Veertig Zetten

Evert Dollekamp

Evert Dollekamp speelde zoals gebruikelijk veertig goede zetten en bood vervolgens remise aan.’

Kent U die uitdrukking?

In een niet zo antiek verleden is besloten dat een dampartij minimaal veertig zetten moet duren. Niemand weet waarom. Nou ja, ik weet het wel natuurlijk. Om te bevorderen dat het publiek in groten getale naar het dammen komt kijken heeft men bedacht dat dit een goede maatregel zou zijn. Een vreemde vaststelling. Want kijk nu toch eens aan. Partijen die zich daar voor lenen vorderen op tenenkrommende wijze. Eigenlijk is het al na zeg veertien zetten afgelopen en dan moeten we er nog zesentwintig. Alsof dat leuk is om naar te kijken. Mensen komen nooit meer terug!

Hoe is dat allemaal ontstaan? Het zou me niet verbazen als de kiem al werd gelegd tijdens de match Sijbrands – Andreiko. Vanwege wederzijds respect, vooral van laatstgenoemde, eindigden vele van de twintig partijen al voor ze goed en wel waren begonnen. Daarnaast nam de kennis van het spel een grote vlucht. Niet voor ons eenvoudige ploeteraars, maar vooral voor de grootmeesters onder ons. Waardoor grootmeesters elkaar onderling niets meer wilden laten bewijzen. Tenminste, in 90% van de gevallen. Gevolg: gortdroog geruil.

Hoewel, doe het maar eens na. In vervlogen tijden probeerde ik eens Gerard Jansen na te doen. De ene nul na de andere. Waarbij gezegd moet worden dat Gerard (nog steeds) constructief ruilt. Dit even terzijde.

Heel af en toe zit ik wel eens op toernooibase. Maar als ik een partij zie staan tussen laten we zeggen Baljakin en Virny uit de nationale competitie en daar staat een eentje achter (als eerste uit) met remise als resultaat, dan weet ik al genoeg. Overslaan. Zelf weet ik wel raad met die belachelijke regel. Als er na bijvoorbeeld dertig zetten niets meer aan is, dan bied ik gewoon remise aan. Dan maar 0 – 0, zijnde de sanctie. ‘Ja? Dus?’ (Klaas Dijkhoff).

Wat is dat toch een ontzettende flauwekul, die veertig-zettenregel. Heeft de dambond geen betere dingen te doen? Het enige leuke is de reactie van de tegenstander als je te vroeg remise aanbiedt. ‘Maar, maar … ‘ Ik heb het nu vier keer aan de hand gehad. De enige die er intrapte was vorig jaar een speler van Zaandam. Maar die bleek bij navraag de regel niet te kennen. De arbiter ook niet. Ik moest aandringen op een 0 – 0 vermelding op het wedstrijdformulier.

De onvoltooide heks-telling

Evert Dollekamp

De achtste competitieronde kwam De Variant uit Oudenbosch bij ons op bezoek. Een leuke middag, want we wonnen met 12-8. Mijn tegenstander Martin de Wolf had een paar boekjes bij zich met als titel weet ik niet meer, want dan moet ik twee trappen af en daar heb ik nu net even geen zin in. Iets van ‘De Variant, Dammen in Slow Motion’, zoiets. Afgelopen zondag in de sauna eindelijk het boek uit de tas gehaald en gaan lezen. BTW: als je 12 jaar geleden in de sauna bent geweest en dat was ook het laatste weegmoment, dan is een lichte schrik je deel: 17 kilo er bij. Dit terzijde. Ik lezen. Wat een prachtig boek! Niet zo prachtig dan/als ‘Wie door de week traint is ’s zondags moe’, want echte kunst is niet te evenaren laat staan te overtreffen.

Het boek bevat interviews met Jan en alleman waaronder Ton Sijbrands. Helaas staan er ook partijen, fragmenten en analyses in, maar je kunt niet alles hebben. Het is toch vooral tekst. Goed, vlot geschreven met opvallend weinig schrijf- en stijlfouten. Sterker nog: ik ben er tot nu toe, een inleiding en twee interviews ver, slechts 1 tegengekomen. En daarover twijfel ik.

Uno momento dado (Cruijff) wordt namelijk gesproken over de zogenaamde onvoltooide heks-telling. Heeft men het hier over het Bronstring Systeem? Het systeem wat in mijn vijfde miniboekje ‘Evert Bronstring … Verroest !’ zal worden geïntroduceerd als het Bronstring Systeem? Ik betwijfel het. Want het Bronstring Systeem is nog niemand bekend. Om de eenvoudige reden dat het qua naamgeving nog niet is geïntroduceerd. Zodat het hierbij toch is gebeurd.

Als de onvoltooide heks-telling dan toch geen (woord-afbreek) fout is, hoe moeten wij dit dan duiden? Zoals bekend mag worden verondersteld werden in de Middeleeuwen heksen opgespoord en na vaststelling van heks zijn, naar de brandstapel gevoerd en ritueel verbrand. De gedachte was dat met deze aardige gewoonte een ultiem bewijs werd geleverd. Verbrandde de vermeende heks inderdaad, dan kreeg de rechter op zijn kop: het was helemaal geen heks. Verbrandde de heks niet als zijnde een heks, dan werd de heksenjacht ingezet. Gevallen als laatstgenoemd zijn uit de historie helaas niet bekend.

Van de heksenadministratie werd destijds serieus werk gemaakt. Alle vermeende heksen werden zorgvuldig geteld, maar altijd vielen er wel heksen buiten de boot. Ziedaar de onvoltooide heks-telling. Helaas heb ik in het Variant-boek geen verband kunnen vinden naar deze grappige folklore uit lang vervlogen tijden. Ik gok aldus op onvoltooide hek-stelling. Wel jammer eigenlijk.

Mocht je zijn vergeten het boek te kopen, ga naar de website van De Variant. Krijg je geen spijt van. Om de prijs van 15 Euro hoef je het niet te laten.

Zo, en dan nu twee trappen af voor een versnapering uit de koelkast. Wat ben ik toch grappig.

Feestje zestal duurt voort

André van der Kwartel

Met nog twee ronden te spelen staat het zestal van het Leids Damgenootschap nog steeds gedeeld eerste in de Provinciale Hoofdklasse. In de zevende ronde werd medekoploper Van Stigt Thans verslagen. Van Stigt Thans was verzwakt doordat twee van hun spelers niet meespeelden in verband met deelname aan de Halve Finales van Nederland, die de volgende dag zouden worden verspeeld. Het pikante was dat hetzelfde gold voor twee spelers van LDG (Casper Remeijer en Steven den Hollander), maar zij vonden het geen enkel bezwaar om voor het zestal van LDG uit te komen.

Het zestal kwam op achterstand door een raadselachtige nederlaag van Hans Tangelder.

VHans

Hans Tangelder – Ton Burgerhout

Stand na de 35e zet van zwart.

Zwart dreigt met (13-19) een schijf te winnen. Wit kan dat vóór zijn door 23-19 en 33-28 te spelen. Maar Hans was van mening dat deze ruil slechter voor hem was en deed dus maar 23-18?? Na (22-28), 18×20 (22×37) kwam hij een schijf achter. Daarna verdedigde hij zich zwak. Enig verweer krijgt wit nog met 47-41 (15×24), 41×32. Maar Hans koos voor: 38-33 (15×24), 40-35 (17-22), 34-30 (22-28!), 33×22 (24-29), 30-25 (3-9) en gaf op.

Frank Eektimmerman speelde remise. Dat had hij mede te danken aan het feit dat zijn tegenstander een kansrijke voortzetting miste.

VFrankNew

Hans Lansbergen – Frank Eektimmerman

Stand na de 34e zet van wit.

Het spelverloop was (17-21?), 43-38? (13-19), 39-33×44 waarna de partij naar remise kabbelde.

Zwart had in de diagramstand (30-35) moeten spelen. 37-31 leidt voor wit dan tot niets wegens: (35×22), 27×9 (24-29), 34×23 (12-18), 23×21 (16×36) met gelijk spel. Maar na (17-21) laat wit ook een kans liggen. 40-35 geeft zeer kansrijk spel. In feite taxeert de computer de stand op de waarde van een schijf winst voor wit.

Harry Dekker bracht met zijn remise de stand op 4-2 voor Van Stigt Thans. Over de wijze waarop dat ging valt nog wel iets aardigs te vermelden.

VHarryD

Harry Dekker – Gerrit van Mastrigt

Stand na de 45e zet van wit.

Spelverloop: (21-26), 27-21 (16×47), 45-40 (23×32), 39-33 (47×29), 34×3 (32-38), [Door de aanwezigheid van een schijf op 9 wint (32-37) niet.] 3-20 (38-42), 20×47 (19-24) en zeven zetten later remise gegeven.

In de diagramstand komt de computer met de suggestie (15-20) met het volgende aardige verloop: 36-31 (21-26), 35-30 (26×48), 27-21 (16×38), 30-25 (23×32), 25×3. De computer verklaart de stand tot remise en het is inderdaad onduidelijk hoe zwart nog vier stukken op het bord weet te houden. Voer voor liefhebbers van complexe eindspelen.

Na deze beide remises kwam de scoringsmachine van LDG goed op gang. Achtereenvolgens wonnen Steven den Hollander, Koos van Amerongen en Casper Remeijer hun partijen, waarmee zij de eindstand op 4-8 in het voordeel van LDG brachten.

VSteven

Guido van den Berg – Steven den Hollander

Stand na de 33e zet van zwart.

Wit lijkt moeilijk te staan. Op bijvoorbeeld 30-25? volgt (19-23) en (21-26). Maar met de zet 47-41 lijkt niets mis te zijn. Wit gaat echter tot een drieste actie over: 28-22 (7-11), 31-26 (12-17), 30-25 (17×48), 25×3 (48×25), 26×17 (11×31). Je moet maar zin hebben in zo’n complex eindspel, maar wit gaat al snel in de fout: 38-33 (6-11), 33-28?? (11-17), 3×20 (25×14) en wit gaf op.

Koos van Amerongen kreeg de overwinning in de schoot geworpen. Zijn tegenstander meende een winnende damzet te nemen, maar overzag dat Koos op twee manieren twee schijven kon slaan. Koos besloot niet mee te werken aan de vileine bedoelingen van zijn tegenstander.

Casper Remeijer moest heel wat harder werken om de overwinning binnen te halen.

VCasper1

Geert Prinsen – Casper Remeijer

Een tactisch leerzaam moment deed zich voor op de 40e zet van zwart. Zwart staat een schijf voor maar geeft met 1-7!? veel van zijn voordeel weg. [Beter was om direct (25-30) te spelen. 39-33 en 50-44 faalt vanwege de schijf op 27.] Wit kan nu namelijk 50-44-40 spelen, waarmee hij met vier schijven het vijftal zwarte schijven op zijn korte vleugel totaal vastlegt [(25-30?), 39-33!]. Een aardige voorbeeldvariant na 50-44 is: (8-13), 44-40 (7-12), 27-22 (13-19), 40-34 (29×40), 45×34 en zwart zal moeten afhaken. In de partij speelde wit na (1-7), 43-38.

Casper werkte uiteindelijk het eindspel degelijk af:

VKasper2

Geert Prinsen – Casper Remeijer

Stand na de 49e zet van wit.

(35-40), 38-33 (25-30), 33-28 (40-44!), 50×39 (45-50!) Wit heeft geen tempo. 39-34 (30×39), 27-21 (26×17), 22×11 (50-45), 11-6 (45-1), 28-23 (1×45), 6-1 (15-20) en wit gaf (eindelijk) op. Overigens wint zwart de slotstand ook zonder de schijf op 15: (39-44), 1-6 (44-50), 6-1 (50-6).

WK stukkie

Evert Dollekamp

Een Elementaire Fout

Na twee dagen RTV Drenthe is mij duidelijk geworden waar het grote verschil zat tussen beide combattanten. In pak of niet in pak, dat is de kwestie. Roel is behalve twee koppen groter het toonbeeld van een grootmeester. Hij ziet er perfect uit in zijn (maat?)pak. Kijk, aan die twee koppen kan Schwartzman natuurlijk niets doen. Hoewel, met plateauzolen en een Prlwytzkofsky-schoorsteenhoed kun je een heel eind komen. Maar alle gekheid op een stokje: het gaat natuurlijk om het pak.

Roel heeft al vaker laten zien dat hij in pak vleugels krijgt. In zijn vorige match had tegenstander Jan Groenendijk dat goed in de gaten en bestreed Roel met gelijke wapens. Bovendien heeft Jan rood haar. Jammer voor hem was het krachtverschil veel te groot. Schwartzman was beter opgewassen maar kwam er toch niet aan te pas. Had nu toch een pak aangetrokken! En niet een versleten spijkerbroek en smoezelig overhemd. Met korte mouwen, ook dat nog. Het is wel winter ja!

Hoewel dat laatste geen indruk gemaakt zal hebben. In Moskou vriest het een graad of 25. Maar ondanks deze elementaire fout was Schwartzman een waardig verliezer. Na de ontknoping kreeg de verslaggever van RTV Drenthe geen kans een vraag te stellen. Schwartzman gaf alle credits aan Boomstra en complimenteerde hem met zijn bijna foutloze spel. En zei dat hij zelfs niet teleurgesteld kon zijn. Waarna hij zich grappend afvroeg of Boomstra misschien aan de doping had gezeten.

BTW – Even dacht ik dat Schwartzman (nu al vele malen zonder tikfout opgeschreven!) twee weken lang hetzelfde overhemd aanhad. Maar gelukkig: hij heeft meerdere dampatroonachtige patroontjes meegenomen uit Rusland. Maar! Zou dat geen gemiste kans zijn geweest? Roel speelde weliswaar met oordopjes, maar niet met neusdopjes! Twee weken dezelfde kleren aan, vooral ondergoed … ik zou het proberen!! Hoewel je dan ook in je eigen stank zit natuurlijk. Maar daar heb je dan weer neusdopjes voor!  Ik ga mij nu inschrijven voor de voorronde WK 2021!!

Wereldkampioen !

Een meeslepende match. Te hooggespannen verwachtingen. Botsende speelstijlen zou garant staan voor spektakel. Ieder weldenkend mens weet dat de zaken niet zo eenvoudig liggen. Zo is een botsende speelstijl alleen botsend als beide spelers geen ontzag hebben voor de ander. Anders gezegd: Schwartzman laat Boomstra aanvallen en Boomstra laat Schwartzman omsingelen. Het was in meerdere partijen spelbreker. En dan nog het fenomeen herstelremises. Met name Schwartzman laste hier en daar een extra rustdag in. Na die langzame verliespartij bijvoorbeeld, logisch. Maar ook na een benauwde remise, verrassend maar eigenlijk ook wel logisch. En ongetwijfeld zal het zijn voorgekomen dat een speler in de opening Verrast werd. Dan maar verder met de voet op de rem, iets wat ze in Huissen heel erg goed kunnen overigens.

Hoe ouder ik word, hoe minder verstand ik heb van het spel. Maar ik spreek geen wartaal als ik zeg dat Roel Boomstra de match overtuigend en zeer verdiend heeft gewonnen. Kan ik me geen buil aan vallen, want Schwartzman zei het zelf ook al. Alle facetten van het spel heeft hij onder de knie. Aanval, verdedigen, klassiek, opening,  middenspel, eindspel ….. zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. De enige speler die door de week traint en ’s zondags niet moe is. Zonder enige twijfel een terechte wereldkampioen. Ik voorspel dat hij het zestal van Harm Wiersma voorbijgaat. Ondanks de moordende concurrentie. Hoewel die in de tijd van Wiersma ook niet mals was (Koeperman, Sijbrands, Andreiko, Gantwarg, Tsjegolev, Korenjevski, Smith, Don Kandane, enz enz).

Van de moeder een gebreide sjaal. Van de koning een telefoontje. Het was een gedenkwaardige zondag. Ik heb in ieder geval een leuke dag gehad.  Samen met een volle zaal. En 666 internetbezoekers. Dat laatste zal vooral Hans Jansen goed doen, die 666 bedoel ik.

Tweede winst tiental

André van der Kwartel

Het tiental van het Leids Damgenootschap heeft zijn tweede overwinning van dit seizoen behaald. De tegenstander was damclub De Variant uit het Brabantse Oudenbosch Bij aanvang van de wedstrijd stonden beide teams met twee punten op de met het tweede team van Zaanstreek gedeelde laatste plaats. De wedstrijd had dan ook alle kenmerken van een degradatieduel. Veel spanning, veel fouten, onverwachte wendingen en uiteindelijk het verlossende winnende elfde punt. Dat werd binnen gebracht door Hans Kolfoort. Hans was op het laatste moment ingevallen voor uw verslaggever die met wat grieperige klachten liever de rol van arbiter op zich nam.

Het leek een moeilijke middag te worden voor LDG toen Peter van den Berg al na één uur spelen zijn partij moest opgeven. Gezien de eenvoud van maar liefst drie blunders in één partij moeten we er maar van uitgaan dat Peter zijn dag niet had. Maar ook zijn tegenstander was niet helemaal bij de les.

VPeter

Peter van den Berg – Franklin Denissen

Stand na de 9e zet van zwart.
De eerste blunder van Peter: 50-44?? (11-16??). Beide spelers overzien: (21-27), 32×21 (12-18), 21×23 (7-12), 28×17 (19×50). Spelverloop: 37-31 (21-27), 32×21 (16×27), 42-37 (6-11), 44-39 (13-18), 39-34?? Dit is de tweede blunder van Peter en nu werd hij wel opgemerkt: (27-32), 38×27 (19-24), 30×19 (14×21). Peter speelde met een schijf minder nog door, maar beging acht zetten later weer een blunder. Daarmee had hij het wel gezien.

Hans Tangelder bracht de partijen weer op gelijke hoogte. In zijn partij deed zich een discutabel fragment voor.

VHansT

Hans Tangelder – Daniella de Vos

Stand na de 23e zet van wit.
Na (8-12!?) stond Hans voor de vraag of hij de volgende afwikkeling moest nemen: 27-22 (18×27), 38-33 (27×29), 48-43 (23×32), 34×23 (19×28), 30×26. Wit lijkt een schijf te gaan winnen, maar lukt dat ook? En zo ja, heeft zwart dan niet veel compensatie? Een mogelijk vervolg is: (7-11), 42-38 (3-8), 38×27 (8-12), 41-36 (9-13), enz. De schijfwinst is binnen, maar het lijkt nog lang geen gelopen race en Hans besloot dan ook van deze actie af te zien. Hij kreeg snel gelijk. Het spelverloop na (8-12) was: 41-37 (7-11), 46-41 (2-8), 41-36 (23-29??), 34×23 (18×29). Een ietwat onbegrijpelijke actie van de zwartspeelster. Ze staat iets beter, maar vreesde wellicht een aanval op de lange vleugel. Nu hoefde Hans alleen nog maar een aantal afwachtende zetten te spelen en de schijfwinst annex doorbraak naar veld 10 kwam er vanzelf uit.

Evert Dollekamp speelde zoals gebruikelijk veertig goede zetten en bood daarna remise aan. Ook Evert Bronstring speelde remise, maar over zijn partij vallen wel enkele interessante opmerkingen te plaatsen. Ik wil beginnen met de teleurstellende afloop:

VEvertB3

Evert Bronstring – Hans Bomgaars

Stand na de 50e zet van zwart.
Ik stond erbij en telde alvast de twee punten: 45-40 (23-29), 34×14 (20×9), 40-34 (25-30!!), 34×25 (9-14). Ongelooflijk. Zwart staat twee schijven achter en het is potremise. Evert probeerde nog 26-21, maar de partij liep snel remise.

De computer geeft twee momenten in de partij aan, waarop Evert het ogenschijnlijk beter had kunnen doen, zonder dat er nu gelijk een overtuigende winstvariant op het bord komt. Het eerste moment komt na de 42e zet van zwart:

VEvertB2

Evert Bronstring – Hans Bomgaars

Evert koos hier voor de ruil 32-28×27, maar de computer adviseert 32-27. Ook dan volgt er een vastloopvariant, waarin zwart moet offeren, maar wit meer kansen lijkt te hebben. Bijvoorbeeld:
(6-11), 31-26 (11-17), 38-32 (7-12), 36-31 (12-18), 43-38 (17-22), 45-40 (8-12), 26-21 (25-30), enz. Ondanks de schijf voorsprong waardeert de computer de stand slechts op 0.40 wat in computertaal betekent dat de witte stand beter is, maar de uitslag nog niet duidelijk.

Op dezelfde manier geeft de computer nog een mogelijke verscherping van de strijd aan na de 48e zet van zwart:

VEvertB3

Evert Bronstring – Hans Bomgaars

Evert speelde hier 36-31, maar de computer suggereert: 34-29! (25-30), 27-22 (18×27), 38-32 (27×38), 33×42 (24×22), 35×15. Maar ook na deze afwikkeling geeft de computer duidelijk maar geen doorslaggevend voordeel voor wit aan.

Maurits zette met een eenvoudig zetje LDG op voorsprong:

VMaurits

Maurits Meijer – Mark de Wolf

Stand na 14e zet van zwart.
30-24 (20×29), 33×24. Op dit moment stond ik bij het bord van Maurits en maakte mij een klein beetje zorgen over (14-20), 39-33 (20×29), 33×24?? (22-27!), maar natuurlijk had Maurits dat wel gezien. In de partij speelde zwart (6-11??) waarna volgde 24-20, 34-29, 39×6. Maurits moest nog zorgvuldig spelen, maar speelde de partij degelijk naar winst.

De spanning nam weer toe toen De Variant gelijk kwam door een nederlaag van Jack van der Plas. De partij werd uiteindelijk uitgemaakt door een aardig zetje, maar ik wil ook het moment laten zien, waarop Jack zichzelf nodeloos in onoverkomelijke problemen bracht.

VJack

Mark Klaassen – Jack van der Plas

Stand na de 26e zet van wit.
Ik had deze stand gezien en verwachtte zonder meer de zetten (24-29) en (22-28). Wie schetst mijn afgrijzen toen ik terugkwam bij het bord en bleek dat de zetten (7-11) en 32-27 waren gespeeld? Een perfect economische hekstelling voor wit zonder dat zwart ook maar enige tegenkans lijkt te hebben. Waarmee niet gezegd is dat wit wel even gemakkelijk zal winnen, maar zwart zal nooit tot kansrijk spel kunnen komen.

De partij werd door wit met een eenvoudige slagzet uitgemaakt:

VJack2

Mark Klaassen – Jack van der Plas

Stand na de 44e zet van wit.
(14-20), 26-21 (17×26), 37-32 (26×28), 38-33 (22×31), 33×15.

LDG kwam al snel weer op voorsprong door een overwinning van Edwin van Hofwegen. De partij werd beslist met een verrassende damzet:

VHansKr

Martin Nederlof – Edwin van Hofwegen

Stand na de 27e zet van zwart.
Wit heeft te maken met een dubbele dreiging. De ene dreiging is (24-30) en (18-22). Wit haalt die damzet eruit, maar dan treedt de tweede dreiging in werking: 43-38? (24-30), 35×24 (16-21), 27×16 (17-21), 16×27 (23-28), 33×13 (8×50).

Hans Kreder vergrootte de voorsprong naar 10-6 in het voordeel van LDG. Maar daarvoor mocht hij zijn tegenstander wel dankbaar zijn. Ongetwijfeld de spectaculairste partij van de middag.

