plan op maken. Het grote gevaar voor de Menno’s en Peters is de combinatie. Dat bleek ook deze keer het geval. Menno moest een damzetje toelaten (wel eerst 16-21 bijgeven!) en ging kort daarna tenonder.

Rudi haakte af in een half-open klassiekje dat ik ondanks mijzelf op het bord had gebracht. Even eerder had ik het met de klemzet 22-27 razend ingewikkeld kunnen maken. De stand wemelt dan van de ingewikkelde varianten, waarna ook bij analyse niet duidelijk werd wie er dan beter staat. Tip: analyseer nooit met Koos, hij weet alles beter en laat je met een gefrustreerd gevoel achter. Waarschijnlijk is hij gewoon beter dan ik. Na de terugruil had ik iets beter spel, maar Rudi had zijn verdediging goed op orde. Remise dus.

Jack speelde als altijd: onbegrepen, waarschijnlijk ook voor zichzelf. Een wederzijdse voorpost op 17 respectievelijk 34 zorgde voor een schilderachtig spelbeeld, waarbij Jack zich uiteindelijk op 6 nestelde. Mijn minipyramide op 1,2 en 7 bezorgde mij met die onaantastbare voorpost op 34 uiteindelijk de overwinning. Maar niet nadat Jack met een geinig dubbeloffer nog een 2-om-4 voor elkaar kreeg. Gelukkig, want niet tevoren gezien, zat er nog een motiefje voor me in, waardoor damhalen niet mocht.

Hans Tangelder heeft zijn speelstijl aangepast. Geen wilde opsluitingen meer, geen naamloze skeletten, kromme opbouwen, verre randschijven (wit en/of) zwart, geen Bonnards, niets. Natuurlijk is dit jammer. Maar het moet gezegd, Hans kan ook rustig spelen. Kan, want afgelopen donderdag ging er toch iets mis.

1.33-28 17-22 2.28×17 11×22 3.39-33 6-11 4.35-30 20-25 5.31-27 22×31 6.37×26 15-20 7.41-37 10-15 8.46-41 5-10 9.36-31 11-17 10.41-36 20-24 11.40-35 15-20 12.33-28 1-6 13.44-39 7-11 14.39-33 10-15 15.31-27 17-22 16.28×17 11×31 17.36×27 4-10 18.47-41 24-29 19.33×24 20×40 20.45×34 15-20 21.43-39 6-11 22.39-33 11-17 23.27-21 16×27 24.32×21 2-7 25.37-32 19-24 26.30×19 14×23 27.41-37 10-15 28.49-43 9-14 29.21-16 14-19 30.33-28 20-24 31.43-39 3-9 32.37-31 9-14 33.50-44 14-20 34.44-40 18- 22 35.16-11 22×44 36.11×2 44-50 37.31-27 12-18 38.27-21 8-12 39.2-16 24- 30 40.35×24 19×39 41.32-27 17-22 42.48-43 39×37 43.40-34 22×31 44.34-30 25×34 45.21-17 50×6 Groeten, Hans.

Een paar fragmenten: 5.31-27 Hans en ik hebben een eeuwenlange historie met deze opening. Zonder aarzelen spelen we in plaats van 31-27 dan de 3-om-3 naar 6 met ondoorgrondelijk spel. Maar goed, het is gezegd dat Hans het nu rustiger aandoet. Gelukkig slaat hij in de partij naar 26. Dat is tenminste iets. Overigens is de opsluiting niet gevaarlijk voor wit.

23.27-21 Hans kan het weer niet laten en speelt de zwakste zet van het bord. De kracht van deze zet is echter dat hij niet gelijk verliest. Zwart moet nu een opbouw kiezen die de meeste kansen biedt. Ik besluit op een goed moment een van de vleugels vrij te maken, onder het motto: je moet altijd tevreden zijn met één zwakke vijandelijke vleugel (vrij naar Evert Bronstring).

27.41-37 Ook niet wat je zegt geweldig.

30.33-28 Ook niet wat je zegt geweldig.

33.50-44 En dit is zelfs geforceerd uit.

34…18-22 Dit kostte mij enige tijd. Weliswaar had Han zich direct verraden met ‘Oh, kan die ook nog!’ maar het kan best zijn dat er toch nog een addertje onder het gras zit. Ik heb een paar keer die avond te lang nadenken afgekapt om op de overige vijf borden een zet te doen. Anders kun je veel tijdschade oplopen. Dit was zo’n moment. Het zal allemaal wel winnen. En als iemand met Kingsrow bewijst dat dit niet zo is, sla ik hem neer.

45…50×6 Had Hans ook al overzien. Het eindspel riekt nu naar overmacht. Opgegeven. Volgende keer weer opsluitinkje doen Hans? Oja, die titel. Vanochtend sigaartjes gescoord, zegt een man dat tegen mij. Lag het aan mijn hoed? Aan mijn slordige baard? Ik zal het nooit weten. Na een verbaasd dank u volgende ik mijn weg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *