André van der Kwartel
Het tiental van LDG heeft in de negende ronde van de Nationale Competitie zijn derde overwinning geboekt. Daarmee heeft het team het na een zwak seizoen nu in eigen hand om de nacompetitie voor degradatie/promotie te ontlopen. Het tweede team van Zaanstreek werd met 14-6 verslagen in een wedstrijd die wemelde van de al dan niet gemiste blunders. Spanningen vanwege het belang van de wedstrijd voor beide teams of gewoon een matig spelniveau? Laten we het uit piëteit met alle betrokkenen maar op het eerste houden…..
Ik mocht de score voor LDG openen. Een enkeling vond dat ik geluk had gehad, maar als ik bereken dat er geen damzet dreigt en mijn tegenstander moet proefondervindelijk ervaren dat dat ook echt zo is, is er dan sprake van geluk?
André van der Kwartel – Sijmen Hansen
Stand na de 18e zet van wit.
Zoals wel vaker had ik toegewerkt naar een stand van buigen of barsten. Al had ik wel ruim van tevoren berekend dat er na mijn volgende zet – voor zover ik kon zien – geen dam naar 50 in zou zitten. 34-29 (2-7), 29×20 (14×34), 39×30. Mijn tegenstander ging nu à tempo verder met (19-23), 28×19 (13×24), 30×19 en ontdekte hier dat er geen witte schijf meer staat op 29. Ware dat wel zo geweest dan had fraai kunnen volgen: (8-13), 19×8 (18-23), 29×18 (22×2), 31×22 (17×50). Leuk gezien, maar helaas. Het aardige is dat zwart op het moment van opgeven wel degelijk een damzet kan uitvoeren, maar die is wel heel erg kostbaar. Die damzet had ik dan weer niet van tevoren gezien. Waarom zou ik ook?
Totaal onverwacht scoorde Zaanstreek 2 tegen. Maurits Meijer wilde een voor de hand liggende zet spelen en vergat even de zetcontrole. Het was op slag uit.
Maurits Meijer – Piet Smit
Stand na de 32e zet van wit.
(7-12). Naar eigen zeggen speelde zwart deze zet omdat hij speculeerde op wits volgende zet: 36-31?? (14-19), 25×23 (12-17), 23×21 (16×49) en wit gaf op.
Evert Dollekamp speelt gebruikelijk veertig goede zetten en biedt dan remise aan. Maar deze keer had hij al vóór de veertigste zet een schijf gewonnen. Wat nu te doen? Evert ging op de 41e zet manmoedig met dit dilemma om: hij speelde door en won. De schijfwinst kwam als volgt tot stand:
Victor Voskuil – Evert Dollekamp
Stand na de 33e zet van wit.
Op weg naar een nieuwe remise speelde Evert hier (19-23!). Maar wit weigerde mee te werken. In plaats van 44-40 speelde wit 29-24?? Nu zou (23-29), 24-20 een degelijke route naar remise zijn geweest, maar Evert besluit hier anders: (25-30), 24-20 (14×25), 35×24 (23-29) en de schijf winst was binnen.
LDG kwam op een 2-6 voorsprong door een overwinning van Jack van der Plas, al deed hij daar iets langer over dan nodig:
Martin Berends – Jack van der Plas
Stand na de 34e zet van wit.
Zwart forceert een schijf winst: (15-20!), 30-25 [Na 43-39 had zwart ook ten minste een schijf gewonnen door (19-24) met als fraaiste afwikkeling: 30×19 (13×24), 28×30 (20-24), 30×19 (8-13), 19×17 (11×44)] (12-18?) [Zwart mist de winst: (13-18), 25×14 (19×10), 28×19 (8-13), 19×17 (11×33)] 25×14 (19×10), 28×19 (13×24). De stand is weer gelijk, maar wit wil méér: 32-28?? en gaf op na (18-22!).
