Archive for Uncategorized

Open Leids Sneldamkampioenschap

Hierbij nodigt LDG u van harte uit om mee te doen aan het open Leids sneldamkampioenschap volgende week donderdag 5 september 2019.

Wat: open Leids sneldamkampioenschap

Wanneer: 20:00 uur, donderdag 5 september 2019

Waar: Denksportcentrum Leiden, Robijnstraat 4

Speeltempo: 5 min. + 3 s/zet

Toernooivorm: 7 rondes Zwitsers

Kosten: gratis

Aanmelden: vrij inloop, aanmelden niet nodig, gaarne voor 20:00 uur aanwezig zijn

Marc Bremer overtuigende winnaar zomercompetitie 2019

Marc Bremer schitterde gisterenavond door afwezigheid, maar heeft wel door niet te spelen zijn eerste plek veiliggesteld. Met een indrukwekkend eigenmoyenne van 1,800 en een totaalmoyenne van 1,614 heeft Marc met een ruime marge de zomercompetitie gewonnen. Op de tweede plaats is geëindigd Casper Remeijer met een score van 1,425 en op de derde plaats Koos van Amerongen met een score van 1,401. Cruciaal was de mooie overwinning van Marc op Casper van vorige week. Zie ook de analyse van Casper op Toernooibase.

Marc heeft met zijn indrukwekkende overwinning een leuk prijsje gewonnen. Dit jaar kent de zomercompetitie voor het eerst prijswinnaars, waarbij iedereen kans maakt op een prijs met ratingklassementen en juryprijzen. Alle prijswinnaars op een rijtje:

  • Marc Bremer, winnaar zomercompetitie
  • Maurits Meijer, winnaar ratingklassement t/m 1150
  • Dick den Ouden, winnaar ratingklassement t/m 1000
  • Daan Binnendijk, beste dammende schaker
  • Marco de Leeuw, grootste opwaartse ratingoverwinning
  • Arjen de Mooij en Evert Dollekamp, mooiste blunder
  • Quirinius van Dorp, troostprijs

Marco leidde voorafgaand aan de laatste speelavond het ratingklassement t/m 1150 met een ruime marge op Maurits (1,278 vs. 1,094), maar moest door twee nederlagen de overwinning aan Maurits laten die de laatste avond twee keer wist te winnen. Gelukkig voor Marco (1123) stond hij ook bovenaan het klassement van de grootste ratingoverwinning met een knappe overwinning op Evert Bronstring (1275, 152 rating verschil) en kwamen er de laatste avond geen blauwe overwinningen meer bij. Marco bezet overigens ook de derde plaats in dit klassement door ook de andere Evert, Evert Dollekamp (1253, 130 verschil), te verschalken.

Door de mooie deelname van een contingent enthousiaste, dammende schakers heeft de jury besloten ook een prijs uit te reiken aan de beste dammende schaker naast de aangekondigde ratingsklassementen en grootste ratingoverwinning.
Het aanbod aan mooie combinaties was enigszins teleurstellend en dus heeft de jury, bestaande uit Steven den Hollander en Casper Remeijer, de mooiste blunder uit het grote aanbod blunders beloond met een juryprijs. Deze ging naar Arjen de Mooij en Evert Dollekamp voor een wederzijdse blunder.

LDG zomercompetitie 2019 Arjen de Mooij - Evert Dollekamp foto

Arjen staat op de foto hierboven verloren, maar heeft zojuist 36-31 gespeeld om de dam van Evert te vangen. Evert slaat echter 27×36!, waarop Arjen Evert duidelijk maakt dat dat een onreglementaire zet is door “Je moet hierheen slaan.” te zeggen en naar veld 30 te wijzen. Dus Evert slaat braaf 26×30 en na 47×9 4×13 35×24 werd het remise. Beide spelers misten totaal de slag 26×15 waarna de witte dam gevangen wordt door 47×9 4×13 en zwart makkelijk wint.

De troostprijs gaat naar Quirinius die niet één maar maar liefst twee keer in het Haarlemmerzetje is gelopen. Hiervoor krijgt hij een mooi Haarlems aandenken om hem te helpen herinneren:
Haarlem
Zoals Peter tijdens de prijsuitreiking terecht opmerkte had dit natuurlijk eigenlijk een Haarlemmersetje moeten zijn met een tweede exemplaar erbij.

Tot slot nog een combinatierijk fragment van de laatste speelavond. In onderstaande stand is Marco aan zet tegen Casper. Wit staat beter door zijn centrumcontrole en doordat de zwarte korte vleugel speelvrijheid mist.

LDG zomercompetitie 2019 15 Casper Remeijer - Marco de Leeuw
Casper Remeijer – Marco de Leeuw

Marco speelde hier 31. … 11-16, werd verrast door de dreiging 32. 38-33, raakte de kluts kwijt en speelde 32. … 4-9?, waarna Casper damhaalde middels 33. 24-19 13×24 34. 28-22 17×28 35. 33×4 24×35 36. 4×31 en later won. De slotstand is ook aardig met een leerzaam geintje waardoor Marco niet door kan breken, zie de partij op Toernooibase. Beter was het om in de diagramstand 31. … 3-9 te spelen. Als wit dan 38-33 speelt, kan zwart na 9-14 de schijfwinst met 28-22 17×28 33×31 beantwoorden door met 14-19 schijf 24 te winnen. Opvangen met 40-35 19×30 35×24 mag dan niet, omdat zwart voorbereidt met 12-17 en 4-9 en daarna schijf 29 er tussenuit haalt.
Na 31. … 3-9 kan wit beter 32. 28-23 spelen en toen kwam mijn computer tot mijn verrassing met de zet 32. … 2-8 op de proppen. Dit is een zeer a-positionele zet die een mens niet snel zal spelen, maar de computer ziet natuurlijk dat de logische zetten 9-14 en 17-22 verhinderd zijn. Het idee is het hetzelfde, maar de combinatie na 32. … 9-14 is het fraaist: 33. 23-19 14×23 34. 36-31 27×36 35. 26-21 17×26 36. 46-41 36×47 37. 49-44 47×33 38. 39×6!
32. … 2-8 heeft ook nog een andere functie en dat zien we na de logische zetten 33. 39-33 17-22 34. 46-41 9-14. Wit is nu verplicht tot 35. 41-37, omdat het volgende dreigt: 13-19! 24×2 25-30 2×32 30×46 met winst voor zwart.

De eindstand vind je hier en de partijen voor zover ingevoerd zijn op Toernooibase te vinden. Tot volgend jaar!

Rotterdams Open 2019

André van der Kwartel

Van 14 tot 20 juli vond in het sportcomplex van de Erasmus Universiteit het jaarlijkse Rotterdams Open damtoernooi plaats. Het toernooi kende 128 deelnemers, waaronder twaalf internationaal grootmeesters. Ook drie Damgenoten deden mee: Steven den Hollander. Hans Tangelder en Hein van Winkel. Hans eindigde op de 26e plaats met 11 uit 9. Steven eindigde ongeslagen op de 38e plaats met eveneens 11 uit 9. Hein kwam op plaats 106 terecht met 7 uit 9.

Het is gebruikelijk bij dit type toernooien dat in de eerste rondes spelers met een hoge rating worden gekoppeld aan spelers met een duidelijk lagere rating. Die geleide loting leidde er dit jaar toe dat Hans Tangelder in de eerste ronde ‘mocht’ aantreden tegen Alexander Georgiev. En Hans had voor een kleine sensatie kunnen zorgen….

GeorgievHans

Alexander Georgiev – Hans Tangelder

Stand na de 32e zet van wit.

In de partij volgde: (13-19??), 32×23 (19×28), 42-38 (31×42), 39-34 (28×39), 34×43 (42×24), 30×10 en Hans kon enkele zetten later opgeven.

