Computer Olympiade Dammen in Leiden

Komend weekend begint in Leiden de vijftiende internationale conferentie Advances in Computer Games. Een van de activiteiten is de Olympiade Computer dammen. Op 1 en 2 juli zullen 11 programma’s uit 5 verschillende landen gaan uitmaken wie de beste is. Uiteraard is het Leidse Slagzet.com, met een licht verbeterde versie, ook van de partij. De rekenmonsters zullen een volledige competitie, dat zijn 22 ronden, afleggen. Een bezoek aan dit toernooi is aan te raden. Bij dit toernooi kun je tijdens het spelen een praatje maken met de deelnemers en op de schermen mee kijken naar de gedachtekronkels van de programma’s. Het toernooi vindt plaats in het Snellius gebouw Niels Bohrweg 1, Leiden. We beginnen rond 10 uur en spelen tot ongeveer 17 uur.

 

Voor de liefhebbers de lijst van deelnemers:

  • BIT.S.A.Y. Runze You (Peoples Republic of China)
  • Cerberus Leo Nagels (The Netherlands)
  • Deep Nikita Andrew Lin (U.S.A.)
  • Dragon Draughts Michel Grimminck (The Netherlands)
  • GWD Gijsbert Wiesenekker (The Netherlands)
  • Moby Dam Harm Jetten (The Netherlands)
  • Scan Fabien Letouzey (France)
  • Sjende Blyn Jelle Wiersma (The Netherlands)
  • Slagzet.com Maurits Meijer (The Netherlands)
  • TdKing Ton Tillemans (Switserland)
  • Tornado Frank Mesander (The Netherlands)

Partij-analyse Bekerfinale Leids Damgenootschap 2017

Hieronder volgt het verslag van André van der Kwartel van zijn overwinning op Jan van der Star, waarmee hij de LDG beker competitie wist te winnen.

André van der Kwartel – Jan van der Star

15 juni 2017

Vooraf

Jan van der Star zou met zijn rating van 1163 van mij moeten winnen om de LDG-beker te veroveren. Met het klimmen der jaren is mijn rating gedaald naar een schamele 1075. Bij een remise zou Jan een tweede kans krijgen om alsnog de beker te winnen. Ik hoefde alleen maar twee keer remise te spelen. Maar op remise spelen is niet mijn sterkste punt….

1.32-28 17-22 2.28×17 12×21 3.31-26 7-12 4.26×17 11×22

De openingskeus van zwart verbaasde mij een beetje. Wit krijgt een gemakkelijke opening aangeboden. Eventueel kan wit hier 33-28×28 spelen, waarna zwart 19-23×23 en er zijn al acht schijven van het bord.

5.37-32 6-11 6.41-37 16-21 7.46-41 21-26 8.34-30 12-17 9.30-25 19-23 10.40-34 14-19 11.25×14 9×20 12.33-28 22×33 13.39×28

BekerD1

Met de ruil naar 28 heb ik het mijzelf een beetje lastig gemaakt om mijn lange vleugel goed te ontwikkelen. Tot mijn verbazing laat zwart dat gemakkelijk toe. Zelf zou ik waarschijnlijk hebben gekozen voor onmiddellijk (1-6), misschien zelfs gevolgd door (8-12) en (2-8) Om zo snel mogelijk de druk op de lange vleugel van wit op te voeren.

13.20-24 14.36-31 4-9 15.41-36 1-6 16.38-33 10-14 17.43-38 5-10 18.31-27 17-22 19.28×17 11×31 20.36×27 24-29 21.33×24 19×39 22.44×33 8-12 23.49-43 2-7 24.50-44 7-11 25.44-39

BekerD2

In deze stand offerde de zwartspeler bijna al zijn resterende bedenktijd op om tot een beslissing te komen. Later in de partij zal hij nog last krijgen van de weinige bedenktijd die hij nog over heeft. De computer komt na enige rekentijd ook tot (14-19), maar zelf zou ik waarschijnlijk gekozen hebben voor (11-17). Ook al stelt het objectief weinig voor, de suggestie van druk op de lange vleugel van wit doet soms ook wat.

14-19 26.33-28 15-20 27.39-34 20-24 28.47-41 10-14 29.34-30

BekerD3

29.14-20

Deze zet geeft wit de gelegenheid tot een op zijn minst remise brengende afwikkeling te komen. Maar wat moest zwart anders? Het enige serieuze alternatief lijkt (24-29), maar dan krijgt wit na 45-40 toch wat gemakkelijker spel.

30.27-22 18×27 31.32×21 

BekerD4

31.23×32?? 

Een ernstige misgreep van de zwartspeler. Misschien was hij van mening dat de volgorde van slaan niet uitmaakte. En misschien had dat weer te maken met de tijdnood die hij zelf had gecreëerd

Overigens was ik hier zelf ook nogal slordig geweest in mijn berekeningen. Ik had groot voordeel verwacht als zwart correct had geslagen. Dat wil zeggen: (26×17), 30-25 (23×32), 25×23. En daar klopt om twee redenen niets van.

Ten eerste hoeft zwart helemaal geen lastige voorpost op 29 te krijgen, want hij kan ook spelen: (24-30), x (13-18), x (18×20) en er is geen sprake meer van enig voordeel.

Ten tweede, ook als zwart de voorpost accepteert door direct (13-18) te spelen, is er nauwelijks sprake van voordeel voor wit.

32.37×28 26×17 33.28-23 19×28 34.30×8 17-22 35.8×17 3-8

Zwart dreigt met (22-27) zijn schijf terug te winnen, maar wit heeft nog precies één weerlegging.

36.41-37 22-27

De computer adviseert (28-32), 38×18 (11×13), maar een schijf blijft een schijf.

37.37-32 11×22 38.32×21 6-11 39.21-16 11-17 40.38-32 28×37 41.42×31 20-24 42.45-40 8-12 43.40-34 9-14 44.43-38 22-28 45.31-26 12-18

Tijdens deze reeks zetten daalde de waardering van de computer voor de witte stand van 1.25 naar 0.33 in de stand na (12-18). Zonder dat de computer echter aangeeft waar wit het beter had kunnen doen. Hoe dan ook, ik vond de tijd rijp om op dit moment door te breken naar dam. Eerst nog 48-42 spelen zou na (18-22) waarschijnlijk tot remise leiden.

46.26-21 17×26 47.16-11

BekerD5

47.18-22

De computer suggereert hier: (26-31), 11-7 (31-36), 7-1 (24-30), 1×10 (30×39)10×46 (39-44) en taxeert de stand op remise. Daar klopt natuurlijk niets van. Wit steekt bijvoorbeeld onmiddellijk de hoofdlijn over met 38-32, waarna zwart een tweede dam niet meer kan voorkomen.

Overigens had ik na (26-31) naar varianten gekeken als: 11-7 (31-36), 7-1 (18-22), 1-6 (36-41), 34-29 (24×42), 48×46 met winst.

48.11-7 26-31 49.7-1 22-27 50.1-6 28-32 51.48-42 Hier gaf zwart op. Er zou nog gevolgd zijn: 32×43 52.42-37 31×42 53.34-29 24×33 54.6×20

Steven’s verslag van het Paastoernooi Deel 1

(bijdrage van Steven den Hollander)

Het paastoernooi is alweer een maandje geleden, maar desondanks zitten er nog met smacht leden te wachten op een fijn stukje proza. Omdat ik mijn fans nooit teleur stel toch maar achter de laptop gekropen. En daar begint de ellende al. Moet het een technisch verhaal worden, of toch liever een sappig stukje, met daarin de nieuwste roddels van het Paastoernooi? Het zal wel ergens ertussenin gaan eindigen. Allereerst een stukje voorkennis.

Het was voor mij alweer de derde keer deelname aan het Amsterdams Paastoernooi. Dit toernooi is altijd loodzwaar, zowel qua deelnemers als externe factoren (lees: bier!). Om elke ronde netjes op tijd te verschijnen en de lichten in de kroeg te kunnen doven hadden we (Arjen, Micha, Michel, Tom, Nadine en Martin) via AirBNB een appartement geboekt. Met uiterste precisie werd een locatie op 5 minuten loopafstand van de speelzaal geboekt, om (volgens Arjen) de netto drinktijd te optimaliseren. Aan deze opdracht werd dan ook moeiteloos voldaan.

Voor de eerste ronde startte, kon ik gemakkelijk vanuit de ING richting onze slaapplek gaan. Micha was er net even eerder en samen konden we de sleutels in ontvangst nemen, spullen dumpen, en vervolgens plaatsnemen op een terras, waar wij al snel vergezeld werden door Tom en Arjen. Omdat er ook nog gedamd moest worden begaven wij ons binnen niet al te ruime tijd naar de speelzaal. De loting was een beetje jammer. Ik mocht de eerste ronde tegen Michel, waar ik nog nooit tegen had gespeeld.

De partij ging redelijk makkelijk. Na een opening, waar wij elkaar een beetje aan het aftasten waren, nam ik een flauw aanvalletje. Deze zag er moeilijk houdbaar uit, maar het klopte allemaal precies voor mij. Michel kon niet makkelijk van deze aanval afkomen en kwam redelijk onder druk te staan. Helaas voor mij hield Michel het hoofd koel en wikkelde knap naar een remise af.

