Namens André van der Kwartel
Na in de zevende ronde het tweede team van SNA uit Heerhugowaard te hebben verslagen, mocht LDG in de achtste ronde aantreden tegen het derde team van dezelfde vereniging. Hoewel teamleider Jack van der Plas alle moeite deed om ons te waarschuwen voor onderschatting werd het een grote overwinning met 13-3 voor LDG. Op een gegeven moment was de tussenstand zelfs 12-0.
De wedstrijd werd geopend door Rudi van Velzen.

Frank Aarts – Rudi van Velzen
Stand na de 18e zet van zwart.
Na 37-32?? Volgde: (10-15), 32×21 (12-18), 21×23 (24-30), 35×24 (14-19), 23×14 (9×49). Niet echt moeilijk, maar ruimschoots afdoende.
Het zetje, waarmee Hans Kreder een schijf won was een stuk eenvoudiger.

Bryan Tesselaar – Hans Kreder
Stand na de 12e zet van zwart.
Het is een vreemde gewaarwording als je dreigt met een eenvoudig zetje en jouw tegenstander laat dat gewoon openstaan. Ik heb zoiets zelf ook wel eens meegemaakt als uitvoerder, maar helaas ook als slachtoffer. 46-41?? (24-29!) en zwart won een schijf.
De derde winst kwam op naam van Edwin van Hofwegen. Een onvervalste Coup Royal.

Luca Smit – Edwin van Hofwegen
Stand na de 34e zet van zwart.
42-38?? (24-30), 35×24 (19×30), 28×17 (11×35).
Vervolgens was het de beurt aan Peter van den Berg. Zijn overwinning kwam nogal als een verrassing. Hij was op de tiende zet een schijf achter gekomen, maar had die op de 36e zet weer terug gewonnen. Vervolgens miste Peter een eenvoudige winst en kwam in een potremise stand terecht. En toen gebeurde op de 62e zet dit:

Peter van den Berg – Co Filmer
(18-22) en (18-23) zijn allebei remise, maar er werd gespeeld: (33-39???), 16-7 en zwart gaf op.
Ik mocht de vijfde overwinning aantekenen. Vrijwel tegelijk met de schijfwinst van Hans Kreder bood mijn tegenstander mij een damzet aan. Misschien in slaap gesust door het gemak waarmee Hans een schijf had gewonnen, voerde ik die damzet uit. Maar de dam ging direct met gelijk spel van het bord. Wederzijds zes schijven onnodig van het bord en 8 tempi achterstand in ontwikkeling voor mij. Ik was tevreden hoe ik daarna mijn stand opbouwde en bijna een totaal gewonnen stand wist te creëren. Bijna, maar net niet helemaal.

André van der Kwartel – Bert van Leijden
Stand na de 43e zet van zwart.
Ik heb veel bedenktijd in deze stand gestopt, maar ik kon geen sluitende winst ontdekken die er volgens KR inderdaad ook niet in zit. Ik koos voor de zet die de meeste kans gaf dat mijn tegenstander een fout zou maken: 39-33. Wit dreigt met een schijf winst. (14-20) is om dezelfde reden verhinderd. Op (13-19) volgt 28-22 met winst. Zwart moet dus kiezen uit (30-35) en (14-19). Na lang nadenken koos hij de verkeerde: (14-19??), 33-29! (30-35), 28-23 (19×28), 32×23 (13-19), 23×14 (12-17), 14-10 en wit won snel. Na (30-35) was de stand niet te winnen geweest.
Vervolgens zorgde Joop Burgerhout voor wat misschien wel een unieke gebeurtenis is: ook hij won – net als Edwin van Hofwegen – door een Coup Royal. Het is al vrij zeldzaam dat deze standaardzet in de praktijk wordt uitgevoerd en nu twee in één teamwedstrijd.

Joop Burgerhout – Sierd van Randen
Stand na de 38e zet van wit.
(9-13??), 27-22 en de zwartspeler wachtte de rest niet af: (18×27), 32×21 (23×34), 40×7.
SNA 3 mocht toch nog een overwinning noteren. Jack van der Plas had zich voor deze gelegenheid aan bod 1 gezet en verloor kansloos. Die laatste toevoeging doe ik als toeschouwer. Jack volgde de bekende Katwijkse school om zijn lange vleugel op te stellen en stond inderdaad “in hogere zin” al na 22 zetten verloren. Dat kun je als toeschouwer zo ervaren, maar in de praktijk van het damspel worden veel spoken gezien, waardoor de partij zich tot de 63e zet kon voortslepen met onderweg diverse mogelijkheden om remise-achtige varianten op het bord te brengen. Eén enkel voorbeeld:

Henk Groot – Jack van der Plas
Stand na de 26e zet van wit.
Wij herkennen het resultaat van de opening die wij kunnen typeren als een ‘Katwijker’. (Als topspelers mogen praten over een ‘Leningrader’ dan mogen tobspelers toch wel praten van een ‘Katwijker’ ?) Zwart kan hier nog binnen remisegrenzen blijven met (18-23). Het ogenschijnlijk sterke 34-29×29 wordt nu beantwoord met (12-18), enz. KR adviseert dan ook 43-38 met een waardering van 0.20. In de partij speelde zwart: (6-11?). KR waardeert de stand nu met 1.70 in het voordeel van wit. Bijna de waarde van twee schijven voorsprong dus. Maar het is niet aan wit besteed. In plaats van het krachtige 34-29 (Nu wel) speelde wit 21-16!? (10-15), 16×7 (12×1), 43-39? In plaats van het veel sterkere 43-38. Maar zwart pakt op zijn beurt het cadeautje niet aan. Met (18-23) zou hij de stand weer in evenwicht hebben gebracht. Hij speelde (8-12??).
Op deze wijze kabbelde de partij voort. Zwart heeft nergens zelf serieuze tegenkansen gehad, maar had zeker niet hoeven te verliezen.
Hein van Winkel had zich afgemeld voor deze wedstrijd, maar in Dick den Ouden werd een waardige vervanger gevonden. Hij had de stand op 14-2 kunnen brengen, maar in een complex eindspel vond hij niet de juiste strategie en moest in remise berusten.

Dick den Ouden – Ruben Heemsbergen
Stand na de 62e zet van zwart.
Dit was het moment waarop Dick definitief de winst uit handen gaf. Overigens was Dick al in het middenspel een schijf voor gekomen en als hij dat gedeelte scherp had uitgespeeld, had het helemaal niet tot een eindspel hoeven komen. Maar zo gaan die dingen.
Ik laat dit diagram zien om te illustreren waar je in dit eindspel op moet letten. Wit heeft met zijn dam de lange lijn in bezit. Zijn drie opgedrongen schijven aan de rand kunnen allemaal een dam worden. (Wel blijven opletten!) Om te winnen heeft wit schijf 37 helemaal niet nodig. In feite staat hij wit vooral in de weg. Een goede voortzetting zou dus bijvoorbeeld zijn geweest: 16-11 (48x), 11-6. Maar wit wilde zijn schijf behouden: 37-32?? (36-41). Zwart krijgt een tweede dam, waarna de eventuele winst wel heel erg ver te zoeken is.