Archive for Hans Tangelder

Haarlem

André van der Kwartel

De tweede ronde van de competitie bracht ons achttal op 3 oktober naar Haarlem. In het verleden heeft LDG er nog wel eens tegen geprotesteerd om op deze datum (Leidens Ontzet!) een wedstrijd te spelen, maar dit jaar bestond daartoe geen enkele reden. Ten gevolge van Covid-19 was er in Leiden niets te beleven.

Juist in verband met de risico’s op een coronabesmetting had Hein van Winkel had zich voor deze wedstrijd afgemeld. Een volledig te respecteren standpunt, maar juist voor het Haarlemse denksport- annex biljartcentrum wellicht ietwat voorbarig. Wij werden in de bar ontvangen met een uitgebreide voorlichting over de coronaregels die streng zouden worden gehandhaafd. De grote ruimte was ruim voorzien van pijlen die verplichte looprichtingen alsmede de verplichte anderhalve meter afstand aangaven. We mochten in de bar aan de tafeltjes plaats nemen, maar daar dan ook niet meer vanaf komen. Daar werd streng de hand aan gehouden, zoals menig onschuldig dammer te horen kreeg die bij de nabespreking de euvele moed had om bij het bord van een collega toe te kijken. De arme duivel werd streng door het barpersoneel ter verantwoording geroepen.

In de speelzaal was het al niet minder streng. Hoewel er maar liefst zes achttallen tegelijk speelden, was de ruimte groot genoeg om alle spelers op anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Boven de borden waren spatschermen aangebracht, zodat er ook een veilige barrière was tussen de directe combattanten. Het werd ons spelers uitdrukkelijk verboden om tijdens de wedstrijd rond te lopen om te kijken hoe de partijen zich bij teamgenoten ontwikkelden. Wellicht begrijpelijk, maar daardoor beoefenden wij een teamsport zonder te weten hoe het met het team ging. Sommigen van ons ervaarden tijdens de wedstrijd dan ook een zeker gevoel van vervreemding.

In ieder geval betekenden deze huisregels zo’n 3 à 4 uur zonder te bewegen achter het bord zitten. Een opgave die voor mij in ieder geval te hoog gegrepen was. Enkele overbodige tochtjes naar het toilet gaven nog enige afleiding. Die tochtjes hadden ook nog een andere reden. Om de kans op besmetting te minimaliseren werd de speelzaal grondig geventileerd. Zó grondig dat meerdere spelers in de loop van de wedstrijd hun jas aantrokken om nog enigszins warm te blijven. Mijn sanitaire tochtjes voerden echter door een zaal waar werd gebiljart en waar wel een aangename temperatuur werd gehandhaafd. Een welkome afwisseling. Het geheel leverde een enigszins tegenstrijdig klimaatbeleid op: degenen die stil zaten, zaten in de kou, degenen die zich rondom de diverse biljarttafels repten werd een warme omgeving geboden. Het zijn verwarrende tijden.

De score werd geopend met een remise van Hans Tangelder. Net als in de eerste ronde speelde hij een tamelijk overzichtelijke partij waar de computer maar één kanttekening bij maakt:

HDC_1

Hans Tangelder – Dick Siegers

Stand na de 34e zet van wit.

Zwart speelde (3-8) en (23-28), waarna de partij snel remise liep.

Mogelijk was echter: (23-28), 32×25 (27-32), 38×27 (15-20), 25×14 (13-19), 14×23 (18×49). Zwart moet wel naar 49 slaan, want als zwart naar 47 slaat volgt: 39-33 (47×29), 44-39 en zwart verliest. De stand na (18×49) is onduidelijk. Zwart kan zijn dam naar de eigen bordhelft brengen, maar de dam is wel erg duur, dus laten we het toch maar op remise houden.

Joop Burgerhout zette LDG op een 1-3 voorsprong. De partij eindigde met een aardige slagzet.

HDC_2

Frans Elzenga – Joop Burgerhout

Stand na de 45e zet van wit.

Je ziet zelden zo’n ideale opstelling van – in dit geval – de zwarte schijven. De stand zou uitstekend kunnen worden gebruikt als instructiemateriaal om het belang van (het ontbreken van) formaties te laten zien. Zwart staat huizenhoog gewonnen. Joop kon het zich dan ook permitteren om de simpele doorbraak (24-29), (19×30), (23-28), (18×40) te negeren. In plaats daarvan speelde hij: (24-30?!), 35×24 (19×30), 48-42? (16-21), 33-29 (21-26) [Ook (22-27) is een winnende optie, maar dit is mooier.] 38-33 Daarmee staat alles klaar voor een fraaie winnende afwikkeling: (14-20), 25×14 (13-19), 34×25 (23×43), 14×23 (18×47) en wit gaf op.