In de diagramstand had Hans echter ook een verrassende remise-combinatie uit kunnen halen: (17-21!!), 26×10 (16-21!!), 37×17 (28×48), 17×28 (48×5) en wit heeft dan nog geluk: 30-24 (x), 33-28 (x30), 35×24 met remise. Juist van Hans hadden de meeste van ons Damgenoten verwacht dat hij zo’n slagzet er wel uit had kunnen halen.

Ook Hein van Winkel had in die eerste ronde een opvallend resultaat kunnen boeken, maar in een gelijkwaardige stand tegen Andrew Tjon A Ong beging hij een kleine slordigheid:

AndrewHein

Andrew Tjon A Ong – Hein van Winkel

Stand na de 41e zet van wit.

Na bijvoorbeeld (3-8) is de stand vrijwel in evenwicht. Maar Hein kwam op de onzalige gedachte om (17-21??) te spelen. Nu volgde een eenvoudig, maar toch wat verborgen zetje: 47-42 (36×47), 42-37 (47×33), 39×26 en Hein gaf op.

Zoals hierboven al aangegeven, geniet Hans Tangelder een zekere bekendheid voor het uitvoeren van verrassende slagzetten. Maar hij kan ook winnen met subtiele zetjes.

HansMoens

Hans Tangelder – John Moens

Stand na de 24e zet van wit.

De toeschouwer krijgt de indruk dat zwart de witte dreiging totaal niet ziet: (12-18??), 34-30!! Geen spektakel, maar de stand is wel gelijk uit. Zwart kan niet laten slaan, want op grond van de meerslagregel moet zwart met schijf 14 slaan, waarna wit op dam komt met 25×5. Op (13-19) volgt 28-23 (19×39), 30×19 (14×23), 25×5. Behalve dat wit een dam heeft, gaat ook schijf 39 nog verloren. Zwart speelde nog (18-22) en (4-9) en gaf toen maar op.

Een enkele keer had Hans niet over geluk te klagen. Wat te denken van het onderstaande fragment?

ThomasHans

Thomas Wielaard – Hans Tangelder

Stand na de 12e zet van wit.

Twee sterke dammers die beide een zetje over het hoofd zien. Altijd weer bijzonder: (17-21??), 37-32?? Beide spelers overzien: 31-26! (21×23), 26-21 (16×27), 34-30 (25×34), 40×16 en wit verovert de zwarte schijf op 27.

Later in de partij zou Hans ook nog ontsnappen uit een stand die positioneel helemaal verloren was.

Hans had trouwens in dit toernooi wel vaker geluk. Wat te denken van het volgende fragment:

HansOlga

Hans Tangelder – Olga Balthazy

Stand na de 37e zet van zwart.

46-41? [Misschien geeft 47-41 meer verdediging omdat (23-28) dan direct wordt beantwoord met 37-32.] (7-11!?) [De interessante vraag is of zwart hier een schijf had kunnen winnen. Met behulp van de computer kom ik na (23-28) tot de volgende scherpe spelgang: 39-34 (18-23), 34-30 en nu zijn er twee acties voor zwart mogelijk die beide winnend lijken:

A) (13-19), 24×13 (27-31)

B) (14-20), 24-19 (13×24), 30×19 (23×14), 38-32 (27×38), 43×23 (20-24), 49-44 (14-20), 35-30 (24×35).

Het gaat wat ver om in dit verslag de diagramstand grondig uit te analyseren, maar mijn voorlopige indruk is dat zwart hier de winst heeft gemist.

Steven den Hollander won na een complexe partij van Harry Clasquin. Hieronder de stand na de 31e zet van zwart.

StevenHarry

Steven den Hollander – Harry Clasquin

47-42!? [Sterker lijkt 31-26 omdat daarmee (23-29) niet speelbaar is wegens 28-23.] (4-9?) [Zwart komt nu in het nadeel. Zoals gezegd had zwart zich hier kunnen verdedigen met (23-29). Een enkel voorbeeld: 42-37 (17-21), 44-40 (21-26) en nu wordt 28-23 enz. beantwoord met de plakker (16-21). Ook de afwikkeling na (23-29) moet even bekeken worden: 28-23 (19×26), 30×10 (17-21), 25×14 (21×34), 33×24 (15-20!), 24×15 (34-39), 44×33 (13-19), 14×23 (18×47)] 31-26 (17-21), 26×17 (12×21), 42-37 (8-12), 44-40 (12-17), 39-34 (7-11) [De zwarte stand was al reddeloos verloren, maar nu volgt ook nog eens een winnend offer:] 27-22 (18×27), 34-29 (23×34), 40×29 (13-18), 45-40 [Wit kan al met 28-23 enz. een winnende afwikkeling nemen, maar dan kan zwart met de schijf op 39 nog op dam komen. Waarom al die moeilijkheden toelaten? De winst loopt niet weg.] (9-13), 28-23 (19×39), 30×8 en zwart gaf op.

Tot slot een leerzaam fragment uit een partij van Hein van Winkel

MarianneHein

Marianna Fedorova – Hein van Winkel

Stand na de 39e zet van wit.

De stand is vrijwel gelijkwaardig, maar met zijn volgende – onschuldig ogende – zet komt hij vrijwel verloren te staan. (12-18?) Het is leerzaam om te zien hoe de witspeelster hierop reageert: 43-39 (14-20), 34-30 (20-24), 30-25 De zwarte stand wordt steeds meer ingeklemd. (24-29) [nog wat meer verdediging geeft (23-29)] 40-34 (29×40), 45×34 (21-26) [Wat anders?] 39-33. Zwart staat verloren. Hij probeerde nog: (16-21), 27×16 (18-22), maar met 16-11 (17×6), 28×17 werd deze actie van zwart weerlegd. Enkele zetten later gaf zwart op.

In de diagramstand moet zwart zijn stand flexibel houden met bijvoorbeeld: (14-20), 43-39 (20-24), 39-33 (15-20) en de stand wordt verder vereenvoudigd na ofwel 34-29 en (20-25) ofwel 37-31 (21-26).

Komkommerdam

André van der Kwartel

De periode tussen de reguliere competitie en de persoonlijke kampioenschappen enerzijds en de diverse zomertoernooien anderzijds gebeurt er in Nederland niet zo veel waarbij damgenoten zijn betrokken. Het is dan een beetje komkommertijd. Daarom voor dit moment een bijdrage voor de website bestaande uit een aantal gemengde fragmenten. Eerst wat eigen werk uit de afgelopen interne competitie. Daarna geef ik aandacht aan het toernooi in Salou, waaraan maar liefst vier Damgenoten deelnamen. Mijn volgende bijdrage aan de website zal gaan over de prestaties van de drie Damgenoten die hebben deelgenomen aan het Rotterdams Open 2019. Dat waren: Steven den Hollander, Hans Tangelder en Hein van Winkel.

Uit de onderlinge competitie

Half april speelde ik tegen Evert Bronstring een partij waarin ik hem alle gelegenheid gaf zich in zijn befaamde randspel uit te leven. Hieronder een spannend fragment uit deze partij waarbij de zwarte stand duidelijke kenmerken vertoont van de hand van Evert.

André van der Kwartel – Evert Bronstring

KwartBron

Stand na de 37e zet van zwart.

32-28?? [Dit is zo’n zet die Evert in de handen doet wrijven. Veiliger is 36-31-27. Naar 22-18 en 33-29 heb ik helemaal niet gekeken.] (13-18), 22×13 (3-9), 13-8 (2×13), 23-19 [Merk op dat wit na 40-34 (13-18), 34-29 (9-13) een schijf verliest. Dat is één van de tactische wendingen die Evert in dit systeem al heel wat punten heeft opgeleverd.] (13-18) [Hier mist Evert een verrassende schijfwinst met (30-34!!). Wit moet wel 19×17 slaan en zwart blijft na 34×23 een gezonde schijf voor. Zoals zwart het in de partij speelt, ga ik ook een schijf verliezen, maar daar had ik al iets op gevonden.] 19-14 (9×20), 28-22!! (18×27), 40-34. Wit staat tijdelijk twee schijven achter, maar wint met 37-31 een schijf terug en heeft daarna ruim voldoende compensatie. De partij eindigde in remise.

