Koos van Amerongen sneldamkampioen LDG 2021

Hans Tangelder

Afgelopen donderdag werd het jaarlijkse sneldamkampioenschap van LDG gespeeld. Nadat Koos van Amerongen alle wedstrijden in zijn groep won, sloeg hij ook in de finale genadeloos toe met een overwinning tegen Jack van der Plas.

Dit toernooi leverde ook een aantal interessante fragmenten op:

Allereerst ter oplossing twee fraaie combinaties van Edwin van Hofwegen:

FragmentEdwin1

Hans Kreder – Edwin van Hofwegen: Zwart wint een schijf

Klik hier voor de oplossing

 

FragmentEdwin2

Hans Kolfoort – Edwin van Hofwegen: Zwart wint 

Klik hier voor de oplossing

 

Vervolgens bespreekt Koos van Amerongen een partij fragment uit zijn partij tegen Edwin van Hofwegen.

FragmentKoos

Koos van Amerongen – Edwin van Hofwegen

Na een spannende variant van de Leningrader-opening te hebben gespeeld, kwam deze stand op het bord. Edwin had eerder – in navolging van de witspeler – besloten zijn heil via de linkerbordrand te zoeken. Hier vervolgde hij met 17-21?. Ik meende een goede stand te kunnen forceren en dat gebeurde ook: 1.. 17-21 2.26×17 22×11 3.28-23! 18-22 4.40-35 20-24* 5.29×20 15×24 6.34-29 en na 13-19 7.29×20 19×28 8.35×24 14-19 9.24×13 25×14 10.41-37 9×18 11.43-38 ging zwarts voorpost verloren. Hij kon echter op slag remise maken door na 6.34-29 22-27! 7.29×20 27-32! 8.35×24 32-38! 9.43×32 13-19 etc. te spelen.
Wit kon dit alles vermijden en een goede bereiken met de stille zet 4.41-37! Als zwart in het achterveld speelt (1-7/3-8) kan wit dan wel goed met 5.40-35! vervolgen. Dat voorkomen met 4..30-35 is geen optie vanwege een kleine combinatie. Ook 4..13-19 helpt niet: na 5.40-35 19×28 6.35×24 kan wit schijf 24 behouden en vanwege het ontbreken van Ernie in een paar zetten de zwarte schijf op 23 oppeuzelen.
Tenslotte alle resultaten:

De deelnemers waren verdeeld in twee groepen en speelden finales tegen elkaar.

Eindstand sneldammen

Finales:

Koos van Amerongen eerste na winst tegen Jack van der Plas. Maurits Meijer derde na na winst in barrage partij tegen Edwin van Hofwegen. Harry Dekker vijfde na winst tegen Hans Tangelder. André van der Kwartel zevende na winst tegen Dick den Ouden. Hans Kreder negende na winst in barrage partij tegen Peter van den Berg.

De bekerfinale 2020/2021

Geschreven door finalist André van der Kwartel!

Ieder jaar wordt binnen het Leids Damgenootschap een bekerwedstrijd georganiseerd. De regels zijn eenvoudig: de paring van de tegenstanders wordt door loting bepaald. De winnaar van een partij gaat door naar de volgende ronde. Bij remise gaat de speler met de laagste rating door naar de volgende ronde tenzij het ratingverschil minder dan honderd punten bedraagt. In dat geval wordt de partij overgespeeld. Wordt de partij nu weer remise, dan gaat de speler met de laagste rating alsnog door naar de volgende ronde.

De bekerwedstrijd is dus een afvalwedstrijd met als aantrekkelijk gegeven dat het lang niet altijd de sterkste speler is die uiteindelijk de beker wint. Ter illustratie: gedurende vele jaren was Evert Bronstring in de ‘gewone’ onderlinge competitie van LDG onbetwist en verreweg de sterkste. Maar in diezelfde periode lukte het hem maar vier keer om “de beker” te winnen.

In het verleden lukte het mij twee keer om Casper Remeijer in deze bekerwedstrijd in een vroeg stadium de voet dwars te zetten. Ook dit seizoen troffen wij elkaar als tegenstanders, maar nu ging het om de finale. De voorzitter, Maurits Meijer, verrichtte geheel onpartijdig de loting. In lijn met de traditie van LDG geef ik hieronder het verloop van de wedstrijd met dank aan Casper voor zijn verdiepende aanvullende opmerkingen.

André van der Kwartel – Casper Remeijer

Bekerfinale Leids Damgenootschap

28-07-2021

1.32-28 17-21

2.37-32 11-17

3.41-37 6-11

4.34-29 20-25

5.29-24 19×30

6.35×24 21-26

BF_2021_1

7.33-29!?

Volgens Casper een minder goede zet. Het is verstandiger om nog even alle opties open te houden met bijvoorbeeld de opbouw 40-34, 45-40, 50-45. Na de tekstzet kan zwart een beproefde strategie in het spel brengen. Enige kennis van openingen kan toch handig zijn!

7. ……. 1-6

8.38-33 14-20

9.42-38 18-22

BF_2021_2

10.40-34

Kingsrow adviseert 40-35. Een zet waar ik geen seconde naar heb gekeken, want wat doe je tegen (25-30)? Nou, dan volgt: 31-27 (22×42), 48×37 (30×19), 28-22 (17×28), 32×25 en zwart is veel van zijn voordeel kwijt. Zwart heeft na 40-35 meerdere mogelijkheden, zoals (10-14) of (12-18) en (7-12).

10………10-14

11.45-40 13-18

Het is de vraag of dit de beste zet is voor zwart. Sterker lijkt het om direct de aanval in te zetten: (14-19), 40-35 (19×30), 35×24 (9-14), 44-40 (4-9), 40-35 (14-19), enz. Maar na het spelen van enkele varianten tegen de computer lijkt dat toch ook geen doorslaggevende optie.

12.28-23 9-13

BF_2021_3

13.32-28

Het was verstandiger geweest hier 32-27 te spelen. Ik heb daar natuurlijk wel naar gekeken, maar gaf de voorkeur aan 32-28 met het oog op varianten als: (17-21), 28×17 (11×22), 47-42 met de optie 33-28. Alleen heb ik op dit moment gemist dat na (4-10) die optie helemaal niet meer aan de orde is. Na de gespeelde zet taxeert Kingsrow het voordeel voor zwart op meer dan een halve schijf en dat zal in het verdere verloop van de strijd alleen maar toenemen.

13 ……… 17-21

14.28×17 11×22

15.50-45 4-10

In het licht van mijn vorige opmerking is het wat vreemd dat Kingsrow (4-10) afwijst en (6-11) suggereert. Uit het spelen van wat varianten heb ik de indruk dat dat alleen op zetverwisseling neerkomt.

16.40-35 7-11

17.47-42 11-17

18.35-30

Een ingrijpende beslissing, bedoeld om 33-28 mogelijk te maken. Maar Kingsrow geeft de voorkeur aan 46-41. Een onooglijke zet, maar een die wit wel veel verdedigingsmogelijkheden geeft.