Vooraf zou ik remise prima hebben gevonden, maar gezien het partijverloop had ik gehoopt op meer. Mijn overwinning zou dan maar moeten komen in de tweede ronde. Hierbij zat ik tegen Mari van Ballegooien, die ik enkele weken daarvoor in een schitterende partij verslagen had. Mari bracht een theoretische opening op het bord, waarvan ik enkele geintjes wel ken.

Hollander den,Steven – Ballegooijen van,Mari 1-1   14-04-2017  1.04/0.17

1.33-29 16-21    2.31-26 11-16    3.39-33  6-11  4.44-39 19-23 5.50-44 14-19    6.33-28 10-14    7.38-33  5-10  8.42-38 1-6 9.48-42 20-25    10.36-31 15-20

stevenDiag1

Dit is het eerste testmoment voor de witspeler. Menig speler gaat hier verder met 35-30 en denkt goed komen te staan. Na 35-30 volgt echter het sterke 20-24 29×20 18-22! Wanneer wit bijgekomen is van deze verassing kan er het best worden terug geofferd met 31-27 22×31, waarna ik zwart prettiger vind staan. Ook varianten met 32-27 i.p.v. het offer 31-27 zijn mogelijk, maar dat spreekt mij niet erg aan.

Om uit de zeer theoretische varianten te blijven besloot ik maar om 31-27 te spelen, waarna een grote afruil volgde met 17-22. Na deze afwikkeling besloot ik om wederom een flauw aanvalletje te pakken, in de wetenschap dat Van Ballegooien altijd bereid is tot actief spel, en deze aanval zo lang mogelijk zal willen laten staan. De hele partij bleek gelijkwaardig en eindigde terecht in remise. Ik gooide er nog een klein lokkertje uit in onderstaande stand.

stevenDiag2

Hier besloot ik tot 41-37, in de hoop op 14-19. Mijn toneelspel werd echter doorzien en daarom volgde er terecht 13-19.

Tot zover het eerste gedeelte. Later deze week volgt meer. Ten eerste omdat Hans/Casper dan meerdere stukjes kunnen plaatsen, en ten tweede omdat mijn inspiratie een beetje weg is =).

Oplossingen PaasPuzzels

Hieronder volgen nog de oplossingen van de zes PaasPuzzels van 17 april en de twee PaasPuzzels van 30 april.

Allereerst de oplossingen van de 6 problemen van Kowrizjkin.

Kor2

Diagram 1: Wit speelt en wint.

Klik hier voor de oplossing.

Kor1

Diagram 2: Wit speelt en wint.

Klik hier voor de oplossing.

Kor4

Diagram 3: Wit speelt en wint.

Klik hier voor de oplossing.

Kor5

Diagram 4: Wit wint. Of is het eindspel na de afwikkeling van 5 zwarte schijven tegen 1 witte dam en 2 witte schijven toch nog remise?

Klik hier voor de oplossing.

Kor6

Diagram 5: Wit forceert winst.

Klik hier voor de oplossing.

Kor3

Diagram 6: Wit speelt en wint.

Klik hier voor de oplossing.

Tenslotte nog de oplossingen van de slagzet uit een partij van Hans Jansen en het probleem van H.G. van den Berg Jr.

H.G. van den Berg Jr.

D0_304

Diagram 7: Hans Jansen wint met wit.

Klik hier voor de oplossing.

D1_304

Diagram 8: Probleem van H.G. van den Berg Jr., wit wint.

Klik hier voor de oplossing.

Tweede plaats in het Amsterdams Paastoernooi en opnieuw mijn studententitel geprolongeerd

Het is al een maand geleden dat ik in het Paastoernooi te Amsterdam heb gespeeld, maar een paar mooie fragmenten wil ik jullie niet onthouden. Hans Tangelder heeft al de prachtige combinatie van Hans Jansen tegen Edwin de Jager in de eerste ronde op donderdag 13 april laten zien, maar dat was niet de enige combinatie van die ronde. Ik wist Bé Eggens te verschalken met een ‘gouwe ouwe’: het zetje van De Heer. In onderstaand diagram heb ik als laatste zet 31. 37-31 gespeeld en daarmee lok ik 21-26? uit. Bé wilde 31-26 niet toestaan, waarmee ik zijn bewegingsvrijheid op de korte vleugel zou inperken, en Bé speelde inderdaad 31. … 21-26?