Helaas verloor daarna Jack van der Plas. Het kantelpunt in deze partij deed zich voor rond de 27e zet. Merkwaardigerwijze deden beide spelers direct na elkaar een niet erg voor de hand liggende zet die duidelijk zwakker was dan de zetten die wel voor de hand lagen.

HDC_3

Jack van der Plas – Harry van der Vossen

Stand na de 27e zet van wit.

Ik neem aan dat bijna iedere zwartspeler in deze stand zonder veel na te denken zou kiezen voor (17-22×22). Mijn computer geeft dan het volgende plausibele spelverloop: 30-25 (6-11) [(24-29) is het ook waard om nader te onderzoeken.] 32-28 (21×32), 28×6 (23-28), 38×27 (8-12), 33×22 (16-21), 27×16 (18×49). Er lijkt mij een min of meer gelijkwaardige stand over te blijven.

Zwart speelde echter (3-9?). Nu neem ik aan dat de meeste witspelers zonder lang na te denken 30-25 zouden spelen. De computer komt dan met de volgende variant: (9-14), 35-30 (24×35), 33-29 (23×34), 39×30 (35×24), 28-22 (17×28), 32×3 (21×32), 38×27 (11-17), 3×21 (26×17) en er is een vrijwel gelijke stand overgebleven.

De witspeler koos echter voor 28-22? (17×28), 33×22, kreeg groot nadeel en verloor kansloos.

Maurits Meijer verloor aan bord één van Mark Deurloo. Geen schande. Een subtiele fout in de opening kwam hij niet meer te boven. Toch één opvallend fragment uit deze partij op een moment dat Maurits al lang en breed verloren stond.

HDC_4

Mark Deurloo – Maurits Meijer

Stand na de 40e zet van wit.

Maurits dacht hier nog een truc achter de hand te hebben: (12-17), 1×5 (17-22). Zwart dreigt met (22-28) de dam met een één-om-drie af te pakken. Op dit moment passeerde ik dit bord en ondanks de strenge instructies kon ik het niet laten om de volgende winst van wit te zien: 5-10 (46×5), 29-23 (5×50), 43-39 (50×20), 25×12. Wit speelde echter 43-38 en moest nog twaalf zetten spelen voordat hij de winst binnen had.

Misschien zag ik deze afwikkeling met het heen en weer gooien van de vijandelijke dam, omdat ik zelf ooit zo’n slagzet heb uitgehaald:

HDC_5

A. Bizot – A. van der Kwartel (26-11-1994)

Stand na de 36e zet van zwart.

38-32? (13-18!), 22×4 (3-9), 4×35 (14-19), 35×21 (16×49).

Na dit uitstapje gaan we weer verder met de wedstrijd HDC – LDG.

Ik bracht met een remise de stand op 6-4, maar ik heb waarschijnlijk de winst gemist.

HDC_6

André van der Kwartel – Peter Schipper

Stand na de 42e zet van zwart.

Vanuit deze stand had ik in een lange variant naar een vrijwel zekere winst kunnen spelen. Om mij niet te hoeven verdiepen in allerlei subvarianten: de vastloopvariant wint voor wit. Zwart moet die dus ontwijken en dan ligt de volgende hoofdvariant voor de hand: 39-33 (3-9), 29-24 (6-11), 33-28 (11-17), 43-38 (9-14), 38-33 (23-29), 34×12 (17×8), 33-29 (25×23), 27-22 (19×30), 28×10. Dit eindspel lijkt gewonnen voor wit. Na bijvoorbeeld (30-34), 10-4 (34-39), 4×18 moet zwart nog een schijf inleveren vanwege de dreigingen en vangstanden na 18-1. Het lijkt mij alles bij elkaar tamelijk overtuigend.

Het spelverloop was gebaseerd op een slordige berekening mijnerzijds: 43-38 (6-11), 27-22?? (18×27), 29×9 (3×14), 37-31 (14-20), 31×22 (11-17), 22×11 (16×7), 32-28 (21-27), 38-33. Tot zover had ik een en ander correct gezien, maar op de een of andere manier hield ik alleen rekening met het offer (27-32) (dat trouwens ook niet wint), maar zwart speelt gewoon (20-24) en het gewenste 28-23 faalt op (19×28), 33×31 (24×35) en remise.