18. …… 14-19

19.23×14 20×9

20.33-28 22×33

21.39×28 10-14

BF_2021_4

En zo ontstond dus de “open Partie Bonnard”. In de nabespreking was het algemene commentaar dat wit op dit moment toch weer tegenspel lijkt te verkrijgen, maar dat is gezichtsbedrog, zoals Casper overtuigend aantoont. Ook de suggestie om hier met 37-32×41 terug te ruilen biedt wit geen soelaas. Langzaam aan komt wit steeds slechter te staan en ook Kingsrow geeft nergens opties aan die tot een fundamenteel betere verdediging hadden kunnen leiden. Tijdens de partij had ik dan ook het gevoel kansloos te worden weggespeeld. Casper heeft mij echter achteraf gewezen op een aantal mogelijkheden die ik hieronder graag meeneem.

22.38-32 2-7

23.43-39 7-11

24.49-43 14-20

25.44-40 17-22

26.28×17 11×22

BF_2021_5

Casper:

27. 31-27 22×31 36×27 is beter dan het gespeelde 43-38. Wit kan hiermee of met 31-27×27 op een later moment een zetje meenemen dat ik in de partij (nog) niet gezien had. Na 27. 31-27 22×31 36×27 12-17 kan 29-23 dus een logische zet vind ik 6-11. Dit heeft echter als nadeel dat na 42-38 zwart niet verder kan met 11-17 door 29-23 20×29 30-24 29×20 23-19 13×24 37-31 26×28 38-33 21×32 en beide manieren om naar dam te slaan geven ongeveer gelijkwaardig spel. Als wit naar 2 slaat, neem ik de dam direct af met 9-14 2×30 20-24 30×41 16-21 41×10 5×14. Als wit naar 4 slaat, heeft zwart meerdere mogelijkheden: 24-30, 24-29 en 17-21. speelt zwart 17-21 (dreigt 12-18 4×38 21-27 38×21 16×27 z+1) en na 4-36 kan zwart de dam ook vangen met gelijk spel middels 8-13 36×4 12-18 4×38 21-27 38×21 16×27.

Kingsrow adviseert na 27. 31-27 22×31 28. 36×27 om 9-14 te spelen. Deze zet stond nog niet op mijn radar in de partij. Het kan dan verdergaan met 29. 46-41 12-17 en zwart wint een schijf

doordat 29-23 verhinderd is wegens 30.29-23 20×29 31.23×12 5-10 32.34×23 25×34 33.39×30 26-31 34.37×26 17-22 35.27×20 15×44 36.26×17 44-50.

27.43-38 6-11

BF_2021_6

Ook op dit moment was 31-27 een betere zet geweest in plaats van het gespeelde 39-33. Na 28. 31-27 22×31 36×27 overwoog ik twee zetten: 11-17 en 12-17. Ik was in de partij van plan 11-17 te spelen, omdat ik de damcombinatie na 29-23 (nog) niet gezien had. Mijn idee was om eerst een keer op te lopen met 17-22 en zo te voorkomen dat ik een hangende schijf op 11 krijg na 12-17 29-23. Na 11-17 kan weer 29-23 20×29 30-24 29×20 23-19 13×24 37-31 26×28 38-33 21×32 en ook in deze stand (verschil met eerder is dat wit een schijf op 42 heeft i.p.v. op 43) zijn beide manieren om naar dam te slaan ongeveer gelijkwaardig. Als wit naar 2 slaat, neem ik de dam weer direct af met 9-14 2×30 20-24 30×41 16-21 41×10 5×14. Als wit naar 4 slaat, heeft zwart alleen 17-21 (dreigt 12-18 4×49 21-27 49×21 16×27 z+1) en na 4-36 kan ik de dam ook vangen met gelijk spel middels 8-13 36×4 12-18 4×49 21-27 49×21 16×27. Kingsrow waardeert 28. 31-27 22×31 36×27 12-17 29-23 20×29 23×12 17-22 27×18 8×17 34×23 25×43 38×49 13×22 40-34 (49-43?) op ruim een schijf voordeel voor zwart. Wit heeft een goede verdediging op de lange vleugel en dat zwarte blok ziet er niet heel mooi uit dus in de partij dacht ik dat dit wit misschien compensatie zou geven

Tot zover Casper.

Op het moment dat ik 39-33 speelde had ik niet gezien dat daarna 32-28 onmogelijk is wegens (18-23), 29×27 (21×43), 48×39 (20×47). Bovendien dreigt (22-27), 31×22 (17×39), 34×43 (25×23). Er blijft dus weinig anders over dan 31-27.

28.39-33 12-17

29.31-27 22×31

30.36×27 17-22

BF_2021_7

Opnieuw Casper aan het woord:

Wit had in de partij 31. 29-23 kunnen proberen. Het leek me niet alleen de beste verdediging, maar daarmee speculeert wit ook op 18×29? 27×18 13×22 34×23 20×18 32-28 25×34 28×6 w+. Na 29-23 22×31 23×12 8×17 32-28 20×29 34×23 25×34 40×29 staat wit maar één schijf achter en ik heb ook niet zo snel een doorbraak op wits lange vleugel. Ik kan proberen wit vast te zetten

met zetten als 15-20 9-14 13-19 of ik kan de hangende schijf op 11 ontwikkelen door 13-18 23×12 17×8. Ik denk dat het relatief makkelijk wint voor zwart, maar het leek me wel de beste verdediging voor wit.

31.46-41 22×31

32.41-36 11-17

33.36×27 17-22

34.48-43 22×31

35.33-28 18-22

36.28×17 21×12

37.32-28 13-18

38.38-32 9-13

39.43-38 18-22

40.28×17 12×21

0-2

Open Sneldamkampioenschap van Leiden

Op donderdag 26 augustus organiseert het Leids Damgenootschap weer het jaarlijkse Open Sneldamkampioenschap van Leiden.

Op die avond worden meerdere korte dampartijen gespeeld. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat iedere deelnemer zo veel mogelijk speelt tegen spelers van ongeveer gelijke sterkte.

Dus ook mensen die alleen maar thuis zo af en toe een potje dammen, kunnen meedoen zonder de angst ‘toch maar alles te zullen verliezen’. Iedereen is van harte welkom.

Bij de prijsuitreiking wordt rekening gehouden met de speelsterkte van de deelnemers. Maar één ding is zeker: iedere deelnemer gaat met een prijs(je) naar huis! De deelname is gratis.

Van tevoren aanmelden is niet nodig. U wordt wel gevraagd om uiterlijk 19.45 uur aanwezig te zijn, zodat de dampartijen om 20.00 uur kunnen beginnen. De prijsuitreiking zal rond 22.30 uur plaatsvinden.

Het adres luidt: Leids Denksportcentrum, Robijnstraat 4, Leiden.

Jannes van der Wal

Geschreven door Evert Dollekamp! Dank namens uw webmaster!

Jannes van der Wal was zo bekend dat iedereen hem bij voornaam kende. Onlangs had ik nog iemand aan de lijn die tijdens het gesprek liet vallen, toen ik zo onvoorzichtig was geweest te melden dat ik dammen als hobby had, ‘oh maar dan ken je Jannes vast ook!’ Dat bedoel ik. Jannes was natuurlijk een mythische figuur. Ondanks hemzelf, want al die belangstelling is hem gewoon overkomen. Jannes werd landelijk bekend toen hij bij Mies Bouwman mocht komen opdraven na het behalen van de wereldtitel in 1982. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik live samen met mijn boezemvriend Bauke Bies naar dat interview zat te kijken. Interview? Jannes antwoordde op geen enkele vraag. Dat was de schuld van Mies, die als eerste weetje naar Jannes’ leeftijd informeerde. Jannes verklaarde later dat die vraag geen pas gaf. Dat had ze van tevoren toch wel even kunnen opzoeken?

