Namens André van der Kwartel
De tweede ronde van de competitie is voor LDG op een teleurstelling uitgelopen. Door enkele kinken in de communicatiekabel kwam LDG met maar zeven spelers op. Gezien het ogenschijnlijke niveauverschil werd hier niet zwaar aan getild. Ook met zeven spelers zou LDG toch moeten kunnen winnen van IJmuiden 2? Ik denk nog steeds dat dat eigenlijk had moeten kunnen. Maar als twee spelers kansloos worden weggespeeld en een derde speler blundert in een remise-eindspel, dan blijkt die houding een arrogantie die we ons niet kunnen permitteren.
LDG begon dus met een 2-0 achterstand, maar die werd snel weggewerkt door Joop Burgerhout. In een partij die er uiterst complex uitzag won hij vrij gemakkelijk. In de opening negeerde Joop een volle schijf winst. Of moest hij nog warm draaien?
Nicole Schouten – Joop Burgerhout
Stand na de 10e zet van wit.
Gespeeld werd (15-20?), maar mogelijk was: (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (23-28), 32×23 (18×40), 50-45 (13-18), 45×34 (14-20), 25×23 (18×40). Dit gaat wit uiteindelijk een schijf kosten. Maar misschien vond Joop dit nog wat te onzeker. De Ghestem-doorstoot later in de partij was veel interessanter.
Peter van den Berg zette LDG op voorsprong. Peter speelde een degelijke partij, waarin hij steeds het beste van het spel leek te hebben, maar KR geeft nergens overtuigend voordeel aan. Tot op de 55e zet van wit.
Koos van Nie – Peter van den Berg
Ik vraag mij af hoeveel witspelers in deze stand niet automatisch 37-32 zouden hebben gespeeld. En toch leidt deze zet volgens KR tot verlies. Remise zou nog geweest zijn: 23-18 (31×42), 43-38 (42×33), 18-12. Welke witspeler zou het hierop aan hebben durven laten komen? Maar dit eindspel is inderdaad remise. Partijverloop: 37-32 (31-36), 23-18 (3-8??). Weer zo’n zet die zich als vanzelf opdringt, maar nu is het volgens KR ineens weer remise! Zwart had door moeten lopen met (36-41) met ofwel snelle winst ofwel een afspel naar een wel gewonnen eindspel. 32-37 (36-41), 27-22?? En nu komt voor zwart alles weer op zijn pootjes terecht. Wit had nog remise kunnen houden met 30-24. Er volgde (41-47) en wit gaf op.
Peter gaf nog aan dat na het plausibele verloop 22-17 (47-29), 17-12 (8×17), 18-13 (29-12), 13-9 (10-14), 9×20 (12-23) er allerlei aardige thematische winsten voor zwart op het bord kunnen komen. Leerzaam om daar eens naar te kijken.
Edwin van Hofwegen kwam na een partij zonder opvallende momenten remise overeen. Daarna mocht ik de stand met een overwinning op 3-7 brengen. Een dubieuze eindfase viel in mijn voordeel uit.
André van der Kwartel – Henk den Outer
Stand na de 44e zet van zwart.
Tot op dit moment was ik tevreden over mijn partij. Ik ga in ieder geval een schijf winnen en dan zien we wel weer verder. Maar na meer dan drie uur dammen gaat de nauwkeurigheid er wat af.
41-37? Lijkt voor de hand te liggen, maar KR adviseert 45-40! Zwart is dan vrijwel verplicht om onmiddellijk met (29-33) te offeren, want anders volgt 43-38 en is een offer niet meer mogelijk. Dit offer komt later toch, maar onder voor wit veel minder gunstige omstandigheden. (12-17), 45-40 Maar nu had alsnog 43-38 gemoeten om te voorkomen dat zwart met (29-33) offert. De realiteit is echter dat op dit moment wit al veel van zijn voordeel kwijt is. (29-33), 28×39. Na (13-18) kan zwart de stand met een schijf minder tamelijk moeiteloos remise houden. Maar.. (24-29??), 43-38 en zwart gaf op.