Peter van den Berg bracht met een verdienstelijke overwinning de partijen weer op gelijke hoogte (6-6), maar zijn tegenstander liet hem wel heel gemakkelijk door zijn lange vleugel naar dam lopen.

HDC_7

Rudi van Velzen – Peter van den Berg

Stand na de 39e zet van zwart.

Zwart dreigt met (19-24) en wit had dat het beste kunnen weerleggen met 30-25 (let overigens op de twee prachtige basisschijven op 2 en 4 die zwart een stevige verdediging geven.)

Wit speelde echter 38-33?? waarna zwart eenvoudig (22-27), 40-35 (27-32×32) speelde en achter elkaar winnend doorbrak naar dam.

Hierna volgde een onnodige tegenvaller. Na een partij waarin nauwelijks iets bijzonders was gebeurd verloor Hans Kreder in een remise-eindspel door tijdsoverschrijding. Hij verkeerde even in de veronderstelling dat hij er na de 50e zet extra bedenktijd bij zou krijgen. Die goeie ouwe tijd…

De eindstand werd bepaald op 10-6 doordat Harry Dekker verloor. Geen schande bij een ratingverschil van bijna 200 punten, maar toch…

Ik wil één moment uit de partij tonen dat een microscopisch klein kantelpuntje in de wedstrijd had kunnen zijn:

HDC_8

Roel Janssen – Harry Dekker

Stand na de 33e zet van zwart.

De computer adviseert hier 30-25 en 34-30, maar wit speelde 38-32!? De zwartspeler had van dit buitenkansje gebruik kunnen maken door (15-20!). 30-25 is nu verrassend verhinderd door (19-23), x (12-18), x (18×49), wat in ieder geval een schijf winst oplevert. Wit zal dus iets anders moeten spelen, waarna zwart met (20-25) een opsluiting kan innemen. In de partij speelde zwart (6-11).

Oplossing van voor de late avond

Hans Tangelder

De oplossingen van de opgaven van vorige week zijn:

Oplossingen1

Oplossingen2

 

 

Voor de late avond

Hans Tangelder

Nu we waarschijnlijk de komende weken ’s avonds vroeg thuis zijn, volgen hieronder een aantal opgaves ter oplossing op de late avond. Wit speelt en wint.

De oplossingen verschijnen volgend weekend op de website.

373 tot en met 378

Let op: In diagram 382 (hieronder eerste rij, tweede diagram met cijferstand wit: 25, 26, 30, 31, 33 tot en met 41, 45, 48; zwart: 3, 6, 7, 10, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 22, 23, 24, 29) wint wit geforceerd!

379 tot en met 384 - kopie

 

 

Damlust?

André van der Kwartel

Dat was aan het begin van het nieuwe damseizoen de grote vraag: Hoe staat het na de lange zomervakantie met de damlust? Bij de leden van Constant Charlois Rotterdam (CCR) was de honger naar het dambord niet erg groot. De drie teams van CCR besloten collectief dat het niet verantwoord was om onder de gegeven omstandigheden een wedstrijd te spelen. (CCR was overigens niet de enige vereniging die niet wilde spelen.)
Dat was prettig voor het Leids Damgenootschap dat in deze eerste ronde in Gouda moest uitkomen tegen het tweede team van Damlust, dat zoals, de naam al aangeeft, natuurlijk graag wilde spelen. Het eerste team van Damlust had moeten spelen tegen het eerste team van CCR, maar door het wegblijven van CCR speelden wij met zestien man in een zaal waar gemakkelijk zestig man tegelijk in kunnen dammen. Meer coronaproof kon het niet.
Hoezeer de vraag naar damlust leefde bleek ook uit de vraag van mijn tegenstander, Ruud Kloosterman, of ik dit seizoen al een serieuze wedstrijd had gespeeld. Ik antwoordde dat ik op de club pas één wedstrijd had gespeeld om daar op de benodigde achteloze toon aan toe te voegen: “Winst tegen Evert Bronstring.” Ziezo. Dat was alvast een half punt voorsprong.

Het wedstrijdverloop was verrassend, maar niet echt spannend. Daarvoor was Damlust te sterk. LDG kwam met geluk op een 4-0 voorsprong die langzaam maar zeker door Damlust werd omgebogen in een 9-7 nederlaag. Maar met iets meer scherpte van de LDG-ers was een verrassing mogelijk geweest.

De wedstrijd begon met een cadeautje voor LDG.