Vervolgens deed Jannes er het zwijgen toe. Na afloop vroeg hij nog wel even netjes of hij dat dambord mee mocht nemen. Dat mocht. Ik herinner me nog dat Bauke heel hard moest lachen. Ook een beetje als plaatsvervangende schaamte denk ik. Ondanks, of beter dankzij, leverde dat bezoekje aan Mies Jannes veel publiciteit op. Het een na het andere tv-kanaal wilde Jannes op bezoek. Kranten stonden in de rij. Ik weet nog goed dat ik in mijn huis destijds op een verloren avond de tv aanzette om te kijken wat er allemaal in de wereld gebeurd was. Werkelijk waar: zappen leverden mij zes hits Jannes op! Spelletjesprogramma, praatprogramma, bij Koos Postema op bezoek, reclame voor dit, reclame voor dat ….. Even tellen, nou ja, vijf dan. De zesde waarschijnlijk vergeten. Sportprogramma! Kan best. Tenslotte was Jannes natuurlijk vooral topsporter.

Veel mensen noemden Jannes excentriek. Was hij natuurlijk ook wel een beetje. Maar het was toch vooral een aardige lieve jongen die zeker wel oog had voor zijn omgeving. Zo liet ik eens, toen we voor het Drents Tiental per auto onderweg waren naar een uitwedstrijd, terloops vallen dat ik van mijn destijds toenmalige lieftallige aanstaande ex-genote Hilda (typering: dat is wel heel ver boven het landelijke gemiddelde !! [patent Herman Pieter de Boer (Waanzin en moederliefde) ] ) was gescheiden. Ik was werkelijk waar onthutst toen

Jannes liet weten dat hij daar niets van begreep. Hij was zelfs verontwaardigd boos. Pas toen ik Jannes duidelijk maakte dat het niet mijn schuld was (?) en ik buiten de deur was gezet, kalmeerde hij een beetje.

Jannes heeft veel betekend voor het dammen. Natuurlijk omdat hij wereldkampioen werd. Maar nog meer vanwege zijn publicitaire waarde. In herinnering bijvoorbeeld zijn optreden met Prins Claus tijdens de fietsvierdaagse in Drenthe lang geleden. De Prins speelde 1.31-27 en gaf vervolgens op. Jannes weigerde en sprak dat Prins Claus zojuist de Poolse opening had gespeeld, zodat remise een betere uitslag was. Kijk, daaraan herken je de echte propagandist. Zodat Claus aan Beatrix ‘s avonds kon melden:

‘Ik heb vandaag ook nog wat voor Polen gedaan!’

Jannes is niet meer, dat is natuurlijk treurig. Toen het bijna voorbij was kreeg hij nog bezoek van zijn aartsrivaal en vriend Rob Clerc. Werkelijk waar een dag tevoren zaten beide giganten in Groningen over het dambord gebogen om de merites van het Doordammen te doorgronden. Die dag kwam mijn broer Bert, die een innige band met Jannes had, nog even buurten. Jannes keek verstoord op. De situatie op het bord duldde geen interruptie. De volgende dag was het over. De leukemie had Jannes, slechts 39 jaar oud, geveld.

Wat ik nog even wil benoemen is het volgende. Jannes was in zijn laatste dagen nog steeds lid van het Drents Tiental en dus ook speelgerechtigd. Zijn overlijden was tijdens de NC. Ik was toen teamleider van het Drents Tiental en had er eigenlijk helemaal niet bij stilgestaan de komende wedstrijd te laten uitstellen.

Telefoon

Henk Grotenhuis ten Harkel (dat is nog eens wat anders dan Ellenianora de Grande Familia de Paquete el Baño de Papel Higiénico!) bood als teamleider van DC Vorden aan de komende wedstrijd uit te stellen. Ik liep helemaal leeg en zei dat dat niet nodig was. Hoe die wedstrijd is afgelopen weet ik niet meer. En ik ga het niet opzoeken ook. Maar dat telefoontje uit Vorden vond ik getuigen van Groot Respect.

Ik heb nog niet toegezegd dat ik meedoe

NK 1982 – Interview met Jannes van der Wal

Hielke Hylkema

Van je voorbereiding heb ik een klein gedeelte meegemaakt: ik zag je op de zaterdag voor het toernooi bij het concert van een boogie-woogie pianist.

Was jij daar ook? Ik heb je niet gezien.

Ik was er wel. Hoe vond je zijn pianobehandeling? Heb je er iets van geleerd?

Nou nee, zover ben ik nog niet. Maar ik vond het wel indrukwekkend. Ik vond het jammer dat ik zijn linkerhand niet kon zien, daarvoor zat zijn lichaam in de weg.

Die zaterdag had ik de de toptraining voorbereid Ik was dus wel met dammen bezig geweest.

Dat doen jullie zo’n beetje bij toerbeurt toch, die voorbereiding?

Nou, Rob Clerc is de eigenlijke trainer, maar vaak bereiden Harm Wiersma en ik iets voor.

Is dat niks voor jou – zo’n baantje voor halve dagen in dienst van de KNDB?

Maar Clerc heeft dat baantje!

Jawel, maar als er nou een extra plaats wordt gecreëerd?

Ik weet het niet. Daar heb ik nooit over nagedacht.

Jannes heeft zich niet speciaal op het toernooi voorbereid:

‘s Avonds kijk ik alleen even nar mijn tegenstander voor de volgende dag. Daar speel ik een paar partijen van na.

Je damt veel. Hoeveel eigenlijk?

Nou, als ik ‘s morgens uit mijn bed kom ga ik eerst achter de piano zitten. Bij Fivelgo speel ik voor de onderlinge competitie. Vluggeren met Auke doe ik ook soms. Verder ben ik natuurlijk net in Bordeaux geweest en heb ik dit jaar aan het provinciaal kampioenschap deelgenomen.

En in je eentje analyseren?

Dat doe ik veel minder dan vroeger.

Is pianospelen voor jou ook een manier om je een beetje af te reageren?

Ja… het is wel zo: als iets me niet lekker zit en ik speel wat op mijn piano, dan is het daarna meestal wel weg…

Over het toernooi zegt Jannes:

Ik vind het wel leuk om iedereen weer te zien en om met hen over dammen te praten.

Alleen met de organisatie heb je wel eens problemen, niet?

Ik denk dat jij doelt op een oud conflict met Los. Maar dat is verjaard.

Ik dacht dat dat was bijgelegd, maar je bent het nog niet vergeten?

Nee, ik ben het niet vergeten. Het is gewoon verjaard. Niet vergeten, maar verjaard.

Ik heb iets gehoord over een brief van jou waarin je je toernooideelname op losse schroeven stelt.

Ik had mijn deelname niet nog toegezegd. Toen vond ik dat programmaboekje in mijn brievenbus en daarin stond dat ik deelnemer was. Ik heb toen de KNDB een brief geschreven waarinstond dat ze er niet zo zeker van moesten zijn dat ik aan het toernooi zou deelnemen.

Maar dat is inmiddels geregeld?

Nee, tegenover de KNDB heb ik nog niet verklaard dat ik meespeel.

(??) Officieel ben je dus geen deelnemer?

Ik heb nog niet toegezegd dat ik meedoe.

Vanwaar die aarzeling?