VHansKr2

Hans Kreder – Jan Kerkhofs

Stand na de 18e zet van zwart.
Na een complexe ruil vanuit de opening (waarbij Hans niet de beste keuze had gemaakt) was deze stand op het bord verschenen. Zwart dreigt met (12-17) een onweerlegbare damzet in het spel te brengen. Wit kan die dreiging uitschakelen met 39-33. Na (12-17) volgt dan het aardige 22-18, 28-22 en 35×4. Wit zag de dreiging echter niet aankomen en speelde 34-30? (12-17!). Zwart dreigt nu na (16-21), (26-31) en (19-24) met een damzet naar 46 of 48. Ik had de indruk dat Hans pas na enige tijd deze dreiging in de gaten kreeg. Na opnieuw lang nadenken speelde hij 39-34. Ook zijn tegenstander gaf aan dat die zet de beste was. Waaruit maar weer eens bleek dat de wedstrijd in opperbeste stemming verliep. Overigens hadden beide spelers het fout. De beste zet voor wit was 30-25 geweest, omdat wit dan na de damzet de dam voor gelijkspel afpakt. Voor de zwartspeler was de witte zet echter aanleiding om de damzet niet onmiddellijk uit te voeren. Kennelijk verkeerde hij in de veranderstelling dat die damdreiging niet wegliep. De dam naar 46 had echter wel genomen moeten worden (2-8??), 30-25 (20-24??) Nog steeds had de dam genomen kunnen worden, al was hij nu niet meer winnend geweest. Maar zwart heeft nog groter onheil over zich afgeroepen: 27-21 (16×18), 28-22 (18×27), 31×1 (15-20), 1×29 (24×33), 38×29 en wit stond een schijf voor.

Invaller Hans Kolfoort bracht het elfde punt binnen. Dat zag er allemaal riskant uit, maar nadat Hans veel tijd had gestoken in het doorrekenen van een nadelige stand, speelde hij deze achter elkaar naar remise toe. Het gaat om het volgende fragment:

VHansKo

Jan de Wolf – Hans Kolfoort

Stand na de 49e zet van wit.
Hans kan de stand met (18-23) gemakkelijk remise houden, maar hij maakt het zichzelf moeilijk: (20-25!?), 34-29! (19-23), 29×20 (25×14), 44-40 (11-16), 40-35 (12-17) Het is wit gelukt een doorloop naar dam te creëren, maar het is te laat: 37-31 (26×28), 33×13 (14-19), 13×24 (17-21), 27-22 (21-26) en de stand liep na nog vijf zetten remise.

Teamleider Harry Dekker bracht de eindstand op 12-8. Maar ook dat punt kwam door enige slordigheden moeizaam tot stand.

VHarry

Piet Nieuwenhuijzen – Harry Dekker

Stand na de 47e zet van wit.
Met (9-13) houdt zwart gemakkelijk remise, maar zwart speelde (9-14?). Wit had nu groot, zo niet winnend voordeel kunnen verkrijgen door: 28-23! (24-30), 33-29 (14-20), 44-40. Omdat (30-35) wordt weerlegd door 39-33 en 34-30 moet zwart wel zijn toevlucht nemen tot een noodsprong: (22-28), 23×32 (17-21), 16×27 (30-35) en wit krijgt een kansrijk eindspel met 29-24 (35×33), 24×15. Gelukkig voor Harry miste de witspeler deze mogelijkheid. In de partij werd gespeeld: 34-29 (24-30), 29-24 (30×19), 28-23 (19×28), 31-27 (22×31), 33×2 (31-37), 16-11 (12-17), 11×22 (37-42) en de stand liep snel remise.

Verslag Europees Kampioenschap

De laatste bijdrage aan de website in 2018 is van Koos van Amerongen, kersvers lid van LDG, over zijn deelname aan het EK 2018 in Moskou.

16-22 december, Moskou, Rusland

In de Russische hoofdstad Moskou vond van 16 tot 22 december het Europees Kampioenschap dammen plaats. Een bijzonder zwaar toernooi, niet alleen gezien het sterke deelnemersveld (zo waren op Schwarzman na bijna alle Russische toppers aanwezig), maar ook gezien het razende tempo waarin het toernooi werd afgewerkt: 9 rondes in 6 dagen (waarvan 4 rondes binnen 48 uur); als kers op de taart volgde aansluitend op de laatste ronde ook nog het EK Superblitz.

In de eerste ronde trof ik in de Let Guntis Valneris meteen een voormalig winnaar die ook dit keer weer tot de kanshebbers behoorde. Ik besloot er vol voor te gaan. Het werd een interessante partij met scherp flankspel. In het middenspel zag ik een thematische offervariant opdoemen, die ik als winnend voor mij taxeerde. Ik was dan ook verrast dat Guntis, die bekend staat als fantastisch rekenaar, deze variant toch inzette (zie diagram). Natuurlijk bleek hij het aan het juiste eind te hebben, stond ik ineens kritiek en mocht ik blij zijn dat het nog remise was. (1-1)

Koos1

Guntis Valneris – Koos van Amerongen, 1e ronde, z.a.z.

Hier volgde: 34..13-19 35.24×13 18×9 36.26-21 (het thematische offer) 27×16 37.37-32 20-24 38.29×20 15×24 39.31-27 22×31 40.36×27 en ik dacht Guntis te pakken te hebben met 9-13!? 41.23-19* 14×23 42.28×30 en 42..12-18! omdat zwart de witte schijf op 27 dreigt te winnen en 43.33-28 verhindert is. Ik besefte me pas na 43.48-42! dat 17-22 verhindert is. Gelukkig is het dus nog remise.

Als `beloning’ voor deze prestatie kreeg ik veelvoudig Nederlands Kampioen Alexander Baljakin in de middagronde voor de kiezen. Natuurlijk ook een kanshebber. Ik ging er weer vol in, maar door gebrek aan kennis in een openingsvariant kwam ik snel in het nadeel. Het was aan Baljakin wel toevertrouwd om dat om te zetten naar winst. Jammer, maar weer wat geleerd! (0-2)

Tot zover de wereldtop. Tijd voor de mede-recreanten. Allereerst de sympathieke Duitse veteraan Raphaël Zdoroviak. Ik kwam goed uit de opening en kon op behoorlijk terreinvoordeel buigen. Zdoroviak probeerde zijn weg naar de remise te ruilen, maar maakte in de cruciale fase een beslissende fout. Er zaten evenwel nog een aantal leuke combinaties in, waardoor de remise niet zó eenvoudig was als Zdoroviak achteraf dacht. (2-0)

Koos2

Koos van Amerongen – Raphaël Zdoroviak, 3e ronde, z.a.z.

Zdoroviak stond al een tijd onder druk en speelde hier foutief 46..21-26? en na 47.42-37 9-14* 48.33-29 26-31 49.37×26 14-20 50.32-27 18-23 51.29×9 20×40 52.9-3 25×34 53.3-25! staat alles goed voor wit. Ik had gezien dat zwart zich beter kon verdedigen met 46..9-14 47.34-29 25×23 48.42-38 19×30 49.28×8 30-35. Na 50.8-2! moet zwart nog wel oppassen. Zo wint na 50..35-40? 51.2-7!, omdat zwart niet goed op dam komt. Het leukste is dat 50..14-19 51.2×24 35-40? verhinderd is, vanwege 52.47-41! 36×37 53.32-27 21×43 54.24-35! en hoe zwart ook slaat, wit wint. Ik vermoedde dat er na 50.8-2 nog wel een remise in zou zitten, maar zag niet hoe. De computer komt met 50..14-19 en 51.18-23 =.