Damlust_1

Joop Burgerhout – Kariem Droog

Stand na de 22e zet van wit.
De zwartspeler zag een doorbraak schemeren maar misschien had hij beter kunnen wachten tot er wat meer licht was: (18-23??), 29×18 (17-21??), 26×28 en nu was de bedoeling: (8-12), 31×22 (12×41) maar ja……

Hans Kreder bracht met een aardig zetje de stand op 0-4.

Damlust_2

Hans Kreder – Wim Bor

Stand na de 29e zet van zwart.
Hans brengt een verrassend zetje in de stand dat door zwart volledig wordt gemist: 38-33! (1-6??), 24-19 (13×24), 29×20 (15×24), 26-21! (17×26), 37-32 (26×28), 33×2. Enkele zetten later gaf zwart op.

Jack van der Plas leek voor mij als toevallig passerende toeschouwer slecht uit de opening te komen, maar in de computeranalyse bleek dat erg mee te vallen. Zijn verlies was te wijten aan een ernstige slordigheid in een vrijwel gelijkwaardige stelling.

Damlust_3

Jack van der Plas – Harry Clasquin

Stand na de 32e zet van zwart.
Na 46-41 is er niets aan de hand, maar wit speelde: 34-29?? (15-20!). Nu is 30-25 verhinderd door (10-15), 25×23 enz. De ellende is dat dit mechanisme in de stand blijft zitten. Bijvoorbeeld: 42-38 (10-15), 30-25 (16-21), 25×23 (21×32), enz. Hierdoor kan wit er niets tegen doen dat zwart (15-10) speelt en met (20-25) een schijf wint. Het partijverloop vanuit de diagramstand was dan ook : 34-29 (15-20), 46-41 (10-15), 42-37 (20-25), 29×20 (15×24). De schijf op 30 ging verloren en zonder enige compensatie verloor wit spoedig.

Hans Tangelder speelde voor zijn doen een zeer overzichtelijke partij die dan ook geruisloos in remise eindigde.

Vervolgens verloor Maurits, waarmee de stand op 5-5 kwam. Een klein beetje theoretische kennis had Maurits geholpen zijn partij moeiteloos remise te houden.

Damlust_4

Peter van Eck – Maurits Meijer

Stand na de 42e zet van wit.
Een stelling uit de familie der klassieke late middenspelstanden. Bij veel dammers berucht vanwege de grote verschillen tussen standen die maar één tempo van elkaar verschillen maar daardoor een totaal verschillende uitslag kunnen hebben. Evert Bronstring zou daar een interessant college over kunnen geven. Het is toch wel belangrijk om enige kennis van dit soort standen te hebben. In de Mega database van TurboDambase 2015 blijkt deze stand maar liefst 192 keer voor te komen. Een groot deel daarvan eindigde in een beslissing, maar bij goed spel moet zwart na (23-29×29) remise kunnen houden. Maurits deed het anders: (12-17), 34-30 (17-22), 28×17 (21×12), 33-28 (12-17A), 38-33 en zwart heeft niet beter dan (26-31), 37×26 (23-29), maar na 28-23 (19×37), 30×10 (29×38), 10-4 ging de partij snel verloren.
A) Evert Bronstring gaf op de clubavond inderdaad een lesje over dit type klassieke standen en signaleerde onder meer dat zwart hier remise kan bereiken met 24-29.

Met het verlies van Hein van Winkel kwam Damlust op een 7-5 voorsprong. Hein had met zwart een groot deel van de partij het betere van het spel gehad, maar rond de veertigste ging het initiatief meer naar wit toe. Op de 42e zet beging Hein een belangrijke onnauwkeurigheid.

Damlust_5

Arie van der Knaap – Hein van Winkel

Stand na de 42e zet van wit.
(9-14!?) Deze zet hoeft op zich niet zwak te zijn, maar in combinatie met de volgende zet van zwart levert hij groot nadeel op. 31-26! (7-12?A), 26×17 (12×21), 35-30! (24×35), 33-29! Zwart heeft nu niet beter dan (21-26), 29×20 (25×14), 32-27. In de partij kwam zwart er daarna niet meer aan te pas.
A) De computer geeft hier een toch wel verrassende remise aan: (8-12!), 26×8 (13×2). Wit heeft nu niet veel beter dan 35-30 (24×35), 33-29 waarna zwart de stand met (35-40) gelijk houdt.

De laatste twee partijen eindigden in remise. En in beide gevallen mocht LDG daar niet over klagen.

Ik ontsnapte aan verlies omdat zowel ikzelf als mijn tegenstander een verrassende finesse miste.