In een partij tegen Harry Dekker van begin mei kwam de volgende stand voor:

Harry Dekker – André van der Kwartel

DekkKwart

Stand na de 32e zet van wit.

Dank zij een wat al te drieste aanvalspoging van de witspeler sta ik hier al een schijf voor, maar gezien de stand op zwarts lange vleugel lijkt wit enige compensatie te hebben. Ik vluchtte in deze stand met (27-31) de rand in, omdat ik de volgende dreiging zag: 38-33 (27×38), 24-20 (15×24), 29×20 (38×29), 20-15. Ik was er niet blij mee, omdat na (27-31) wit steeds meer compensatie krijgt voor zijn verloren schijf.

Het had zo ver niet hoeven te komen. In de diagramstand kan zwart namelijk (8-13) spelen. De door mij gesignaleerde dreiging wordt nu fraai weerlegd: 38-33 (27×38), 24-20 (15×24), 29×20 (38×29), 20-15 (26-31!), 37×17 (11×22), 15×4 (13-18), 4×13 (18×9). Zwart blijft een schijf voor en de problemen op zijn lange vleugel zijn opgelost.

In mijn laatste wedstrijd van het seizoen 2018-2019 mocht ik aantreden tegen Casper Remeijer. Uiteraard kwam ik zwaar onder druk te staan en ik verloor uiteindelijk kansloos. Dacht ik. De computer gaf echter aan dat ik vlak voor het einde nog een verrassende remise heb gemist.

André van der Kwartel – Casper Remeijer

KwartReme

Stand na de 49e zet van zwart.

Hier koos ik voor het kansloze 34-29 en 37-32, maar de computer ontdekte: 37-32! (27-31), 38-33!!  Zwart doet niets tegen de dreiging 34-29. Drie voorbeelden:

A) (31-36), 34-29 (25×23), 33-28 (19×30), 28×17 =

B) (18-22), 34-29 (25×23), 32-27 (19×30), 27×9 =

C) (18-23), 32-28 (23×32), 34-39 (25×23), 33-28 (19×30), 28×17 =

Ik heb deze vondst aan Casper gemeld en zijn reactie is de moeite waard om hier mee te nemen:

Ik heb die mogelijkheid in de partij niet gezien, hoewel het niet heel ingewikkeld is. Zwart kan na 37-32 27-31 38-33 wel nog 12-17 spelen en dan heb je op 34-29 33-28 nog 7-12, maar dat eindspel is remise.

Moeilijk te zien en eigenlijk een soort van grappig is dat 1-6 i.p.v. 1-7 net voor de diagramstand beter is. Als je in de diagramstand 7 naar 6 verplaatst en 22-27 terugneemt, dan had ik 19-23! kunnen spelen. Mijn computer vindt dat nog steeds veel beter voor zwart, omdat 34-29 23×34 30×39 wordt beantwoord met 25-30. Op weglopen volgt 12-17-21, maar in de partij had 16-11! 7×16* 24-20 kunnen volgen en dat is waarom 1-6 beter was geweest. Om op hoog niveau partijen te winnen, moet je dit soort dingen ruim genoeg van tevoren zien.”

Salou 2019

Eind mei vond in Salou het jaarlijkse internationale damtoernooi plaats. Aan dat toernooi deden vier leden van het Leids Damgenootschap mee: Koos van Amerongen, Steven den Hollander, Jack van der Plas en Arjan Varkevisser. Koos van Amerongen eindigde ongeslagen op een gedeelde achtste plaats. Een mooie prestatie, te meer daar hij onderweg ook nog remise speelde tegen niemand minder dan Alexander Georgiev.

Ik heb niet de hand kunnen leggen op alle partijen van onze Damgenoten, maar ik kan voor deze bijdrage wel drie fragmenten laten zien.

Grigorij Getmanski – Steven den Hollander

GetMHoll

Stand na de 19e zet van zwart.

Wit had hier veilig 33-28 kunnen spelen, want de dam na (11-17), 22×11 (16×7), 27×16 (26-31), 37×26 (18-22), 28×17 (12×21), 26×17 (24-29), 34×23 (19×46) wordt met 38-32 voor gelijk spel afgenomen. De witspeler wacht echter een zet: 47-42?? (18-23!). Zwart dreigt een schijf te winnen en 33-28 is nu verhinderd wegens dezelfde damzet, maar wat meer verdiept: (11-17), 22×11 (16×7), 27×16 (26-31), 37×26 (23-29), 34×23 (7-11), 16×18 (13×44), x (19×46). De witspeler had dit ook gezien en offerde met 25-20 een schijf en verloor later.

In het tweede fragment is te zien hoe Arjan Varkevisser aan een nederlaag ontsnapte.

Arjan Varkevisser – Jose Lino

VarkLino

Stand na de 22e zet van zwart.

46-41? (17-21??) De zwartspeler overziet hier (18-22!). 39-33 is nu verhinderd door (17-21) en (14-20). Op 38-33 volgt: (25-30), 34×25 (14-20), 25×23 (12-18), 23×21 (16×49), 28×17 (49×35).

Ten slotte nog een fragment op naam van Steven den Hollander. De vraag is of hij hier ook aan verlies is ontsnapt.

Steven den Hollander – Fred Roedolph

HollRoed

Stand na de 41e zet van zwart.

Spelverloop: 47-42!? (13-19), 23-18 (20-25), 18-12 (17×8), 42-37 en vanwege de dreiging 28-22 en 37-31 liet zwart de zet 28-23 toe, waarna de partij later remise liep. De oplettende lezer heeft natuurlijk al gezien waarom het tijdelijke offer van wit (18-12) nodig was. Dat roept de vraag op of zwart het na 47-42 wellicht beter had kunnen doen. Dat is inderdaad het geval. In plaats van (13-19) had zwart (20-25) moeten spelen. Na 42-37 volgt nu pas (13-19). Wit zit in grote problemen:

Op 28-22 volgt (17×28), 23×12 (17×8)

Op 23-18 volgt (25-30), (17-22) en (11×43)

Op 37-31×41 volgt (25-30), 34×25 (27-31), 36×27 (21×34), 29×40 (17-22), 28×17 (19×39)

Op 49-43 volgt (17-22), 28×17 (21×12), 32×21 (19×28), 33×22 (16×18).

Zomercompetitie Leids Damgenootschap 2019

Ook deze zomer organiseert het Leids DamGenootschap een zomercompetitie. Deze competitie op de woensdagavonden is voor iedereen toegankelijk. We spelen in een ontspannen zomersfeer twee partijen op een avond. Uiteraard is de bar open.
Wie?
Iedereen die de spelregels kent is welkom.
Waar?
Denksportcentrum Leiden. Robijnstraat 4.
Wanneer?
Iedere woensdag vanaf woensdag 3 juli t/m woensdag 21 augustus.
Hoe laat?
De eerste ronde begint om 20:00 de tweede ronde begint rond 21:45.
Wat is het speeltempo?
20 min. + 25 seconden per zet.
Wat kost het?
Deelname is gratis.
Hoe meld ik me aan?
Er is een vrije inloop, je hoeft je niet aan te melden. Als je zorgt dat je er voor aanvang van een ronde bent word je ingedeeld.

Om toch iets van een competitie-element te hebben, wordt er een moyennesysteem gebruikt waarbij de eigenmoyenne twee keer zo zwaar telt als de tegenmoyenne. Deelnemers moeten minstens vijf partijen hebben gespeeld om voor de eindzege in aanmerking te komen.