Vervolgens een “sterke amateur” zoals hij zichzelf omschrijft: Aleksej Domchev. Het werd een saaie partij, waarin ik kon kiezen uit de remisevarianten, maar het “mezelf niet moeilijk” wilde maken en dat daarmee juist wel deed en uiteindelijk een 4-om-4 nog wist te verliezen. (0-2) Een mentale dreun. In de middagronde zag ik in Aleksei Bolshakov een Russich talentje voor me. Hij speelde zowaar een theoretische variant mee, maar zoals ik uit een eerder partij had vernomen, kende hij deze niet diep genoeg. Hij liep in een bekend schijfkostend zetje, dat tot overmaat van ramp niet bleek te winnen. Daarmee was het einde van mijn toernooi wel gemarkeerd. (1-1)

De rondes erna speelde ik leuke partijen tegen de voor DEZ Culemborg uitkomende Wit-Russische MI Uladzislau Valjuk, MF Patrick Casaril en MF Alexandr Surkov. Tegen de eerste werd het een principiële partij waarin, zo bleek achteraf, we beiden een goede kans op groot voordeel gemist hebben. Op het eind kwam ik nog ver, maar de op 64-velden getrainde Valjuk had geen problemen de remise te vinden. Tegen Casaril en Surkov speelde ik misschien wel mijn beste partijen, maar in beide partijen liet ik de winst liggen. Een fragment uit mijn partij tegen Casaril:

Koos3

Koos van Amerongen – Patrick Casaril, 7e ronde, w.a.z.

Zwart heeft zojuist 35.20-25?! gespeeld. Wit kan nu met 36.33-29!? 24×22 37.39-33 25×34 38.40×7 combineren, maar dit levert slechts remise op, omdat zwart de witte dam snel kan vangen, met 38..19-24! 39.32-27 (damhalen is immers verhinderd) 22×31 40.36×27 3-8! Dus ging het verder met 41.39-34 (dreigt met o.a. 27-22) 13-18 42.37-31 17-22 en met 43.26-21! wist ik allerlei ideeën in de stand te weven. Zo zijn bijvoorbeeld 6-11, 3-8 en 4-9 verhinderd door kleine zetjes, en volgt op 43..3-9? 44.34-29! en 46.32-28. Zwart speelde echter sterk 43..15-20! Ik was nu van plan om het offer 44.21-17 12×21 45.31-26 22×31 46.36×27 te spelen, omdat allerlei vastloopvarianten met op het eind de wending 30-24 19×39 28×8 voor zwart nadelig uitpakken. Maar, zwart wint op slag met 46..4-9! 47.26×17 3-8!, om op wits enige zet 48.33-28 te vervolgen met 48..18-22! Dus moest ik aan de noodrem (44.31-26 22×31 45.26×37) en kwam ik nog goed weg met remise.

Met een overwinning in de laatste ronde op Vasily Markin wist ik alsnog mijn gemiddelde te halen en in dit veld om en nabij verwacht te scoren. Verassend winnaar werd de laag ingeschaalde 18-jarige Wit-Rus Michael Semanyiuk, die bij de jeugd al de nodige titels in de wacht had gesleept. De overigens erg ongeïnteresseerd overkomende kampioen speelde snel en sterk, liet zijn op winst uit zijnde tegenstanders in het mes lopen en consolideerde vervolgens overtuigend zijn +4-score (tegen 2343 FMJD-rating gemiddeld!) om daarmee de titel én de grootmeestertitel op te eisen.

Persoonlijk vond ik het hoogtepunt van het toernooi de partijen van Wouter Sipma tegen Alexey Chizhov en – vooral – Jan Groenendijk tegen Alexander Georgiev. Beide Nederlanders, waren tegen hun illustere tegenstanders niet bezig met “de boot afhouden”, maar speelden principieel en gingen voor de winst. Beiden kregen de deksel op hun neus. Wouter zag te laat aankomen dat hij in de problemen zat; Jan kwam in een macro-eindspel waarin hij remise na remise liet liggen en uiteindelijk in zeer goede – vermoedelijke gewonnen – stand in een trucje van ‘Sjors’ liep. Zuur. Ter illustratie één van de remises die Jan liet liggen, die mooi getuige van zijn combinatieve instinct:

Koos4

Jan Groenendijk – Alexander Georgiev, 8e ronde, w.a.z.

In dit explosieve macro-eindspel zag Jan dat hij een remisecombinatie kon nemen met 32.37-31 26×37 33.32×41 21×34 34.28-19! 14×23 35.33-28 23×32 36.42-38 32×43 44.48×6 =. Jan taxeerde zijn stand (terecht) als beter en speelde door.

Dan nog de Superblitz. Elke wedstrijd eindigde in een beslissing, aangezien er in elke ronde volgens het Georgiev-Lehman-Systeem werd gespeeld (i.e., er werd met dezelfde tijd doorgespeeld totdat er een winnaar was), met een Fischer-tempo van 5+2. Dat werd Ainur Shaibakov, die al zijn wedstrijden uiteindelijk wist te winnen. Zelf eindigde ik met 5 overwinningen en 2 nederlagen op een gedeeld 3e (en op `weerstand’ 10e) plaats, samen met een bataljon grootmeesters, waaronder veelvoudig wereldkampioen Alexey Chizhov.

De omstandigheden in Moskou waren uitstekend. Althans, in het hotel en de speelzaal. Buiten was het met tussen de 10 en 20 graden in de min toch wat aan de koude kant. Als voormalig inwoner van Moskou ben ik dat wel gewend, maar mijn landgenoten hadden het er niet altijd even makkelijk mee. In die zin was het nog zo gek nog niet dat het schema zo vol zat met wedstrijden … Gelukkig had ik voor en na het toernooi nog een paar dagen extra om van Moskou te genieten.

Zesde verlies tiental

André van der Kwartel

Het tiental van LDG heeft voor de zesde keer verloren. Ik kan mij geen seizoen herinneren waarin het tiental zes van de eerste zeven ronden verloor. Ook na deze wedstrijd kan achteraf worden geconstateerd dat het tiental ten minste één punt heeft laten liggen. Een constatering die ik helaas dit seizoen vaker heb moeten doen. Het Leids Damgenootschap staat momenteel tiende en speelt de komende twee ronden tegen de nummers elf en twaalf. Dat worden belangrijke wedstrijden.

Het wedstrijdverloop.

In mijn vorige verslag over de prestaties van het zestal heb ik een loftuiting opgenomen van Hanco Elenbaas op de prestaties van Hans Tangelder dit seizoen. Daarmee roep je natuurlijk het noodlot over je af. In deze wedstrijd ging Hans nogal hardhandig van het bord af. Als alles door zijn tegenstander is doorzien (en ik heb geen reden om daaraan te twijfelen), hebben we hier te maken met een heuse lokzet.

HansDamlust

Hans Tangelder – Erik Maijenburg

Stand na de 25e zet van wit.

(8-13). Met deze zet biedt zwart wit een doorbraak naar dam aan. 25-20 (24-30), 35×24!?? (19×39), 28×8 (39×26), 8-2 (15×24), 2×35 maar nu de weerlegging: (9-13), 35×21 (16×27) en wit stond een schijf achter met een slechte stand.

Vervolgens liet Jack van der Plas zich overspelen. In die partij miste zijn tegenstander een voordelige afwikkeling of liet hij hem bewust achterwege?

JackDamlust

Ruud Kloosterman – Jack van der Plas

Stand na de 28e zet van wit.

(12-17). Wit antwoordde 38-33 (17×39), 40-34 (29×40), 45×43 en won later. Maar wit had hier ook een slagzet uit kunnen halen: 40-34!! (17×28) [ Na (29×40) volgt 45×34 en 34-29] 49-43 (29×40), 35×44 (24×35), 44-40 (35×44), 43-39 (44×33), 38×29 (23×34), 32×1. Na (34-40), 45×34 (19-23), 1×29 (20-24), 29×20 (15×24) zal wit nog wel wat denkwerk moeten verrichten, maar de stand lijkt wel gewonnen.

Vervolgens brachten uw verslaggever en Evert Dollekamp remises binnen waaruit geen opvallende momenten zijn te citeren. Na deze remises kwam LDG terug in de wedstrijd.

Edwin van Hofwegen won omdat zijn tegenstander opgaf in een complexe stand met veel schijven en ieder één dam. Maar het is de vraag of dat niet wat vroeg was.

EdwinDamlust

Kariem Droog – Edwin van Hofwegen

Stand na de 26e zet van zwart.

