De avonturen van Hans Tangelder tijdens het World Cup*** (driesterren) Rotterdams Open.
André van der Kwartel
Van zondag 16 juli tot zaterdag 22 juli werd het World Cup*** (drie sterren) Rotterdams Open verspeeld. Een hele mond vol, maar het was dan ook een opgewaardeerde versie van wat vroeger het Rotterdams Open heette. Opgewaardeerd naar het label “World Cup”, waardoor er een ongekend aantal meesters en grootmeesters aan dit toernooi deelnamen. In totaal waren er 98 deelnemers, waaronder gelukkig ook een groot aantal ‘gewone’ dammers. Eén van hen was Hans Tangelder die de enige LDG-er was.
Het toernooi kende negen rondes, hetgeen betekende dat er op twee dagen twee wedstrijden moesten worden gespeeld. Voor het toernooi gold de FMJD regeling voor de tijdcontrole. Daarbij moeten per persoon eerst 45 zetten in anderhalf uur worden gespeeld. Daarna geldt voor de rest van de partij de Fischermethode: 30 minuten erbij met 30 seconden bonus per zet. De ouderwetse tijdnood deed weer haar intrede. Hans eindigde met negen punten uit negen wedstrijden op plaats 54.
De titel van deze bijdrage heb ik ontleend aan een nabespreking van een partij tegen Hans Tangelder. Ik begreep ineens hoe Hans het damspel benadert. Misschien herkennen jullie daarvan iets in dit verslag van zijn wederwaardigheden in Rotterdam.
Ronde 1
Hans begon het toernooi met een overwinning. Ik weet niet of er sprake was van een lokzet of dat Hans een degelijke zet speelde, waarmee hij ook een fraaie mogelijkheid meenam, In ieder geval kon zijn tegenstander zijn hebzucht niet beteugelen.
Hans Tangelder – Indy Schouten
Stand na de 30e zet van zwart.
30-24 (19×30), 35×24 (23-29?), 47-41 (29×20), 26-21!! Zwart liet zich de rest niet bewijzen. Hoe hij ook slaat, altijd volgt een damzet naar veld 1.
Ronde 2
Het leuke van het Zwitserse systeem: als je wint mag je de volgende ronde tegen een sterke(re) tegenstander spelen.
Hans Tangelder – Erik Hoogendoorn
Stand na de 53e zet van zwart.
Hans had een groot deel van de partij onder druk gestaan, maar vanaf de veertigste zet was de partij in evenwicht. In de bovenstaande stand maakte Hans helaas een verkeerde keuze: 38-33?
Kingsrow verklaart de partij pardoes verloren voor wit. Ter illustratie een paar zetten uit het partijverloop: (44-50), 33-29 (23×34), 7-2 (14-19) en het is wel duidelijk.
In de diagramstand had 7-1 tot remise geleid. Een paar variantjes ter illustratie:
· (13-18), 38-33
· (49-44), 1×34 (49×46), 34-48 dreigt 36-31. Na (13-19) volgt 36-31×26 met remise.
· (23-28), 1-34 (14-19), 34-48 (44-49), 38-33 (28×39), 48×30.
Ronde 3
En dus mocht Hans weer tegen een speler met een lagere rating. Het werd een relatief gemakkelijke overwinning.
Hans Loots – Hans Tangelder
Stand na de 40e zet van zwart.
32-28 lijkt een redelijk gezonde zet voor wit, maar gespeeld werd: 27-21? (16×27), 32×21. Binnen de kortste keren breekt zwart nu door naar dam: (17-22), 21-16 (12-17), 37-32 (26-31), 38-33 (31-36), 16-11 [Deze zet had wit beter twee zetten eerder al kunnen spelen.] (36×47), 32-28 (47×40). Wit gaf op.
Ronde 4
En dus wachtte weer een sterkere tegenstander. Hans speelde een goede partij, maar in een vier-om-vier ging het alsnog mis.
Rob Geurtsen – Hans Tangelder
Stand na de 55e zet van wit.
Het partijverloop was (11-17), 29-24 (17-22) en Kingsrow verklaart de stand verloren voor zwart. Ik geloof dat veel witspelers, waaronder ikzelf, dezelfde zetten zouden hebben gespeeld. Ik zou niet snel bedacht hebben dat zwart in de diagramstand (14-19!) moet spelen om nog remise in de hand te hebben.
Overigens is (11-17) nog niet de definitieve verliezende zet. Als zwart voortzet met (18-22) kan er nog een moeilijk eindspel op het bord komen. Een enkel variantje van Kingsrow: 24-20 (14-19), 20-15 (22-28), 15-10 (28-33), 10-4 (19-23), Het lijkt nog een heel eindspel te worden.
Ronde 5
Inmiddels was het Zwitsers systeem zó ver gevorderd dat Hans min of meer gelijkwaardige tegenstanders tegen kwam. Toch werd het ook nu een relatief gemakkelijke overwinning.
Hans Tangelder – Mark Werrebrouck
Stand na de 33e zet van wit.
Zwart overziet een niet al te moeilijk zetje: (19-24?), 35-30 (24×35), 34-29 (23×34), 39×30 (35×24), 32-28 (22×33), 27-21 (16×27), 31×2. Vier zetten later had wit de winst binnen.
Ronde 6
Toch weer een sterke tegenstander. Maar in dit geval ondernam Hans in een gelijkwaardige stand een actie waarvan mij het doel niet zo duidelijk was. Hoe dan ook, hij kreeg een tegenactie om zijn oren, waarna hij direct had kunnen opgeven.