Damlust_6

Ruud Kloosterman – André van der kwartel

Stand na de 47e zet van zwart.
Ik had in de partij langdurig onder druk gestaan en was tevreden dat ik het tot bovenstaande stand had weten te brengen. Mijn tevredenheid was gebaseerd op de gedachte dat in de diagramstand wit de schijf op 26 moet afstoppen en dat ik dan met mijn dam het witte blokje schijven van achteruit kan bedreigen. Het partijverloop geeft mij gelijk: 1-18 (41-46), 29-24 (46-37), 34-29? (25-30), 24×35 (14-19), 23×14 (37×12) en remise overeengekomen.
Maar…. Er klopt iets niet. In de diagramstand had wit moeten spelen: 23-18! (26-31) is nu verhinderd door: 34-30 (25×32), 33-28 (32×12), 1×47. Totaal niet naar gekeken. Zwart had in dat geval misschien met eerst (25-30) en daarna (26-31) nog kunnen tegenspartelen, maar het begint er steeds somberder uit te zien. Kortom: een ietwat gelukkig punt voor LDG.

Harry Dekker mocht met een remise de eindstand op 9-7 brengen. Maar ook hij heeft daarbij misschien wel wat geluk gehad, hoewel dat minder goed is hard te maken dan in mijn partij.
Het gaat om het volgende fragment.

Damlust_7

Harry Dekker – Alex Bitter

Stand na de 37e zet van wit.
Wit heeft zojuist 27-22 gespeeld en zwart reageerde met (7-11), maar sterker was geweest (16-21). Voor de hand ligt 22-17, maar dan kan zwart reageren met (19-23), 17×30 (23×43). Er zal nog veel spel kunnen volgen, maar het is duidelijk dat wit zal moeten verdedigen.

Evert Bronstring aan kop in interne LDG

Hans Tangelder

Na 4 ronden van de interne gaat Evert Bronstring aan kop met 6 punten uit 4 wedstrijden gevolgd door André van der Kwartel met 4 punten uit 2 wedstrijden.

De uitslagen van ronde 3 en 4 zijn:

16 september ronde 3:
Maurits Meijer – Peter v/d Berg 2-0
Harry Dekker – Evert Bronstring 0-2
André van der Kwartel vrij

23 september ronde 4:
Harry Dekker – André van der Kwartel 0-2
Evert Bronstring – Maurits Meijer 2-0
Jack van der Plas – Peter van de Berg 2-0
Hans Tangelder – Steven den Hollander 2-0

De volledige stand is:

Evert Bronstring 6 uit 4
André van der Kwartel 4 uit 2, 1x vrij
Hans Tangelder 4 uit 3
Hein van Winkel, Quirinius van Dorp, Jack van der Plas 2 uit 1
Maurits Meijer 2 uit 3, 1x vrij
Steven den Hollander 2 uit 3
Harry Dekker, Peter v/d Berg, 2 uit 4
Wim Zwinkels 0 uit 2

Van ruilen komt huilen

Evert Dollekamp

Deze bekende Surinaamse gezegswijze is afkomstig van Hans Jansen. Jarenlang reisde ik samen met hem behalve per auto ook per trein naar de teamwedstrijden. De trein was een uitgelezen mogelijkheid om na de partij de tijd met een zakdambordje te doden. Zo kwam het dat Hans weer eens op de zijn zo onnavolgbare wijze de gewonnen partij demonstreerde. Nadat de tegenstander na zijn zoveelste vervlakkende ruil de ultieme vereenvoudiging aan het volk toonde, gaf Hans zijn analyse een vernietigend einde: ‘Van ruilen komt huilen!’ Schiet me nu te binnen dat ik met Hans in de trein ooit een oude dame ontmoette die wel met Hans een potje wilde dammen. ‘Maar ik wil niet dat mijn stenen geslagen worden, want dat vind ik maar niets!’ Zelf mocht ze wel slaan natuurlijk, zodat de Grootmeester pijnlijk in het stof beet.

En wat me ook onvergetelijk is bijgebleven qua treinreizen: Peter van Harten! Toen ik nog jong en onschuldig was en mij te pas en te onpas aan training vergreep, reisde ik samen met onder andere Peter en Bauke Bies naar de centrale training in Utrecht. Per trein ging dat allemaal, want een auto konden wij ons als onderbetaalde staatsamateurs natuurlijk niet veroorloven. Peter had een zakdambordje in de hand wat bij het overstappen te veel van het goede was. Op de roltrap naar beneden botste hij tegen zijn buurman en zo viel dat bordje uit zijn  hand, een lawine aan rode en witte schijfjes veroorzakend. De consternatie was alom toen Peter tegen het verkeer in alle ballen weer probeerde te verzamelen. Twee dingen waren daarin opmerkelijk. Ten eerste wist hij alle schijfjes plus bordje weer te redden. Ten tweede wisten we de aansluitende trein alsnog te halen.