Wit staat slecht. De computer adviseert 37-32 (16-21), 41-37 (10-14), 34-30, enz. met een schijf verlies, maar nog wel enige compensatie. Wit speelde echter: 49-44? (18-23), 29×7 (20×49), 7-1 (27-32!?) [Niet de beste. Beter was (10-14). Zwart kan de witte dam dan altijd vangen. Bijvoorbeeld: 37-32 (16-21), 39-34 (2-7), enz.] 38×9 (49×3 over 28), 1-23 [Beter was 1-45] (3-14) [Beter was (17-22) en (8-13)] 23-45 (8-13), 45-50 (14-3), 33-29 (10-14), 29-23 (25-30). Hier gaf wit op, maar dat lijkt nog wel wat vroeg. Na 50-45 valt er nog te spelen.

Vervolgens bracht Evert Bronstring met een overwinning de stand op 6-6.

EvertDamlust

Evert Bronstring – Maaike Kamer

Stand na de 16e zet van wit.

(17-21??), 25-20 (14×25), 28-22 (18×27), 38-32 (27×29), 34×5 (25×34), 40×20 (15×24), 47-42 (9-14), 5×30 (13-19), 30×13 (8×19). Na deze afwikkeling staat wit een schijf voor, maar heeft wel een ontwikkelingsachterstand van zeven tempi. Het afspel vereist dus nog wel enige zorgvuldigheid. Dat kun je normaal gesproken wel aan Evert overlaten, maar toch gaat hij op de 45e zet in de fout.

Evert2Damlust

Evert Bronstring – Maaike Kamer

Wit heeft een gewonnen stand op het bord gekregen. Hij hoeft alleen maar 31-27×27 te spelen en zwart kan binnen enkele zetten opgeven. Bijvoorbeeld: (14-19), 32-28 (24-29), 25-20 (19-24), 27-22, enz. Maar Evert speelde hier 32-27? (22-28), 27-22 (28-33?) Nu komt het aan op een langdurig maar gewonnen eindspel voor wit. Maar zwart had moeten spelen: (17-21), 22×33 (21-26), 31-27 (26-31), 27-22 (31-37) met remise.

Maurits Meijer en Hans Kreder brachten met twee remises de stand op 8-8. Op dat moment waren de borden 8 en 10 nog volop aan het strijden en leek een 10-10 uitslag reëel. Dat viel helaas tegen.

Peter van den Berg speelde aan bord tien een riskante partij waarin hij van geluk mocht spreken dat zijn tegenstander een (misschien te dure) dam over het hoofd zag:

PeterDamlust

Peter van den Berg – Bouke Bruinsma

Stand na de 31e zet van zwart.

39-34? (20-24?) Heeft zwart de mogelijke damzet niet gezien of vond hij hem te duur? In ieder geval was mogelijk: (19-24), 28×30 (13-19), 22×2 (7-12), 2×24 (20×49). Het lijkt mij een degelijke damzet.

Daar had Peter dus geluk, maar helaas raakte hij op de 53e zet het spoor bijster.

Peter2Damlust

Peter van den Berg – Bouke Bruinsma

Wit staat iets lastiger, maar het mag eigenlijk geen naam hebben, wanneer hij 42-38 speelt en vervolgens met schijf 31 naar veld 16 loopt. Wit speelde echter 31-27?? (29-33), Nog steeds is er niet zo veel aan de hand als wit consequent doorspeelt met 27-21. Maar hij besluit direct te offeren: 17-12?? (7×18), 22-17 en de partij ging enkele zetten later verloren.

Harry Dekker speelde de langste partij van de wedstrijd. In die partij deed zich een aardig fragment voor:

HarryDamlust

Harry Dekker – Arie van der Knaap

Stand na de 26e zet van zwart.

Harry speelde hier 27-22×22, maar had enig voordeel kunnen verkrijgen door 39-33! Vanwege de dreiging 33-29 moet zwart wel (12-17), 34-29 (23×34), 28-22 (17×39), 38-33 (39×28), 32×5 (34-40), 5-19 (13×24), 27-21 (16×27), 31×2 met schijfwinst.

In de loop van de partij kwam Harry steeds moeilijker te staan, maar remise bleef nog heel lang binnen handbereik. Een spannend moment deed zich voor op de 49e zet van wit.

Harry2Damlust

Harry Dekker – Arie van der Knaap

Wit kan veilig dam halen op veld 3, waarna de stand gemakkelijk remise is te houden. Maar tegen 8-3 pleit dat er een complex eindspel op het bord komt dat je in een permanente status van tijdnood misschien liever niet wilt spelen. Misschien koos Harry daarom voor een afwikkeling die snel en duidelijk remise had moeten opleveren: 33-29 (24×31), 8-3 (49×27), 3×15. Volgens de eindspeldatabase is de stand nu inderdaad remise. Partijverloop: (27-18), 15-47 (18-7), 47-42 (7-2), 42-47 (16-21)A, 47-15?? (19-24), 15×16 (6-11), 16×7 (2×50) en Harry gaf op.

A) Achteraf merkte Harry naar aanleiding van (16-21) op dat hij het oprukken van die schijf naar een tweede dam niet tegen zou kunnen houden. Toch is volgens de eindspeldatabase de stand nog steeds remise. Wit beschikt zelfs over twee remise brengende zetten: 47-41 en 47-29. Beide zijn gebaseerd op het doorschuiven van schijf 28 naar veld 12. Bij wijze van voorbeeld twee varianten van de computer:

1) 47-41 (19-24), 28-23 (24-30), 23-18 (30-35), 18-12 (21-27), 41-23 (27-31), 23-32 (31-36), 32-23 en zwart mag het uitzoeken.

2) 47-29 (21-26), 28-22 Zwart kan de schijf niet veroveren: (2-13), 22-17 (13-8). 17-11 (6×17), 29-33. Met andere zetten komt zwart echter ook niet verder.

In plaats van allerlei varianten uit te werken leg ik mij neer bij de realiteit van de eindspeldatabase. Maar om te leren hoe dit soort eindspelen werken, is het misschien toch leerzaam om eens een paar varianten uit te spelen.

Zestal koploper in de Hoofdklasse

André van der Kwartel

Na de overwinning met 9-3 op Damclub Den Haag is het zestal van LDG de verrassende koploper in de hoofdklasse van de Zuid-Hollandse Dambond. Vier teams delen met negen punten uit zes wedstrijden de eerste plaats, maar LDG heeft het hoogste aantal bordpunten.

Op de overwinning tegen Den Haag valt weinig af te dingen. Drie overwinningen, waarvan één waarschijnlijk ook een verliespartij had kunnen zijn, en drie remises, waarvan één winst en één verloren had kunnen zijn.

Casper Remeijer opende de score met een overwinning op Berke Yigittürk. Hij bezorgde zijn tegenstander een voorpost op veld 29. Deze voorpost werd zorgvuldig omsingeld, wat uiteindelijk resulteerde in een winnende kettingstelling.

Koos van Amerongen bracht de voorsprong op 4-0. Een consequente aanval op de lange vleugel bracht hem een soepele overwinning. Maar zijn tegenstander had zich wel beter kunnen verdedigen.

KoosGerard

Koos van Amerongen – Gerard de Groot

Stand na de 35e zet van wit. (17-21?). Nu slaat de aanval snel door: 34-29 (10-15), 29×20 (15×24), 41-37 (4-10!?), 33-29 (24×33), 38×29 (10-14), 29-24 en zwart gaf op.

In de diagramstand had zwart zich taaier kunnen verdedigen met (10-14). 34-29 is nu min of meer verhinderd door (14-20) en (24-30). Een plausibel verloop is dan ook: 41-37 (16-21), 37-32 (27-31). Wit heeft groot voordeel, maar het wordt in ieder geval nog een lang verhaal.