Casper Remeijer – Bé Eggens 2-0

Hier haalde ik het verrassende, naar Aris de Heer vernoemde zetje uit met 32. 49-43 26×37 33. 48-42 37×48 34. 28-22 17×28 35. 33×22 24×42 36. 22-18 13×22 37. 43-38 42×33 38. 39×6 48×30 39. 35×4 en vijf zetten later gaf Bé op.

Ook Micha van Tol won in de eerste ronde op een aardige manier door goed gebruik te maken van de dam van zijn tegenstander Frank Pasman. Frank heeft in onderstaande stand als laatste zet 36. … 20-25 gespeeld. Micha speelt hier het sterke 37. 30-24. Als zwart deze voorpost aan gaat vallen, breekt wit op de andere vleugel door en gaat dankzij de belangrijke sluitpost op 50 makkelijk winnen en als zwart op zijn korte vleugel gaat spelen gaat wit dankzij de ijzersterke schijf op 24 ook winnen. In de partij ging het als volgt: 37. … 9-14 38. 32-27 8-12(?) 39. 47-41! 36×47 40. 24-19 47×44 41. 19×17 44×11 42. 16×7 en zwart gaf op. In plaats van 38. … 8-12 kan zwart 14-19 spelen, maar dan loopt wit met 27 naar 17 en daarna gaat schijf 16 lopen, waar zwart geef afdoende verweer tegen heeft. Ook 38. … 23-28 helpt niet, omdat op 24 lopen niet mogelijk blijft: 23-28 27-21 8-12 39-34 13-18 48-42 6-11 16×7 12×1 21-17 en zwart kan geen kant meer op.

Micha van Tol – Frank Pasman 2-0

Leopold Sekongo, Hans Jansen en ik hebben om de titel gestreden, een strijd die Leopold uiteindelijk gewonnen heeft door in de laatste ronde als enige van dit drietal koplopers te winnen en daarmee op 11 uit 7 te komen. Leopold was dit toernooi buitengewoon productief (vijf overwinningen), maar ook Hans (vier overwinningen) was productiever dan ik was (drie overwinningen). Daar staat tegenover dat ik als enige van ons drieën niet verloren heb. Opgemerkt dient te worden dat Leopold wel het lichtste programma heeft gehad met o.a. drie 1100-spelers. In de tweede ronde op vrijdagmiddag won Leopold van Rob van Westerloo die een zelfmoordcombinatie nam, terwijl Hans en ik remiseerden met Andrew Tjon A Ong respectievelijk Micha van Tol. Ik bereikte na een goede klassieke partij een kansrijk eindspel, maar wist in het ingewikkelde eindspel geen concrete winstkansen te creëren.

In het Paastoernooi in Amsterdam zijn altijd twee prijzen voor de grootste opwaartse overwinningen op spelers met een hogere rating. Guido van den Berg won een van deze prijzen door Bas Messemaker in de tweede ronde met de volgende combinatie te verrassen:

Guido van den Berg – Bas Messemaker 2-0

Bas had hier met 28. … 11-17 even niet op zetjes gelet en Guido strafte dat af met 29. 28-23 18×29 30. 32-27 en Bas liet zich 30. … 21×34 31. 44-40 29×38 32. 40×7 niet meer bewijzen.

Op vrijdag waren er twee rondes en in ronde drie op vrijdagavond wist ik absoluut niks te bereiken tegen het droge ambitieloze spel van Edwin de Jager. Hans Jansen speelt in een 9-om-9-positie met acht tempi voorsprong op sublieme wijze tegenstander Micha van Tol helemaal zoek en Leopold Sekongo wint met simpel drukspel tegen de op een vreemde manier schutterende Guido van den Berg. Na drie rondes staat Leopold met de volle zes punten op kop met daarachter met vijf punten Hans en ik voer een peloton achtervolgers met vier punten aan.

In ronde vier op zaterdagmiddag volgt het eerste toptreffen tussen Leopold en Hans. Hans lijkt de buit na vijftig zetten binnen te hebben, want Leopold moet offeren en na enige verwikkelingen waarbij een dam op het bord komt en weer gevangen wordt, bereikt Leopold een stand van twee schijven tegen drie schijven. Hans kan ook nog eerder dam halen, maar verzuimt de toch niet heel moeilijke winst te vinden en geeft Leopold dus een tweede kans om een punt te pakken. Echter ook bij Leopold speelt de tijdsdruk een rol en in onderstaande stand gaat hij alsnog de fout in:

Leopold Sekongo – Hans Jansen 0-2

Met aan het einde van de wedstrijd nog zeventien minuten op de klok is het eigenlijk onbegrijpelijk dat Leopold hier 68. 44-39? speelt. Blijkbaar moegestreden ziet hij het offer met een standaardeindspel over het hoofd: na 68. … 12-18 69. 13×22 14-37 gaf wit op, want in alle varianten kan de zwarte dam de witte schijven van achteren aanvallen en stoppen, bijvoorbeeld 22-18 37-48 39-33 48-42 33-28 42-37 28-22 37-31 22-17 31×13 17-11 13-18 11-6 18-1. Na 68. 44-40 kan zwart wel op dam komen en daarmee de remisehaven bereiken.