Peter van Harten was trouwens een speler naar mijn hart. Altijd het vizier op mooi spelen, ongeacht tegen wie. Ik leerde hem kennen in het hoge noorden, waar we tegenstanders waren in toen nog de kwartfinales van het kampioenschap van Nederland. Het rayon noord was altijd een zware poule. Was je in zo’n jaar zo maar in gezelschap van Auke Scholma, Bauke Bies, Anton Schotanus, Sjoerd Visser, Douwe de Jong, Siep Buurke, Otto Drenth, Pieter Bergsma, Herman van Meggelen, Johan Capelle en Peter van Harten. Dat waren prachtige wedstrijden. Gevecht op het scherpts van de snede. In die tijd, ik spreek over begin jaren tachtig, stond ik zelf bekend als de grote verdediger. Iemand die heel slim kon ruilen. Moeilijk van te winnen. Van ruilen kon ik heel blij worden. Zelden verloor ik. In de loop der jaren veranderde dat langzaam. Het ruilen begon mij tegen te staan. Ik veranderde gaandeweg in een speler die eerst interessanter ging spelen en uiteindelijk alle zorgvuldigheid liet varen. Eerst kwam me dat op mooie resultaten te staan, diverse Grootmeesters bracht ik op de rand van de afgrond en sommigen vielen daar daadwerkelijk in. Vele remises ook tegen die gasten, maar ik ben het met Evert Bronstring eens dat een remise nooit een prestatie is.

Nadat ik de persoonlijke wedstrijden vaarwel heb gezegd heb ik me jaren geprobeerd te vermaken in de clubwedstrijden in de Ereklasse. Dat ging lange tijd goed tot ik in Volendam tegenover Ndjofang kwam te zitten. Ik snap werkelijk niet waarom een GMI tegen een eenvoudige MN zoals ik zo flauw gaat zitten spelen. Al tijdens de partij begon ik me zo aan dat geruil te storen dat ik gewonnen kwam te staan. Beetje rare zin, maar het kwam er op neer dat een lelijke blunder me de partij nog kostte ook. Kort daarna zei ik de Ereklasse vaarwel.

Uitwaaien in de Hoofdklasse bij Tilburg leek me wel wat. Het tegendeel was waar. Alles werd er afgehakt. Reglementaire zetten allemaal, maar mijn plezier verdampte waar ik bij stond. Nu moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen dat ik ooit in een Halve Finale NK tegen Frits Luteyn met wit de volgende opening heb gepresteerd: 32-28, 18-22, 31-27, 22×31, 36×27 (‘Nou nou’, zei Frits). Maar dat was vroeger toen ik nog jong en ambitieus was. Het is in die vier jaar Hoofdklasse niet veel beter geworden. In de Eerste Klasse met LDG werd het nog erger. Het ging zo ver dat ik de zaterdagochtend voorafgaand de wedstrijd wel eens serieus overwoog mij wegens ziekte af te melden. En er ontstond nog een ander fenomeen. Ik begon niet alleen een hekel te krijgen aan de ruilen van mijn tegenstander, maar ook aan mijn eigen ruilen! Ik begon het dametje dat Hans Jansen alle hoeken van het bord liet zien steeds beter te begrijpen. Van ruilen komt huilen.

Verrassende uitslagen in tweede ronde interne LDG

Hans Tangelder

In de tweede ronde van de interne van LDG afgelopen donderdag waren er enkele verrassende uitslagen:

André van der Kwartel wist Evert Bronstring te verslaan. Quirinius van Dorp won met een fraaie combinatie van Harry Dekker:

QHarry

Quirinius van Dorp – Harry Dekker

In de diagramstand speelde wit de positionele lokzet 34-30! Dreigt om op de volgende zet met 30-24 een rechtervleugel aanval in te zetten. Zwart verhinderde dit plan met 15-20?, waarna wit toesloeg met de coup Napoleon: 30-24!, (20×29), 28-22, 38-32, 26-21, 31×2.