Hans Tangelder bracht de stand op 6-0. Bij zijn partij wordt in Toernooibase een opmerkelijk commentaar gegeven door Hanco Elenbaas:

Hans is onoverwinnelijk geworden. (…) Hans scoort er de laatste tijd ongekend op los, Martin. Ik ken hem sinds de onderlinge van Hiltex van 25 jaar geleden. Hij was altijd een beetje een rommelaar, een tamelijk kwetsbare speler. Maar dat lijkt sinds dit seizoen helemaal over. Hij slacht alles wat tegenover hem plaats neemt. Ook Jeroen heeft er dus aan moeten geloven. Zonder Hans was het Leids Dam Genootschap (de club van de twee Everts en Maurits Meijer) momenteel degradatiekandidaat nummer 1 in de landelijke competitie.

De Martin in dit citaat is Martin Dolfing die opmerkt dat het toch wel een ongelukkige nederlaag was van de tegenstander van Hans, Jeroen Kos, omdat die eerder in de partij zeer goed zou hebben gestaan.

Ik gun Hans natuurlijk van harte de loftuitingen aan zijn adres, maar ik moet het eens zijn met Dolfing: Hans heeft in deze partij misschien zelfs wel verloren gestaan.

HansJeroen

Jeroen Kos – Hans Tangelder

Stand na de 42e zet van zwart. Eerst het partijverloop 39-34? (35-40!!), 34-29 (7-12!!), 45x34A (12×21), 29×20 (25×14), 28-22??? En wit gaf op. Het lijkt erop dat wit op de een of andere manier ‘gezien’ heeft dat de witte schijf op 37 stond. A) Als wit 17×8 slaat volgt (9-13), 8×30 (25×32).

Een beetje een ‘lucky win’. Zeker gegeven het feit dat wit na 42-37 duidelijk beter staat.

Steven den Hollander had het voorrecht het winnende zevende punt binnen te brengen in een partij waarin het evenwicht op geen enkel moment werd verbroken.

De tweede remise kwam van de hand van Frank Eektimmerman, maar die partij had al heel snel afgelopen kunnen zijn.

FrankHerman

Frank Eektimmerman – Herman Vroom

Stand na de 18e zet van zwart. 39-33?? (8-13??). Beide spelers overzien het verrassende (21-27), 32×23 (19×50). In het vervolg speelde wit een nog wat moeizame partij, maar de remisegrenzen werden niet overschreden.

Naschrift: Na publicatie van dit fragment mailde Frank “… zie dat ik mijn partij verkeerd in toernooibase heb gezet. Zet 19 was 38-33 en zet 20 was 43-38 en de simpele combinatie was dus niet mogelijk. Zal het aanpassen op toernooibase.”

Ik mocht zelf het laatste punt behalen, maar dat hadden er twee moeten zijn.

AndreeHarry

Harry Zandvliet – André van der Kwartel

Stand na de 48e zet van zwart. 31-27? (21-26), 34-29 (23×34), 30×39 (26-31!), 28-22 [Meer verdediging geeft: 35-30 (24×35), 39-34 (31×22), 28×17. Zwart heeft dan niet veel anders dan (19-24), 17-12 (18×7), 34-29 (14-19), 29×20 (35-40) en er is nog een lange weg te gaan.]

In de partij begon ik na 28-22 allemaal spoken te zien. Ten eerste schatte ik in dat wit na (16-21) zou kunnen doorbreken, (Is niet waar.) Ten tweede mis ik het feit dat ik (16-21) kan laten voorafgaan door (24-30), waarna (16-21) direct winnend is. Ten derde dacht ik de stand in een paar zetten te kunnen laten vastlopen door (18-23), 33-28 enz. Maar in plaats van 33-28 speelde wit 22-18, waarna het de vraag is of de stand nog te winnen is voor zwart. Zo veel fouten op zo’n belangrijk moment: ik verdiende niet meer dan één punt.

20 december kerstdamavond

Op donderdag 20 december organiseert het Leids Damgenootschap weer de jaarlijkse Kerstdamavond.

Op die avond spelen de deelnemers meerdere korte dampartijen. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat iedere deelnemer zo veel mogelijk speelt tegen spelers van ongeveer gelijke sterkte. Dus ook mensen die alleen maar thuis zo af en toe een potje dammen, kunnen meedoen zonder de angst ‘toch maar alles te zullen verliezen’. Iedereen is van harte welkom.

Bij de prijsuitreiking wordt rekening gehouden met de speelsterkte van de deelnemers. Maar één ding is zeker: iedere deelnemer gaat met een prijsje naar huis! Deelname is gratis.

Van tevoren aanmelden is niet nodig. Iedereen die uiterlijk om 20.00 uur aanwezig is, kan aan het toernooi deelnemen. De prijsuitreiking zal rond 22.30 uur plaatsvinden.

Het adres luidt: Leids Denksportcentrum, Robijnstraat 4, Leiden.

Collectief falend tiental

André van der Kwartel

In de zesde ronde van de nationale competitie heeft het tiental van LDG met 7-13 verloren van het tweede team van Constant Charlois uit Rotterdam. Dit verlies kan niet anders worden omschreven dan als een collectief falen van vrijwel het gehele team. Aan de borden vier tot en met zeven werd verloren, allen objectief gezien totaal onnodig. Daarmee bedoel ik dat in drie partijen op enig moment op kinderlijk eenvoudige wijze remise had kunnen worden gemaakt en in één partij zelfs de winst werd gemist. In de vijf remise partijen werd één winnende voortzetting gemist, maar ook kwamen twee remises voort uit een objectief verloren stand. Dit alles bij elkaar geeft geen erg positief beeld van het huidige spelniveau van het Leids Damgenootschap. De enige uitzondering op al deze rampspoed was de winst van Hans Kreder die zijn partij met een kleine combinatie wist te winnen.

Deze keer geef ik het damtechnisch commentaar niet conform het wedstrijdverloop, maar hanteer ik de bordvolgorde. Het merkwaardige collectieve falen van de middenborden komt daarmee treffend tot uitdrukking.

Evert Bronstring speelde aan bord 1 teleurstellend remise tegen een tegenstander met een meer dan honderd punten lagere rating. Achteraf wordt de teleurstelling nog groter: Evert heeft wel degelijk de winst gemist.

EvertB

Evert Bronstring – Ramdew Jahani

Stand na de 41e zet van wit. (20-25?) Fout. Zwart had (18-23) moeten spelen om remise te waarborgen, maar Evert profiteert niet. 40-34?? Winst is 36-31! Het is wel duidelijk dat wit een schijf gaat winnen. De computer komt na 36-31 in ieder geval niet verder dan (25-30), 40-35 (12-17), 22×11 (16×7), 27×16 (24-29), 33×24 (30×19), waarna wit een gezonde schijf voor staat.

Evert Dollekamp speelde aan bord 2 remise tegen een tegenstander van wie de rating meer dan 400 (!) punten lager was.

Aan bord 3 speelde Hans Tangelder remise, maar hij had eigenlijk moeten verliezen.

HansT

Hans Tangelder – Radjinder Jharap

Stand na de 53e zet van zwart. Na 39-34 zal zwart remise maken met (32-38), 42×33 (28×39), 34×43 (23-28), enz. Wellicht meende wit hier nog op winst te kunnen spelen, want hij zette voort met: 24-19?? Gelukkig overzag zwart het verrassende (27-31!), 36×29 (14×43). Het kan nog een lang eindspel worden, maar ik zou mijn geld op zwart zetten. Bijvoorbeeld: 30-24 (43-49), 24-19 (49-44), 19-13 (28-33!). Wit moet nu zijn schijf op 42 offeren, waarna zwart aan twee, eventueel drie dammen komt en de rest een kwestie van techniek is.

Aan bord 4 speelde Edwin van Hofwegen. Hij verloor, maar had in een complexe stand een winnend zetje kunnen nemen. Maar voor ik aan dat moment toe kom, wil ik eerst enkele leerzame opmerkingen over deze partij laten zien die mij door Evert Bronstring werden toegestuurd (en door mij redactioneel wat zijn bewerkt en aangevuld). Het gaat om de stand na de 17e zet van wit. Ik laat Evert aan het woord:

EdwinVanH

Jurgen Tholel – Edwin van Hofwegen

Edwin laat zich voor de tweede keer verrassen door het zetje naar veld 10.