Peter van der Stap – Hans Tangelder
Stand na de 33e zet van wit.
(4-10??) Was dit bedoeld als remisecombinatie of dacht Hans dat deze actie hem voordeel op zou leveren? 15×4 (35-40), 4×16 (40×49). Wit komt met een uitermate onplezierige verrassing: 47-41!! (49×47), 50-45 (47×40), 45×34. Hier had Hans gevoeglijk op kunnen geven. Je kunt het principe NOAD_OKAN ook te ver doorvoeren. Hans probeerde het nog zeven zetten en gaf op.
Ronde 7
Tot nu toe had Hans afwisselend gewonnen en verloren. Maar in deze ronde werd dat patroon doorbroken: Hans verloor voor de tweede keer op rij. Het werd een partij waarin Hans langdurig nadeel had, maar meerdere momenten miste, waarop hij zich onder de druk had kunnen uitspelen. Om er maar een voetbalterm tussendoor te gooien.
Het eerste moment heeft Hans eerder via de groepsapp van LDG verspreid. Voor wie daar niet bij is aangesloten:
Hans Tangelder – Tom Swelsen
Stand na de 28e zet van zwart.
Wit moet iets doen om schijf 23 te verdedigen. Hij koos voor 38-33 met nadeel. [Terzijde: mijn oog viel even op 35-30, maar dat heeft het bezwaar van (14-19) en (20-24).]
In de diagramstand had wit de partij gelijk kunnen houden met: 36-31 (27×36), 46-41 (36×47), 38-32 (47×24), 23-19 (14×23), 34-30 (25×34), 39×26.
Nadat wit nog een mogelijkheid had gemist om de stand gelijk te houden, ging het op de 44e zet definitief mis:
Hans Tangelder – Tom Swelsen
Stand na de 43e zet van zwart.
In deze stand speelde wit 24-19 en 23-18 en verloor snel na (11-16), 36-31.
Toch zit er een eenvoudige, ook bekende, maar wel verrassende remise in de stand: 44-39 (11-6), 23-18! (13×22), 39-33. Zwart heeft niet beter dan (27-32), waarna remise verzekerd lijkt.
Ronde 8
De enige remise van Hans in dit toernooi. Een remise waarvoor Hans zijn handen mocht dichtknijpen. Een groot deel van de partij heeft hij verloren gestaan. Meerdere keren constateerde Kingsrow dat Hans – bij goed spel – in alle varianten verloren stond, maar wist zijn tegenstander toch steeds weer een variant te vinden die niet het label ‘goed spel’ verdiende.
Twee voorbeelden:
Hans Tangelder – Piet Rozenboom
Stand na de 56e zet van wit.
Zwart vond het hier nodig om (11-17×7) te spelen waarna wit weer remise in handen heeft.
Een eenvoudige winst was: (35-40), 22-18 (13×22), 27×18 (40-44). De pointe is dat 18-12 nu verhinderd is door: (21-27), 31×22 (11-17), waarmee al het tegenspel van wit onmogelijk is gemaakt. Andere acties gaan wit te veel houtjes kosten om nog zinnig tegenspel te krijgen.
Enige zetten later was de volgende stand ontstaan:
Hans Tangelder – Piet Rozenboom
Stand na de 60e zet van wit.
Zwart heeft het zichzelf moeilijk gemaakt, maar had de strijd met (7-12) nog gaande kunnen houden. Een aardige variant is: 16-11? (12-17), 11×22 (44-49), 29-23 (49×21), 23-18 (21-3), 18×9 (19-23), 28×10 (3×5), 25×14 (5x..). Overigens zou wit volgens KR na (7-12) 27-22 nog remise in handen hebben.
Het partijverloop was: (13-18!?), 28-22?? Wit staat weer verloren. 37-32 was remise geweest. Zwart kan geen dam halen en KR komt daarom met de fraaie afwikkeling: (7-11), (19-23), (44-49), (18-22). Maar helaas, de rondslag is niet voldoende voor de winst.
(19-24??) En weer mist zwart de winst. Deze was mogelijk door: (18-23), 29×18 (44-50!).
Na 22×13 (24×33) werd tot remise besloten.
Ronde 9
Hans ging dus met een score van -1 de laatste ronde in. De uitdaging was natuurlijk om toch nog op een 50% score te komen. Hans speelde tegen Leo van Vlerken. Dezelfde tegenstander had hij eerder dit jaar ontmoet in het Veteranentoernooi in Voorburg. Hans won die partij met een verrassend zetje, terwijl hij totaal verloren stond. Die geschiedenis herhaalde zich min of meer.
Leo van Vlerken – Hans Tangelder
Stand na de 33e zet van wit.
Na (18-22×22) beoordeelt KR de stand als ongeveer gelijkwaardig. Maar Hans speelde: (24-30). 35×24 (29×20), 33-28 (13-19). Een interessante stand om te analyseren. 38-33. Volgens KR is 43-39 sterker. (20-24?) Volgens KR is (8-13) nu beter. 40-35 (8-13), 42-38 (23-29), 27-22?? Met deze ruil is alle voordeel voor wit verdwenen. Na 43-39 had hij nog steeds gewonnen gestaan. Maar het drama voor de witspeler gaat nog verder.
Leo van Vlerken – Hans Tangelder
Stand na de 43e zet van wit.
(34-40), 28-23?? Wit had zich taaier kunnen verdedigen 43-39 (40-45), 49-44. Nu volgde (13-18) en ging de partij snel verloren.
Ongetwijfeld heeft in deze fase ook de tijdnood een belangrijke rol gespeeld.