Voor mij staat er een titel op het spel en voor een titelverdediger levert dit toernooi niets op. Ik speel onder zware druk. Wiersma en Sijbrands doen niet mee en van de twaalf die wel meedoen, zijn Clerc en ik de sterkste spelers. In voorgaande toernooien ben ik steeds boven Clerc geëindigd en op grond daarvan beschouwt het publiek mij als favoriet en dat vind ik geen prettig gevoel. Als ik nu kampioen word, vindt iedereen dat heel gewoon. Ze verwachten niet anders. Terwijl het spelen van dit toernooi mij wel heel veel inspanning kost. Met Sijbrands en Wiersma als deelnemer zou ik me meer op mijn gemak gevoeld hebben.

Derde achter Wiersma en Sijbrands vind je niet erg. Maar tweede worden achter Clerc, dat is toch geen blamage? Jullie zijn toch van vergelijkbaar niveau?

Ik word liever eerste.

Als ik het goed begrijp vind je dat er met dit deelnemersveld financieel te weinig staan tegenover eventueel titelverlies. Maar verdient het dan echt zo weinig? Vorig jaar was het toch veel minder?

Ja, maar dat was geen gesponsord toernooi. Het totale prijzen- en startgeld in dit toernooi is 7.000 gulden. Voor zo’n bank is dat gewoon een koopje. De organisatoren moeten zo’n sponsor vertellen dat 7.000 gulden gewoon te weinig is. Als je alle sterke dammers achter het bord wilt hebben, moet je het dammen aantrekkelijker maken. Het kampioenschap van Nederland is helemaal geen kampioenschap van Nederland: Wiersma is er niet, Sijbrands niet, Roozenburg, Drost… die doen ook niet mee. Maar die horen er wel bij! In Rusland kunnen ze het wel. Aan het Russisch kampioenschap doen ook echt alle sterke spelers mee. Daar kunnen ze het wel aantrekkelijk maken om mee te doen.

Iets anders. Die spelersraad…

De spelersraad is een wassen neus. Die heeft niets te vertellen.

Zij heeft toch de verdeling van de prijzenpot gemaakt?

Nou ja, als zij het leuk vinden om daarover te praten… Maar ik interesseer mij meer over de hoogte van het totaalbedrag, dan voor de verdeling ervan.

Over het publiek zegt Jannes:

Ik heb altijd veel last van het publiek. Vandaag stond er weer zo’n rotjochie op de eerste rij zijn snot op te snuiven (Jannes doet het even na), wel een half uur lang! Daar heb ik erg veel last van. Ik heb wel oordoppen, maar…

Twee jaar geleden zei je eens tegen mij dat je, zolang Harm Wiersma meedeed, geen kans had op de wereldtitel. Voor jou was Harm gewoon veel te sterk. Hoe denk je daar nu over?

Harm speelt wel sterker. In het eindspel ben ik wel tegen hem opgewassen, maar in het middenspel is hij sterker. Wat hij bijvoorbeeld in zijn match tegen Gantwarg heeft laten zien… dat was van zeer hoog niveau.

Dat zou jij niet kunnen?

Nee, dat zou ik niet kunnen.

 

MF Cavia handhaaft koppositie in Zomercompetitie!

Namens uw nieuwe webmaster!

Na 10 rondes in de zomercompetitie is het duidelijk dat Koos van Amerongen (KaVeeAa) vol heeft ingezet op het prolongeren van zijn titel bij de jaarlijkse zomercompetitie van het Leidsch Damgenootschap. Slechts 2 remises heeft hij toe moeten staan, en de vraag is waar dit gaat eindigen. Kijkende naar het moyenne lijken alleen Steven den Hollander en Richard Meijer nog een kans te hebben om dit te voorkomen. Die zijn dan echter wel afhankelijk van misstappen bij Koos, zo zal Steven zelf geen partijen meer spelen. Ook een speciale vermelding voor Peter van den Berg, de enige speler naast Koos en Steven die nog ongeslagen is in de zomercompetitie! De rest van de ranglijst ziet er als volgt uit:

Screenshot 2021-08-03 103721

Merk hierbij ook op dat er nog vele subklassementen zijn, zoals het mooiste fragment, de middenmoter en de prijs voor een overwinning bij ratingverschil! Die laatste ligt momenteel in handen bij Jack van der Plas die (zoals vorige week geplaatst!) in een attractief duel Joop Burgerhout wist te vloeren. Een verschil van 189 in rating! Op enkele merkwaardige appberichten na is hierna niets meer van Joop vernomen. Joop, mocht je dit lezen willen we doorgeven dat het kraanwater erg lekker smaakt in het DenkSportCentrum.

Ook hebben wij tijdens de zomercompetitie een nieuw lid mogen verwelkomen, namelijk Rudi van Velzen. Rudi zal dit jaar ook nog eens gaan proberen om LDG door de nationale en provinciale competitie te loodsen! Startende met twee nederlagen toont direct zijn mate van bescheidenheid aan. Welkom bij de club, en veel plezier gewenst! Daarnaast heeft Rudi ook aangeboden om af en toe iets op te sturen voor de website, want wie schrijft….

Een andere bijdrage heb ik van Hans Tangelder mogen ontvangen. In zijn partij tegen Koos van Amerongen had zich een fraaie mogelijkheid voor kunnen doen als Hans eerder niet met 09-13 had vervolgd, maar met 09-14! Het kersverse bestuurslid zelf aan het woord:

KoosHans

Koos van Amerongen – Hans Tangelder, mogelijkheid na 22.49-43.

Wit lijkt een uitstekende stelling te hebben, maar na 22. 49-43 zou zwart een verrassende mogelijkheid hebben om een zeer kansrijke stelling te bereiken: 24-29!. Na slaan met 33×24, 22×33, 38×29, volgt 14-19 met dam. Wit moet dus slaan 34×23, 18×29, 33×24, 22×33. En nu de verrassing 8-13! met een dubbele dreiging 13-19, 12-18 naar dam en 17-21 met doorbraak. Wit moet wel verder met 29-23.

KoosHans2

Maar dan volgt 13-19! 24×13 12-18 23×1 2-7 1×21 16×49! En nu zijn alle kansen aan zwart! Nadat zwart deze mogelijkheid overzien had, ging de partij verloren voor zwart.

HansRudi

Hans Tangelder – Rudi van Velzen, stelling na 24. 12-17

Na 12-17? miste wit het dammetje 27-21,28-22,34-29. Wit won wel later de partij!

Hans Jansen

Geschreven door Evert Dollekamp!

Compromisloos spel. Dat is Hans Jansen ten voeten uit. Tegen Jan en alleman gaat Hans voor de winst. Zijn stijl is ongeëvenaard. Zelfs grootmeesters spelen tegen hem met de voet op de rem. Niet voor niets vier maal kampioen van Nederland. Het had zelfs vijf keer kunnen zijn als hij de loting tegen Harm Wiersma winnend had afgesloten. Het jaar weet ik niet meer, maar kennelijk vond de KNDB het nodig dit middel in te zetten om het NK te beslechten.

De stijl van Hans Jansen laat zich moeilijk beschrijven. Een sluipmoordenaar, misschien komt dat nog het beste in de buurt. Gepaard aan een feilloze techniek weet hij met fijne zetjes de tegenstander in verwarring te brengen. Daarbij gaat hij soms tot het gaatje. Waar een ander allang zou zijn afgehaakt, weet hij de spanningen tot op het laatst te handhaven. Natuurlijk ging het wel eens mis, maar de echte grootmeester ligt daar niet wakker van. Hij neemt zijn verlies als een man. En acteert als Evert Bronstring toen zijn vrouw Wobien vroeg hoe het vandaag was gegaan. ‘Het is goed gegaan Wobien. Ik heb vandaag omsingeld!’ Zo is Hans ook: de strategie is oppermachtig aan het resultaat.