In de partij kiest Edwin voor (3-9) en (9-14), maar hij had moeten spelen: (4-10), 40-34 (10-14), 44-40 (1-7), 49-44 Deze opbouw stelt Edwin in staat om nu (21-27) te spelen, waarmee de ideaalstelling is bereikt met het goede tempo.

Wit heeft alleen nog 33-28 (A) en 40-35 (B). Merk op dat 37-31 weerlegd is door het bekende zetje (27-32), (22-28). En dat 37-32 is weerlegd door (22-28) en (13-19).

A) 33-28 (22×33), 39×28 (27-32), 38×27 (17-21), 26×17 (11×33), 29×38 (20×29). Nu volgt (3-9) en (18-22). Dat wordt schijfwinst of een zetje naar 45.

B) 40-35 (13-19), 24×13 (8×28), 44-40 (18-23), 29×18 (12×23), 33-29 (17-21), 26×17

(14-19), 29×18 (22×13), 34-29 (11×22), 29-23 (16-21), 23×32 (19-24) met een comfortabele

stand voor zwart.

Tot zover Evert Bronstring. In de partij werd vanuit de bovenstaande diagramstand gespeeld: (3-9), 40-34 (9-14), 44-40 (1-7), 49-44 (4-10), 33-28 (22×33), 39×28 (21-27). Nu is de volgende stand ontstaan:

EdwinVanH2

Jurgen Tholel – Edwin van Hofwegen

De computer adviseert nu 43-39, maar wit speelde 37-32? Zwart reageerde nu niet goed met (17-22?), 28×17 (11×22?), 32×21 (16×27). Wit heeft groot voordeel en zou uiteindelijk winnen.

In plaats van (17-22?) had zwart echter moeten spelen: (17-21!), 26×17 (11×33), 32×21 (16×27) en nu is 43-39 verhinderd door (12-17!!), 23×32 (14-19), 39×28 (14×50). Ik vermoed dat Edwin deze verrassende meerslag heeft overzien. Er blijft daarom voor wit niet veel anders over dan eerst te offeren met 36-31 (27×36) en dan pas 43-39 te spelen, maar dan volgt (13-19!), 24×22 (33×24) en zwart staat een schijf voor.

Aan bord 5 speelde Maurits Meijer tegen de speler met de hoogste rating van het bezoekende team. Maurits kreeg het in de partij behoorlijk moeilijk, maar wist zich staande te houden tot de dramatische 61e zet.

MauritsM

Maurits Meijer – Jaap Riesenkamp

Stand na de 60e zet van zwart.

De middag was al ver gevorderd en dit was de laatste partij die nog bezig was. Het was tamelijk rumoerig en ondanks verzoeken van Maurits tot wat stilte, bleef het rumoer aanhouden. Het ia niet ondenkbaar dat dat een rol heeft gespeeld bij de misgreep die Maurits nu uithaalt: 29-24?? (9-14) en door wit opgegeven. Remise is: 29-23 (28×19), 38-32 (27×38), 26-21.

Aan bord 6 speelde teamleider Harry Dekker. Hij verloor in een gelijkwaardige stand door tijdsoverschrijding. Met het Fischer-systeem hoeft dat eigenlijk niet te gebeuren, maar het komt toch wel meer voor.

Ik speelde aan bord 7 en kwam tegen het eind van de partij onder druk te staan. Ik koos voor een voortzetting die mij een veilige weg naar remise leek en miste op dat moment een simpele zekere afwikkeling naar remise. Drie diagrammen uit deze partij.

AndreeK1

André van der Kwartel – Ashok Bhajan

Het eerste diagram dient slechts “ter leringhe ende vermaeck”. Het geeft de stand aan na de 8e zet van zwart. Ik had natuurlijk heel goed opgelet bij de wijze lessen van meester Steven den Hollander en dus trapte ik hier niet in het zetje van Gortmans: 30-25?? (24-30!), 25×23 (30-34), 39×30 (22-27), 31×22 (12-18), 23×12 (8×50).

AndreeK2

André van der Kwartel – Ashok Bhajan

Dit tweede fragment is serieuzer. Ik meende veilig naar remise te kunnen spelen door 25-20, 30-25×24, 20-14 en doorbreken naar dam. In de praktijk bleek dat tegen te vallen, omdat zwart zo ongeveer even snel op dam komt als wit. Ik heb in de diagramstand echter totaal niet gekeken naar 43-38?! (32×34), 30×39 (19×30), 35×24. Ten koste van een tweede schijf kan wit dan veel sneller doorbreken naar dam en moet zwart maar zien hoe ver hij komt.

Eén tegenvaller in de door mij voorziene spelgang wil ik wel laten zien: 25-20 (16-21), 30-25 (19×30), 35×24 (21-27), 20-14 (32-37) en nu moet ik deze schijf helaas laten gaan. Als ik hem probeer af te stoppen, kom ik zelf niet meer op dam: 43-38? (27-31), 36×27 (37-41), 24-20A (15×24), 14-10 (41-46) en wit verliest. A: Hier kan wit het toch nog wel remise houden met 27-21. Dat heb ik in de partij gemist.

Ten slotte een anekdote bij de slotstand van mijn partij:

AndreeK3Correctie

André van der Kwartel – Ashok Bhajan

Stand na de 55e zet van zwart. Ik speelde hier 14-3 en hoopte op (17-22) om mezelf nog enige speelruimte te geven. Er volgde echter (27-32) en ik kon opgeven. Eén van de toeschouwers noemde het een ‘afzichtelijke blunder’. Maar wat is er aan de hand? Als wit op de hoofdlijn blijft is het uit. Bijvoorbeeld: 14-37 (13-19), 37×5 (27-31), 36×27 (18-23), 5×11 (6×17). De enige actie om het onvermijdelijke uit te stellen lijkt: 25-20 (15×49), 14-20 (27-32). De zwarte schijven kunnen niet worden aangevallen. Winst voor zwart lijkt mij dan ook niet erg lastig. De filosofische vraag doet zich voor of je kunt blunderen in een totaal verloren stelling.

Aan bord acht speelde Jack van der Plas. Hij kwam met remise weg, maar had eigenlijk dik moeten verliezen.

JackP

Ratan Ganeshie – Jack van der Plas

Stand na de 36e zet van wit. In deze stand is na bijvoorbeeld (19-23) weinig aan de hand. Maar zwart speelde (18-23??). Oogt interessant, maar kost direct een schijf: 28-22! (12-18), 22×13 (8-12), 13-8 (2×13), 33-29 (24×33), 38×9 (3×14). Hoe kon dit nog remise lopen? Daar was dan ook wel de medewerking van de witspeler voor nodig: 42-38 (12-18), 38-33!? (18-23), 33-29?? Een potsierlijke fout, waarmee wit zichzelf in de problemen brengt. (23-28), 32×23 (19×28). Wit moet noodgedwongen een schijf terugofferen. Hij koos niet het sterkste offer, 29-24, maar speelde 29-23, waarna de partij probleemloos naar remise liep.

Hans Kreder zorgde aan bord 9 voor het enige lichtpuntje in de wedstrijd. Hij won door een eenvoudig slagzetje.

HansK

Hans Kreder – Sjaam Biekram

Stand na de 35e zet van wit. Wit staat duidelijk beter, maar na bijvoorbeeld (13-19), 30-24×24 moet dat allemaal nog maar bewezen worden. Zwart speelde echter (7-12??) en Hans liet zich dit aanbod niet ontglippen: 47-41 (36×47), 38-32A (47×24), 30×28 en zwart gaf op.

A) Nog iets effectiever is: 30-24 (47×33), 39×10 (15×4), 25×14. Maar ach, wat doet het ertoe?

Aan bord 10 speelde Peter van den Berg een degelijke remise. Geruchten gingen dat hij een schijfwinst zou hebben gemist, maar dat bleek niet het geval.