Dramatisch verloop bekerfinale 2019

André van der Kwartel

De finale van de jaarlijkse bekerwedstrijd van het Leids Damgenootschap is voor uw verslaggever op een dramatische manier verlopen. Na een eenvoudige schijfwinst in de opening overzag ik in het late middenspel een positionele dreiging die een gewonnen stand plotsklaps veranderde in een ruïne. Hoewel er in het verdere verloop van de partij zich nog ten minste twee mogelijkheden tot remise voordeden, verloor ik na die blunder kansloos. Ongetwijfeld onder invloed van de ergernis over de gemiste dreiging in combinatie met de nog maar beperkt beschikbare tijd. Joop Burgerhout maakte de partij met een fraaie slagzet uit. Kijk mee en zie wat een ‘gewone’ dammer zoals ik tijdens een partij allemaal kan overkomen.

André van der Kwartel – Joop Burgerhout

Bekerfinale 2019

1. 32-28 16-21 2. 33-29 20-25 3. 39-33 21-26 4. 44-39 17-21 5. 50-44 12-17 6. 37-32 26×37 7. 42×31 21-26 8. 47-42 26×37 9. 42×31 17-21 10. 31-26 7-12 11. 26×17 12×21 12. 41-37 8-12

Een redelijk bekende opening, maar deze stand was volgens Turbo Dambase maar drie keer eerder voorgekomen. Twee witspelers ruilden achteruit met 28-22 en 29-23. De derde speelde 35-30 dat ook een interessante voortzetting is. Ik ga nog één zet verder om tot interessant spel te komen.

13. 46-41 3-8 14. 29-23 18×29 15. 34×23

Beker1

15. ….. 15-20???

Een onwaarschijnlijke blunder van Joop. Maar deze ‘sjabloonzet’ ligt op de een of andere manier toch voor de hand.

16. 23-18 13×22 17. 28×26

Op (12×23) volgt 35-30 (25×34), 40×18 (13×22), 28×26.

17. …. 9-13 18. 48-42 1-7 19. 40-34 4-9 20. 44-40 10-15 21. 32-28 5-10 22. 37-32 20-24 23. 41-37 12-18 24. 37-31 7-12 25. 42-37 2-7 26. 26-21 11-16 27. 49-44 16×27 28. 31×22 18×27 29. 32×21 12-18 30. 37-32 15-20 31. 36-31 10-15

Beker2

Tot zo ver gaat alles goed. Maar vanaf dit moment begint wit te knoeien. Achteraf vraag ik mezelf met verbazing af waarom ik niet ‘gewoon’ de aanval op de korte vleugel doorzet met 31-27, zoals ook door Turbo Dambase wordt gesuggereerd. Maar de partijzet is nog niet de meest ernstige misgreep.

32. 34-30 25×34 33. 40×29 8-12 34. 31-27 20-25 35. 29×20 15×24

Beker3

36. 45-40??

De slechtst mogelijke zet van het bord, zeker in combinatie met de volgende. Ook hier geldt dat wit de druk op zwarts korte vleugel moet houden met bijvoorbeeld 28-22.

36. …. 18-23 37. 21-16??

De zet waarmee wit definitief al zijn voordeel uit handen geeft. Na 27-22 zou wit nog steeds vrijwel gewonnen staan. Ik had echter totaal geen rekening gehouden met zwarts volgende zet.

37. …. 23-29!38. 27-22?

De volgende ernstige fout van wit. Na 27-21 (25-30), 28-22 zou wit de stand in ieder geval nog gelijkwaardig hebben kunnen houden.

38. …. 25-30 39. 32-27 14-20 40. 27-21 20-25 41. 22-17

Beker4

Verhindert (30-34) wegens 39×30 (25×45), 17×8 (13×2), 35-30 (24×35), 33×4.

41. …. 9-14 42. 17×8 13×2 43. 28-23 19×28

Na (29×18) had wit weer opgelucht adem kunnen halen na bijvoorbeeld 38-32 of 40-34.

44. 33×22 14-19

Beker5

En hier mis ik het laatste moment waarop ik nog remise in handen heb. Na 38-32 wordt (30-34), 39×30 (25×45) weerlegd door 44-40 (45×34), 32-28 waarna wit de stand gemakkelijk remise houdt. Het frustrerende is dat ik het offer 44-40 enkele zetten eerder wel had gezien en op het beslissende moment weer was vergeten. Overigens is 39-33 oppervlakkig gezien nog wel te verdedigen, want op (30-34) zou gevolgd zijn 21-17 (34×45), 44-40 (45×34), 35-30 met goede remisekansen. Joop heeft echter een fraaiere mogelijkheid in petto:

45. 39-33?? 29-34!! 46. 40×20 25×14 47. 35×13 2-8 48. 13×11 6×50.

Al met al een levendige partij met een terechte uitslag. Zoals iedere uitslag trouwens terecht is….

De felicitaties gaan naar Joop Burgerhout.

Bekeravontuur LDG voorbij

Afgelopen zaterdag speelde LDG in de halve finale van de landelijke bekerwedstrijden met een viertal bestaande uit Casper Remeijer, Hans Tangelder, Hans Kreder en André van der Kwartel. LDG was de enige eersteklasser die de halve finales had bereikt en moest het opnemen tegen het naar de ereklasse gepromoveerde Constant Charlois en de sterke hoofdklassers Fryslân en Huissen 2.

De tegenstanders bleken een maatje te groot voor LDG te zijn. Alle drie de wedstrijden werden verloren en LDG wist slechts 5 bordpunten (4 gescoord door Casper Remeijer aan bord 1 en 1 door Hans Tangelder aan bord 2) te behalen.

Casper Remeijer redde de eer voor LDG met een overwinning dankzij een heel fraaie forcing:

CasperD1

Casper Remeijer – Shammie Kasnadi (Constant Charlois)

Na 35. … 2-8? won Casper met een inleidende zet en een offer verrassend door:

49-43, 14-19 (anders volgt 34-29), 25-20, 24×15, 33-29, 28-33 (op 12-18 of 6-11 volgt 39-33), 29×7, 33×44, 43-39, 44×33, 7-1, 9-14, 1-12.

CasperD2

Casper Remeijer – Shammie Kasnadi (Constant Charlois)

en in deze hopeloze stelling staakte zwart de strijd.

Onze jongens in Wageningen (2)

André van der Kwartel

In een vorige bijdrage op deze website heeft Hein van Winkel uitgebreid verslag gedaan van zijn verrichtingen in het Nederlands veteranenkampioenschap 2019 in Wageningen. In deze bijdrage wil ik de prestaties belichten van de twee andere LDG-ers die aan dit toernooi hebben deelgenomen: Hans Kreder en Dick den Ouden.

Hans Kreder

Hans mocht in de eerste ronde aantreden tegen Anton Schotanus. Niet de minste tegenstander. Hans verloor, maar had ook voor een kleine sensatie kunnen zorgen.

HansKrederSchotanus

Hans Kreder – Anton Schotanus

Stand na de 26e zet van wit.

Hans heeft een aantrekkelijke aanvalsstand op het bord gekregen. De zwartspeler had nu beter met (14-19) kunnen afhaken, maar kiest ervoor om de omsingeling voort te zetten: (13-19!?). Wit had nu winnend voordeel kunnen verkrijgen met 35-30! Een voorbeeld: (4-9), 40-35 (20-24), 29×20 (15×24), 44-40. Nu is (24-29) verhinderd door 23-18 en 30-24. En op (8-13) volgt 22-18 (13×33), 46-41 (30×10).

Het partijverloop vanuit de diagramstand was: (13-19), 42-38 (8-13), 44-39 [Met 35-30 had wit nog steeds groot voordeel behouden.] (19-24), 38-33 [Beter was 39-33] (14-19), 23×14 (20×9), 29×20 (25×14) en wit gaf op.

Na een rustige remise in de tweede ronde kreeg Hans een cadeautje in de derde.