Hans ken ik al heel lang. Toen we beiden nog in Groningen woonden, speelden wij onze eerste partij. Ik won nota bene door een zetje, Hans’ handelsmerk. De toon was gezet voor een jarenlange terreur. In zeven ontmoetingen haalde Hans drie remises en beet vier maal in het stof. Dat was natuurlijk ook wel een beetje mijn verdienste, maar de oorzaak was toch vooral dat ik Hans nooit begreep. Zoals de rechtsback van het vierde Johan Cruyff moeiteloos aan banden legde, boekte ik de ene overwinning na de andere. Maar goed: zo heeft iedereen zijn Angstgegner.

Hans en ik waren jarenlang teamgenoot bij het Drents Tiental. Slopend. Niet de wedstrijden, maar de tochten van Amsterdam naar Hijken. Hans reed met mij mee en zat twee uur op de praatstoel. Een enkele keer lukte het me mee te lullen, maar meestal was hij onnavolgbaar met zijn theorieën zodat ik vaak met een lelijke hoofdpijn arriveerde. Toch een onvergetelijke herinnering toen ik op een avond met Hans onderweg was naar Leeuwarden waar hij een partij vooruit moest spelen voor de Nationale Competitie:

Onderweg naar Leeuwarden

Leeuwarden, nog 36 kilometer. Op pad met Hans Jansen. Plots klinkt het: ’Wist jij dat 36 een heel bijzonder getal is?’ Ik kom niet verder dan 6 kwadraat. Het is volgens Hans echter ook een zogenaamd driehoeksgetal: 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8. Hans krijgt van mij de opdracht mijn geboortejaar 1959 te herleiden tot 36, nadat ik hem al heb verteld dat ik op 6-3 precies 36 ben geworden. Het is vervolgens tien minuten stil in de auto. ‘Ik heb er wel een andere formule voor’ klinkt het dan. ‘Met grondtal 7’. Een uitleg van de formule volgt. Elk oneven getal is te herleiden tot de som van een bepaald aantal tweevouden van oneven getallen verhoogd of verlaagd met 1, te beginnen bij 1. Je hebt er niks aan verder, maar het is mooi gevonden. ‘Even kijken. 1959. Dat wordt dan plus, plus, plus, plus, min, plus, min, min, plus, plus!’ Leeuwarden nog 15 kilometer. Even doorzetten, dan haal ik het net. Uitwerking:

2×1+1=3, 2×3+1=7, 2×7+1=15, 2×15+1=31,

2×31-1=61, 2×61+1=123, 2×123-1=245,

2×245-1=489, 2×489+1=979, 2×979+1=1959.

Dat Hans echter zijn dag niet heeft, ontdek ik opvolgende zondagochtend. Bij het prutsen aan de formule kom ik tot de ontdekking dat in 1959 een prachtige 36 zit verstopt, ontroerend door zijn eenvoud. Gewoon het verschil tussen de vermenigvuldiging van het tweede en derde cijfer en de vermenigvuldiging van het eerste en vierde cijfer: (9×5)-(1×9)=36! Ook realiseer ik me pas daags na de wedstrijd dat in mijn partij aan de overzijde wordt geblunderd één zet nadat veld 36 is ontruimd. En Hans haalt paaltje 3 na 6 rondes door tegenstander Taeke Kooistra als het ware naar veld 36 te zuigen. Om 3 voor 6 worden de handen geschud. En voor mezelf is het zege nummer 3. Ook 6 keer meegedaan. Zo, nu houd ik op, het is ten slotte al weer 22.36. Tijd voor 0.36 liter bier.

Je kunt niet zonder risico spelen en toch veel kansen creëren

NK 1982 – Interview met Hans Jansen

Door Hielke Hylkema

Hans Jansen, 25 jaar, internationaal meester, lid van de Moon-beweging, in 1979 kampioen van Nederland.

Je hebt de afgelopen tijd natuurlijk heel weinig aan dammen gedaan…

Ja. Ik ben er innerlijk volledig mee verbonden, maar ik heb geen schijf aangeraakt.

Sinds het vorig kampioenschap?

Nou, ik heb enige partijtjes gespeeld met een paar Japanners in Duitsland. Dat moet ik eerlijk zeggen. Ik heb ook met wat Afrikanen gespeeld in München, maar alleen om die mensen een beetje bezig te houden.

Je hebt het Drents Tiental ernstig teleurgesteld door niet te komen opdagen.

Ik weet het, ik weet het. Ik heb er ook geen excuus voor. Ik accepteer de straf – wat het ook mag zijn: levenslang of zo… Kijk, ik kan wel zeggen waarom dat zo ging, maar ik heb er een eeuwigheid voor nodig om dat uit te leggen.

Ja, dat is binnen dit tijdsbestek niet haalbaar… (Het was namelijk tien minuten voor de voor aanvang van de vierde ronde)

Ik wil het ook helemaal niet rechtvaardigen, want het is gewoon stom van mij geweest.

Is er nog verschil met het kampioenschap hier? Ik bedoel: niemand verwacht je nog toen je een uur voor tijd binnenkwam en zei je: ‘Ik had toch gezegd dat ik kwam!’ Maar dat had je ook tegen ons gezegd.

Precies. Dat is een heel moeilijk punt…(pauze) Nou kijk, ik zal het uitleggen. Het was wel mijn plan om mijn afspraken na te komen. Maar soms heb ik twee afspraken lopen… net als in een agenda weet je wel… Je zegt bijvoorbeeld: ‘Op die en die datum kom ik.’ Een andere afspraak maak ik niet zo exact. Ik zeg: ‘Nou, als je me nodig hebt, dan kom ik.’ Dus…

Ja, dat begrijp ik. Maar dat je dan helemaal niets meer van je laat horen. Dat heeft natuurlijk niet zoveel met samenlopende afspraken te maken…

Ik heb toen gedacht dat jullie wel een oplossing zouden hebben. Maar dat is inderdaad heel stom (pauze)

Ja, Iets anders: hoe speel je op dit ogenblik?

Mijn zwakke punt is dat ik nog steeds niet exact genoeg ben. Ik voel me wel exact hoor… vrij redelijk exact, maar nog niet zo exact als ik me zou hebben voorbereid. Ik speel de openingen vrij snel – resoluut – met nadruk op het middenspel. Ja, gisteren heb ik de zaak zitten verpest hè? Nou kijk – ik kan kiezen. Als ik wil kan ik natuurlijk ook dat spelen wat het minst gevaarlijk is. Maar wat ik gister speelde…

Daar heb je gewoon lol in…

Natuurlijk. Maar kijk: bij dammen heb je vaak twee mogelijkheden. Je hebt een spelgenre dat echt kansen geeft, maar dat ook gevaarlijk is… maar dat geeft ook echt kansen en dat blijkt ook weer achteraf – ik heb echt goede winstkansen gehad. Of je kiest iets vanuit een instelling van… nou ja, dat je iets niet vertrouwt weet je wel… Maar dan treedt toch vaak het effect op dat datgene wat voordeel leek, toch bij lange na niet genoeg is voor de winst.