Zelf speelde ik een theoretische opening tegen Rob Geurtsen en hij besloot mij een bepaalde variant te laten bewijzen en dat deed ik met alle plezier. In onderstaande stand is 19. 30-25 de meest gespeelde zet, waarna 18-23 34-30 23×32 33-29 24×33 39×37 volgt met een spannende flankaanval.

Rob Geurtsen – Casper Remeijer 0-2

Rob besloot hier om 19. 45-40 18-23 20. 42-37 23×32 21. 37×28 te spelen. Ik heb geen keuze en speel 21. … 12-18. Hier moet wit afhaken en 38-32 27×29 34×21 16×27 28×17 11×22 spelen met een licht nadelige stand, maar Rob besloot mij te laten bewijzen wat de zwarte stand na 22. 48-42 waard is. Het zwarte spel luistert nauw en ik moet hier wel op een combinatie aansturen, maar die is gewoon heel goed voor mij. Na 22. … 16-21 23. 30-25 18-23 24. 42-37 23×32 25. 37×28 is de volgende stand bereikt:

Rob Geurtsen – Casper Remeijer 0-2

Als ik de volgende combinatie niet neem, sta ik heel slecht, maar het is een bekend combinatie-idee in de Roozenburgaanval dus ik zag de combinatie ruim van tevoren aankomen: 25. … 14-20 26. 25×5 4-10 27. 5×23 24-29 28. 33×24 22×42 29. 31×22 17×30 30. 26×17 11×22 31. 35×24 42-48. Deze combinatie is bekender zonder schijf op 39, want dan gaat zwart direct naar dam. Ik wist echter relatief eenvoudig te winnen.

Na vier ronden stond Hans Jansen dankzij zijn overwinning op Leopold Sekongo ongedeeld eerste met 7 uit 4, gevolgd door Leopold en mij met 6 uit 4. In de vijfde ronde boekte ik de mooiste overwinning van mijn damcarrière door grootmeester Hans Jansen met sterk aanvalsspel van het bord te spelen! Doordat Leopold ook won, wisselden wij Hans af als koploper. In onderstaande stand heeft Hans als laatste zet 37. … 2-8 gespeeld. Ik speelde redelijk snel 38. 30-24 19×30 39. 35×24 en zette zo een weldadige aanval met drie voorposten op. We blijken allebei het simpele 38. 22-17 12×21 23-18 13×22 28×17 21×12 29-24 20×29 33×2 w+ gemist te hebben.

Casper Remeijer – Hans Jansen 2-0

Hans bracht combinaties in de stand met 39. … 5-10, maar ik trapte er niet in en speelde 40. 41-36. Op 41-37 of 38-32 was 12-17 22×11 1-7 11×2 8-12 2×19 12-18 gevolgd met remise respectievelijk zelfs winst voor zwart. Over deze stand na 40. 41-36 merkte Hans op “Mijn stand was net niet passief genoeg.” Als Hans nu had mogen passen, had hij na elke zet van mij een combinatie gehad!

In ronde zes, wederom de tweede ronde op een dag, mocht ik aantreden tegen Leopold. Een kansrijke klassieke positie met een sterke Ghestemdoorstoot was net niet genoeg voor mij om te winnen, omdat Leopold sterk verdedigde. Hans Jansen won op typisch onnavolgbare wijze van Mari van Ballegooijen en zodoende gingen we gedrieën met 9 uit 6 de slotronde in.

Er waren ook drie spelers met 8 uit 6 en in de slotronde werden de koplopers elk aan een speler met acht punten gekoppeld. Hans Jansen leek een goede stand in het middenspel te hebben tegen Krijn ter Braake, maar die speelde verder goed en behaalde uiteindelijk zonder problemen een gelijkspel. Mijn tegenstander Guido van den Berg leek halverwege de partij een heel goede klassieke positie te hebben, maar ik wist een oplossing te vinden waarbij Guido moeite moest doen om remise te maken. Hij liet zich echter niet van de wijs brengen en dus werd ook deze partij remise. Leopold Sekongo wist als enige wel te winnen, van Andrew Tjon A Ong, omdat Andrew niet voor de eerste keer dit toernooi in het late middenspel onhandig aan het doen was en zelf voor een onevenwichtige schijvenverdeling zorgde, waar Leopold gretig gebruik van maakte. Uiteindelijk legde Leopold dankzij deze overwinning beslag op de eerste plek met 11 uit 7 en moesten Hans en ik met 10 uit 7 genoegen nemen met plekken twee en drie. We hadden evenveel weerstandspunten, maar met drie SB-punten meer ben ik op de tweede plek geëindigd. Deze tweede plek was uiteraard ruim voldoende om eerste te worden in het studentenklassement.