Edwin van Hofwegen bracht met een gelijkwaardige remise de stand op 3-7 voor LDG, waarna Hans Tangelder de voorsprong verder uitbreidde. Zijn tegenstander ging pas heel laat in de fout.
Bart van Geel – Hans Tangelder
Stand na de 47e zet van zwart. 43-39?? (23-29) en wit gaf op. Er valt voor wit weinig meer om voor te vechten. In de diagramstand had 27-21 nog verdediging gegeven.
Het elfde en winnende punt werd ingebracht door Peter van den Berg. Dat zijn tegenstander onderweg een zetje miste en vele zetten lang beter, zo niet gewonnen, heeft gestaan, mag de pret niet drukken. Het gaat er per slot van rekening niet om wie de eerste fout maakt, maar wie de laatste.
Peter van den Berg – Mohammed Aliem Wagid Hosain
Stand na de 18e zet van zwart.
30-24?? (19×30), 25×34 (15-20??) Beide spelers overzien dat zwart een schijf kan winnen met (27-32), (17-21) en (11×24).
Maar het kwam allemaal nog goed voor Peter:
Peter van den Berg – Mohammed Aliem Wagid Hosain
Stand na de 37e zet van wit.
(17-21!?) [Zwart voorziet de witte actie niet. Veel sterker is (9-14).] 37-31! [Dank zij de kettingstelling heeft zwart vermoedelijk voldoende compensatie om 31-26 te overleven. Maar hij overziet de afwikkeling niet.] (21-26??), 45-40 (26×28), 33×22 (24×33). Pas hier zag zwart wat hem boven het hoofd hing: 39×8 (3×12), 22×4 en hij gaf op.
Evert Bronstring speelde remise in een partij waarin hij er werkelijk alles aan deed om tot winst te komen. Hij trof echter een degelijke en stugge tegenstander die uitsluitend in remise was geïnteresseerd. En dat lukte.
Ook Harry Dekker speelde remise in een partij waarin beide spelers duidelijk er niet op uit waren om tot scherp spel te komen. Een voorbeeldpartij voor het cliché dat “het evenwicht nergens werd verbroken”.
Dat kan bepaald niet worden gezegd van de partij van Hans Kreder, die met een remise de eindstand op 6-14 bracht. Ik denk dat Hans een of ander record heeft gebroken in het missen van winnende kansen. De computer geeft maar liefst negen momenten aan waarop Hans het (veel) beter had kunnen doen. Al die kansen die hij kreeg waren onder meer te danken aan het feit dat Hans de wedstrijd begon met meer dan een uur tijdsvoorsprong op de klok. Zijn tegenstander “wist niet dat hij moest dammen”.
In het middenspel had Hans al meerdere keren winst kunnen forceren en laten lopen, maar in de overgang naar het eindspel was hij een schijf vóór gekomen. We volgen de partij vanaf de 58e zet van wit.
Hans Kreder – Remmert Sijm
25-20? [Waarom offeren voor een doorbraak als je aan de andere kant gratis door kunt lopen? Sterker is 16-11 met bijvoorbeeld: (22-27), 11-6 en nu is (27-31) verhinderd door23-18! (31×24) 18×7]
(14×25), 15-10 (25-30), 10-5 (30-35), 29-24?? [Wit mist hier het eenvoudige 37-31 (26×37), 38-32 (37×19), 5×25 met winst.]
(22-27), 16-11 (13-18) [Zwart kon zich beter verdedigen met (12-18), (13-18), (9-14) en (27-31). Nu had het uit moeten zijn.]
23-19?? [ Wit mist hier: de zetten 11-6, 6-1 en het is uit.]
(27-31), 37-32? [ Veel beter is: 19-13 (31×33), 13×4, maar het is al niet meer te voorkomen dat ook zwart op dam komt.]
(31-36), 11-6 [Hier mist wit zijn laatste kleine kans om nog te winnen. Dat had misschien nog mogelijk geweest na 32-28, maar het wordt een moeizaam verhaal. Enkele zetten later werd remise overeengekomen.]