KlompenhouwerKreder

Gerrit Klompenhouwer – Hans Kreder

De bovenstaande stand komt ontstaat vanuit de opening 34-30 (20-25), 32-28 (25×34), 39×30 (16-21), 31-26 (21-27), 30-25 (19-24). Wit moet nu voorzichtig zijn, maar zowel 37-31 als 37-32 is speelbaar. Op 44-39 volgt echter: (24-29), 33×24 (14-20), 25×14 (10×30), 35×24 (17-21), 26×17 (11×35). In de partij speelde wit: 40-34, waarna volgde: (27-32), 38×27 (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (24-30), 35×24 (14-20), 25×14 (10×28) en wit gaf direct op.

In de vierde ronde verloor Hans weer. Hoewel hij in die partij onder zware druk stond, was dit verlies niet nodig.

KrederRiupassa

Hans Kreder – David Riupassa

Stand na de 50e zet van zwart.

Het partijverloop was 32-28 (21-27), 28-22 (27-32), 37×28 (18×27) en hierna ging het snel bergafwaarts met wit, hoewel daar nog wel een extra zwakke zet voor nodig was.

In de diagramstand kan wit zich verdedigen met 23-19! (4-10 of?), 32-28 (21-27), 28-22 (27-31) [want op (27-32 en (18×27) speelt wit 19-14 en 29-23] en nu de computerzet 24-20!! Zwart kan op drie manieren twee schijven slaan, maar wit zal altijd op dam komen met een min of meer gelijkwaardig eindspel.

Met ruimhartige medewerking van zijn tegenstander wist Hans in de vijfde ronde weer op zijn gemiddelde te komen.

LuchiesKreder

Hans Luchies – Hans Kreder

Stand na de 32e zet van wit.

(23-29), 33×24 (20×29), 41-37 [Wit kiest voor een nogal moeilijke verdediging. Waarom niet gewoon 43-39?] (22×33), 44-40!? [Ook hier was 43-39 beter geweest.] (11-16), 40-34?? (29×40), 35×44 (17-22), 38×29 (22-27), 32×21 (16×36) en zwart stond definitief een schijf voor.

De laatste drie ronden verliepen voor Hans in pais en vree: drie remisepartijen zonder opmerkelijke momenten.

Dick den Ouden

Net als Hans scoorde Dick acht punten uit acht wedstrijden. Hij begon het toernooi met een overwinning omdat zijn tegenstander het eindspel nogal slordig behandelde.

KlompenHouwerdenOuden

Gerrit Klompenhouwer – Dick den Ouden

Stand na de 55e zet van wit.

In deze pot-remise stand probeert Dick nog iets: (26-31), 37×26 (28-32), 25-20? [Het lukt. Wit reageert niet goed. 26-21 (32×43), 21×32 had probleemloos remise gegeven.] (14×25), 24-19 (32×43), 19-13 (43-48!) [De witspeler heeft waarschijnlijk overzien dat zwart hier dreigt te winnen met (27-31).] 26-21 (27×16), 13-9. Maar nu is een voor zwart gewonnen eindspel ontstaan. Er werden nog enkele zetten gespeeld, maar wit liet het zich niet allemaal meer bewijzen.

Na een rustige remise in de tweede ronde verloor Dick in de derde ronde. Twee slordige zetten in het late middenspel lieten een redelijk gezonde stand in elkaar storten. In de vierde ronde speelde Dick weer remise, maar zijn tegenstander had hem wel wat meer aan de tand kunnen voelen.

denOudenKentie

Dick den Ouden – Cees Kentie

Stand na de 36e zet van wit.

Na (21-27×27) liep de partij snel remise. Maar zwart had meer druk kunnen uitoefenen met (12-17). 37-31 is dan verhinderd door (21-26). Op 42-37 volgt nu (17-22) en op 31-27 volgt ook (17-22) en wit heeft alleen maar 45-40 om schijfwinst te voorkomen. Daarom zou na (12-17) een plausibel verloop kunnen zijn: 33-29 (24×33), 38×29 (17-22), 29-24 (22-28), 34-29 (25×34), 29×40 (19×30), 35×24. Het is zeker nog geen gelopen race, maar het is duidelijk dat wit onder zware druk staat.

In de vijfde ronde speelde Dick remise tegen Fred Passchier. Gezien het ratingverschil een uitstekende prestatie. Dick had de sensatie nog groter kunnen maken:

PasschierdenOuden

Fred Passchier – Dick den Ouden

Stand na de 25e zet van zwart.

Wit kon de verleiding niet weerstaan om de fraaie zet 37-31 te spelen. Zwart speelde (21-26) en miste daarbij de damzet: (36-41), 47×36 (7-11), 16×7 (12×1), 27×16 (18-22), 28×17 (24-29), 34×23 (19×48). De dam wordt direct afgepakt, maar zwart houdt er een schijf winst aan over.

Maar negen zetten later had Dick op zijn beurt geluk dat zijn tegenstander een damzet over het hoofd zag:

PasschierdenOuden2

Fred Passchier – Dick den Ouden

Stand na de 34e zet van zwart.

Wit speelde hier 22-18? En miste derhalve: 37-31 (36×18), 28-22 (18×27), 32×21 (26×17), 29-23 (19×28), 33×2.

In het vervolg van de partij werden er wederzijds verschillende meer kansrijke voortzettingen gemist. De partij eindigde daarom min of meer terecht in remise.

Ook in de zesde ronde speelde Dick remise, maar in deze partij miste hij tot twee keer toe een winnende voortzetting.

JochemsendenOuden

Evert Jochemsen – Dick den Ouden

Stand na de 28e zet van wit.

Zwart ruilde terug met (11-17), maar had eenvoudig een schijf kunnen winnen met (12-17!), 33-28 (24-30), 35×24 (19×30), 28×19 (12×32) met schijfwinst.

Op de 46e zet deed zich weer een moment voor waarop zwart een winnende voortzetting miste:

JochemsendenOuden2

Evert Jochemsen – Dick den Ouden

Zwart speelde (8-12) en na 21-17×27 liep de partij snel remise. Winst zou zijn geweest: (18-22!). Wit kan niet veel meer. Een plausibele mogelijkheid is: 37-32 (8-12), 45-40 (19-23), 39-33 (13-18) en wit mag het verder uitzoeken. Ook andere varianten verliezen snel voor wit.

De laatste twee ronden speelde Dick rustige remisepartijen waarover geen bijzonderheden te vermelden zijn.

Cupfighters LDG naar halve finales na uitschakeling ereklasser Dammend Tilburg

Afgelopen zaterdag werden de kwartfinales van de nationale beker gespeeld in Gouda. LDG was ingedeeld in een poule van 4 met ereklasser Dammend Tilburg, en hoofdklassers IJmuiden en Gooi&Eemland. Er werden 3 rondes rapid gespeeld met een bedenktijd van 30 minuten plus 20 seconden per zet. LDG trad aan met een viertal bestaande uit Casper Remeijer, Steven den Hollander, Hans Tangelder en Hans Kreder.

In de eerste ronde speelde LDG tegen IJmuiden. Tegen Jesse Bos kwam Hans Tangelder in het middenspel onder druk te staan. Hij plaatste nog een offer in een lastige stand, maar moest enkele zetten later de strijd staken.

Casper Remeijer zette een fraaie Ghestem doorstoot om in winst in zijn partij tegen Kees Pippel en bracht daarmee de stand weer op gelijke hoogte.

Steven den Hollander speelde in een spannende partij remise tegen Krijn ter Braake.

De strijd tussen Hans Kreder en Martin van Dijk ging lang gelijk op, maar Hans Kreder verloor uiteindelijk nipt in het eindspel. Daardoor werd de einduitslag bepaald op 5-3 voor LDG.

In de tweede ronde speelde LDG tegen Gooi&Eemland. Gooi&Eemland had niet zijn sterkste spelers opgesteld en verloor dan ook kansloos met 7-1. Alleen Steven den Hollander moest remise toestaan aan Leo van der Laan.

In deze ronde verloor Dammend Tilburg verrassend met 5-3. Omdat Dammend Tilburg de eerste ronde maar met 6-2 van Gooi&Eemland gewonnen had, zou LDG in de laatste ronde aan 4-4 genoeg hebben om de tweede plaats en daarmee plaatsing voor de halve finales veilig te stellen.