Hans Tangelder wist verrassend Steven den Hollander te verslaan.
In onderstaande stelling had Steven een fraaie combinatie in de stand gevlochten, die echter door Hans tijdens zijn zetcontrole tijdig onderkend werd:

HansSt

Steven den Hollander – Hans Tangelder

Na 8-13? zou volgen 31-26! 22×42 26-21 17×26 33-29 24×33 39×6 42×33.

Enkele zetten later was zwart genoodzaakt om een centrum aanval te plaatsen:

HansSt1

Steven den Hollander – Hans Tangelder

Omdat Steven daarna in de omsingeling te lang doorspeelde op winst kwam hij in de problemen:

HansSt2

Steven den Hollander – Hans Tangelder

Maar hier gaat zwart in de fout en verzuimt wit om alsnog de remise binnen te halen. Zwart vergreep zich aan 42-26? en werd verrast door 25-20! 24×15 32-28 35×24 11-7 1×12 27-21 26×17 22×11 12-17 11×22 8-12

HansSt3

Steven den Hollander – Hans Tangelder

Hier speelde wit met zeeën van bedenktijd te snel 34-29? 24×33 28×39 en hoopte dat zwart, die weinig resterende bedenktijd had, zich zou vergrijpen aan 15-20?, waarna het standje remise is. Zwart zag echter snel dat de partijvariant

19-24! 39-34 13-19 44-39 12-18 22×13 19×8 39-33 8-13 34-29 13-18 29×20 15×24 wint.

Steven had echter in de diagramstelling met 44-40! nog een benauwde remise in handen, omdat zowel 15-20 en 13-18 onvoldoende blijken te zijn voor winst.

De uitslagen van de eerste twee rondes van de interne competitie zijn:

2 september

Hein van Winkel – Peter van de Berg 2-0
Evert Bronstring – Hans Tangelder 2-0
Wim Zwinkels – Harry Dekker 0-2
Maurits Meijer – Steven den Hollander 0-2

9 september

Quirinius van Dorp – Harry Dekker 2-0
Steven den Hollander – Hans Tangelder 0-2
Peter van de Berg – Wim Zwinkels 2-0
Evert Bronstring – André van der Kwartel 0-2
Maurits Meijer vrij.

De stand na 2 ronden is:

André van der Kwartel, Hein van Winkel, Quirinius van Dorp: 2 punten uit 1 wedstrijd.

Peter van de Berg, Harry Dekker, Hans Tangelder, Evert Bronstring, Steven den Hollander: 2 punten uit 2 wedstrijden.

Maurits Meijer: 0 punten uit 1 wedstrijd.

Wim Zwinkels: 0 punten uit 2 wedstrijden.

Interne competitie 2020-2021 van start, Casper Remeijer winnaar 2019-2020

Hans Tangelder


Afgelopen donderdag is de interne competitie 2020-2021 weer van start gegaan. Evert Bronstring wist Hans Tangelder te verslaan, Steven den Hollander won van Maurits Meijer.

Harry Dekker en Hein van Winkel wisten hun tegenstanders combinatief te verrassen:

 

HeinPeter

Hein van Winkel – Peter van de Berg

In een licht nadelig eindspel vergreep Peter zich aan 11-16? Na 32-28 en het damoffer 3-12! staakte hij de strijd.

 

HarryWim

Harry Dekker – Wim Zwinkels

Na 7-11? werd Wim verrast door de coupe Philippe met 27-22, 33-29, 43-39. Het aantal schijven blijft wel gelijk, maar de zwarte schijf op 27 gaat verloren. Harry won de partij, maar Wim was in het eindspel nog dicht bij remise.

 

De interne competitie 2019-2020 is geëindigd met als eindstand stand de stand uit maart 2020, toen vanwege de Corona uitbraak deze competitie werd stilgelegd:

Eindstand

De eindstand laat zien dat Casper Remeijer de interne won met een overtuigende voorsprong. Edwin van Hofwegen werd tweede, en André van der Kwartel derde.

De LDG bekercompetitie 2020 is gevorderd tot de kwartfinale.
Casper Remeijer is al naar de halve finale na winst op Hans Kreder. De andere 3 partijen uit de kwartfinale moeten nog gespeeld worden.

Hieronder volgt het overzicht van de 

LDG beker 2020

De onderstreepte namen zijn door naar de volgende ronde.

