André van der Kwartel
Het tiental heeft de competitie 2019-2020 in stijl afgesloten. Van de damclub Dordrecht werd met het kleinst mogelijke verschil (11-9) verloren en zoals vaker dit seizoen, had een overwinning beslist tot de mogelijkheden behoord. Iets meer scherpte en iets meer attent zijn zouden op de ranglijst een groot verschil hebben gemaakt. Ik mag dat schrijven, want ik ben zelf meerdere malen mede schuldig geweest aan onnodig puntverlies.
Terloops werd bij de welkomsttoespraak meegedeeld dat de damclub Dordrecht ophoudt te bestaan. Zij sluit zich aan bij de Waarddammers. Weer één damvereniging minder.
Het tiental moet nu op 14 maart een beslissingswedstrijd spelen tegen Alblasserdam om degradatie te voorkomen. Overigens is Alblasserdam een van de weinige voorbeelden van een damvereniging die was verdwenen, maar na vele jaren weer tot leven is gekomen. Er is nog hoop.
Hans Kreder opende met een niet al te diep zetje de score voor LDG.
Joop Roedolph – Hans Kreder
Stand na de 38e zet van zwart.
Wit staat al wat minder, maar na 44-40?? Kon hij het snel opgeven: (12-18!), 21×3 (20-25), 3×20 (15×42), 48×37 (11-17). Die laatste zet van zwart was niet de beste, maar wit gaf direct op.
Maurits Meijer verloor kort daarna in een partij die evengoed door hem gewonnen had kunnen worden. Het begon met een verrassende damzet van de kant van Maurits.
Nico Knoops – Maurits Meijer
Stand na de 22e zet van zwart.
Op 46-41? Volgde zo’n zet waar je in de partij misschien nauwelijks naar kijkt: (23-28!). Op 34×23 volgt (12-18) en (11-17), dus: 32×23 (19×28), 34×32 (22-28), 32×23 (12-18), 23×12 (11-17), 12×21 (16×47). Het is een dam waarvan je je afvraagt of hij niet te duur is. In dit geval had hij kansrijk kunnen zijn, maar de waardering van de computer slaat al snel om: 38-32 (13-19), 40-34 (47-36?) Vanaf dit punt geeft de computer de voorkeur aan de witte stelling. Zwart had (19-23) moeten spelen om voordeel te behouden.
In het verloop van de partij verkreeg wit een tegendam, waarmee hij een fraaie winnende afwikkeling wist te realiseren:
Nico Knoops – Maurits Meijer
Stand na de 38e zet van wit.
Zwart staat langzamerhand al wat moeilijker. Zijn dam kan bijvoorbeeld niet op de diagonaal 2-16 blijven. Maar dat deze ook niet op de diagonaal 11-50 kan blijven moet Maurits verrast hebben: (11-33?), 49-44! (33×50), 43-39 (50×31), 36×20 (15×24), 35-30! (24×35), 25-20!! En na deze fraaie afwikkeling gaf zwart op. In de diagramstand kan zwart zich nog verdedigen met (18-22), 27×18 (11-7), maar na 25-20 (7×48), 20×9 zal hij het toch moeilijk krijgen.
Door het verlies van Hans Tangelder kwam LDG op achterstand. In een gelijkwaardige stand beging Hans een kleine onnauwkeurigheid, waarna hij er niet meer aan te pas kwam.
André Droog – Hans Tangelder
Stand na de 36e zet van wit.
Spelverloop (12-17?), 31-26 (17-22A), 28×17 (7-11), 27-22 (18×27), 32×21 (11×22), 21-16 (22-28) en met name na deze laatste zet kreeg zwart verliezend nadeel.
A) Zwart had hier beter (7-12) kunnen spelen. De nu volgende afwikkeling ziet er griezelig uit voor zwart, maar geeft toch nog veel verdediging: 26-21 (17×26), 28-22 (9-13), 32-28 (23×34), 40×9 (13×4), 22×24.
Invaller Arjan Varkevisser verloor eveneens. Hij liet zijn tegenstander wel erg gemakkelijk naar dam doorlopen.
Arjan Varkevisser – Kees van Dijk
Stand na de 40e zet van zwart.
Met bijvoorbeeld 34-30×29 houdt wit zijn stand nog steeds speelbaar, maar hij speelde 37-32? (13-18!) [Dreigt (26-31)] 32-27 (22×31), 36×27 (18-22) en met dit offer creëert zwart een vrije doorloop naar dam, waarna er geen houden meer aan was.
Ik mocht de enige remise van de wedstrijd opeisen. Vermoedelijk heb ik winst gemist, maar dat was er dan wel een die pas na een uitgebreide analyse zal kunnen worden aangetoond.