Als de ander op de hoogte is van de gebruikelijke gang van zaken, kan hij vaak het nadeel tot een minimum reduceren…

Precies. En kijk: dat treedt vaak op. En dan kies ik bewust. De mensen denken dat ik het gewoon leuk wil maken, maar ik heb het gespeeld omdat ik weet dat dat de meeste kansen geeft… objectief het beste is. Ik weet dat het gevaarlijk is, maar ik ga niet met mijn leven spelen, Ik ga niet onder de guillotine liggen.

Nee… je hebt gelijk.

Kijk, en dan snap ik het niet… Veel mensen kijken dan haast laatdunkend op me neer. Zo van: kan die jongen niet eens een beetje verstandig zijn. In plaats van blij te zijn dat ik een interessante partij speel! Dan zegt men wel: ‘Ja, je had een leuke partij hè. Maar waarom moest je nou zoveel risico nemen…’ En dat snap ik dus niet. Je kunt niet zonder risico spelen en toch veel kansen creëren. Je kunt wel kansen creëren, maar die zijn vaak van het kaliber dat je tegenstander nog net remise kan maken. En dat moet je gewoon heel goed beseffen. Daarom kies kies ik voor het ene, met het gevaar dat ik verlies en dat is dan mijn zwakheid. Ik daag in feite mijn eigen zwakheid uit. De variant was gewoon aanwezig. Voor mij was er de mogelijkheid om er wat van te maken. Dat moet Jannes je maar eens laten zien. Dat is werkelijk zeer interessant.

Je moet weg Hans. De ronde is al begonnen.

Nee, maar dat kan je geest ontzettend aantasten… Dat er mensen in de krant schrijven die dat gewoon niet doorzien weet je wel… En dan zeggen ze dat ik van het bord ben gezet of dat ik me van het bord heb laten zetten. Dat treft me ontzettend.

Sijbrands schrijft vanmorgen: ‘De slotstand spreekt voor zich.’

Ja kijk… dat is gewoon onwetendheid. Nee… ik word echt agressief hoor, ik word echt agressief.

Heeft Sijbrands iets tegen je?

Nee. Hij bedoeld het misschien niet zo kwaad, maar ik word er wel kwaad om.

Hans lacht en staat op. Hij pakt de Volkskrant en leest voor:

‘Clerc maakt weer indruk.’ Nou, we gaan hem inmaken!

En Hans verdwijnt naar de speelzaal.

Jack van der Plas – Joop Burgerhout

Een bijdrage uit de zomercompetitie van Joop Burgerhout!

Joop belde mij zaterdagochtend op om te vertellen dat er enkele fraaie mogelijkheden waren in zijn partij tegen Jack van der Plas, vanuit de zomercompetitie. Veel kwam er echter niet terecht van het telefoongesprek, aangezien mijn “broertjes” de telefoon overnamen, en er een amusante conversatie ontstond. Joop was zo aardig om de volgende fragmenten door te sturen voor op de website. Hierbij hemzelf aan het woord:

JackJoop

Dit is de stand na 22. 46-41. De volgende variant werd berekend: 22. … 4-9; 23. 36-31 1-7; 24. 41-36 en er is een leuk combinatief standje ontstaan.

JackJoop2

Op 24. … 11-16 zou volgen 25. 27-22 18×29; 26. 34×23 19×28; 27. 39-34 30×39; 28. 44×2. En op 24. … 19-23 volgt 25. 33-28 en dan is sluiten met 25. … 14-19 niet goed wegens de Haarlemmer; en sluiten met 25. … 13-19 is niet juist wegens 26. 39-33 30×39; 27. 27-22 18×29; 28. 44×4 (deze variant werd thuis ontdekt).

JackJoop3

Enige zetten later werd een combinatie gemist: Na 25. 48-42 was een mooie combinatie mogelijk. De computer zag het direct! 25. … 23-28; 26. 32×23 17-21; 27. 26×17 12×32; 28. 23×3 13-18; 29. 37×28 18-22; 30. 28×17 9-13; 31. 15×33 30×46. Een fraai geheel!

EVERT BRONSTRING: NK 1976

Geschreven door André van der Kwartel. Dank!

In 1975 speelde Evert niet mee in de finale van het NK, hoewel hij in dat jaar in zijn halve finale groep als eerste was geëindigd. Ik weet niet wat de reden van zijn afwezigheid was, maar informatie hierover is welkom. In ieder geval verklaart dit waarom Evert altijd zei dat hij vijftien keer de finale van het NK had bereikt en in TurboDambase “maar” veertien deelnames van hem aan het NK zijn opgenomen. Hoe dan ook, Evert was er bij de finale van het NK 1976 weer wel bij. Hij werd vijfde van de twaalf deelnemers.

In de eerste ronde mocht Evert aantreden tegen Frans Hermelink. Het werd remise, maar hij had die partij wel drie keer kunnen winnen. Kijk mee en verbaas je met mij over de fouten die beide spelers maakten.

F. Hermelink – E. Bronstring

E_1976_1

Stand na de 35e zet van wit.

Het is duidelijk dat zwart het beste van het spel heeft. In feite ligt de schijfwinst voor het oprapen. Spelverloop: (24-29), 37-32?? [Wit gaat een schijf verliezen, maar had beter 43-38 kunnen spelen.] (29×18???) [Ongelooflijk: beide spelers overzien het toch niet zo moeilijke (29×40), 35×44 (12-18), 23×21 (16×40). Maar het wordt nog erger.] 39-33 (2-8), 43-38 (17-22), 28×17 (12×21), 32-28 (1-7), 31-26?? (18-22???) [Voor de tweede keer overzien beide spelers een eenvoudige combinatie: (8-13), 26×17 (7-12), 17×19 (14×43).]

Dit fragment speelt zich af in een tijd waarin vijftig zetten in twee uur moesten worden gespeeld. Tijdnood was een veel voorkomend verschijnsel. Maar hier ging het om de fase tussen de 35e en 41e zet.

In de tweede ronde speelde Evert tegen Johan Capelle. Ook in deze partij miste Evert een kansrijke – mogelijk winnende – voortzetting.

J. Capelle – E. Bronstring

E_1976_2

Stand na de 36e zet van zwart.

In de stand van het diagram moet wit onverwijld de verdediging op zijn lange vleugel organiseren: 48-43 (17-22), 29-24 (22×31), 36×27 (6-11), 33-28 (11-17), 43-38 en wit is precies op tijd. In de partij werd 29-24 gespeeld. Zwart reageerde met (4-10), maar had op zijn beurt onmiddellijk actie moeten nemen met (6-11). Er dreigt dan (13-19) en wit kan een doorslaande aanval op zijn lange vleugel niet meer verhinderen. Bijvoorbeeld: 24-20 (17-22), 20-15A (22×31), 36×27 (11-17).

A) of 36-31 (22-28).

Na een gelijkwaardige remise tegen Hans Jansen in de derde ronde, speelde Evert in de vierde ronde tegen Harm Wiersma. Het werd vanuit de Keller-opening een fraaie aanvalspartij van Evert, maar helaas liet hij in het eindspel zijn tegenstander ontsnappen.

H. Wiersma – E. Bronstring

E_1976_3

Stand na de 61e zet van wit.