Steven den Hollander speelde een snelle remise tegen Koos van Amerongen.

Hans Kreder speelde heel degelijk tegen Thijs van den Broek.

HansKBekerD1

Hans Kreder – Thijs van den Broek
In het diagram is te zien dat de sterke speler Thijs van den Broek niets heeft bereikt tegen Hans Kreder. Hij speelde nog lang door maar moest uiteindelijk in remise berustten.

Hans Tangelder speelde tegen Jasper Daems.

HansTBekerD1

Jasper Daems – Hans Tangelder, stand na 18-23, 29×18, 12×23.

In de diagramstand heeft Hans een degelijke flankaanval, maar ook een lelijk blokje 10, 14, 15, 20, en maar liefst vijf schijven op de lange lijn.

En van de pyramide resten slechts de twee steunpilaren 2 en 4.

In de WhatsApp van LDG vreesde Steven den Hollander dan ook voor een slechte afloop van de partij met uitschakeling van LDG als gevolg.

In het diagram werd zwart ook nog verrast door 39-34, 28×30, (op 28×48, volgt 37-32), 35×13.

Nu lijkt zwart reddeloos verloren, omdat wit op de volgende zet 37-32 kan spelen. Hoe moet zwart zich nog redden? Na lang nadenken vond zwart de verrassende zet 7-11! Op 37-32 brengt dan steunpilaar 4 redding: 37-32, 4-9, 32×12, 9×7!.

De partij ging verder met 40-35 20-24; 45-40 23-28; 37-32 28×37; 31×42 22-28; 40-34 14-19; 25-20 19×8; 20×29.

Zwart heeft de indringer op 13 onschadelijk gemaakt en heeft nu een gelijkwaardige stand.

10-14; 8-13 30-25; 13-18 29-24? De wit speler mist een listig slagzetje.

HansTBekerD2

Jasper Daems – Hans Tangelder

Met 14-20, 4-9, 18-23, 28×19 haalt zwart met een vier om vijf de overwinning binnen.

NK finalisten Casper Remeijer en Anton van Berkel speelden een spannende partij. Een aardig fragment uit deze partij.

CasperBekerD1

Anton van Berkel – Casper Remeijer

In deze stand speelde Anton 38-32 en wit mag de één om vier met 22-27 niet nemen, omdat daarna wit dam haalt door 28-22 en 37-31. De partij eindigde uiteindelijk in remise.

Daardoor behaalde LDG een 5-3 overwinning, waarmee het zich plaatste voor de halve finales van de landelijke beker ten koste van ereklasser Dammend Tilburg.

Geslaagd debuut Casper Remeijer in het NK Algemeen (1)

Vijfde van Nederland, ‘best of the rest’ achter Baliakin, Sipma, Groenendijk en Van IJzendoorn, maar voor nog drie GMI’s. Debuteren in het NK als enige speler zonder titel (zowel Nederlandse als internationale titels) en dan je gemiddelde halen. Eén partij verloren en ook een heel mooie partij gewonnen en verder nauwelijks in de problemen gekomen. Dat is een typering van mijn NK-debuut in een paar woorden.

Ik heb een goed toernooi gespeeld, het was leuk en leerzaam en ik ben uiteraard blij met de vijfde plaats en de behaalde meestertitel MN. Nog steeds vind ik de eindstand in Toernooibase gewoon mooi om naar te kijken: vijfde, gemiddelde en dat als enige speler zonder titel en met de lage rating van onder de 1400!

NK Algemeen 2019 Eindstand

Een NK begint echter ver voordat het NK daadwerkelijk begint. Je hebt de halve finales (HF), waar ik me ogenschijnlijk zeer gemakkelijk plaatste door mijn groep te winnen en dan krijg je reacties van mensen. Dat zijn natuurlijk voornamelijk felicitaties, maar ook dingen als (voor de HF helemaal afgelopen was) ‘Ik verwacht je in de finale. Hoewel dat geen pretje is.’ Verder beginnen de zenuwen zodra is doorgedrongen dat je het loodzware toernooi dat het NK is, gaat spelen en je kan je beginnen voor te bereiden. Het gebeurt niet vaak dat je (lang) van tevoren weet tegen wie je gaat spelen, maar met het NK (en ook met de HF) kan dat wel.

Mijn voorbereiding was echter niet optimaal: in maart was ik tweeënhalve week op vakantie in Colombia waardoor ik drie keer de onderlinge competitie miste en de enige partij tussen mijn vakantie en het NK verloor ik. Ik speelde op maandag een oefenpartij in Haarlem tegen Stefan Stolwijk. Dat was een leuke, interessante partij in de onvoltooide hekstelling en ik had dat verlies misschien wel nodig om even wakker geschud te worden. In Colombia heb ik tijdens de lange uren in de bus de masterclasses van Gantvarg van dit jaar doorgenomen en een paar specifieke openingsvarianten voorbereid die ik wel wilde spelen. Daar is natuurlijk helemaal niks van op het bord gekomen, maar de laatste partij tegen Jan Groenendijk had ik wel de eerste paar zetten van een voorbereide opening op het bord. Mijn speelplan tegen Jan (klassiek!) vind ik goed gekozen en ik hoefde alleen maar op te passen dat hij geen goede Ghestemdoorstoot kon plaatsen en toen werd het simpel remise. Klassiek leek me niet zijn favoriete speltype en ik zag in de partij ook dat het niet zijn beste speltype is. Verder had ik vanzelfsprekend een boekje met combinaties mee naar Colombia. Daarnaast heb ik voor het toernooi van mijn tegenstanders in de eerste paar rondes wel wat openingen en partijen bekeken, maar dat was veel minder dan ik eigenlijk gewild had.

Tegenwoordig heb ik niet zo veel last meer van zenuwen (dat was in mijn jeugd, maar ook toen ik 20 was, wel anders), maar toen ik op 5 april, de openingsdag, wakker werd voelde ik wel wat. De treinreis was ontspannen, de busreis met Hein Meijer, die ik op station Arnhem tegenkwam, gezellig druk en de openingsceremonie was minder erg dan ik verwacht had: de introducties van de spelers door bondscoach Rob Clerc waren leuk en de rest van de toespraken was minder lang en volslagen onzin dan normaal gesproken het geval is met dit soort dingen.

En toen was het toernooi begonnen. De eerste partij speelde ik met wit tegen Wouter Sipma. In de jeugd heb ik meerdere keren tegen hem gespeeld, maar hij heeft zich meer ontwikkeld dan ik. Hij houdt van omsingelen en van spannend en vaak apart spel. De laatste paar jaar haalt hij echter minder rare fratsen uit op het bord en speelt hij ook ‘gewoon normaal’ heel sterk. Het was een typische laveeropening, maar op de achtste zet kies ik ervoor met een ongewone zet mijn lange vleugel sterk te houden. Het blijft lang een redelijk rustige partij, waarbij de voornaamste vraag is wat ik ooit met mijn schijf op 46 ga doen. Wouter heeft echter ook veel schijven aan die kant van het bord dus dat komt vanzelf wel een keer goed leek me. Wouter lost ten koste van vier tempi schijf 15 op, waardoor mijn korte vleugel geen aanknopingspunt meer heeft. Dat maakt echter niet veel uit aangezien mijn korte vleugel toch relatief dun is en mijn lange vleugel juist sterk. Het oplossen van 15 (gegeven een voldoende sterke verdediging op die vleugel) is alleen nuttig als je op de andere vleugel spel hebt en daar overwicht kan krijgen. In het middelspel versmaad ik om redenen die me niet meer helder voor de geest staan om de achtergebleven schijf op 46 met 32-28 37-32 26×37 42×31 46-41-37 een bestemming te geven. Even later komt er toch spanning in de wedstrijd doordat ik ervoor kies om halfopen klassiek op het bord te brengen. Althans het zal halfopen klassiek worden, maar hij heeft op dat moment (nog) geen schijf op 23 staan. Schijf 46 staat nog steeds niet lekker, maar daar staat tegenover dat zwart vijf schijven aan de rand heeft staan in 6, 11, 16, 21 en 26. Na dertig zetten begon ik me toch af te vragen hoe ik mijn lange vleugel moest ontwikkelen. De beste manier leek me de linkerpiramide op te bouwen en naar 22 te gaan. Het partijplan van Wouter met 19-23 28×19 14×23 en de opsluiting was geen probleem en gaf eerder mij kansen dan hem. Dit moest ik wel even goed berekenen voor ik 32. 46-41 speelde, maar daar was het ondertussen dun genoeg voor. En dat was het eerste punt tegen een sterke jonge grootmeester.