Ton van Bokhoven – André van der Kwartel
Stand na de 39e zet van wit.
Het spelverloop was: (11-17), 37-32 (17-22), 26-21! Deze zet had ik wel gezien, maar ik had de dreiging ervan zwaar onderschat. (2-7) en (2-8) zijn nu verhinderd door: 32-27, 21-17, 33-28, 29-24 met dam op 1 of 3. Dus speelde ik (14-19), maar toen volgde: 32-28 (23×32), 29-24 (20×38), 39-33 (38×29), 34×14. De overblijvende stand kon ik niet meer winnen.
Ik had deze varianten kunnen voorkomen door in de diagramstand in plaats van (11-17), (12-17) te spelen. Er valt nog veel aan te analyseren, maar een paar varianten tegen de computer geven de indruk dat zwart na (12-17) grote winstkansen heeft.
Een positieve verrassing was de winst van Peter van den Berg tegen Fred Roedolph. Een ratingverschil van meer dan 250 punten en dus een blauwe notering in Toernooibase. Het beslissende moment deed zich voor op de 44e zet van zwart.
Peter van den Berg – Fred Roedolph
Wit heeft zojuist een dam gehaald, maar zwart kan zich verdedigen door direct (34-39) te spelen. Wit kan dan niet blijven voorkomen dat zwart op een gegeven moment (39-44) en (45-50) speelt. Misschien heeft zwart de gevaren onderschat. Hij speelde (7-11?). Nu levert 3-25 (34-40) weer remise voor zwart op, maar Peter speelt het scherper: 3-8! (19-23), 8-35! De weg van schijf 34 naar 44 is nu definitief afgesloten. Het vervolg was: (15-20), 48-43 (11-17), 35-49 en enkele zetten later gaf zwart op.
Maar de vreugde over deze verrassende overwinning werd snel ingehaald door het verlies van Joop Burgerhout. In een gelijkwaardige stand overzag hij een zetje.
Joop Burgerhout – Arie van de Weteringh Azn.
Stand na de 48e zet van wit.
Er is niets aan de hand als wit 27-22 speelt. Riskant is 33-28 wegens (24-30), 28×19 (30-35), hoewel dat na 19-13 (35×44), 13-9 (10-14), 9×20 misschien nog wel meevalt. Helemaal fout is echter wat Joop speelde: 43-39?? (24-30!), 33×35 en wit wachtte (23-28) niet meer af.
LDG kwam op een 11-5 achterstand omdat Harry Dekker op de klok verloor. Dat hoeft met het tegenwoordige Fischer-systeem niet te gebeuren. Na iedere zet krijgt de speler er immers een minuut bedenktijd bij. Maar er zijn meerdere redenen waarom het soms toch gebeurt. De klok net te laat indrukken is een risico. Een complexe stand, waarin de speler zich kan verliezen. Of zó diep geconcentreerd zijn dat de klok wordt vergeten. We hebben het allemaal al eens langs zien komen.
De laatste twee wedstrijden werden gewonnen door LDG. Edwin van Hofwegen won reglementair, althans dat vond hijzelf. Ik heb niet zelf gezien wat er gebeurde, maar uit de verhalen begreep ik dat zijn tegenstander na een slagwisseling zijn klok had ingedrukt en toen zag dat hij per ongeluk zijn eigen schijf van het bord had gehaald in plaats van die van zijn tegenstander. Terwijl Edwin zat na te denken, verwisselde de speler van Dordrecht de schijven weer, waarop Edwin de partijwinst opeiste en direct 2-0 noteerde op zijn notatieformulier. Er ontstond groot tumult, want zijn tegenstander was het daar natuurlijk niet mee eens. De gemoederen liepen ook na afloop van de wedstrijd nog hoog op.
Misschien speelde in deze hele toestand wel mee dat Edwin in de loop van de partij gewonnen had gestaan, maar zijn grote voordeel steeds verder had zien afnemen. Hieronder een voorbeeld van het (winnende) voordeel dat Edwin op een gegeven moment in zijn partij had.
Edwin van Hofwegen – Bert Baars
Stand na de 47e zet van zwart.
Wit speelde hier 48-43!? Maar had gemakkelijk winnend voordeel kunnen bereiken met 32-27 (23-28) [Vrijwel gedwongen, anders volgt 27-22 en daarna 21-16.] 21-16 (11-17), 27-22 en wit wint een schijf en breekt door naar dam.
Vier zetten later koos wit weer niet voor de sterkste voortzetting, waarna van zijn voordeel nog maar weinig over was. Kort daarna ontstond de commotie.
Ten slotte behaalde Jack van der Plas een gestroomlijnde overwinning, maar dat bracht de eindstand niet verder dan 11-9 in het voordeel van Dordrecht.