Het scorebord gaf aan dat er voor LDG geen vuiltje aan de lucht was, maar het verhaal op de borden was anders. Hein van Winkel was, nadat hij enigszins vervelende openingsproblemen te boven was gekomen, toch weer in een lastige positie terecht gekomen en kansloos naar verlies gespeeld. Dat openingsprobleem biedt overigens wel een leerzaam moment:
Jacqueline Schouten – Hein van Winkel
Stand na de 8e zet van wit.
Hein speelde hier (4-10!?) en werd geconfronteerd met de agressieve ruil 29-23×23. Hein wist na een ruime tijdsinvestering de problemen te overwinnen [(16-21), 31-26 (11-16), 32-28 (12-18), enz.] maar werd uiteindelijk toch vrij kansloos weggespeeld. Ik ben zelf vanuit een andere opening ook wel eens tegen deze ruil aangelopen en had daarna zelfs geen enkele kans meer op herstel. “De lezer zij gewaarschuwd.”
De Katwijkse school ten aanzien van de ontwikkeling van de lange vleugel is – op zijn zachtst gezegd – niet helemaal van risico’s ontbloot en in dit geval stond Jack van der Plas dan ook al na 18 zetten in niet zo erg veel hogere zin al verloren. Hij bleef tot het bittere eind doorspelen om alsnog een punt voor LDG binnen te halen, maar het mocht niet baten.
Het centrale drama van deze wedstrijd speelde zich af aan het tweede bord. Hans Kreder speelde, zoals wij dat van hem kennen, een degelijke partij met dit verschil dat hij – ditmaal wel “in hogere zin” – waarschijnlijk de winst heeft gemist.
Hans Kreder – Stella van Buuren
Stand na de 39e zet van zwart.
Wit speelde hier 34-29!? Maar KR beveelt aan: 33-29! En waardeert de witte stand virtueel op bijna een volle schijf winst. Wit dreigt met 30-24 daadwerkelijk een schijf te gaan winnen. KR komt na bijvoorbeeld (13-18) met de volgende variant: 30-24 (20-25), 38-32 (8-13), 39-33 (14-19), 23×14 (3-9), 14×3 (18-23), 29×7 (13-18), 3×21 (16×40), 7-1 met winst voor wit.
In de partij kwam een eindspel op het bord waarin wit de overhand had. Gegeven het wedstrijdverloop is het goed te begrijpen dat Hans in dit eindspel zo veel mogelijk schijven op het bord wilde houden.
Hans Kreder – Stella van Buuren
Stand na de 53e zet van zwart.
29-23??? (20-42!) en de stand is plotsklaps verloren voor wit. In het afspel beging de zwartspeelster een slordigheid, waardoor Hans alsnog remise had kunnen behalen, maar de klap was te groot geweest om de daarvoor benodigde scherpte nog op te kunnen brengen. Iedereen leefde met Hans mee.
LDG 1 in de provincie
Het viertal won in de tweede ronde van de provinciale competitie soepel met 6-2 van het tweede team van Hofstad. Een paar opvallende fragmenten:
Edwin van Hofwegen – Harold Jagram
Stand na de 42e zet van zwart.
Edwin overwoog 31-27, maar zag na (25-30) geen winst voor wit. Achteraf ontdekte hij dat die er wel degelijk in zit: 27×7 (30×37), 29-24 (12×1), 48-42 (37×48), 26-21 (48×19), 21×5. Jammer, want nu (25-30) verhinderd blijkt, is 31-27 dus gewoon de winnende zet.
Edwin won later wel.
Bonne Douma – Joop Burgerhout
Stand na de 35e zet van zwart.
45-40!? Zwart won een schijf na: (11-17), 27-22 (6-11).
KR laat zien dat wit nog houdbaar spel heeft na het onooglijke 44-40! Spelen we dezelfde zetten: (11-17), 27-22 (6-11), 35-30 (24×44), 39×50 (12-18 of?), 45-40 (18×27), 40-35! En nu volgt op (19-24), 34-30 en op (13-18), 28-22. Verrassend.
Hans Kreder speelde een gelijkwaardige remise. Dat deed ik ook, maar tot mijn schande moet ik bekennen dat KR ten minste drie momenten aangeeft, waarop ik een duidelijke winst heb gemist.