Ronde 1 (16e finale)

Quirinius van Dorp (600) Joop Burgerhout (1044) 0-2
Evert Bronstring (1275) Peter van den Berg (906) 1-1
Arjan Varkevisser (800) Hans Tangelder (1152) 0-2
Jack van der Plas (978) Harry Dekker (1030) 1-1 1-1
Dick den Ouden (979) Maurits Meijer (1144) 2-0

Ronde 2 (8e finale)

Steven den Hollander (1295) Evert Dollekamp (1253) 2-0
Casper Remeijer (1408) Eelco Kuipers (600) 2-0
Edwin van Hofwegen (1196) Dick den Ouden (979) 2-0
Jack van der Plas (978) Koos van Amerongen (1332) 0-2
Hans Kolfoort (1126) Hans Tangelder (1152) 0-2
Wim Zwinkels (600) André van der Kwartel (1074) 0-2
Robert Straver (600) Hans Kreder (1106) 0-2
Joop Burgerhout (1044) Peter van den Berg (906) 2-0

Ronde 3 (kwartfinale)

Hans Tangelder (1152) Joop Burgerhout (1044)
Casper Remeijer (1408) Hans Kreder (1106) 2-0
Edwin van Hofwegen (1196) Koos van Amerongen (1332)
André van der Kwartel (1074) Steven den Hollander (1295)

Ronde 4 (halve finale)

Ronde 5 (finale)

 

Start interne competitie LDG op donderdag 3 september

Hans Tangelder

Donderdag 3 september start weer de interne competitie van LDG.

Belangstellenden voor de interne competitie van LDG zijn van harte welkom. Als u op proef mee wilt spelen  dient u uiterlijk om 20.00 uur aanwezig te zijn in het Denksport Centrum, Robijnstraat 4, Leiden, zodat u ingedeeld kunt worden. Hieraan zijn geen kosten verbonden. Van te voren aanmelden is ook niet nodig.
LDG gunt belangstellenden en nieuwkomers – zowel beginners als gevorderden – een ruime periode om vrijblijvend kennis te komen maken.
Het is dus niet nodig om meteen lid te worden.

Bij deelname dient U wel de corona maatregelen uit het Protocol verantwoord dammen bij het Leids Damgenootschap in acht te nemen:

Coronaregels LDG

Blijf thuis als je klachten hebt

Blijf thuis als je de afgelopen 24 uur een van de volgende (ook milde!) symptomen hebt: neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn, (licht) hoesten, benauwdheid, verhoging, koorts en/ of plotseling verlies van reuk of smaak

Hou 1,5 meter afstand

Bij het spelen van een partij mag je in overleg met je tegenstander van deze regel afwijken.

Reinig voor en na het spelen het spelmateriaal

Laat je naam achter als je niet gespeeld hebt

Laat je contactgegevens achter

als je niet zeker weet dat deze bij LDG bekend zijn.

Denk aan de gezondheid van jezelf en die van anderen

Als de bepalingen in dit protocol strijden met bepaling in een ander protocol gelden de bepalingen uit dit protocol.

Bestuur LDG

Koos van Amerongen wint LDG zomercompetitie glansrijk

Hans Tangelder

Afgelopen donderdag werd de laatste rond van de LDG zomercompetitie gespeeld.

Koos van Amerongen behaalde met 6 winstpartijen en 3 remises overtuigend de eerste plaats en mag daarmee als winnaar van de LDG zomercompetitie genieten van eeuwige roem. Het zilver ging naar Richard Meijer en het brons naar Steven den Hollander.

Klik hier voor de volledige eindstand

In de twee laatste rondes afgelopen donderdag sloeg Hans Tangelder twee maal toe met verrassende combinaties:

ZomerT_HansT_RichardMeijer

Hans Tangelder – Richard Meijer 2-0

Richard, die in hevige tijdnood verkeerde, werd na 11-17? verrast door een geniepige combinatie:34-30! Nu is 24×35 verplicht, maar daarna volgt 42-37, (23×34), 39×30, (25×34 of 35×24), 27-21, (16×36), 37-31, 36×27, 32×3.

In de diagramstand lijkt zwart met 22-28, 33×22, 24×44, 49×40, 16-21, 27×16, 18×36 een schijf te kunnen winnen, maar daarna volgt 34-30, 25×34, 40×9.

 

ZomerT_HansT_MauritsMeijer

Maurits Meijer – Hans Tangelder 0-2

Maurits miste na 13-18, (39-34?), 18×29, 34×23 een verrassende openingscombinatie: 17-21! Na 28×17, volgt 12-18. Na 26×17, volgt 12×21, 9-13, 13-18.

Na 13-18, was 47-41, (18×29), 35-30 nog mogelijk met gelijkwaardig spel.