Onze Steven den Hollander deed ook mee in het Paastoernooi, maar qua damprestaties was het geen heel succesvol weekend voor Steven. Vier rondes lang fungeerde hij als rondeteller, wel met drie knappe remises tegen 1300-spelers, maar door twee nederlagen in de tweede helft van het toernooi (en één overwinning) eindigde Steven op plek 21 met 6 uit 7.

Dubbele Partie Bonnard beslist halve finale bekercompetitie

In beide halvefinalewedstrijden van de bekercompetitie op 11 mei werd op het scherpst van de snede gespeeld doordat Evert Bronstring en Steven den Hollander zich op lieten sluiten in een Partie Bonnard. Dit leverde twee zeer spannende partijen op, maar niet het door Evert en Steven gewenste resultaat.

Evert verkreeg tegen Jan van der Star in de opening een gezonde flankaanval, maar wilde de spanning zo ver mogelijk opvoeren en sloot de stand nadat Jan op zijn voorpost liep. Dit had echter niet het gewenste effect doordat Jan hier een sterke centrumaanval tegenover stelde. Jan besloot een paar zetten later de stand open te breken met behoud van zijn centrumaanval en bouwde een alleszins gezonde stand op. De centrumaanval van Jan was duidelijk sterker dan de flankaanval van Evert met twee nutteloze schijven achter de flankaanval en in de partij wist Jan makkelijk te winnen, maar in onderstaande stand mist Evert verrassend de remise:

Jan van der Star (1163) – Evert Bronstring (1298) 2-0

Jan heeft als laatste zet 45. 38-32 gespeeld en zwart kan nu niet meer verhinderen dat wit met 32-27 de zwarte korte vleugel vastzet. 22-28 mag immers niet vanwege 32-27 28×19 27-21 16×27 31×24 met schijf- en partijwinst. Evert speelde nu 45. … 20-25? en zag dat Jan na 46. 32-27 simpel schijf 18 eruit kan werken met 30-24 en 34-30 en gaf op. Evert had echter met 45. … 4-9 nog remise in handen! Op 32-27 volgt in dit geval 9-13 30-24 22-28 23×32 17-22! (zie onderstaand analysediagram) en wit heeft na deze elegante stille zet ondanks een schijf meer geen enkele winstkans.

Jan van der Star (1163) – Evert Bronstring (1298) 2-0 (analysediagram)

Op 34-30 volgt 22-28 32×23 20-25 met remise en op 26-21 komt 18-23, waarna beide spelers twee dammen halen en het dus ook remise is.

Ook als wit 4-9 in het eerste diagram op een andere manier beantwoordt, kan hij niet winnen. Ik geef een variant ter illustratie: 4-9 31-27 22×31 36×27 20-25 30-24 (32-28 is direct remise door 17-21 26×8 15-20 23×12 9-13 8×19 20-24 29×20 25×21) 17-22 23-19 22×31 26×37 18-22 32-28 22×33 29×38 12-17 34-29 17-22 29-23 9-14 19×10 15×4 en de witte aanval is tot staan gebracht.

Door zijn overwinning heeft Jan zich voor de bekerfinale geplaatst. De andere finalist is André van der Kwartel (1075) die Steven den Hollander (1275) op remise wist te houden en dankzij het ratingverschil van meer dan 100 punten daarmee door is naar de finale.

Ook Steven zette zijn partij zo ambitieus mogelijk op en zette een flankaanval voortvarend om in een Partie Bonnard. Dit leverde André ruim dertig zetten lang een analytisch duidelijk betere stand op, maar André wist uit de vele aantrekkelijk ogende mogelijkheden niet de juiste weg naar groter voordeel te destilleren. Voor de beker is echter louter van belang dat André ook geen fouten maakte en dus een verdiende remise en finaleplaats binnenhaalde.

Steven den Hollander (1275) – André van der Kwartel (1075) 1-1

In bovenstaand diagram een voorbeeld van een van de vele keren dat André door had kunnen stoten naar 28. Na 25. … 23-28 komt bijvoorbeeld 29-23 20×29 23×32 29-33 38×29 19-24 30×10 9-14 10×19 13×35 en zwart heeft een veel betere korte vleugel dan wit en daarmee een perspectiefrijke positie.