Ik geef eerst het partijverloop: (13-19?), 17-12 (9-13), 12-7 (23-28), 7-2 (28-32) en nu volgde verrassend: 2-16 (32-37), 20-14! (19×10), 16-27 en remise overeengekomen.

In de diagramstand had zwart naar winst kunnen spelen met (23-28!). Dit voorkomt 20-14×14 wegens (13-19). Overigens werkt (23-29) ook uitstekend. In beide gevallen neemt zwart de lange lijn in bezit en de rest is een kwestie van techniek.

In de vijfde ronde kwam Evert goed weg met remise tegen Pieter Bergsma. Dat overkwam hem ook in de zesde ronde tegen Ad van Tilborg, maar in die partij was duidelijker aan te geven waar de winst werd gemist.

A. van Tilborg – E. Bronstring

E_1976_4

Stand na de 40e zet van zwart.

Wit speelde hier 28-22? En na (20-25) enz. liep de stand remise. Dat is wel te begrijpen omdat na deze ruil de schijvenverhouding op beide vleugels in evenwicht is. Wit had een gewonnen stand kunnen verkrijgen door: 44-39 (20-25), 39×30 (25×34), 21-17! En zwart doet niets tegen de doorbraak 27-22 en 17-12.

Wit kan in de diagramstand niet onmiddellijk 21-17 spelen, want dan kan zwart antwoorden met (1-7). Er dreigt (7-11) en 17-12 wordt weerlegd door (10-14), 12×1 (6-11), 1×23 (29×18), 40×29 (24×31) 26×37 en zwart houdt zelfs een nog wat betere stelling over.

Na een gestroomlijnde overwinning op Anton van de Meerendonk in de zevende ronde volgde in de achtste ronde een fraaie overwinning op Cees Varkevisser. De onderstaande stand is beroemd geworden:

C. Varkevisser – E. Bronstring

E_1976_5

Stand na de 23e zet van zwart.

27-21?? (16×27), 31×22 (13-18!!), 22×13 (10-15!!). Door de ongelukkige opstelling van zijn korte vleugel kan de witspeler niets uitrichten tegen (3-9) met schijfwinst voor zwart.

Twee overwinningen op rij, maar zoals zo vaak in de carrière van Evert volgde er weer een schlemielige verliespartij. En het maakt niet uit dat dat tegen Rob Clerc gebeurde.

E. Bronstring – R. Clerc

E_1976_6

Stand na de 13e zet van zwart.

37-31?? En opgegeven. Er zou gevolgd zijn: (24-30), 35×24 (13-19), 24×4 (14-20), 4×22 (17×46).

In de tiende ronde verloor Evert van Jeroen Goudt in een partij waarin Evert lange tijd het beste van het spel had, maar dat niet kon vasthouden. Het voordeel sloeg om en Evert verloor kansloos. In de elfde ronde speelde Evert remise tegen Jan de Ruiter in een partij waarover geen bijzonderheden te melden zijn.

Toegift

Ik wil nog even terugkomen op de vorige – zoals gebruikelijk weer zeer lezenswaardige – bijdrage van Evert Dollekamp. Over de onderstaande stand schrijft hij over Herman van Westerloo: “Na liefst zeven uur spelen grijpt hij zijn kans en verliest alsnog een pot-remise stelling.” Ik wil natuurlijk een prachtige anekdote niet verstieren, maar Kingsrow geeft toch echt aan dat deze stand pot-verloren is voor wit. Sterker nog: het eindspel stond al veertien zetten eerder verloren voor wit.

H. van Westerloo – P. Hoopman

E_1976_7

Na 17-8?? Volgde (36-41), enz.

Vanuit de diagramstand is de strategie voor zwart duidelijk. Hij wint eerst de schijf op 20 en vervolgens brengt hij zorgvuldig schijf 26 naar 46. Met drie dammen op het bord is de winst relatief eenvoudig.

Koos van Amerongen aan de leiding in zomercompetitie LDG

Hans Tangelder

Na de eerste 6 ronden van de zomercompetitie is de stand

Stand zomercompetitie 1707

Koos van Amerongen gaat in het algemene klassement aan de leiding, in het ratingklassement tot en met 1150 staat Dick den Ouden op de eerste plaats, en hij staat ook eerste in het ratingklassement tot en met 1000, gevolgd Peter van de Berg op de tweede plaats.

Naast de prijzen voor het algemene klassement en de rating klassementen wordt er gespeeld om de middenmoter prijs, de prijs voor de grootste opwaartse rating overwinning en de prijs voor het mooiste fragment.

In deze stand zijn Rudi van Velzen en Edwin van Hofwegen niet opgenomen in de ranglijst omdat ze maar 1 wedstrijd gespeeld hebben. De middenmoter is dus nu Arjen de Mooij met 5 spelers voor hem in de ranglijst en 5 spelers achter hem in de ranglijst. De middenmoter prijs zal aan het eind van het toernooi worden toegekend, aan de hand van de definitieve ranglijst, waarin spelers worden opgenomen die tenminste 5 wedstrijden hebben gespeeld.

Tot nu toe is de grootse opwaartse rating overwinning geboekt door Gé Berbee in zijn partij tegen Dick den Ouden met 27 opwaartse ratingpunten.

Het eerste fragment ingezonden voor de prijs voor het mooiste fragment is de verrassende afwikkeling waarmee Hans Tangelder Maurits Meijer wist te verschalken

MMHT

Maurits Meijer – Hans Tangelder: Stelling na 22. 43-38.

Na 22. 17-22 dacht Maurits een winnende doorbraak te nemen met 32-28, 23×43, 49×38, 21×43, 42-38, 43×32, 37×6. Maar na 23.32-28? sloeg zwart 21×43! En na 24.28×6 (meerslag) 2-7 25.49×38 15-20 26.24×15 25-30 27.34×25 23×32 28.37×28 26-31 29.36×27 7-11 30.6×17 12×23 had zwart een fraaie stelling, die hij in winst wist om te zetten.

Herman van Westerloo

Evert Dollekamp

Na vijf ronden WK ben ik er mee opgehouden. Best wel interessante partijen zaten er tussen. Maar als alles remise wordt, dan is er natuurlijk geen reet aan. Uiteraard volg ik wie kampioen gaat worden vanwege mijn historische (clubver)band met Roel Boomstra en Wouter Sipma, maar voor mij is de lol er al weer vanaf. Beter is het de vrouwen te volgen. Elke ronde bloed aan de paal en de winstpartijen vliegen je om de de oren. Dat is mede te danken aan de Amerikaanse deelneemster Lublyana Turiy, die na tien ronden elke partij tot nu toe gestroomlijnd weet te verliezen, zodat een familiaire band met Don Kandane en de Oostenrijkse meester Feldl (zonnebril!) mag worden verondersteld.

Zelfs het aspirantenkampioenschap van Nederland is beter te pruimen. Soms vijf winstpartijen op tien deelnemers! Omdat ik aan het eerste NK in 1974 heb deelgenomen (als gedeeld tweede geëindigd voor onder andere Tjeerd Harmsma, vader van) volg ik de aspirantjes al jaren op de voet. Het is leuk om sommige talentjes te zien spelen en te zien groeien. Hoewel het jammer is dat sommigen al snel geleerd wordt snel naar 30, 27 danwel 21, 24 te ruilen nog voor er een half uur gespeeld is. De regering zou hier moeten ingrijpen.