Een opvallende partij uit de eerste ronde was de zeeslang van Martijn van IJzendoorn en Wim Kalis. Het speltype met meerdere opgedrongen randschijven werd heel sterk gespeeld door Martijn en hij bereikte een goed eindspel met een schijf meer. Met allebei een dam en vijf respectievelijk zes schijven erbij was dit een lastig macro-eindspel en dan worden er onherroepelijk fouten gemaakt, ook door grootmeesters. Wim raakte ergens onnodig een schijf kwijt, Martijn haalde een tweede dam en kwam gewonnen te staan. 52 zetten nadat beide spelers dam haalden kwam de volgende stand op het bord:

Martijn van IJzendoorn – Wim Kalis 1-1
NK Algemeen 2019 1 Martijn van IJzendoorn - Wim Kalis 1-1

Wim wist hier remise te maken met 105. … 1-7! en na 106. 6-1? 26-37! realiseerde Martijn zich na enig nadenken dat hij de meerslag over het hoofd had gezien. Gedesillusioneerd moest Martijn na 107. 1×41 36×47 in remise berusten. Als Martijn het laatste geintje van Wim niet overziet en 106. 49-16 speelt, wint hij wel.

De rondeprijs in de eerste ronde ging naar Martijn en Wim samen. Rondeprijzen zijn een enigszins vreemd fenomeen. Er is een jury die een beslissing maakt en dat is per definitie een subjectieve beslissing. Tijdens het toernooi was ook helemaal niet bekend wie er in de jury zat of zaten. Pas na het toernooi werd er iets gezegd over de jury, namelijk dat die iedere ronde uit drie personen bestond, waarvan minstens één iemand van de demonstrateurs van die ronde. Verder gaan de rondeprijzen (150 euro per rondeprijs) voornamelijk naar mensen die een partij winnen, terwijl de speler die verloor misschien wel ervoor zorgde dat het een interessante partij was door voor een gedurfde partijopzet te kiezen. Dan mislukt die partijopzet weliswaar uiteindelijk, maar wordt niet hij maar zijn tegenstander beloont. Op deze manier gaan de rondeprijzen voornamelijk naar mensen die toch al prijzengeld verdienen. Het prijzengeld is met ingang van dit NK gewijzigd: eerst kregen alle twaalf deelnemers prijzengeld en liep dat vanaf de laatste prijs langzaam op, maar nu kregen alleen de eerste zes prijzengeld en liep dat heel snel op en kreeg de top drie het grootste gedeelte van het prijzengeld. In twee rondes is er geen rondeprijs toegekend en daar heb ik dan wel mooi van geprofiteerd, want ze hebben twee extra prijzen uitgereikt en zo is mijn overwinning op Jos Stokkel toch nog beloond.

Wie Anton van Berkel kent, weet dat hij geen mapjesdammer is. Hij speelt een tikkeltje anders, soms echt vreemde openingen en het wordt wel eens echt een rommeltje. Typerend en grappig vond ik zijn opening tegen Rob Geurtsen in de eerste ronde. Na 1. 32-28 17-22 2. 28×17 12×21 3. 33-29 7-12 4. 38-33 1-7 5. 42-38 19-23 wilde Anton 35-30 spelen vertelde hij na de partij. Dan was 23-28 33×22 18×27 31×22 20-24 gekomen en na 29×20 15×35 moet wit zich in bochten wringen om schijf 22 te behouden en staat wit niet prettig. Een opening anders spelen en dan pas op de zet zelf erachter komen dat je geplande zet niet kan en dan maar ‘in arren moede’ het vervlakkende 6. 31-27 21×32 7. 37×19 14×23 spelen, zoiets verbaast je op een gegeven moment niet meer van Anton.

Na de eerste ronde kwam direct een dag met een dubbele ronde. Ik mocht eerst tegen teamgenoot Anton van Berkel en daarna tegen Rob Geurtsen, de zwakste deelnemer. Van tevoren had ik bedacht dat ik tegen Alexander Baliakin, Martijn van IJzendoorn en Jan Groenendijk, de drie 1500-spelers, rustig aan ging doen en dacht ik dat er vier mensen waren waar ik van zou kunnen winnen: Rob Geurtsen, Wim Kalis, Niek Kuijvenhoven en Anton van Berkel. Nu kreeg ik twee van die vier mensen op dezelfde dag dus ik hoopte toch zeker één partij te winnen.

Om half tien begon mijn partij tegen Anton en we speelden een opening die ik wel vaker speel. Ik had zwart en het begon met 1. 32-28 17-22 2. 28×17 11×22. Op de negende zet week Anton echter af, wat mij de mogelijkheid gaf een goede flankaanval in te nemen. Ik kreeg een prachtige flankaanval, maar ik miste een goede mogelijkheid om de afbraak daarvan te verhinderen. In onderstaand diagram heeft Anton net 25. 40-35 gepeeld, wat 34-29 23×34 33-28 22×33 38×40 mogelijk maakt.

Anton van Berkel – Casper Remeijer 1-1
NK Algemeen 2019 2 Anton van Berkel - Casper Remeijer 1-1

Ik speelde 25. … 7-11?, maar had de 2-om-2-ruil kunnen verhinderen met 25. … 19-24! Als wit nu ruilt met 26. 34-29 23×34 27. 33-28 22×33 28. 38×40 volgt namelijk 28. … 18-23! 29. 31×22 23-28 30. 22×33 24-30 31. 35×24 20×47 z+. Wieger Wesselink noemt in zijn analyse op de NK-website als mogelijk vervolg 25. … 19-24 26. 44-39 14-19 27. 34-29 23×34 28.39×30 9-14 met een aantrekkelijke aanval voor zwart. Na de 2-om-2 terug ruilde Anton mijn flankaanval van het bord en hoewel ik beter bleef staan, gaf het geen winstkansen.

Ook in de tweede ronde was er een heel opmerkelijk moment waarin een grootmeester een grote fout maakte. Ron Heusdens speelde een opening die hij heel goed beheerst tegen Wouter Sipma en leek zeer groot voordeel te hebben na twintig zetten. In de fase hierna speelde hij het echter niet helemaal goed en Wouter verdedigde zich goed. De partij leek al een tijdje recht op remise af te stevenen toen onderstaande stand bereikt werd.

Wouter Sipma – Ron Heusdens 2-0
NK Algemeen 2019 2 Wouter Sipma - Ron Heusdens 2-0

De wending 25-20 15×33 34-29 33×24 30×17 (of 30×10 zoals eigenlijk de bedoeling is. Ron heeft goed de meerslag naar 17 erin gebracht, maar kan dat er nu niet meer in houden.) speelt al een kleine tien zetten een rol, maar meer dan remise levert het steeds niet op. Zwart heeft in de diagramstand meerdere goede zetten zoals 14-20, 14-19 en 13-19, maar de meest logische zet is wel 12-18. Als wit na 12-18 25-20 15×33 34-29 33×24 30×10 neemt dan geeft zwart een schijf terug met 9-14 10×8 3×12 en deze stand is makkelijk remise. Schijf 35 heeft een vrije doortocht naar dam, maar zwart kan dan ook naar dam lopen en wit kan de zwarte schijven niet tegenhouden.