Een andere interessante mogelijkheid deed zich voor in de volgende stand na 30. 32-27 van Steven:

Steven den Hollander (1275) – André van der Kwartel (1075) 1-1

André speelde hier 30. … 1-7 om na 31. 46-41 23-28 te spelen, maar hij had ook al een zet eerder 30. … 23-28 kunnen spelen. 29-23 is nu zeer slecht vanwege 20×29 23×32 29-33! 39×28 22×33 en wit geeft nog het beste tijdelijk een schijf met 30-24 19×39 43×34, maar zwart geeft die onmiddellijk terug met 25-30 en houdt een ijzersterke schijf op 33 over.

Wit doet er beter aan om 30. … 23-28 met 46-41 te beantwoorden en zwart kan nu een extra schijf van de lange vleugel in het spel brengen en van de witte lange vleugel blijft gaandeweg niks meer over. Men zie: 19-23 41-36 14-19 27-21 1-7 21-16 10-14 48-42 7-11 16×7 12×1 31-27 22×31 36×27 17-22 49-44 22×31 26×37 28-32 37×28 23×32 en wit gaat een sombere toekomst tegemoet.

Onze veteranen

(verslag van André van der Kwartel)

Van 18 tot 22 april werd in Wageningen het jaarlijkse open kampioenschap van Nederland voor veteranen (spelers ouder dan 50 jaar) verspeeld. Vier leden van het Leids Damgenootschap deden aan dit toernooi mee. Het bleek een matig optreden. De hoogste score werd genoteerd door Hans Kreder die met 8 uit 8 eindigde als 51e van de 88 deelnemers. Arend van Beelen werd 63e met 7 punten uit 8, Dick den Ouden werd 77e met 5 punten en Hein van Winkel eindigde als 79e eveneens met 5 punten uit 8 wedstrijden. Wel won Hein van Winkel met een scherpe lokzet tegen Dick den Ouden een gedeeld tweede combinatieprijs. Zie het voorlaatste fragment hieronder.

Een paar fragmenten:

Arie Janssen van Doorn – Hein van Winkel

W1

Wit speelde 37-31 en miste daarmee: 38-32 (29×16), 34-30 (25×34), 40×9. Zwart had nu met (12-18) voor remise kunnen gaan [Bijvoorbeeld 21-16 (22-28), 33×22 (18×36), 16-11 (13-18), enz.] maar hij speelde het meer voor de hand liggende (13-18?). De partij ging nu verder met 21-16 (12-17), 42-37 (25-30), 34×14 (19×10), 37-32 (10-15), 40-34 (29×40), 45×34 (15-20). Wit zag nu dat 34-30 verhinderd is en offerde daarom eerst met 16-11 (17×6) een schijf, maar na 34-30 (23-29), 30×19 (29-34) was de stand niet meer te winnen. In plaats van 16-11 had wit met 31-26 (20-25), 32-27 een gezonde schijf voorsprong gehouden en een meer kansrijk eindspel verkregen.

Harry Otten – Hein van Winkel

W2

Wit staat aanzienlijk beter en speelde hier 44-40. Maar hij had een snellere winst kunnen forceren met 23-18 (12×23), 28×8 (3×12), 22-17. Nu is (12-18) verhinderd door 37-31 dus zwart heeft niet veel anders dan: (26-31), 37×26 (12-18), 17-12 (18×7), 26×17 met snelle winst.

Arend van Beelen – Andrew Tjon A Ong

W3

Bijna had Arend een sensationele remise gespeeld. Bijna, want hij verloor op een bizarre manier. In de diagramstand speelde Arend 12-7, waar 12-8 veiliger zou zijn geweest. Spelverloop: 12-7 (24-29), Nu kan wit geen dam halen en ook na 45-40 is de stand geforceerd uit na (49-16), dus 35-30 (25×34), 7-2 (19-23), 2-35????

Herman van Westerloo – Dick den Ouden

W4

Ook Dick had misschien voor een verrassing kunnen zorgen, hoewel dat een stuk minder duidelijk was dan in het voorgaande fragment. Hij speelde hier het voor de hand liggende (8-12?) en verloor snel na 28-22 (27×18), 23-19 (12-17), 19×8 (9-13), 8×19 (17-22), 29-23 enz. In de diagramstand had hij kunnen spelen: (9-14). Wit moet nu wel actie nemen: 28-22 (27×18), 23×3 (13-19), 24×13 (20-25), 3×20 (15×33). Er volgt nog een lastig eindspel voor wit.