Dood of de gladiolen is aan de hedendaagse jeugd helaas niet meer besteed. Om een partij te winnen moet je tegenwoordig bloed aan de palen! Gelukkig hebben we dan altijd Herman van Westerloo nog. Ik heb hem werkelijk waar nog nooit op een saaie partijtje kunnen betrappen.

Compromisloos spel. Dat is Herman van Westerloo ten voeten uit. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er jaloers op ben. Tegen Jan en alleman spannende standen. Hoe krijg je het voor elkaar. Verpletterende overwinningen gaan gepaard met de meest verschrikkelijke nederlagen (familie van Hans Tangelder?). Ik denk dat Herman veel plezier beleeft aan zijn partijen, meer dan ik in ieder geval. In een antiek verleden hebben Herman en ik vele malen tegen elkaar gespeeld. Vreemd genoeg werd het altijd remise, want aan de partijen was dit niet af te zien.

Ooit schreef ik het luchtige Groeten uit de Provence, met Herman als onvermijdelijk onderwerp:

Aan mijn broerste broer: De Telegraph en De Galibier beklommen met fiets! (achterin). Wat is dat hoog ja!

Aan mijn bourgondische broer: Als ze mij eten brengen, zeggen ze steeds dat het goede apetiet is. Toch smaakt het steeds weer anders.

Aan mevrouw Dollekamp: Vanwege de spijsvertering zit ik nu lekker te ruften achter de tent. En nu schijnen mijn buren morgen te vertrekken.

Aan Gerard: Als je hier wilt kamperen, moet je soms wild kamperen. Plotseling vraag je jezelf dan af of hier nog beren voorkomen. Geen oog dicht gedaan.

Aan Harrie Spaling: Gelukkig ben ik mijn dambordje vergeten. Want wie tijdens de vakantie traint, is het hele seizoen moe.

Aan Rini Wagtmans: Ook zo’n last van je voeten gehad toen je destijds in den afzink door de remmen ging?

Aan Herman van Westerloo: Bij een onherbergzaam landschap moet ik altijd aan jouw standen denken.

Aan Erik Breukink: Je moet maar zo denken: er zijn ook nog mensen die er zelfs moeite mee hebben met een auto de Galibier op te komen.

Aan kandidaat-sponsor Kips: Moet er nu iemand met worstvingers aan het eerste bord?

Dit even terzijde.

In 1974 was Herman behalve deelnemer aan het NK de (mede)auteur van het toernooiboek wat over het kampioenschap werd geschreven. Verslagen, interviews, een zeer leesbaar boek. Het bewijst maar dat Herman ook goed met de pen is, gelukkig ook regelmatig een scherpe pen. Want er is te weinig reuring in de zogenaamde damwereld.

Naast dit boek leeft Herman zich uit in zijn magazine Hoofdlijn, de opvolger van De Brouwerij, ook van zijn hand. Er zijn vele periodieken verschenen in de loop der jaren, maar Herman is een van de weinigen die het nog steeds vol weet te houden. Rijk wordt hij er natuurlijk niet van, zodat het te meer bewonderenswaardig is dat hij Hoofdlijn weet vol te houden. Overigens geen blad voor mij, teveel techniek naar mijn smaak. Maar er zijn vast velen die dit wel weten te waarderen.

Niet zo lang geleden had ik Herman aan de telefoon. Of ik zijn recensie destijds van het zondags moe-boek mocht overnemen in het komend meesterwerk ‘En nu zet je die dam aan de kant, ik wil er langs!!’ Het mocht:

Boekbespreking

Hoofdlijn nummer 148 – 17 augustus 2010

Herman van Westerloo

Tijdens het onlangs in Den Haag georganiseerde toernooi ontwaarde ik Evert Dollekamp onder de toeschouwers. Ik had hem lang niet meer gezien en stelde het wel op prijs hem weer eens te ontmoeten. Het door hem onlangs gepubliceerde boekje ‘Wie door de week traint is ‘s zondags moe’ kwam ter sprake en hij gaf mij een exemplaar zonder de eis te stellen dat ik het in Hoofdlijn zou bespreken.

Het boekje (iets meer dan 200 pagina’s) las makkelijk en bevatte heel veel door Evert al eerder geschreven stukjes, waarvan veel voor zijn huidige club Hijken DTC. Vaak met veel humor geschreven, althans ik heb veel gelachen, en kort – niet meer dan twee pagina’s per stukje en vaak minder.

Veel gebeurtenissen in de damwereld die hij tegenkwam of ondervond werden besproken en daaronder natuurlijk ook belangrijke onderwerpen: de Pyramide van Drenth, de Delftse Telling, Evert Bronstring en Harrie Spaling. De laatstgenoemde persoon ken ik niet, maar aan hem schijnt de titel van het boek te zijn toegeschreven.

Voor mij het boek werd overhandigd vertrouwde Evert mij toe dat ik zonder problemen al het technisch nieuws uit boek zou mogen overnemen voor Hoofdlijn. Toen ik het boek gelezen had kwam ik tot de ontdekking dat er geen technisch nieuws in te vinden was. Ik was eerst teleurgesteld maar later begreep ik dat er in de tekst hier en daar wel naar technisch nieuws verwezen werd en ik besloot daar dan gebruik te maken in deze boekbespreking.

In het stukje Drama in Zwolle werd een partij van mij, gespeeld voor de Halve Finale van het Kampioenschap van Nederland op zijn juiste waarde geschat. Evert aan het woord: ‘(…) Onbetwist hoogtepunt van de slotronde is echter het optreden van Herman van Westerloo. Bij remise tegen Peter Hoopman is plaatsing een feit, maar Van Westerloo’s behandeling van een houdbaar eindspel geeft aan dat hij een gang naar de NK-slachtbank toch liever aan zich voorbij laat gaan. Na liefst zeven uur spelen grijpt hij zijn kans en verliest alsnog een pot-remise stelling.’

Deze conclusie is wel juist en ik moet toegeven (ik heb dat nog niet eerder gedaan) dat ik afgezien heb van deelname aan het KvN na twintig jaar. Ik heb deelgenomen in 1974 en nu was het 1994. De term ‘twintig jaar later’ is al zo vaak gebruikt (Alexander Dumas, Erich Maria Remarque – ik noem er maar een paar), dat ik daar maar van afzag. Veertig jaar lijkt mij wel de moeite waard; dat wordt dan 2014 …

Omdat de partij nogal lang duurde (97 zetten in 7 uur en 40 minuten) werd deze in verschillende damrubrieken besproken. Twee bijzondere momenten werden er uitgelicht:

VanWesterloo1

Herman van Westerloo – Peter Hoopman.

Dit was de partijstand na 28. 42-37. Peter vervolgde met 28…11-16? Schijfwinst zou er zijn na 28…20-25! Mijn plan was (als ik het mij goed herinner) te vervolgen met 24-19, 25×34, 29×40, 18×29, 33×24 en bood dan een eenvoudige winst aan door 27-31, 36×18, 8-13, 19×8, 2×31. Toen mijn tegenstander dus anders speelde heb ik urenlang met de gedachte moeten worstelen toch maar op remise te moeten spelen (met als afschuwelijk gevolg weer aan te moeten treden in het kampioenschap van Nederland) of alsnog te verliezen. Na lang nadenken nam ik het besluit te verliezen in de stand 

VanWesterloo2

Ik vervolgde met 97 17-8 en gaf triomfantelijk op na 97…36-41. Opgelucht kon ik weer verder …