Ron wilde 12-18 spelen, maar had last van een motorische storing en speelde onbedoeld 42. … 13-18? Wouter was er uiteraard als de kippen bij om de wending met 43. 25-20 15×33 44. 34-29 33×24 45. 30×10 te nemen en in deze situatie was Ron kansloos en kon hij na een paar zetten opgeven. Ron had in de eerste ronde van Jan Groenendijk verloren en zo had Ron na twee rondes verrassend nog geen enkel punt!

Mijn tweede partij die dag was tegen Rob Geurtsen en dat was van begin af aan een interessante partij. We speelden een hekstellingopening waarin Rob Geurtsen met 7. … 19-24 een minder bekende variant kiest. Hij speelt het scherp met 11. … 3-8 en de ruil naar 22. Na de zetten 1. 34-29 19-23 2. 40-34 14-19 3. 45-40 10-14 4. 50-45 5-10 5. 31-26 20-25 6. 37-31 15-20 7. 41-37 19-24 8. 46-41 13-19 9. 32-28 23×32 10. 37×28 8-13 11. 38-32 3-8 12. 41-37 17-22 13. 28×17 11×22 komen we in de partij, zie onderstaand diagram:

Casper Remeijer – Rob Geurtsen 1-1
NK Algemeen 2019 3 Casper Remeijer - Rob Geurtsen 1-1

We waren allebei niet goed op de hoogte van de theorie in deze opening, want ik maak met 14. 43-38 een fout en Rob verzaakt dit af te straffen. Wat wit beter kan spelen is 14. 32-28 7-11 15. 28×17 11×22 16. 37-32 22-28 17. 33×22* 18×38 18. 42×33. Wit mag niet anders slaan op de 17e zet, want dan volgt een damcombinatie die typisch is voor de onvoltooide hekstelling. Zo verschalkte Evert Bronstring in de beginjaren van de onvoltooide hekstelling in 1965 Dammis van der Staaij met deze combinatie (het enige verschil met de diagramstand is dat 42 op 41 stond): 17. 32×23? 19×28 18. 33×22 18×27 19. 31×22 24×33 20. 39×28 25-30 21. 35×15 14-20 22. 15×24 13-18 23. 22×13 8×50 en na damafname middels 24. 26-21 50×26 25. 41-37 26×42 26. 48×37 had Evert een schijf meer.

Terug naar de partij: ik speelde 14. 43-38 en Rob antwoordde met 14. … 7-11, maar hij had hier 14. … 6-11! moeten spelen. De wending 15. 32-28? 25-30! 16. 28×6 19-23 17. 34×25 23×41 z+ is van belang en door ons allebei niet onderkend. Hierna is wit vrijwel gedwongen een keer naar 15 te ruilen met 35-30 en 29-23, maar zwart kan direct naar 30 ruilen met 14-20 en de witte korte vleugel is opgesloten en ziet er erg droevig uit. Misschien kan wit na 14. 43-38 6-11 nog 15. 47-41 spelen, maar dan moeten wel alle combinatieve valkuilen ontweken worden.

De hekstelling werd even verbroken, maar kwam later weer op het bord. Op zet 34 zag Rob zich genoodzaakt naar de rand te vluchten en kwam ik heel goed te staan. Een tiental zetten later heb ik volgens Kingsrow analytische winst gemist. Met beperkte bedenktijd verzandde ik in de vele goede mogelijkheden en de variant waarvan ik dacht dat die ging winnen, bleek toch net niet te winnen. En zo stond ik na drie rondes nog op mijn gemiddelde met één sterke tegenstander gehad en twee zwakkeren tegen wie ik kansen zou moeten kunnen krijgen. Ik was toch wel teleurgesteld over het resultaat op deze dag met dubbele ronde. Zowel tegen Anton van Berkel als tegen Rob Geurtsen stond ik heel goed en twee keer hou ik daar niks aan over. En nu had ik al twee van de vier mensen gehad waar ik echt winstkansen tegen dacht te kunnen krijgen.

Mijn gemiste winst tegen Rob Geurtsen was niet de enige de eerste paar rondes en ook niet als je alleen naar de derde ronde kijkt. Nu was dit een tweede partij op een dag en twee partijen spelen op één dag op hoog niveau is vermoeiend. De prachtige winst die Wouter Sipma miste tegen Hein Meijer is hem vergeven, want hoewel je in zo’n stand natuurlijk wel naar combinaties kijkt, was de forcing die hij uit had kunnen voeren behoorlijk verborgen en dan moet je ook nog zien dat de stand na de forcing wint.

Hein Meijer – Wouter Sipma 1-1
NK Algemeen 2019 3 Hein Meijer - Wouter Sipma 1-1 1

In bovenstaand diagram valt het gat op 39 op en wat ook opvalt is dat wit iets moet gaan doen om de voorpost op 23 te verdedigen. 26. 44-39 ligt voor de hand, maar zwart loopt naar veld 14 toe en dreigt met een 1-om-2. Vaak heeft zwart een schijf op 27 en kan wit antwoorden met zijn eigen 1-om-2, maar dat is hier niet het geval. Wit moet het hebben van een verdediging als 26. 44-39 5-10 27. 39-34 om 27. … 10-14 te kunnen beantwoorden met 28. 24-19 13×24 29. 34-30 met licht voordeel voor wit. In de diagramstand en in de laatste variant kan zwart meerdere combinaties nemen, maar dat is altijd een ruil.

Hein speelde echter niet de logische opbouwzet 26. 44-39, maar 26. 35-30? Het doel van deze zet is een kleine meerslagfinesse na 26. … 5-10? 27. 23-19! 20-25 28. 19-14 25×23 29. 14×5 w+. Ook na 26. … 3-9 komt 27. 23-19, maar nu levert dit na 27. … 9-14* 28. 19×10 5×14 29. 30-25* niet meer dan licht voordeel op.

Wouter had na 26. 35-30? op de volgende prachtige manier kunnen winnen: 26. … 20-25! 27. 44-39* 25×34 28. 39×30 15-20! 29. 24×15 5-10 30. 15×4 13-19! 31. 23×14 18-23 32. 29×27 12-18 33. 4×22 17×48 en deze stand verdient zijn eigen diagram:

Hein Meijer – Wouter Sipma 1-1
NK Algemeen 2019 3 Hein Meijer - Wouter Sipma 1-1 2

Wit heeft drie stukken meer, maar verliest er altijd minstens twee inclusief schijf 14 en verliest dus kansloos.

Wouter zag de forcing helaas niet en speelde 26. … 22-28 27. 23×32* 20-25 (de dam na 13-19 24×22 17×48 gaat er na 30-24 direct weer vanaf en wit houdt een prima flankaanval over) 28. 33-28* 25×23 29. 28×19 3-9 30. 24-20 15×24 31. 19×30 en het liep later remise.

In de eerste ronde kon Alexander Baliakin met een fraai offer winnen van Jos Stokkel, gaf Martijn van IJzendoorn op dramatische wijze een gewonnen eindspel uit handen en wist Anton van Berkel niet van Rob Geurtsen te winnen, omdat hij op de 46e zet niet zag dat hij ook met zijn dam kon slaan.

In ronde twee had je de merkwaardige situaties dat Rob Geurtsen opgaf in een remisestand tegen Wim Kalis, omdat hij niet wist of zag dat het 4-om-2-eindspel remise was, en Ron ‘De kneus’ Heusdens verloor door een miscommunicatie tussen zijn brein en zijn hand.

Naast de net genoemde gemiste winsten van mijzelf en Wouter Sipma kon ook Martijn van IJzendoorn in de derde ronde winnen van Niek Kuijvenhoven. Dat was in een dun klassiekje en dat was een stuk simpeler. De eerste drie rondes leverden in ieder geval al genoeg spektakel op en ook de rest van het toernooi viel er genoeg te beleven voor de toeschouwers, maar daarover een andere keer meer.