Hein van Winkel – Martin Kruijswijk

W5

Grove blunders kwamen ook voor. Hein staat hier beter, maar speelde 48-42?? en verloor snel na (17-22), 28×17 (29-33), 38×29 (23×45).

In de diagramstand had wit na 40-34 (29×40), 35×44 nog het beste van het spel gehouden, hoewel de stand nog zeker niet gewonnen is. Bijvoorbeeld: (15-20), 44-40 (20-24), 40-35 (24-29), 48-42 (17-22), 28×17 (14-20), 25×14 (19×10), enz.

Dick den Ouden – Hein van Winkel

W6

Hein plaatste een fraaie lokzet tegen Dick: (12-18). Als wit nu speelt 32-28?? volgt: (21-26), 28×17 (27-32), 38×27 (18-23), 29×9 (20×49), 9×20 (49×12), 20-14 (12-23), 14-9 (23-14), 9×20 (15×24) met dubbele oppositie. Dick gaf eerlijk toe dat laatste niet gezien te hebben, maar speelde desondanks toch maar 43-39. Deze scherpe lokzet leverde een gedeeld tweede prijs op in het combinatieklassement.

Johan de Jong – Arend van Beelen

W7

Arend miste in deze slechte stand een verrassende remise-afwikkeling: (17-21), 26×8 (24-29), 34×12 (9-13), 8×19 (20-24), 19×30 (25×41).

Meer Paaspuzzels

Als vervolg op de Paaspuzzels van 17 april volgen hieronder nog twee paaspuzzels ter oplossing. Veel puzzelplezier. De oplossingen van deze puzzels en van die van 17 april verschijnen op de website over enkele weken.

Allereerst een fraaie winst van Hans Jansen tegen Edwin de Jager uit het Amsterdams Paastoernooi 2017, dat gewonnen werd door Leopold Sekongo met 11 punten uit 7 partijen. Casper Remeijer en Hans Jansen eindigden beiden op 10 punten, maar dankzij enkele SB-puntjes verschil mag Casper zich de nummer twee noemen. Tevens pakte Casper op overtuigende wijze zijn derde studententitel.

 
D0_304

Diagram 1 wit speelt en wint.

 

Een probleem uit de problemist van April 2017 toegeschreven aan Pierre Ghestem door Turbodambase, maar dezelfde stand staat in die database ook op naam van Groninger H.G. van den Berg Jr.

D1_304

Diagram 2 wit speelt en wint.

Paaspuzzels en Paasdammen

Ter oplossing volgen hieronder een aantal problemen van de Russische problemist Anatoli Kowrizjkin. Veel puzzelplezier. De oplossingen verschijnen op de website over enkele weken.

Kor2

Diagram 1: Wit speelt en wint.

 

Kor1

Diagram 2: Wit speelt en wint.

 

 

Kor4

Diagram 3: Wit speelt en wint.

 

Kor6

Diagram 4: Wit wint. Of is het eindspel na de afwikkeling van 5 zwarte schijven tegen 1 witte dam en 2 witte schijven toch nog remise?

 

Kor6

Diagram 5: Wit forceert winst.

 

Kor3

Diagram 6: Wit speelt en wint.

Afgelopen donderdag werd het traditionele Paassneldamtoernooi verspeeld. Na 7 ronden Zwitsers deelden André van der Kwartel en Evert Bronstring de eerste plaats met 10 punten.

Gedeeld derde werden Edwin van Hofwegen en Hans Kreder met 9 punten. Evert Dollekamp werd vijfde met 8 punten.

De dummy speelde in dit toernooi alle partijen remise en werd daardoor gedeeld zesde samen met Maurits Meijer en Hans Tangelder.

Ten slotte behaalde Hans Kolfoort 6 punten, Dick den Ouden 5 punten, Harry Dekker 4 punten en Peter van den Berg 2 punten.

Paasdamtoernooi

Op donderdag 13 april organiseert het Leids Damgenootschap weer haar traditionele Paasdamtoernooi.

Paasdammen

Op die avond worden meerdere korte dampartijen gespeeld. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat iedere deelnemer zo veel mogelijk speelt tegen spelers van ongeveer gelijke sterkte. Dus ook mensen die alleen maar thuis zo af en toe een potje dammen, kunnen gerust meedoen. Graag zelfs!

De deelname is gratis. Van tevoren aanmelden is niet nodig.

U wordt gevraagd om uiterlijk 19.45 uur aanwezig te zijn, zodat de dampartijen om 20.00 uur kunnen beginnen. Rond 22:30 wordt de eindstand opgemaakt. De wedstrijden worden gehouden in ons clublokaal in het Leids Denksportcentrum, Robijnstraat 4, Leiden.